Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vrancken heeft het woord.
Mijnheer de minister, de Genkse burgemeester Gabriels was gisteren kwaad op de overheid, en voornamelijk op jullie, na de uitlatingen en niet mis te verstane verklaringen in een blad dat door de overheid wordt uitgegeven, namelijk Weliswaar. Daarin gaat het over de levensgevaarlijke vervuiling van Genk-Zuid. Dat kan niet mis begrepen worden.
Ik begrijp de brave man. Ik begrijp ook dat hij geconfronteerd wordt met een situatie in zijn achtertuin. Als burgervader zou hij echter toch op de hoogte moeten zijn wat daar gebeurt.
Wat mij verontrust in deze zaak, is enerzijds dat dit zwart op wit op papier staat en anderzijds dat u vandaag in dezelfde krant de verklaringen van Weliswaar terugroept. U minimaliseert de zaak. U zegt dat er geen reden tot paniek is en dat de bevolking moet worden gerustgesteld.
Er wordt al jaren aan de alarmbel getrokken en geklaagd over de vervuiling van de hoogovens van ArcelorMittal, het vroeger ALZ. De bevolking wordt dagelijks geconfronteerd met de neerslag van zwart gevaarlijk roet. Bovendien slaat ArcelorMittal op een vrij open terrein het afval van zijn eigen hoogovens - gevaarlijk fijn stof - op tussen het kanaal zelf en een van de drukste kruispunten van Genk. OVAM hanteert daarvoor nochtans zeer strikte normen.
We hebben intussen ook vernomen dat in de elektriciteitscentrale van Langerlo bepaalde normen worden overschreden voor wat de emissie van zwavel betreft. Ik stel me daar vragen bij.
Mijnheer de minister, moeten wij ons baseren op wat u hebt laten optekenen of moeten wij deze zaak minimaliseren?
Minister Vanackere heeft het woord.
Weliswaar wordt uitgegeven door het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het is echter niet zo dat alles wat in Weliswaar verschijnt, een soort van 'goed om drukken' krijgt van de minister. Stel je voor dat ik me daarmee zou bezighouden.
Wanneer we het hebben over het belangrijke raakvlak tussen milieu en gezondheid, is het belangrijk om altijd accurate, genuanceerde en objectieve informatie te geven. Zijn er gezondheidsrisico's wanneer men in een omgeving werkt of woont waar er een historische vervuiling is van zware metalen? Ja. Loop ik een gezondheidsrisico omdat ik vandaag met mijn stappenteller slechts 1247 stappen heb gezet? Ja, want ik zou er eigenlijk 10.000 moeten zetten. Is dat dan levensbedreigend? Neen.
Samen met minister Crevits betreur ik het artikel in Weliswaar. In een materie waarin niet moet worden geminimaliseerd, kan men beter geen dergelijke artikels schrijven. Daarmee jaagt men de mensen enkel angst aan. Men bereikt daar niets mee.
Sinds eind 2005 zijn de lokale besturen, het bedrijf, de milieu-inspecties en de diensten van volksgezondheid bezig met de monitoring via metingen aan de schouw en op het niveau van de grond- en luchtvervuiling. Uit die cijfers blijkt dat er geen overschrijdingen zijn van de waarden. Men doet verder ook inspanningen om de historische vervuiling zo veel mogelijk te bestrijden. U had het daarnet over de slakken. Sinds augustus heeft ArcelorMittal een inspanning gedaan om een volledige overdekking te doen van de stortplaats waarvan sprake.
Er kan overwogen worden om bijkomende onderzoeken te doen. De stuurgroep die dat vandaag opvolgt in goede samenwerking met Leefmilieu en Welzijn, kan daarover oordelen. Ik ben er echter van overtuigd dat men pas de juiste conclusies kan trekken indien men over een voldoende lange periode de waarden en gevolgen kan nagaan.
Gisteren heb ik nog eens gevraagd of er eigenlijk oversterfte is in Genk. Uit cijfers vanaf 1993 blijkt dat dit niet het geval is. Er is een lichte oversterfte voor mannen in het algemeen, niet voor vrouwen, maar die kan niet gerelateerd worden aan de logica van vervuiling, want dan zou dat fenomeen zich ook bij de vrouwen voordoen. Ongetwijfeld heeft dat te maken met de historische activiteit in de mijnbouw.
We minimaliseren dit helemaal niet. We kennen de wetenschappelijke gegevens. We zijn er ons van bewust dat vervuiling door zware metalen gezondheidsrisico's met zich meebrengt. Dat mag ook worden geschreven. Indien dit in dergelijke artikels levensbedreigend wordt genoemd, vinden minister Crevits en ikzelf dit een vrij ongelukkige zaak. Deze verkeerde woordkeuze stelt de belangrijke inspanningen die al worden geleverd nodeloos in een verkeerd daglicht.
Ik vind het spijtig dat de minister op deze manier reageert. De term 'levensbedreigend' slaat niet op een dreiging op korte termijn. Dit betekent dat er op lange termijn een dreiging is. De kankersterfte in de streek is verhoogd. De minister moet dat niet minimaliseren. Dat is een feit.
In 2004 heeft de Stuurgroep Genk-Zuid verklaard dat de afdeling Volksgezondheid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap had geconcludeerd dat de gemeten waarden een verhoogd gezondheidsrisico inhielden. De minister heeft daarnet verklaard dat dertien jaar geleden geen verhoging van het risico is waargenomen. Volgens de minister is er geen verhoogd risico op kankersterfte. Het tegendeel is echter waar.
ArcelorMittal levert blijkbaar inspanningen om het terrein met de slakken te overdekken. Dat kan voor de eigen terreinen kloppen, maar ik heb het niet over die eigen terreinen. Ik heb het over een terrein dat voor het publiek toegankelijk is. Dit terrein ligt tussen het Albertkanaal en de snelweg tussen Hasselt en Genk. Op dit open terrein wordt gevaarlijk fijn stof opgeslagen op een manier die niet aan de normen van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) beantwoordt. Het gaat niet om de slakken die op de terreinen van ArcelorMittal worden opgeslagen, maar om stof dat op een publiek toegankelijk terrein wordt opgeslagen.
Mevrouw Martens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, deze problematiek is zeker niet nieuw. Zoals de minister heeft verklaard, heeft het stadsbestuur van Genk reeds een aantal maatregelen genomen. Om rond de terreinen van ArcelorMittal een soort groene buffer te creëren, zijn een aantal gronden aangekocht. Het stadsbestuur heeft het schooltje in de buurt een andere locatie bezorgd. Tijdens informatieavonden heeft het stadsbestuur de inwoners steeds verzekerd dat de gevolgen van de vervuiling moeten worden geminimaliseerd. De Vlaamse overheid heeft dit standpunt trouwens steeds bevestigd. Het enige wat we de betrokken overheden tot voor kort konden verwijten, is het feit dat blijkbaar te weinig is ingegrepen en dat blijkbaar te laat maatregelen zijn genomen.
Gisteren heeft het verhaal echter een heel andere wending gekregen. De publicatie in Weliswaar, een vakblad van de Vlaamse overheid, is op tal van metingen door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) gebaseerd. Dit artikel staat 180 graden op de communicatie die tot op heden ten aanzien van de plaatselijke bevolking is gevoerd. De bevolking slaat terecht opnieuw in paniek. De mensen vragen zich af wie ze nog moeten geloven en wie het bij het rechte eind heeft.
Mijnheer de minister, de alarmerende meetresultaten zijn er. U minimaliseert het risico voor de volksgezondheid. Bent u er nog steeds van overtuigd dat de huidige maatregelen nog steeds volstaan om de plaatselijke bevolking te vrijwaren van kwalen die het gevolg van de vervuiling zijn?
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, er zijn normen voor de overheidscommunicatie. Die normen zijn trouwens in dit halfrond besproken. Deze publicatie is van een overheid afkomstig. Hierdoor denken de mensen vrij snel dat het om een goedgekeurd beleid van de Vlaamse overheid gaat.
Ik heb vandaag de rechtzetting in Het Belang van Limburg gelezen. Ook in De Standaard is hierover een kort artikel verschenen. Het lijkt me belangrijk dit ten aanzien van de hele bevolking in de juiste context te plaatsen.
Communicatie is in dit verband zeer belangrijk. Ik weet niet welke initiatieven ter zake worden genomen. Een blad dat door een overheid wordt uitgegeven, wordt al snel als berichtgeving over het beleid van de Vlaamse overheid beschouwd. Dit brengt me terug bij mijn opmerking over de normen voor overheidscommunicatie.
Mevrouw Claes heeft het woord.
LIKAS, met professor Buntinckx, is in Limburg altijd verantwoordelijk geweest voor de kankerregistratie. Als je relateert aan de leeftijd van de mensen en aan een aantal andere factoren, dan blijkt dat er maar in één kleine regio, rond Alken, een hoger aantal kankergevallen is vastgesteld. U moet de documenten van professor Buntinckx eens goed nalezen. Er is in de regio Genk zeker geen verhoogd aantal kankergevallen vastgesteld. Wat de minister zegt, klopt. Enkel bij mannen is er meer kanker. Dit wordt, ook door professor Buntinckx, gelinkt aan de vroegere mijnactiviteit van die mannen.
De heer Daems heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik volg u in uw analyse en ook als u zegt dat we niet te paniekerig moeten zijn. Het is niet uw bevoegdheid, maar die van minister Crevits. Maar ik vind toch dat u en burgemeester Gabriëls iets te gemakkelijk de kop in het zand steken met betrekking tot de problematiek van Genk-Zuid.
Het is al lang geweten, op basis van metingen van onder meer de VMM, dat de situatie in Genk vrij ernstig is. Dit is een black point voor Vlaanderen, laat dat duidelijk zijn. Er is op geen enkele plaats in Vlaanderen een zo hoge concentratie gemeten van bijvoorbeeld nikkel, chroom en mangaan op plaatsen waar inox wordt geproduceerd. Ook zijn er verhoogde cadmiumwaarden. We weten allemaal welke effecten dat heeft.
Mevrouw Claes, ik zou de cijfers van de kankerregistratie in Limburg toch ook wel eens willen leggen naast die van een aantal andere professoren die voor Limburg tot een ander beeld komen.
Mijnheer de minister, ik pleit voor een structurele biomonitoring, een gezondheidsonderzoek voor die regio die meer is dan een enquête op basis van de ervaringen van het verleden. Wat vindt u van het idee om tijdens de stillegging van de activiteiten van het bedrijf ArcelorMittal een bijkomende meting te doen van de luchtvervuiling? Die stillegging op basis van economische werkloosheid zal waarschijnlijk vier of vijf weken in beslag nemen. Zo kunt u nagaan wat de effecten zijn van de uitstoot van dat bedrijf in die regio op dat moment.
Een aantal van de hier gevraagde zaken worden al sinds 2005 uitgevoerd door de goede samenwerking tussen Leefmilieu en Gezondheid. De monitoring in verschillende periodes, zodat men daar conclusies uit kan trekken, is vandaag al een realiteit. Men kijkt permanent naar de situaties in de verschillende contexten, bij hoge en bij lage activiteit. Mijnheer Daems, ik zal uiteraard uw opmerking daarover aan de stuurgroep overmaken.
Ik zal toch nog eens uitleggen waarom ik zeg wat ik zeg. Velen zeggen nu dat ik minimaliseer, maar ik minimaliseer helemaal niet. Ik reageer op het artikel "De gifwolk van Genk" waarin het omgekeerde wordt gedaan. Mijnheer Peumans, het gaat hier om een communicatie die ik betreur. Ik houd de hand van de schrijver niet vast en ik vind dat er een stukje vrijheid moet zijn in het schrijven. Maar als men interpretaties en te paniekerige analyses maakt, kan ik vandaag niet anders dan zeggen dat dit overdreven is. U hoort mij daarmee niet zeggen dat ik de gezondheidsrisico's van vervuiling door zware metalen wil onderschatten. Hier is de nuance de belangrijkste leermeester, samen met objectieve gegevens.
Voor alle duidelijkheid: er is in Genk geen overaanwezigheid van kanker. De cijfers van 1993 tot nu, dat is vijftien jaar lang, mijnheer Vrancken, tonen aan dat daar geen verhoogd risico op kankersterfte bestaat. Het omgekeerde beweren is niet alleen mensen angst aanjagen, het wordt ook niet gesteund door de feiten. Als ik dit wil onderstrepen, dan doe ik dat niet met de bedoeling het omgekeerde te beweren van wat de wetenschap ons vertelt: dat de aanwezigheid van zware metalen gezondheidsrisico's inhoudt. Maar laat ons de situatie ook niet zo zwart voorstellen dat mensen nodeloos angst krijgen.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben er natuurlijk niet tevreden mee. Wij zullen nog andere gegevens krijgen. Wij zullen deze gegevens onderzoeken en u daarmee confronteren. Wij zullen desnoods klacht indienen indien u zelf geen bijkomende metingen laat doen, zowel bij ArcelorMittal als bij de elektriciteitscentrale.
Het incident is gesloten.