Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, beste collega's, vandaag is het de internationale dag van personen met een handicap. Dit jaar staat deze dag in het teken van de waardigheid en rechtvaardigheid, die het VN-verdrag voor personen met een handicap moet brengen voor alle personen met een handicap waar ook ter wereld.
Ook België keurde het VN-verdrag onmiddellijk goed, vorig jaar in maart. Maar de ratificatie van dit VN-verdrag blijft tot op vandaag uit. Ook in het Vlaams Parlement werd het instemmingsdecreet nog altijd niet ingediend. Ik begrijp echter niet waarom.
Hoe dan ook, ik wil graag van deze dag gebruik maken om een belangrijk thema uit dit VN-verdrag, dat mij zeer na aan het hart ligt, naar voren te brengen, met name de toegankelijkheid van publieke ruimtes. Mevrouw de minister, eind 2005, bij de voorstelling van uw beleidsnota, hebt u beloofd om tegen eind 2006 nieuwe toegankelijkheidsnormen te hebben, die de oude toegankelijkheidsnormen van 1977 vervangen. Die normen zijn enorm verouderd en heel beperkt.
Op dit punt ben ik al verschillende keren teruggekomen in de commissie, maar het resultaat tot op heden was dat de timing steeds vooruitgeschoven werd. Ook in uw laatste beleidsbrief lijkt opnieuw dat de timing is verschoven in vergelijking met uw antwoord op mijn laatste vraag in de commissie van 26 juni 2008, net voor het zomerreces. In uw antwoord op mijn vraag stelt u: "Ik hoop nog voor het zomerreces over deze concrete juridische tekst een consensus te kunnen bereiken met de minister van Ruimtelijke Ordening. (…) Ik ga ervan uit dat het dossier van de toegankelijkheidsverordening bij de start van het nieuwe werkjaar een eerste keer op het niveau van de Vlaamse Regering zal kunnen worden besproken. (…) Ik streef naar een definitieve goedkeuring van de toegankelijkheidsverordening in het najaar."
Mevrouw de minister, we zijn in het najaar want het is reeds december, maar we hebben nog niets gezien, gehoord of gelezen. Wanneer mogen wij die concrete tekst verwachten zodat deze verordening nog deze legislatuur kan worden goedgekeurd, of wordt ze weer over deze legislatuur getild? We hebben nog vier maanden om het goed te keuren in het parlement. Zoveel tijd is er niet meer. Ik ben benieuwd naar uw antwoord.
Minister Van Brempt heeft het woord.
Mevrouw Stevens, vandaag is een zeer goede dag om dat dossier onder de aandacht te brengen. We hebben het er al vaak over gehad in de commissie. Ik wil u geruststellen wat betreft het instemmingsdecreet voor het VN-verdrag. In de zomer van dit jaar hebben we dat voor een eerste keer op de regering gebracht. Dan heeft het alle procedures doorlopen. Ik heb vorige week het advies van de Raad van State gekregen. Het instemmingsdecreet zal worden aangepast, het komt op de regering begin januari en komt dan naar het parlement.
Wat betreft uw vraag over de nieuwe normen ben ik het met u eens dat we met ons allen veel te lang moeten wachten. Dit dossier strekt niet tot grote eer als het gaat over timing. Het heeft heel lang geduurd om een consensus te vinden binnen de sector om het technisch uit te klaren. Nu zijn we nog volop bezig met de politieke discussie binnen de regering. Ik ben niet alleen bevoegd, ook de minister van Ruimtelijke Ordening is dat. We moeten dit samen indienen en dus eerst tot een consensus komen. Er is een heel concreet voorstel op papier waar nu binnen de regering nog hard over wordt gediscussieerd. Er zijn nog een aantal discussiepunten. Wat is het publieke domein? Wat zijn publieke gebouwen? Hoever strekt die definitie? Hoe zit het met afwijkingen ten aanzien van de normen die al dan niet kunnen worden toegestaan? Wat betekent dat voor de experten? Hoe betrek je die erbij? Er is ook de moeilijke discussie, waarop mijns inziens geen concessie kan worden gedaan, over de budgettaire gevolgen van het opleggen van die normen.
Ik hoop uit de grond van mijn hart, maar ik durf niets meer te beloven, dat tegen het einde van dit jaar de discussie binnen de regering is uitgeklaard en dat dit in januari kan worden geagendeerd.
Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik ben blij te horen dat er al besprekingen gaande zijn in de Vlaamse Regering. Het knelpunt ligt blijkbaar bij uw collega, de minister van Ruimtelijke Ordening. Ik begrijp niet goed wat de eigenlijke problemen zijn. Ik begrijp dat er nood is aan duidelijkheid over de definiëring en aan duidelijkheid over de afwijkingen en dergelijke meer. Dat is volgens mij een beetje naast de kwestie.
Toegankelijkheid is een basisrecht voor iedereen. Mevrouw de minister, ik heb begrepen dat er reeds een duidelijk voorstel van tekst is voor bouwheren en architecten met betrekking tot de toegankelijkheid van gebouwen. Die wordt volledig gesteund door de toegankelijkheidssector. Ter zake bestaat er dus een consensus. Het probleem is misschien dat de afdwinging van deze regels niet zo evident is voor uw collega, de minister van Ruimtelijke Ordening. Er worden immers verplichtingen opgelegd. Er moeten echter keuzes worden gemaakt. Mensen hebben recht op een toegankelijke omgeving. Misschien zijn daar meer of minder regels voor nodig, maar u hebt al meer dan vier jaar de tijd gehad om die discussie te voeren. Ook is het proces om de toegankelijkheidsnorm te actualiseren, al begonnen voor deze legislatuur. We zijn dus al meer dan vijf jaar bezig met dat onderwerp, en er is nog altijd zo weinig resultaat. Ik hoop dat we uiteindelijk nog voor het einde van dit jaar een resultaat zullen hebben binnen de Vlaamse Regering, zodat dit volgend jaar kan worden voorgelegd aan het Vlaams Parlement. Anders is al het werk voor niets geweest en moeten we nog zo lang wachten.
Ik wil ook verwijzen naar het Vlaamse decreet met betrekking tot gelijke kansen en gelijke behandeling, dat we hier in juli 2008, voor het zomerreces, hebben goedgekeurd. Dat is heel belangrijk: het decreet bevat immers het principe van de redelijke aanpassing. Dat maakt het mogelijk dat de toegankelijkheidsverordening het sluitstuk wordt van het geheel, samen met het gelijkekansendecreet. Hoe kan je anders het concept van redelijke aanpassing begrijpen in het kader van de ruimtelijke toegankelijkheid? Dat zijn twee belangrijke elementen. Langer wachten is dus niet opportuun, want mensen zullen het decreet waarin de notie van de redelijke aanpassing staat, gebruiken om dat afdwingbaar te maken. Dat kan voor onduidelijkheid zorgen.
Ik wil dus schot in de zaak brengen, zodat er duidelijkheid komt en dit tot stand komt.
Mevrouw Stevens, zoals in vele kwesties die we samen bekijken in de commissie, zitten we in dit dossier helemaal op dezelfde golflengte. Ik heb echter iedereen nodig in de Vlaamse Regering om het op de agenda te kunnen zetten. Ik zal daar de komende weken keihard aan werken. Deze ochtend heb ik met mijn medewerkster afgesproken dat we hier desnoods aan voortwerken met twee interkabinettenwerkgroepvergaderingen per week.
Zeer goed. En als u me nodig hebt, laat u me maar iets weten. Als ik minister Van Mechelen moet aanporren, geen enkel probleem. Er is immers geen excuus. Ik begrijp dat er een consensus moet zijn binnen de Vlaamse Regering, maar wat is het probleem dan? Als het nodig is, zal ik het de minister ook eens vragen. Ik hoop dat de zaak snel kan vooruitgaan.
Het incident is gesloten.