Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de crisis in de autosector
Actuele vraag over de resultaten van het overleg inzake de toekomst van de automobielindustrie in Vlaanderen
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, we staan voor een enorm moeilijke economische periode. De manier waarop de economische groei op enkele weken tijd is vertraagd, is nooit gezien in de laatste vijftig jaar. We zien ook de investeringen sterk teruglopen.
Wat in het begin een financiële crisis in de VS was, is uitgedeind naar Europa en zit nu ook in de reële economie. De berichten van de afgelopen dagen zijn hallucinant. De Detroit Three - General Motors, Ford en Chrysler - vragen samen 28 miljard dollar staatssteun. General Motors heeft minstens 12 miljard dollar nodig, Ford vraagt een kredietlijn van 9 miljard dollar en Chrysler rekent op een overbruggingskrediet van 7 miljard dollar. Er woedt al wekenlang een enorm debat in het Amerikaanse congres over de toelating om die enorme steun te mogen verlenen, en over de voorwaarden waartegen dat kan gebeuren.
Wij zijn in Vlaanderen trots op onze assemblageactiviteiten, maar die bedrijven maken wel deel uit van de multinationale bedrijven die nu in enorme financiële moeilijkheden zitten.
Er zijn problemen bij Ford, en die hebben hun weerslag op Volvo, enkele jaren geleden door Ford gekocht. Hetzelfde geldt voor GM en Opel. De automobielsector heeft enorme financiële problemen, met gevolgen voor Vlaanderen. In Vlaanderen werken in de assemblage ongeveer 18.000 mensen en in totaal in de automobielsector 85.000.
Mevrouw de minister, deze ochtend was er een automobielconferentie op uw kabinet. U hebt daarvoor het initiatief genomen. Mevrouw Moerman is daarmee enkele jaren geleden begonnen. We hebben in ons instrumentarium heel wat mogelijkheden. Hoe kunnen we die op dit ogenblik het best inzetten om de bedrijven die hier actief zijn met assemblageactiviteiten, optimaal te ondersteunen?
De Europese Investeringsbank is blijkbaar bereid om leningen toe te staan. De Europese Commissie had de intentie om waarborgen te geven, maar schijnt daarop terug te komen. Er is een globaal Europees herstelplan van 200 miljard euro, waarvan het grootste deel uit de lidstaten moet komen. Maar een deel komt ook via de Europese Investeringsbank, bereid tot 10 à 15 miljard steun.
Welke maatregelen overweegt de Vlaamse Regering ten aanzien van de crisis in de automobielsector? Wat is de insteek op Europees vlak?
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, de heer Van Rompuy heeft de toestand adequaat beschreven en het zorgwekkende karakter ervan duidelijk geschetst. Het belang van de automobielsector voor de Vlaamse en Belgische industrie is groot. Er werken in de brede sector 85.000 mensen. Zij verkeren vandaag stuk voor stuk in onzekerheid.
In Volvo Gent moeten al honderden werknemers met tijdelijke contracten afvloeien. Men kijkt angstig uit naar een Europese ondernemingsraad volgende vrijdag. Die zal mogelijk beslissend zijn voor de toekomst van het bedrijf. Ford Genk gaat een maand dicht. Opel kondigt op internationaal vlak een productiereductie aan van 10 percent. Dat zal zijn neerslag hebben op de tewerkstelling. Zowel in economische termen als in termen van werkgelegenheid mag het belang van de automobielsector niet worden onderschat. Zullen we in de toekomst nog een automobielsector in Vlaanderen hebben?
Ik hoorde daarnet de minister-president zeggen dat hij zich zorgen maakt. Ook wij maken ons zorgen. Het hele parlement maakt zich zorgen. En dan verwacht men krachtdadige antwoorden van de overheid. Wij moeten vandaag als overheid investeren om de automobielsector morgen een duurzame toekomst te geven. We moeten dat verhaal schrijven met krachtige instrumenten: met een langetermijnvisie, ingeschreven in een Europees verhaal dat kiest voor duurzaamheid en ingeschakeld in federale inspanningen. We hebben wel bevoegdheden om in te grijpen, maar de grootste mogelijkheden bevinden zich op het federale vlak.
Ten slotte moet het niet alleen over concurrentie en kostenreductie gaan. Een duurzame industriële toekomst gaat ook uit van bekwaam en permanent geschoold personeel. Ook daarop zullen we moeten inzetten. Mevrouw de minister, deze morgen is de sector bij u op bezoek geweest. Wat zijn de antwoorden die de Vlaamse Regering geeft op de pertinente vragen van de automobielsector? Hoe worden ze gekaderd in de federale en Europese aanpak? Hoe kunt u de duurzame ontwikkeling van de Vlaamse automobielsector garanderen?
De heer Penris heeft het woord.
Veel is al gezegd. We hebben het automobieldossier helaas al enkele keren moeten bespreken, ook in de commissie voor Economie. Vandaag wordt een hele sector getroffen door de economische recessie, die steeds tastbaarder wordt. De heer Van Rompuy heeft erop gewezen dat er in Amerika grote problemen zijn; de heer Van Malderen zegt dat het ook in Europa tijd wordt dat we maatregelen nemen. Ook in Vlaanderen moeten we ingrijpen. Met Volvo Gent gaat het slecht, ook bij Ford Genk zijn er problemen. Daar wordt de productie een maand stilgelegd. Vanaf 9 januari zal de dagproductie van 1290 naar 1050 eenheden zakken. Er zijn 1200 mensen tijdelijk tewerkgesteld, waarvan er slechts 200 zicht hebben op een voortzetting van dat tijdelijke contract. In Antwerpen gaat de nachtshift van Opel wellicht definitief, maar toch voor zekere tijd verdwijnen, met alle sociale gevolgen van dien.
Het is altijd gemakkelijk om naar de overheid te kijken als het economisch slecht gaat. Ondernemen betekent ook risico's aanvaarden en nemen, maar we mogen niet blind zijn voor de mogelijkheden waarover we zelf beschikken. In het verleden zijn er duidelijke engagementen genomen voor de automobielsector. Inzake de kostenbeheersing heeft de federale overheid maatregelen genomen voor de shiftvergoeding. Mevrouw de minister, in Vlaanderen zou u initiatieven nemen voor vorming en innovatie. Dit is het moment om die initiatieven op hun efficiëntie en effectiviteit te evalueren.
De sector is ook vragende partij voor soepeler maatregelen naar aanleiding van de milieunormen die sommige overheden ons opleggen. We hebben daarover al even gediscussieerd naar aanleiding van de vraag om uitleg van de heer Glorieux. De minister-president zei dat hij niet bereid is om toegevingen te doen. De sector mag toch wat soepelheid verwachten, mijnheer de minister-president.
Ik wil het debat wat opentrekken. Vandaag spreken we over de belangrijke automobielsector met 85.000 rechtstreeks en onrechtstreeks tewerkgestelden. Maar ook de chemie en de petrochemie staan onder zeer zware druk. Ik vrees dat we binnenkort ook over die sector een debat ten gronde zullen moeten voeren.
Minister Ceysens heeft het woord.
Ik ben me terdege bewust van de bezorgdheid van dit parlement over wat we economisch doormaken, niet alleen in de automobielsector, maar ook ruimer. Deze ochtend zat de hele voertuigindustrie, waar ook de bussen, Van Hool en Jonckheere, maar ook de trucks deel van uitmaken, mee rond de tafel. We hebben vaak de neiging om het over de automobiel te hebben, maar het gaat over zoveel meer.
Tewerkstelling met 85.000 jobs is een belangrijke indicatie, de omzet is 17 miljard euro, de investeringen bedragen 460 miljoen euro. Ik wil een aantal misverstanden over deze sector wegnemen. Veel economen en politici hebben over deze sector hun licht laten schijnen.
Hoewel deze sector door de jaren heen meermaals is getroffen, gelooft Vlaanderen toch in de capaciteit en de aanwezigheid van deze sector.
U hebt verwezen naar mevrouw Moerman, die de rondetafel een aantal keren heeft geleid. De traditie is ontstaan bij de heer Gabriels. De sector was herhaaldelijk vragende partij voor een sterk flankerend beleid door de overheid. Aan die rondetafel zitten zowel de Vlaamse als de federale overheid, de constructeurs, de toeleveranciers, de vakbonden en Agoria. De rondetafel wordt voorgezeten door de heer Eddy Geysen, de vroegere CEO van GM Antwerpen.
In juni 2005 is er een concreet twaalfpuntenprogramma afgesproken. Dat kwam er na een dubbele transitie in deze sector. De sector kreeg te maken met de effecten van de globalisering en zag nieuwe concurrenten opduiken die een deel van de assemblage naar zich toe wilden halen. In die transitie kreeg de sector ook te maken met strengere milieunormen en een nieuwe ecologische agenda.
Naast die transitie volgt er nu een zware conjuncturele inzinking. Vanmorgen hebben we van de sector zelf heel wat cijfers gekregen. Daaruit blijkt dat de verkoop van wagens in elkaar is gestuikt. In Spanje is er een terugval van 42 percent.
Ondersteunende en flankerende maatregelen moeten zo veel mogelijk generiek worden gehouden.
We hebben vanmorgen vijf grote thema's bekeken. Een daarvan is de loonkost en de arbeidsmarkt. Er is een lastenverlaging geweest op de ploegenarbeid. Eerst bedroeg die 5,63 percent, later 10,7 percent. Vandaag is de vraag om die lastenverlaging nog verder op te trekken tot 15,6 percent vanaf 1 januari 2009. Een bijkomende lastenverlaging is nodig om competitief te blijven. Daarbij nemen we Duitsland als referentie. Wanneer we die lastenverlaging tot 15,6 percent niet doorvoeren, dan zullen de prijzen in 2009 stijgen ten opzichte van Duitsland. Die totale lastenverlaging van 15,6 percent zou neerkomen op een loonkostverlaging met 7,5 percent.
Wat de variabele werkweek en de plusminusconto betreft, speelt de economische werkloosheid in ons voordeel. Die kunnen we in een benchmarking met andere landen wel op tafel leggen. Voor de maand januari betekenen dat in de federale begroting belangrijke bedragen die in de miljarden lopen. Zij zorgen ervoor dat we competitief kunnen blijven. Wanneer er inspanningen worden gedaan, is het ook belangrijk dat er sociale vrede heerst.
Daarnaast zijn er de ondernemingskosten. Daarbij gaat het over de energie- en milieukosten. De sector is zeer verheugd dat ze vanaf 1 januari 2009 kan genieten van de ecologiepremie. Dat is nieuw. Tot nu toe kon dat niet. Ik heb dat zelf veranderd. Op 1 januari 2009 is er 120 miljoen euro beschikbaar. Nieuw en voor hen van kapitaal belang is dat ook convenantbedrijven daarvan kunnen genieten. Tot nu toe kon dat niet.
We hebben ook de steunpercentages verdubbeld, waardoor het voor hen een zeer belangrijke ondersteuning wordt inzake de ondernemingskosten. Voor hen betekent dit dat ze in 2009 drie keer kunnen meedoen voor een bedrag van 1,75 miljoen euro op jaarbasis. Ze waren daar zeer dankbaar voor.
Ze blijven natuurlijk ook strategische investeringssteun vragen. Daar kunnen we ook op ingaan. Ze waren zeer tevreden met de inspanningen van minister Van Mechelen en minister Keulen in het lokaal pact. Op 1 januari 2009 is er een volledige vrijstelling van onroerende investeringen, vervangingsinvesteringen, materieel en outillage. Nieuw en bijkomend is dat ze een vrijstelling vragen van lokale belastingen op drijfkracht. Het gaat om een bijkomend bedrag van 73 miljoen euro. Er zijn hier nogal wat burgemeesters. Ze kunnen dat ook opnemen. Ze vroegen naar een lokaal pact bis. Ze waren bang voor de eerste inspanning. De drijfkracht blijft nu nog over.
Ze zijn ook vragende partij voor cashflowondersteuning. Ze denken aan het terugstorten van btw en uitstel van RSZ-betalingen. Daarover moet natuurlijk gesproken worden met de federale collega's. Zowel de premier als minister Van Quickenborne was aanwezig. Ongetwijfeld zullen er nog besprekingen volgen.
Bij de logistiek moeten we kijken naar wat mogelijk is op het gebied van ecocombi's en de ontsluiting van de haven van Zeebrugge.
Bij opleiding en vorming bieden we de mogelijkheid van opleidingssteun. Ze hebben daar al in het verleden dankbaar gebruik van gemaakt. De afgelopen tien jaar hebben we 200 miljoen geïnvesteerd via strategische opleidingssteun in die sector. Ook de afstemming van het onderwijs aan de noden van de arbeidsmarkt via netwerken loopt.
Inzake innovatie zijn ze vragende partij voor 10 percent extra voor O&O-projecten voor automotive. Dat werd ook toegezegd. In de competentiepool Flanders' DRIVE I en II zijn de projecten nu ook gedefinieerd. Die zaak loopt.
Om af te sluiten, zal ik het even hebben over de toekomst. Er is een generiek ondersteuningskader met het accent op automotive. Wat de ecologische doelstelling betreft, geven ze zelf aan dat dat een manier is om het bedrijf te verankeren. Ik denk aan de CO2-neutrale Volvo Truck-plant. Op de hoofdkwartieren van Ford probeert men een aantal model plants te hebben die CO2-vrij zijn. Ze vragen natuurlijk wel ondersteuning. Ik heb geantwoord dat ik, samen met hen, wil kijken naar zowel het vergroenen van de productielijn - de fabrieken, de plants - via de ecologiesteun, als naar het produceren van groene wagens via innovatiesteun.
Er is al een aantal keren gezegd dat het tijdens deze rondetafelconferentie nieuw was dat én de Europese Commissie, én de Europese Investeringsbank aanwezig waren om na te gaan waarop ze kunnen intekenen en wat verder ondernomen kan worden. Gisteren heb ik ook al een informeel contact gehad met commissaris Potočnik om te kijken wat in het herstelplan, waarover vandaag in het Europees Parlement verder wordt gedebatteerd, mogelijk is voor de sector. Als er nieuwe mogelijkheden zijn in de publiek-private samenwerking, dan moet Vlaanderen daarin meestappen.
Ik dank de minister voor haar antwoord. Het is heel belangrijk dat de Vlaamse Regering deze zaak assertief opvolgt.
Dat geldt ook voor de initiatieven op Europees vlak. Enkele weken geleden heeft de regering van de Duitse deelstaat Hessen aangekondigd Opel 500 miljoen euro staatswaarborg te verlenen. De Zweedse overheid wilde Volvo en Saab steun geven. President Sarkozy heeft op een bepaald ogenblik verkondigd dat het de taak van de nationale lidstaten is ervoor te zorgen dat er binnen hun grenzen nog auto's worden geproduceerd. Hij wilde bepaalde strategische fondsen creëren om activiteiten binnen de lidstaten te houden.
We hebben daarover in de commissie een discussie gevoerd. Aangezien we niet over de nodige middelen beschikken, zou dit voor Vlaanderen heel nefast zijn. Eigenlijk beschikken we proportioneel over een grote assemblage-industrie. We kunnen dergelijke bedragen echter niet uitgeven. Het terugplooien van de steun naar de lidstaten zou voor ons dan ook zeer nefast zijn.
De minister heeft terecht naar het belang van de aanwezigheid van de Europese Commissie en van de Europese Investeringsbank verwezen. Zij moeten heel precies zeggen wat al dan niet kan. Normaal gezien, kan enkel doelgerichte steun met betrekking tot ecologie, opleidingen en vorming.
Wat momenteel in de VS aan de orde is, baart me veel zorgen. De Amerikaanse regering verleent 28 miljard dollar aan steun om de 'Big Three' te redden. Die steun is aan voorwaarden gekoppeld. Indien dit verkeerd afloopt, vrees ik dat we hier de gevolgen zullen dragen.
Ik hoop dat de Vlaamse Regering er, in samenspraak met de Europese Commissie, in zal slagen een aantal maatregelen te treffen die de concurrentiekracht in dit multinationale geheel maximaal kunnen vrijwaren.
Ik zou nog een paar bedenkingen bij het uitvoerig antwoord van de minister willen maken.
De minister heeft terecht verklaard dat het consumentenvertrouwen op mondiaal vlak is geschonden. Dat ontslaat de Vlaamse overheid echter niet van de plicht voor een breed beleid te zorgen. We moeten al het mogelijke doen om dat vertrouwen te herstellen. Onze investeringen moeten leiden tot een herstel van de koopkracht en van de wil de bestaande koopkracht aan te wenden. Indien we er niet in slagen aan de vraagzijde in te grijpen, zal van investeringen überhaupt geen sprake zijn. Dat zou zeer nefast zijn.
Ik heb de minister vooral horen refereren aan de vragen die door de automobielsector zelf zijn gesteld. Het lijkt me veel moeilijker daar de antwoorden van de Vlaamse Regering tegenover te plaatsen. Ik betreur dit. We moeten krachtige en duidelijke antwoorden formuleren. De minister heeft daarnet zelf verklaard dat wat gemeenzaam de automobielsector wordt genoemd in feite uit een heel complex stelsel van bedrijven, bedrijvengroepen en toeleveranciers bestaat.
In feite lijkt deze sector op een verzameling dominoblokjes. Vanop een zekere afstand komen die blokjes als een groot blok over. Zodra een blokje valt, weten we echter dat een heleboel andere blokjes zullen worden meegesleept. Momenteel zijn een aantal blokjes angstwekkend aan het wankelen.
De heer Van Rompuy heeft naar de situatie in de VS verwezen. Indien daar een paar blokjes vallen, zullen we een vloedgolf moeten verwerken. We kunnen de gevolgen hiervan nu niet overzien. We moeten op dit vlak trouwens eerlijk zijn. De Vlaamse overheid kan hier niet zomaar op inspelen. Indien die blokjes niet vallen, zullen we trouwens ook de gevolgen van deze crisis dragen. In de hoofdkwartieren wordt nu al onderzocht waar in de toekomst zal worden geïnvesteerd of geherstructureerd.
Het door de overheden en de instellingen aangereikte menu is in dit verband van essentieel belang. Volgens mij moet de Vlaamse overheid een duidelijk menu, met duidelijke maatregelen, naar voren schuiven. Met opgewarmde borrelhapjes zullen we geen enkel hoofdkwartier kunnen verleiden. We zullen over een sterk menu moeten beschikken.
De minister heeft daarnet naar de drijfkracht verwezen. Het gaat hier om een belangrijk debat. We zullen er echter niet in slagen dit debat morgen af te ronden.
U hebt verwezen naar materieel en outillage. Dat is al beslist beleid. U hebt verwezen naar de ecologiepremie. Die zal nu een aanvang nemen. Maar is dat het krachtdadige antwoord dat de Vlaamse Regering vandaag moet bieden? Ik pleit voor een heel krachtig en helder beleid, waarmee we een antwoord kunnen bieden op de vragen van de internationale markt.
Mevrouw de minister, ik bedank u voor uw antwoord. Ik heb van u een duidelijk uitgesproken engagement gehoord ten aanzien van onze Vlaamse industrie. Er zijn andere tijden geweest. Ik heb u uitdrukkelijk horen verklaren dat u gelooft in de auto-industrie, maar ook in de industrie in het algemeen en die in Vlaanderen in het bijzonder. U pleit voor generieke maatregelen. Ik begrijp dat u datgene wat u voor de ene sector doet, ook voor de andere sectoren zult doen. Dat wanneer u inspanningen denkt te mogen leveren voor de automobielsector, dat u dat ook zult doen voor de chemie, de petrochemie en de textiel. Ik vind het niet onbelangrijk dat u ook de textielsector hebt genoemd.
Over de klaarheid, de duidelijkheid en de efficiëntie van de maatregelen die u ons hier vandaag op een drafje moet voorstellen, kunnen we elders misschien nog een grondiger debat voeren.
Ik heb u ook horen pleiten voor het feit dat elke overheid nu maar eens haar verantwoordelijkheid moet opnemen: Europa, de federale instanties voor zover wij daar nog in geloven, Vlaanderen, maar ook de lokale overheden. Ook zij hebben sleutels in handen om de lokale economie te stimuleren. Als er nog gemeenten zijn die denken dat ze door middel van een drijfkrachtbelasting geld moeten kloppen uit de zakken van de bij hen aanwezige industrie, moeten zij zich ernstig bezinnen over de manier waarop ze bezig zijn. U roept hen op tot verantwoordelijkheidszin. Wij moeten die oproep ondersteunen en uitdragen naar de lokale verantwoordelijken.
De heer Gabriels heeft het woord.
Ik bedank de minister voor haar duidelijk antwoord. Zij vertelt niets nieuws, en zij heeft er ook naar verwezen: toen wij in 2001-2002 begonnen met de rondetafels, was het naar aanleiding van General Motors eens te meer in Antwerpen waar de problemen zich voordeden. Intussen kent men de sector en heeft men het vertrouwen van de sector. De sector apprecieert de maatregelen die worden voorgesteld. Het zijn geen uit de lucht gegrepen voorstellen.
Ik wil duidelijk maken dat er een verschil bestaat tussen toen en nu. Hoewel, er waren toen ook economen die de automotive sector in ons land al afschreven. Ik noemde deze mensen, die ik nu niet meer zal noemen, 'professor Zonnebloem'. Zij hebben het mis. Het verschil is dat we nu voor een globale crisis staan. Toen waren er intern in bepaalde bedrijven crisissen. Men heeft die crisissen telkens via een gesprek tussen de overheden in ons land en de sector kunnen overstijgen. Ik ben ervan overtuigd dat dit vertrouwen heel belangrijk is voor alles wat men onderneemt.
Ik heb nog één concrete suggestie. Ik hoor in verscheidene bedrijven dat op dit ogenblik de terughoudendheid van de banken om kapitaal te verschaffen om de auto's die nu bijna afgewerkt zijn, af te werken, een van de grote oorzaken is van deze terugval in de bestellingen. Ik wil de minister vragen dat zij haar federale collega's ervan overtuigt dat het niet voldoende is om grote verklaringen af te leggen over de beschikbaarheid van geld; zij moeten er ook iets aan doen. Hier ligt voor een groot deel de sleutel voor de continuïteit van het proces in de automotive.
De heer Martens heeft het woord.
Ik dank de minister voor haar antwoord. We moeten lessen trekken uit het debacle van de automobielindustrie in Amerika. Men heeft er te lang nagelaten om te investeren in duurzaamheid. Toen op een gegeven ogenblik zelfs in Amerika de benzineprijzen enorm aan het stijgen waren, kon men er de slurpers niet meer aan de straatstenen kwijt.
Ambitieuze milieunormen vormen helemaal geen bedreiging voor de sector, integendeel. Daarnet zei de heer Glorieux dat de sector oververzadigd is en dat iedereen al een auto heeft. Volgens hem moeten we de sector afschrijven en onze pijlen richten op andere sectoren waar wel nog groeiperspectieven bestaan. Dat is fout. Als we onze ambitieuze klimaatdoelstellingen in Europa willen halen, moeten we naar een vervanging van het wagenpark streven. Wij moeten de bestaande wagens vervangen door zuinigere wagens, door inplugbare, hybride, elektrische wagens. Op die manier hoeft de auto-industrie geen deel van het probleem te zijn, zij kan nu net een deel van de oplossing vormen en een nieuwe markt verwerven die nu aan haar neus voorbij dreigt te gaan.
Ik zou dus willen oproepen om te blijven inzetten op innovatie. Dat doen we al met innovatiesteun te geven aan bussenbouwer Van Hool, met innovatieve aanbestedingen te doen door hybride bussen aan te kopen voor De Lijn. Dit is de weg die we moeten bewandelen. Zo kunnen we de automobielindustrie in Vlaanderen kansen blijven geven.
De heer Glorieux heeft het woord.
De vraag die zich opdringt is welke de sectoren van de toekomst zijn en welke de jobs van de toekomst zijn. Ik kan me voorstellen dat aandeelhouders voornamelijk kijken naar winstmaximalisatie op korte termijn, maar dat de overheid, vanuit het algemeen belang, vooral de middellange en de lange termijn in het oog moet houden. Ze moet een beleid uittekenen dat de jobs op middellange en lange termijn veiligstelt.
Ik zou even Rudi Thomaes van het VBO willen citeren. Hij zei gisteren in De Morgen: "Iedereen ziet in dat, nu we toch geld in de economie pompen, er maar beter groene keuzes gemaakt worden." Zal de autosector vergroenen? Laten we het hopen, want het is absoluut noodzakelijk. Als een sturend beleid van de overheid daartoe kan bijdragen, dan is dat goed. We zijn daar zeker en vast grote voorstanders van.
Als ik het succesvol verzet van de automobielsector zie tegen de Europese CO2-uitstootnormen voor wagens, dan stel ik me toch de vraag of dit de groene sector van de toekomst is. Ik ben ervan overtuigd dat echte oplossingen - niet alleen voor het klimaatprobleem, maar ook voor de financiële en economische crisis - enkel kunnen worden gevonden buiten sectoren en maatregelen die de crisis zelf veroorzaakt hebben.
Mevrouw de minister, een paar weken geleden hebt u op de milieubeurs IFEST in Gent gezegd dat u en de Vlaamse Regering bereid zijn om in die toekomstgerichte sectoren te investeren, waarvan ook het planbureau zegt dat dit voor ons land het beste zou zijn.
Vanmorgen was er nog een Europese rondetafel. Als we terecht komen in een soort van kannibalisme, waarbij iedereen voor zijn eigen stuk gaat vechten, dan is dit voor kleine regio's natuurlijk nadelig. Vandaar dat het belangrijk was dat we voldoende Europese instanties mee hadden op de rondetafel en dat ze het ermee eens waren dat dit land- en regio-overstijgend moest worden bekeken. Anders eindigen we in puur kannibalisme. De voorbeelden van Zweden werden natuurlijk aangehaald.
Ik vond het ook heel treffend dat het een van de constructeurs was die deemoedig zei dat ze niks konden doen zonder consumenten. De vraag en de volumes zijn geprojecteerd. De val in de cijfers spreekt boekdelen. We moeten bescheiden blijven.
Mijnheer Van Malderen, ik kan met u de twaalf punten nog eens overlopen. Het is een indrukwekkend pakket, waaraan lang is gewerkt. Men was zeer blij dat we op bijna alle punten antwoorden hebben gegeven, met belangrijke financiële middelen ernaast. Ik wil ze met u nog eens allemaal overlopen. U zegt dat het te weinig is. Eerlijk gezegd, mobiliteit is niet aan bod gekomen. Er is wel gesproken over biobrandstoffen. Op het Martelarenplein stonden de meest groene modellen die men vandaag in aanbieding heeft. Bijvoorbeeld, bij Volvo in Gent trekt men helemaal de kaart van de flexy fuels. In een aantal lidstaten kan men die tanken. Bij ons is het debat over de biobrandstoffen ook niet helemaal goed aangepakt. Herinner u de ene bus bij De Lijn. Er zijn dus nog punten waarop we vooruitgang kunnen maken. Als u wilt, punt ik graag met u de twaalf punten eens af.
Het punt van de banken werd deze ochtend niet door de sector aangekaart. We hebben alles afgepunt. Ik heb misschien iets te weinig stilgestaan bij wat echt goed was, maar ik heb u inzage willen geven in de punten die geactualiseerd worden. Dat gaat voor een deel over de vragen over de cashflow. Alle ogen zijn nu gericht op het federale deel van de loonlastenverlaging. Het interprofessioneel akkoord zou stilaan moeten landen. Dat is daarin cruciaal. Het punt van de banken werd niet op tafel gelegd, maar ik heb vandaag heel veel contacten voor heel veel sectoren, dus ik wil dat wel opnieuw meenemen.
Tot slot, ik geloof niet, mijnheer Glorieux, in het verhaal dat we gaan kiezen voor de sectoren van de toekomst en dat dat de groene sectoren zijn. Het is de uitdaging dat ook in sectoren die dan misschien niet de nieuwe sectoren zijn de innovatie wordt opgepikt en dat we die sectoren een groene toekomst geven. Het hoeven niet altijd nieuwe groene sectoren te zijn, het kan ook door transitie van sectoren.
Een autoproducent maakte een mooie samenvatting: groen is geen ideologie, groen is technologie en economie.
Mevrouw de minister, ik ga heel graag in op uw uitnodiging om die twaalf punten, niet hier maar in commissie, uitvoeriger te bespreken. In de mate dat u - maar ik ben daarvan overtuigd - werk wilt maken van een regering die het vertrouwen herstelt, zowel op consumentenvlak als naar de economie en de industrie, hebt u in ons een bondgenoot. Dat weet u, en dat zal ook zo blijven.
Het incident is gesloten.