Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de vraag van de onafhankelijke televisieproducenten om een decretaal kader voor een billijke verdeling van de intellectuele-eigendomsrechten op hun programma's
Verslag
De heer Marginet heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, de Vlaamse onafhankelijke televisieproducenten of VOTP die achttien productiehuizen vertegenwoordigen, zijn eergisteren samen gekomen om hun problemen naar voren te brengen. Ik citeer een aantal zaken uit de Belga-berichtgeving: "De Vlaamse onafhankelijke televisieproducten die de tv-programma's produceren in opdracht van tv-zenders luiden de alarmbel. Nadat de omzet en het personeelsbestand van de sector jarenlang steeg, was er in 2007 een stagnatie. Bovendien zijn de vooruitzichten voor 2008 niet positief. Zij worden in hun voortbestaan bedreigd. De oorzaak daarvan: de sterke positie van de drie Vlaamse televisieomroepen."
De VRT heeft drastische besparingen doorgevoerd. Ook de commerciële zenders hebben minder televisierechten gekregen van reclame. Een ander probleem van de productiehuizen is dat zij onder druk worden gezet om hun afgeleide en secundaire rechten af te staan waardoor ze nagenoeg volledig afhankelijk zijn van de eerste verkoop van programma's van die omroepen. Zij vragen in die persmededeling een wettelijk kader dat voorziet in de billijke verdeling van intellectuele eigendomsrechten. Het is niet de taak van de Vlaamse overheid om financiële steun te geven, laat staan subsidies toe te kennen. Het is wel haar taak te zorgen voor ondersteuning. De productiehuizen scoren enorm hoog op internationaal vlak. Wij staan op dat vlak aan de top.
De VOTP vraagt wat het standpunt is van de Vlaamse Regering over het voorstel van de billijke verdeling van intellectuele eigendomsrechten.
De heer Vandenbossche heeft het woord.
Het probleem dat de VOTP deze week naar voren heeft gebracht, is niet nieuw. Een jaar of twee geleden bracht de commissie voor Media van dit parlement een werkbezoek aan die vereniging, die toen nog relatief nieuw was. De boodschap was toen dezelfde.
Het gaat inderdaad over de verkoop van het programma en wat er daarna op volgt, namelijk of men dvd's en dergelijke in het buitenland kan verkopen. De situatie in omroepland is op dit ogenblik wel een beetje veranderd. Zo heeft de VRT in 2007, maar zeker in 2008, veel minder een beroep gedaan op externe producenten. Dat laat zich ook voelen in de sector. Een veel minder erg probleem is er bij de commerciële omroepen, die minder inkomsten hebben en derhalve ook meer intern gaan produceren. Voor mij, en ik hoop ook voor u, ligt dat probleem een beetje moeilijk. In eerste instantie vraagt men een wettelijke regeling. Maar is de wettelijke regeling van de eigendomsrechten een federale dan wel Vlaamse bevoegdheid? Volgens het Mediadecreet is het een Vlaamse bevoegdheid.
Er is echter ook nog een ander probleem. Ook intern bij de productiehuizen zijn er discussies aan de gang over degenen die creatief programma's maken. De vraag is hoe het zit met hun auteursrechten en met hun rechten in die productiehuizen. Het probleem gaat over de verhouding tussen de omroepen en de productiehuizen. Men stelt dat de omroepen de productiehuizen onder druk zetten om minder inkomsten uit de secundaire verkoop te halen.
Mijnheer de minister-president, ik heb in de krant gelezen dat u een initiatief zou nemen. Ook de openbare omroep zou dat doen. Om wat voor soort initiatieven gaat het in de beide gevallen?
Mijnheer Vandenbossche, terecht hebt u gezegd dat het om een complex dossier gaat. We moeten daar met de nodige voorzichtigheid mee omgaan. U hebt ook een aantal elementen aangebracht. Die verklaren ook de communicatie van de Vlaamse onafhankelijke televisieproducenten.
U verwijst terecht naar de conjunctuurschommelingen. De commerciële omroepen moeten rekening houden met die conjunctuur. Als de reclame-inkomsten dalen, verminderen ook de mogelijkheden. Zoals u zeer goed weet, moet ook de VRT zeer goed en zuinig omspringen met de middelen.
De eigen producties van de VRT nemen toe. Dat wordt door dit parlement ook toegejuicht. Het is belangrijk dat de VRT zelf met een aantal voorstellen bezig is. Ik verwijs naar het updaten van de productiecontracten. Men maakt daarbij een onderscheid tussen de producentenrechten en de auteursrechten op het vlak van de creativiteit.
Ik wil daarover overleg plegen. Ik heb de betrokkenen uitgenodigd. Een van de volgende dagen of weken zullen ze op mijn kabinet uitleg kunnen geven over het probleem. Ze zullen hun oplossing op tafel kunnen brengen en zeggen wat ze vinden van de voorstellen die de VRT heeft geformuleerd. Op basis van dat overleg zullen we nagaan welke acties mogelijk ondernomen kunnen worden. Dat is de juiste manier om de zaak aan te pakken. Na dat overleg en nadat ik een duidelijker zicht heb gekregen op hun voorstellen en die van de VRT, zal ik mijn houding bepalen. Ik zal dan de nodige informatie aan het parlement kunnen verstrekken.
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw uitgebreid en duidelijk antwoord. Mogen we er ook op rekenen dat er in de commissie verslag zal worden uitgebracht en dat we de zaak daar kunnen bespreken?
Mijnheer Marginet, ik kom naar al die commissies. (Gelach)
Ik dank de minister voor het antwoord. Ik wil hier evenwel nog iets aan toevoegen. Zoals reeds gesteld, betreft het hier een ingewikkeld probleem. We mogen niet vergeten dat de Vlaamse onafhankelijke televisieproducenten ook verantwoordelijk zijn voor de hoge kijkcijfers die de VRT en de VMMa halen. Die zeventien productiehuizen vertegenwoordigen 90 percent. Ze zijn echter ook verantwoordelijk voor twee derde van de programma's die de top 100 van de hoogste kijkcijfers halen. Het gaat hier dan ook niet om een klein probleempje. Het gaat ook om tewerkstelling. Ik vind dat we beide aspecten moeten afwegen. Dat is alvast wat ik van een dergelijk overleg verwacht.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, beide vraagstellers en de minister hebben de complexiteit van het probleem onderkend. Ik wil erop wijzen dat we het onderscheid tussen de sterke productiehuizen en de kleinere spelers moeten maken. Indien we de inbreng van al die kleine productiehuizen optellen, blijken ze voor een aanzienlijke meerwaarde te zorgen.
Alle elementen in de discussie moeten hun plaats krijgen. Er is een verschil tussen productie- en auteursrechten. De beleidslijn van de VRT is in dit opzicht blijkbaar niet altijd even duidelijk. Hier kunnen alleszins vragen over worden gesteld.
De intellectuele eigendom is een element dat op verschillende domeinen een rol speelt. Het gaat hier onder meer om de verhouding tussen de productiehuizen en de zenders. Het gaat hier echter ook om de situatie binnen de productiehuizen. Hieromtrent moet in elk geval meer duidelijkheid worden geschapen.
De heer Verstreken heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijn reactie ligt ongeveer in de lijn van de woorden van de vorige sprekers. De relatie tussen de ideeënleveranciers, de productiehuizen en de omroepen is een ingewikkeld gegeven.
De productiehuizen, die het momenteel financieel zeer moeilijk hebben, moeten vaak afstand van hun rechten doen. Hoewel ze vaak voor hoge kijkcijfers zorgen, moeten ze steeds goedkoper werken. Bovendien mogen ze hun eigen producten soms niet meer verkopen. Indien ze hun producten aan een buitenlandse omroep kunnen verkopen, moeten ze vaak een groot gedeelte van hun inkomsten afstaan. Op dit ogenblik vindt in Cannes weer de Market for Interactive Media (MIP) plaats, de grootste televisiebeurs ter wereld. Indien een productiehuis daar een programma verkoopt dat eerder op de VRT of op vtm is vertoond, kan die zender een gedeelte van de opbrengst vragen. Ik weet niet hoe het met de afspraken hierover zit. De omroepen mogen de productiehuizen het mes niet op de keel zetten. Dat geldt zeker voor de kleinere productiehuizen, die het moeilijk hebben om het hoofd boven water te houden. Ik hoop dat de minister-president hier tijdens het geplande overleg rekening mee wil houden.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de bekommernis om deze materie komt uiteraard niet zomaar aanwaaien. In feite bestaat deze praktijk al 30 jaar. Misschien moet de minister bepaalde facetten eens zwaarder benadrukken. Dit systeem is gegroeid. De zenders zetten de externe productiehuizen onder druk.
Er is steeds een combinatie met de situatie van de uitvoerende artiesten geweest. In de acteursniche wordt al 30 jaar met een samenvoeging van lonen en rechten gewerkt. Dit bemoeilijkt de zaak. Dat wordt gedaan om de verloning aantrekkelijker te laten lijken. Ik bespaar iedereen de technische uitleg. Het heeft vooral met heruitzendingsrechten te maken. Indien een programma wordt heruitgezonden, stijgt het loon van de betrokken acteurs.
Het systeem begint echter te wringen. De zenders oefenen te veel druk uit. Er geldt nog geen algemene regel voor de opsplitsing van rechten en lonen. Dit verhaal heeft trouwens nog een langer staartje. De VRT gaat op deze manier al jarenlang met het fiscaal voordeel lopen. Door de toepassing van deze techniek worden de acteurslonen al jarenlang gemanipuleerd en laag gehouden. Ik zou de minister willen vragen dit element van de opsplitsing eens onder de loep te nemen. Mij lijkt dit alvast zeer belangrijk.
De heer Vermeulen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik ga akkoord met een aantal van de bedenkingen die zijn geformuleerd. Ik zou de zaak echter ook vanuit een andere invalshoek willen benaderen. De discussie over de rechten is zeer belangrijk want rechten vormen in principe een vergoeding voor de voorafgaande inspanningen inzake research en development.
Deze invalshoek moet altijd worden bewaakt. Rechten mogen niet worden ingezet als machtsinstrument in onderhandelingen in de zin van: wie haalt ze binnen en wie moet ze afstaan? Neen, het gaat om vergoeding voor research and development. Dat sluit aan bij wat de heer Vandenbossche heeft gezegd en speelt trouwens op verschillende niveaus: de productiehuizen ten opzichte van de zenders, maar ook derden ten opzichte van de productiehuizen omdat de programma's dikwijls door individuen, zelfstandigen of wie met formats en dat soort dingen bezig is worden toegeleverd. Ook daar speelt de rechtendiscussie. Vandaar de suggestie om het als een faire vergoeding voor ontwikkelingskosten te bekijken. Dat moet een mogelijke manier zijn om het probleem correct te hanteren en oplossingen te formuleren.
Mevrouw de voorzitter, ik zal alle bijkomende elementen meenemen naar het overleg en daarna hierover de nodige informatie geven in de commissie als mij dat wordt gevraagd.
Het is niet, zoals het wel eens wordt voorgesteld, zo dat er alleen maar tegenstrijdige belangen zijn. Als de productiehuizen en de omroepen, in hun algemeenheid, tot een goed akkoord zouden komen over het verder verkopen van programma's - wat misschien wel een probleem doet rijzen voor de productiehuizen -, kan er voor allebei een win-winsituatie uit voortvloeien.
Het incident is gesloten.