Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega's, we weten dat ongeveer de helft van het openbarebusverkeer in Vlaanderen verzorgd wordt door private exploitanten, ook wel pachters genoemd.
Die pachters werden het voorbije jaar geconfronteerd met stijgende exploitatiekosten. Die kostenstijging heeft te maken met de stijging van de brandstofprijzen, maar ook met een belangrijke stijging van de loonkosten. In de bestekken is bepaald dat de pachters in zo'n geval kunnen gaan aankloppen bij De Lijn om een voorfinanciering te vragen, wat hen in staat moet stellen om hun openbaredienstverlening te blijven uitoefenen.
Daar knelt nu net het schoentje. Twee weken geleden is dit punt geagendeerd op de raad van bestuur van De Lijn, en het is toen verwezen naar intern overleg. Blijkbaar is men nog niet tot een vergelijk gekomen.
Mevrouw de minister, wat wenst u te ondernemen om uit de impasse te geraken waarin De Lijn en de private pachters zich momenteel bevinden? Hoe zult u een voorfinanciering eventueel mogelijk maken?
Minister Van Brempt heeft het woord.
Het is een zeer acuut probleem. Alle bedrijven hebben het vandaag moeilijk, dus ook de pachters, ten gevolge van de brandstofprijzen en de stijgende inflatie.
Ik vind het een belangrijk probleem, en ik heb het dan ook aangekaart bij de begrotingsbesprekingen. De minister van Begroting wenste er niet op in te gaan en wenste niet op voorhand engagementen te nemen. Je moet er natuurlijk voor zorgen dat De Lijn geen deficit maakt. Je kunt geen voorfinanciering geven zonder dat dit door de Vlaamse Regering gehonoreerd wordt in de dotatie. Dat zou bijzonder slecht beleid zijn en onverantwoord zijn.
Daarom hebben we de politieke afspraak gemaakt, om volgend jaar, conform de dotatie van de afgelopen jaren en conform de beheersovereenkomst, de dotatie aan te passen aan de parameters. Op basis daarvan moet De Lijn de vrijheid krijgen om te onderhandelen met de pachters over een mogelijke voorfinanciering.
Die onderhandelingen zijn volop bezig. Ik kan er mij niet over uitspreken. Het is niet aan de minister om die onderhandelingen te voeren, het komt De Lijn toe om te onderhandelen. Volgende week zou er nog een vergadering zijn.
Mevrouw De Ridder, ik ben ervan overtuigd dat men tot een goed vergelijk zal komen, wat altijd al gebeurd is sinds men met pachters werkt.
Uw antwoord stelt me toch niet helemaal tevreden, want u zegt dat de vergoedingen niet zeker zijn en men niet zeker weet of men die wel gaat terugkrijgen van de Vlaamse Regering. U weet ook heel goed dat de vergoedingsindexen vastliggen. Dus het gaat niet over de vraag of De Lijn wel een vergoeding gaat krijgen voor de betaling aan pachters. Het gaat om de vraag wanneer De Lijn die vergoeding zal uitkeren aan de pachters.
We weten allemaal dat in de begroting 2008 310 miljoen euro was ingeschreven in de begroting van De Lijn om uit te betalen aan de pachters. In de interne begroting van De Lijn is maar 305 miljoen euro gereserveerd voor die pachters. Kan die 5 miljoen euro, het verschil tussen de 310 miljoen euro die gereserveerd is voor de pachters en de 305 miljoen euro die werkelijk wordt uitgegeven, niet worden aangewend om een voorfinanciering te organiseren?
Men heeft die 5 miljoen euro in de begroting ingeschreven. Kan die niet op dit moment worden aangewend in de voorfinanciering?
Mevrouw De Ridder, het zal wel toeval zijn, maar u zegt net het omgekeerde van wat ik heb gezegd.
Ik zou u toch willen zeggen dat het niet nakomen van beheersovereenkomsten in deze legislatuur nog niet is gebeurd. Ik werk daar elk jaar met de begroting dan ook heel hard aan. Maar dat het kan gebeuren, bewijst het federale niveau en de beheersovereenkomst tussen de federale overheid en de NMBS. De facto wordt die nu al niet meer nagekomen en krijgt de NMBS nu al minder dotatie dan in de beheersovereenkomst was overeengekomen. Politiek kan men altijd beslissen om die niet na te komen. Dat is, wat u noemt, het primaat van de politiek, mevrouw De Ridder.
Daarom heb ik gezegd dat we een harde politieke afspraak hebben gemaakt binnen de regering en dat engagement volgend jaar zal worden nagekomen. Dat is het omgekeerde van wat u zegt. Voor mij is dat de basis om De Lijn de mogelijkheid te geven om de onderhandelingen te voeren die nu bezig zijn. Als ik die politieke afspraak niet zou hebben, zou ik een heel slechte minister zijn en zou ik toelaten dat De Lijn budgetten uitgeeft die zij niet gegarandeerd krijgt. Dan laat ik aan de volgende minister van Mobiliteit, wie dat ook moge wezen, een deficit na. Dat wens ik absoluut niet te doen. Dus het is net het omgekeerde.
U hoort mij, voor alle duidelijkheid, niet pleiten voor een deficit. Ik zeg alleen maar dat de vergoedingsindex vastligt. Dus u mag er ook een beetje vertrouwen in hebben dat de minister van Begroting de dingen die contractueel zijn vastgelegd, zal nakomen.
Die 5 miljoen euro is voorhanden. Uit het laatste antwoord dat u gaf, leid ik af dat de onderhandelingen nog worden gevoerd. U gaat er ook van uit dat er tot een vergelijk zal worden gekomen tussen De Lijn en de pachters. Dan lees ik tussen de regels uw hoop om naar een voorfinanciering van die pachters te kunnen gaan.
Het incident is gesloten.