Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, we hebben hier gisteren tijdens de Antwerpse gemeenteraad en in uw aanwezigheid ook al over gepraat. Niet langer geleden dan vorig weekend was er een ernstig incident op een bus van De Lijn, waarbij een buschauffeur bewusteloos werd geslagen. Gisteren gebeurden er op nauwelijks een paar uur tijd opnieuw twee incidenten. (Opmerkingen)
Drie, kijk eens aan.
Een jonge moeder met kind werd aangevallen. Ze heeft zich verweerd met een pepperspray. Een aantal begeleiders op de bussen van De Lijn werden eveneens het slachtoffer van agressie en liepen lichte verwondingen op.
Men kan dit geïsoleerde incidenten noemen, maar dat zijn ze natuurlijk niet, omdat de daders van dit soort gewelddaden meestal tot de allochtonejongerengemeenschap behoren. Er zijn drie redenen voor het steeds vaker voorkomen van dit soort incidenten. Ten eerste is er de machocultuur die bepaalde etnisch-culturele minderheidsgroepen nu eenmaal kenmerkt en die de drempel ten aanzien van geweld blijkbaar verlaagt. Ten tweede is er het feit dat deze groepen zich in de steden langzaam maar zeker heer en meester voelen en geen autochtoon gezag meer aanvaarden. Ten derde is er de pamperpolitiek van de overheid die ervoor zorgt dat die jongeren zich onaantastbaar wanen.
Wat kan men doen? Eerst en vooral moet worden onderkend dat het probleem zich voornamelijk voordoet bij de allochtonejongerengroepen. Daarnaast moeten we met harde hand recht en orde laten heersen, en in eerste instantie herstellen. Op dit vlak is er natuurlijk een probleem: de overheid wil het probleem niet erkennen en stelt de middelen niet ter beschikking om er iets aan te doen.
Ik denk aan het uitrusten van het veiligheidspersoneel van De Lijn met pepperspray, met handboeien, met veiligheidshandschoenen, met snelle interventiewagens, met motoren en dergelijke meer, zoals dat het geval is bij het veiligheidspersoneel van de NMBS en de MIVB. Ook moet er voor degenen die zich eenmaal aan geweld hebben bezondigd, een verbod komen om het openbaar vervoer nog te gebruiken. Ook moet in de grote steden een politionele metro-, tram- en busbrigade worden opgericht die met politiemensen de orde handhaaft op en in de omgeving van het openbaar vervoer - maar dit is uw bevoegdheid niet.
Mevrouw de minister, mijn vraag is simpel. Hoe denkt u om, na het zoveelste incident op rij, eindelijk paal en perk te kunnen stellen aan het veelvuldig voorkomend geweld op het openbaar vervoer? De huidige maatregelen voldoen niet, en u slaagt er niet in om het geweld op het openbaar vervoer daadwerkelijk in te perken en terug te dringen.
Minister Van Brempt heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, ik kan u vertellen dat er gisteren inderdaad drie incidenten waren. Ze waren niet zo erg als het incident van afgelopen donderdag, maar ik ben bijzonder verontwaardigd en bijzonder verontrust.
Ik zou u willen meegeven dat het enige goede dat we hebben gezien naar aanleiding van het incident van vorige week, is dat we kunnen vaststellen dat het veiligheidsplan van De Lijn functioneert en werkt. Alle betrokkenen zeggen dat. U hebt de burgemeester maandag gehoord: er wordt goed samengewerkt met De Lijn. De Lijn zegt dat er goed wordt samengewerkt met de politie. De vakbond zegt dat het veiligheidsplan voldoende functioneert, voor wat de doelstelling van het veiligheidsplan betreft, maar we merken effectief dat we de problemen niet kunnen oplossen met het openbaar vervoer alleen.
We evalueren continu. U hebt dat ook gemerkt. Als er een incident is, wordt er geëvalueerd en bijgestuurd. De lokale dienst van De Lijn Antwerpen heeft onmiddellijk beslist om het eigen personeel verhoogd in te zetten op een echte hotspot in Antwerpen, met name rond de Rooseveltplaats en het Astridplein, waar bijzonder veel openbaar vervoer samenkomt.
We evalueren continu en ik ben altijd bereid om bijkomende maatregelen te nemen. U verwijst naar maatregelen waarop ik wil reageren. U zegt dat het niet mijn bevoegdheid is om te werken aan een politionele bus-trambrigade. Ik trek het mij wel aan en ik heb daarover vragen gesteld aan federaal minister Dewael. Het is de federale politie die investeert in Brussel. Ik vind dat de federale politie ook in Antwerpen moet investeren. Ik heb die vraag ook gesteld, maar heb tot nu geen positief antwoord gekregen. Hij is dus niet bereid om daarin te investeren. Ik zal hem hierover blijven bevragen, want het is zijn verantwoordelijkheid.
De eigen diensten functioneren goed. Ze hebben een heel duidelijke verantwoordelijkheid. Ik ben, samen met de vakbonden en de directie van De Lijn, geen voorstander om hen bijkomend te bewapenen met handboeien enzovoort, maar ik ben wel overtuigd dat de federale politie bijkomende inspanningen moet doen.
Ik ben voor een verbod van mensen die zich misdragen op het openbaar vervoer. Ook die vraag heb ik gesteld aan de minister van Justitie. Het is in de eerste plaats het gerecht dat zich hierover moet uitspreken. Als dat niet gebeurt, zal ik desgewenst mijn verantwoordelijkheid opnemen.
Ik noteer dat u samen met mij vragende partij bent voor een BTM-brigade in Antwerpen. Dat moet de federale politie doen, maar het lijkt er niet van te komen, wat ik betreur. Ik hoop dat we daar vlug verandering in kunnen brengen. Desnoods moet de lokale politie het goede voorbeeld geven. Maar dat is een debat voor de Antwerpse gemeenteraad.
U bent ook voorstander van een verbod voor recidiverende amokmakers. Dat verheugt me. Ook dat moet de federale overheid oplossen. Het is ook noodzakelijk en wenselijk om het probleem te onderkennen. Het probleem stelt zich heel duidelijk bij één bepaalde groep jongeren. Dat kan na alle incidenten van de jongste dagen niet worden ontkend. Die zijn van allochtone origine. Misschien moeten we meer doen dan alleen maar een extra noodknop en extra camera enzovoort installeren, want dat volstaat niet.
Dat het veiligheidsplan werkt, is een interessante vaststelling, maar doet niets af aan het feit dat op nauwelijks enkele dagen tijd er opnieuw ontelbare incidenten zijn geweest en dat alleen maar noodknoppen en camera's onvoldoende zijn om dat probleem tegen te houden en terug te dringen. Daarom verwondert het mij dat de veiligheidsambtenaren een opleiding krijgen over technieken bij het gebruik van handboeien en spuitbussen, en bij het vatten van amokmakers, terwijl men op het einde van de rit zegt: "We leren u al die technieken wel aan, maar we geven u geen pepperspray en handboeien. We geven u geen middelen die het veiligheidspersoneel van de NMBS en de MIVB wel heeft."
Het veiligheidspersoneel van De Lijn is vragende partij om daarover te kunnen beschikken. Ze willen een preventieve afschrikking ten aanzien van potentiële geweldenaars en amokplegers, en willen kunnen optreden als het echt noodzakelijk is. Dit moet echt gebeuren. Dat zal niet veel, maar toch iets meer indruk maken op jonge amokmakers dan nu het geval is.
Mijnheer Dewinter, u moet niet alles herhalen, want u bent over tijd en dat is heel vervelend. Elke keer wordt gezegd dat u kort moet zijn en u bent anderhalve minuut te lang aan het praten. U was erbij toen we op het Bureau beslisten dat we ons zouden houden aan de tijd. Ik verwacht dan ook van een fractieleider dat hij het goede voorbeeld geeft. (Applaus bij de meerderheid. Opmerkingen van de heer Filip Dewinter)
Mijnheer Dewinter, u weet dat ik geen voorstander ben van pepperspray en handboeien, maar ik ben bereid om mijn eigen mening daarover opzij te zetten als het personeel van De Lijn daar morgen unaniem naar vraagt. Sommigen zullen dat wel zien zitten, maar ik wil een duidelijk standpunt van de vakbonden. Als ze vinden dat dat nodig is, wil ik mijn persoonlijke mening daarover opzijzetten. Dat is niet eens een dogma van mezelf. Ik ben er echter van overtuigd dat dit niet de essentie van de zaak is.
Ik heb een boek geschreven, en daarin staat een hoofdstuk over samenleven. Er staat ook heel wat in over machocultuur, onder meer bij allochtone jongeren, maar ook bij mannen. Ik nodig u uit om dat eens te lezen.
Ik neem akte van uw antwoord, maar ik wil toch onderlijnen dat die machocultuur bij allochtone jongeren gedeeltelijk verantwoordelijk is voor wat we nu meemaken. En dit is slechts het begin van een lange lijdensweg. De overheid moet dat durven te erkennen en moet durven optreden.
Mijnheer Janssens, vandaag zijn in Nederland 25 burgemeesters van grote en middelgrote steden bij elkaar gekomen om te remediëren aan de toenemende geweldspiraal die wordt veroorzaakt door allochtone jongeren. Misschien moeten we eens kijken naar de oplossingen die Nederland daarvoor biedt. We gaan immers spijtig genoeg dezelfde weg op, maar wij steken wel als struisvogels de kop in het zand en weigeren de realiteit te erkennen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.