Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vrancken heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, vorige maandag hebben minister Vervotte en staatssecretaris Schouppe overleg gepleegd met hun Nederlandse en Duitse collega's. Dat overleg is eens te meer vastgelopen. We hebben al beleefd dat de Walen achter onze rug in Nederland tegen de IJzeren Rijn hebben gepleit. Volgens hen gaat het om weggegooid geld. We hebben al beleefd dat de slang van Troje in bepaalde Nederlandse randgemeenten het verzet tegen de IJzeren Rijn heeft gesteund.
Indien mijn informatie klopt, hebben Vlaanderen, België, Nederland en Duitsland vorig jaar een princiepsakkoord over de realisatie van de IJzeren Rijn gesloten. Het overleg is ditmaal vastgelopen omdat de Nederlandse regering een alternatief tracé heeft voorgesteld. Ze wil daarvoor echter geen centen op tafel leggen.
Mevrouw de minister, mijn vraag is eenvoudig. Wat zult u en wat zal de Vlaamse Regering doen om de IJzeren Rijn alsnog voor het verstrijken van de vooropgestelde tijdslimiet tot stand te brengen?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, deze vraag boeit veel Vlaamse volksvertegenwoordigers. Hierover zijn in de commissie voor Openbare Werken al een aantal vragen om uitleg gesteld. Er zijn in het verleden ook al actuele vragen over gesteld.
Ik kan hier melden dat het standpunt van de Vlaamse Regering niet is gewijzigd. Ik heb contact gehad met minister Vervotte en met staatssecretaris Schouppe. Ik weet dat ze begin deze week overleg hebben gepleegd.
De Nederlandse regering heeft gevraagd een alternatief voor het historisch tracé te bestuderen. Dat is geen Belgische en zeker geen Vlaamse vraag. Die vraag wordt door de andere betrokken regio's gesteld.
Het is natuurlijk altijd mogelijk een alternatief te bestuderen. Hier zijn evenwel twee voorwaarden aan verbonden. Minister-president Peeters heeft in zijn antwoord op een recente actuele vraag duidelijk gesteld dat een dergelijke studie het project niet met tien jaar mag vertragen. Bovendien moet er een duidelijk akkoord over de kostenverdeling zijn.
Maandag is duidelijk gebleken dat er absoluut geen akkoord bestaat. Er is vandaag geen overeenstemming over de verdeling van de kosten bij de aanleg van een alternatief tracé. De conclusie is eenvoudig: als daarover geen akkoord bestaat, val je terug op wat altijd al werd verdedigd: het historische tracé. Het ogenblik is aangebroken om volop te onderzoeken hoe dat het beste kan worden gerealiseerd. Ik heb aan de ministers Vervotte en Schouppe gevraagd om daarover binnenkort een overleg te hebben.
Dank u, mevrouw de minister, voor uw antwoord. Mag ik u erop wijzen dat er op Europees niveau al een akkoord bestaat. Het Arbitragehof heeft in 2005 in Den Haag een uitspraak gedaan, in die zin dat het historische tracé moet worden gerespecteerd. Nederland m?g zelfs geen alternatief voorstellen. België heeft dus het recht om de IJzeren Rijn aan te leggen. Zowel de Vlaamse als de Belgische regering hebben hier een insteek om het tracé te realiseren. En u hebt een insteek om de zaak door te drukken, zelfs op Europees niveau.
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik moet de heer Vrancken volledig bijtreden. Een internationale arbitrage-uitspraak stelt ons volledig in het gelijk. U zegt dat hier vandaag ook nog eens, mevrouw de minister. Maar met dat stuk papier zijn we niets indien we niet tot een effectieve uitvoering komen. Het dossier sleept nu al te lang aan. De haven van Antwerpen is nu echt wel vragende partij om hier snel vooruitgang te boeken. Ook u beschikt over bepaalde middelen. U hebt zaakgelastigden, zowel in Berlijn als in Den Haag, die u nu kunt inzetten om te bepleiten en te verkrijgen datgene waarop we voor honderd percent recht hebben. Deze werkwijze heeft in het verleden in het Westerscheldedossier openingen gemaakt.
De heer de Kort heeft het woord.
Het resultaat van het overleg toont duidelijk aan dat de ondubbelzinnigheid is weggevallen in verband met mogelijke alternatieven en bijdragen van Nordrhein-Westfalen in verband met het tracé langs de A52. We vallen dus effectief terug op het historische tracé. Gelet op het belang van onze Vlaamse havens, meerbepaald de haven van Antwerpen, vraag ik me af hoe bij dossiers die zo belangrijk zijn, zeker op het vlak van mobiliteit en spoorvervoer, Vlaanderen wordt betrokken bij dat overleg. Is dit een puur informeel of een formeel overleg? Hoe kan Vlaanderen in de toekomst daarin een belangrijkere rol spelen en zo het dossier beter opvolgen?
De heer Peumans heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, u bent op 6 oktober gaan spreken voor de Sociëteit De Witte. Volgens het antwoord op de schriftelijke vraag die de heer De Craemer daarover heeft gesteld, hebt u het daar ook over de IJzeren Rijn gehad. Ik zou eens graag weten wat het persoonlijke standpunt van minister-president Balkenende daarover is. Dat werpt misschien een ander licht op dit dossier.
De heer Martens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, met een activering van de IJzeren Rijn op Nederlands grondgebied is de kous uiteraard niet af. We moeten ervoor zorgen dat de treinen ook nog die richting op kunnen. U weet, mevrouw de minister, dat het spoortraject Antwerpen-Lier zeer zwaar verzadigd is. Er hebben ooit plannen op tafel gelegen voor een tweede goederenspoorontsluiting van de Antwerpse haven. Mevrouw de voorzitter weet dat beter dan wie ook. Die plannen werden gecontesteerd en bieden ook geen oplossing voor het toeleiden van de spoortrafiek naar de IJzeren Rijn omdat ze enkel in een verbinding voorzagen naar de lijn Lier-Aarschot, die de zaak oostwaarts nog via Montzen stuurt. Mevrouw de minister, u moet niet alleen proberen om vanuit Vlaanderen een doorbraak te forceren in het overleg met Nederland over het tracé van de IJzeren Rijn. Het alternatieve of het historische tracé, dat maakt me eigenlijk niet uit. U moet ook met de NMBS gaan praten om te zien hoe men op Vlaams grondgebied de verbinding kan maken naar de IJzeren Rijn.
De verbindingen op zich zijn wellicht ook ontoereikend. Via de invoering van een kilometerheffing voor vrachtverkeer moeten we ervoor zorgen dat we er effectief in slagen vrachtverkeer van de weg naar het spoor en de binnenvaart te krijgen. Ook voor dit dossier wil ik de regering aanzetten tot enige voortvarendheid.
Minister Crevits heeft het woord.
Een paar collega's hebben gewezen op de uitspraken van het Arbitragehof. Het is een vrij duidelijke uitspraak wat het historisch tracé betreft. Ik wil ook aan de collega's die zouden twijfelen, melden dat Nederland noch iemand anders, zomaar eenzijdig afwijkingen kan opleggen aan dit historisch tracé. Als men bereid is om mee te zoeken naar alternatieven en als er een akkoord kan worden gevonden, dan is er geen enkel probleem. Maar het historisch tracé is het historisch tracé. Als er afwijkingen komen, dan moet dit gebeuren in gezamenlijk overleg.
De heer de Kort heeft gezegd dat we blijkbaar op een punt gekomen zijn waarop we geen overeenstemming kunnen vinden. Dus wordt er teruggeplooid op het oorspronkelijke tracé waarvan iedereen hier en in de federale regering overtuigd is dat het gerealiseerd moet worden.
Naar aanleiding van vragen om uitleg in de maand april heb ik een stand van zaken gegeven van de lopende overlegprocedures. Er is op 25 april een overleg geweest met alle betrokken partijen. Ook onze zaakgelastigden waren erbij. Er is gevraagd om opnieuw formeel te overleggen. Ik engageer me om voor Vlaanderen de nodige stappen te zetten.
Mijnheer Peumans, u hebt gevraagd naar het persoonlijk standpunt van de heer Balkenende. U hebt het over een gesprek waar ik niet bij was. Ik stel voor dat u dat persoonlijk met de minister-president bespreekt.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil het persoonlijk gesprek met de heer Peumans hier in aanwezigheid van alle anderen even voeren.
U weet dat dit dossier op verschillende momenten is aangekaart met minister-president Balkenende, ook toen ik daar was, waarnaar u verwijst. Ik mocht een kleine toelichting geven voor de Sociëteit De Witte. Ik heb het belang van de uitspraak van het historisch tracé nog eens onderstreept. U weet dat Jan Peter Balkenende en ikzelf elkaar zeer goed verstaan. Ik denk dat de minister-president van Nederland alles doet om ook in dit dossier, net zoals in andere dossiers, vooruitgang te boeken. Spijtig genoeg is het nog niet tot een echte doorbraak gekomen.
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb nog twee kleine opmerkingen.
De IJzeren Rijn is niet alleen belangrijk voor Antwerpen, maar ook voor Limburg. Voor de ontsluiting van Genk is de IJzeren Rijn zelfs een zeer belangrijke factor.
Ik begrijp niet waarover nog overleg moet worden gepleegd als de uitspraak van het Arbitragehof zeer duidelijk is. Ik denk dat u een punt hebt en daarop verder moet gaan. Overleggen over een uitspraak die zo duidelijk is, lijkt me onlogisch.
Het incident is gesloten.