Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vrijdag aanstaande is het opnieuw de Werelddag van Verzet tegen extreme armoede, een dag die vandaag misschien meer dan ooit actueel is, gelet op de huidige financiële crisis die er woedt en voor veel mensen voor grote onzekerheid zorgt.
Mijnheer de minister, laat me als inleiding een aantal cijfers citeren. Een op zeven Belgen leeft in armoede en moet dus rondkomen met minder dan 860 euro per maand. Een op vijf gezinnen is aangewezen op de private huurmarkt. Huren op de private huurmarkt kost al gauw 450 euro per maand. De helft van de huurders besteedt gemiddeld een derde van het gezinsinkomen aan huisvesting. Dat is een grote hap uit het gezinsbudget. Een op vijf Belgen heeft dan ook betalingsmoeilijkheden.
Niettegenstaande we hier in een van de rijkste regio's van de wereld leven, moeten we toch vaststellen dat we er vandaag niet in slagen om het recht op betaalbare huisvesting voor iedereen te garanderen. Dat is niet alleen mijn mening, maar het is eigenlijk de stelling die wordt geponeerd in een opiniestuk van een aantal vooraanstaande wetenschappers, politici, mensen uit de culture wereld en het maatschappelijk middenveld. U zult het ongetwijfeld gelezen hebben, want u hebt er ook op gereageerd.
Laat me zeggen dat de voornaamste oorzaak van armoede huisvesting is. Ik wil niet zeggen dat er helemaal niets is gebeurd op het vlak van woonbeleid. Er zijn integendeel heel veel inspanningen gebeurd op het vlak van woonbeleid in Vlaanderen. Maar de mensen van het opiniestuk stellen dat er misschien te veel is geïnvesteerd in eigendomsverwerving en te weinig in de private huurmarkt.
Mijnheer de minister, ik ben het met u eens dat eigendomsverwerving ontzettend belangrijk is. Een eigen huis is de beste vorm van pensioensparen en zorgt voor meer bestaanszekerheid. Maar de mensen die op de private huurmarkt terechtkomen, en dat is toch een op vijf gezinnen, zijn net de meest kwetsbaren in deze samenleving: mensen met een laag inkomen, alleenstaanden en ouderen. Mensen dus die zich bij voorbaat vaak al in een precaire financiële situatie bevinden.
Kunt u afronden, mevrouw Hostekint?
De mensen die het opiniestuk hebben ondertekend, vragen zich af of de overheidsmiddelen die besteed worden aan wonen, wel terechtkomen waar ze terecht moeten komen. Zo wordt gesteld dat 40 percent van het overheidsgeld voor wonen terechtkomt bij 20 percent van de rijkste gezinnen en dat slechts 10 percent van de middelen voor wonen terechtkomt bij de 20 percent armste gezinnen.
Mijnheer de minister, u zult het met mij eens zijn dat een sociale en rechtvaardige politiek er net voor moet zorgen dat de overheid ingrijpt op een kwetsbare markt, de private huurmarkt.
Hoe pareert u de kritiek van de ondertekenaars van het opiniestuk, dat te veel middelen gaan naar de eigendomsverwerving, dat te weinig middelen gaan naar de private huurmarkt, naar de meest kwetsbaren in onze samenleving, en dat we er vandaag niet in slagen om het recht op betaalbaar wonen voor iedereen in onze samenleving te garanderen?
Collega's, ik wil u er toch nog eens op attent maken dat de vraagstelling twee minuten duurt en het antwoord ook. Ik stel de voorbije week opnieuw vast dat het uitloopt. (Opmerkingen van mevrouw Marijke Dillen)
Mevrouw Dillen, in eerste instantie ben ik een beleefde voorzitter en vraag ik aan de vraagstellers om af te ronden, wat zij meestal ook doen. Ik kan het maar herhalen. Als dat niet helpt, mevrouw Dillen, zal ik inderdaad drastischer middelen gaan gebruiken.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik ben blij met het opiniestuk, want ik ga het woondebat graag aan, net omdat we in die sector een palmares kunnen voorleggen. Mevrouw Hostekint, u maakt ook al vier jaar deel uit van dit huis. Het is dus ook uw verdienste en die van de andere leden van de commissie voor Wonen en van dit parlement.
De begroting voor Wonen is met 57 percent gestegen. Dat is meetbaar en kan je dus niet zomaar uit de losse pols schudden. Ik kan zeggen dat ik, samen met de minister van Welzijn, misschien wel het meeste doe voor armoedebestrijding. Van de begroting van 700 miljoen euro gaat er 80 percent naar sociale huisvesting.
Wat is het profiel van de mensen die bij ons huren of kopen? Het zijn mensen die moeten rondkomen met een vervangingsinkomen, het zijn gepensioneerden, het zijn invaliden, het zijn werklozen. We moeten voor die mensen opkomen, en dat doen we ook.
De budgetten zijn verzesvoudigd tegenover die van 1999. Het is een probleem - een luxeprobleem - dat er vandaag te weinig capaciteit in de bouwsector is om de budgetten om te zetten in nieuwe sociale woningen en nieuwe appartementen. De crisis kan misschien soelaas bieden omdat er extra capaciteit in de bouwsector kan vrijkomen. Elk nadeel heeft zijn voordeel.
In de Septemberverklaring kon u horen dat er - met de steun van de hele Vlaamse Regering - weer meer gedaan wordt voor sociale huisvesting. In de regering is het decreet Grond- en Pandenbeleid goedgekeurd. In het najaar komt het in het parlement. Het is de bedoeling om 45.000 nieuwe sociale huurwoningen te bouwen tussen 2009 en 2019. Dat is een verdubbeling van de capaciteit op jaarbasis. Het is een uitdaging van budgetten, van grond.
Het probleem blijft de private huurmarkt. De huursubsidies zijn verdrievoudigd tot 30 miljoen euro. Sommigen zeggen dat dit moet worden veralgemeend, maar dan is er 600 miljoen tot 1 miljard euro op jaarbasis nodig, op een totale begroting van 23 miljard euro. Ik wil dat debat voeren maar dan moet men consequent zijn en mij zeggen wat we dan gaan doen: minder bejaardenhuizen bouwen, minder scholen bouwen, minder wegen aanleggen? In Nederland heeft men een veralgemeende huursubsidie, maar men wil ermee stoppen.
Kunt u afronden, mijnheer de minister?
Ik ga dat nu doen, mevrouw de voorzitter.
U zegt dat ik te veel doe voor eigendomsverwerving. Ik vind dat het mooiste compliment dat ik kan krijgen omdat Vlaanderen, meer nog dan de rest van België, wereldkampioen is in eigenaarschap. 76 percent van de mensen - dat betekent heel veel arbeiders, heel veel bedienden, heel veel werknemers - is eigenaar van zijn woning. Dat is de beste verzekering, zelfs in bank- en kredietcrisistijden. Het is waardevast en maakt dat mensen op hun oude dag, als ze geen huur meer moeten betalen, hun vroegere levensstandaard veel makkelijker kunnen handhaven. Mensen werken hard voor hun eigendom, ze willen dat ook. De overheid doet veel op het vlak van fiscaliteit en premieregelingen. We moeten daarmee verder gaan omdat ook Jan Modaal - en dat is uniek in de wereld - zo eigendom kan verwerven, zich kan verzekeren voor de toekomst en fierheid en ambitie kan realiseren, wat je ook gewone mensen moet gunnen. De vakbonden hebben dit altijd mee ondersteund.
Het is een en-verhaal: én eigendomsverwerving én maatregelen voor de private huursector én extra sociale woningen. Het is geen of-verhaal, wat deze zogenaamde intellectuelen ervan maken. Het zijn schemaredeneringen. Ze komen niet met praktische en toepasbare voorstellen, maar ze voeden wel het woondebat, en dat is een goede zaak.
Mijnheer de minister, de kritiek is uiteraard niet dat er te veel wordt gedaan voor eigendomsverwerving. De kritiek is dat er te weinig wordt gedaan voor de private huurmarkt. U weet dat sociale huisvesting prioritair is voor ons. Er worden ook heel wat inspanningen gedaan voor de sociale huisvesting. U zult het echter met me eens zijn dat het nog wel een hele tijd zal duren voor alle mensen die recht hebben op een sociale woning, ook daadwerkelijk in die sociale woning zullen terechtkunnen. Daarom vinden wij het alvast noodzakelijk dat er extra maatregelen worden genomen in de private huurmarkt. Heel wat mensen die niet terechtkunnen in de sociale huisvesting, die daar recht op hebben, maar nu eenmaal even zullen moeten wachten, zijn immers aangewezen op de private huurmarkt. Dat is het meest kwetsbare segment van onze woonmarkt.
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw Hostekint, ik ben het niet altijd met u eens. Dat weet u.
Gelukkig maar.
Ja, gelukkig maar.
Ik vind dat er nooit genoeg kan worden gedaan voor de privé-eigendomsverwerving, al was het maar omdat het voor de mensen die dat kunnen, deels hun gelukkige oude dag garandeert. Beeld u eens in dat al onze gepensioneerden vandaag hadden geïnvesteerd in Fortis of Dexia, en niet in een eigen woning. Er zouden heel wat meer sukkelaars zijn dan er nu al zijn.
Dat mag ons echter niet weerhouden van onze verantwoordelijkheid om ook wat de huurmarkt betreft politiek waakzaam te blijven. Wat dat betreft, volg ik u wel deels. Ik stel vandaag vast dat op de sociale huurmarkt vaak al prijzen worden gevraagd die veel hoger liggen dan wat sommigen in de private huurmarkt vragen. De minister zegt dan dat dat alles te maken heeft met de kwaliteit van ons aanbod. Misschien is dat deels ook zo. We mogen die mensen die niet in dat sociale segment terechtkunnen en toch een beroep moeten doen op die private huurmarkt, niet in de kou laten staan. Wat dat betreft, hebt u een punt.
Mijnheer Penris, sluit u af. U bent hier niet om mevrouw Hostekint te ondervragen.
Ik heb nog één vraag, mevrouw de voorzitter. U hebt het recht om tucht te houden in deze vergadering. Ik doe dat in mijn commissie af en toe ook. Mevrouw Hostekint, bent u in dat geval een voorstander van het uitbreiden van het systeem van huursubsidies?
Mijnheer Penris, u kunt een bijkomende vraag die hierbij aansluit, stellen aan de minister. Het is echter niet de bedoeling dat u vragen begint te stellen aan mevrouw Hostekint. Dat hoort op een andere plaats.
Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, het is een feit dat we de eigendomssector zwaar ondersteunen, federaal en Vlaams. Dat kunnen we niet ontkennen. Ik wil hier echter toch wel zeggen waarom het zo belangrijk dat zowel de Huurwet als de fiscaliteit naar Vlaanderen kan gaan. Op die manier zullen we de huurder en de verhuurder kunnen ondersteunen. We zullen zo het beleggen in verhuurwoningen opnieuw aantrekkelijk kunnen maken.
Mijnheer de minister, met de bankcrisis ben ik ervan overtuigd dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat onze generatie, die spaargeld heeft, morgen opnieuw gaat investeren in vastgoed in plaats van naar de bank te gaan. Als we daarvoor bevoegd zijn, zullen we ook eindelijk de kwaliteit aan de prijs kunnen koppelen. Mevrouw Dua heeft jaren geleden het voorstel van de richthuurprijzen gedaan. Vlaanderen kon dat niet uitvoeren omdat het er niet bevoegd voor was. Mochten we echter beschikken over de bevoegdheid over die Huurwet en die fiscaliteit, dan zijn we op de goede weg en kunnen we ook die private huursector ondersteunen.
Mevrouw Dua heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, de problematiek is inderdaad niet nieuw. We hebben er al veel over gediscussieerd. Ik wil toch nog eens de grote kloof schetsen tussen wat we doen voor de eigendomsverwerving, en wat we maar doen voor huren. Alleen al op fiscaal vlak besteedt de Belgische overheid 2,1 miljard euro aan de aftrek voor hypothecaire leningen. U komt dan zeggen dat u 30 miljoen euro aan huursubsidies geeft. Die kloof is veel te groot. U zult het nooit alleen met sociale woningen kunnen oplossen. We zullen dat dus inderdaad moeten doen door middel van huursubsidies en het reglementeren van de huurprijzen. We hebben immers een zeer liberale huurwetgeving. Hopelijk zult u, als we bevoegd worden ter zake, ervoor zorgen dat er een minder liberaal Huurdecreet komt. Als die reglementering van de huurprijzen dan wordt gekoppeld aan een goede huursubsidie voor de laagste inkomens, zullen we die kloof hebben aangepakt en zullen we daadwerkelijk iets hebben gedaan voor de mensen die aangewezen zijn op de private huurmarkt.
Mevrouw de voorzitter, ik repliceer direct op de laatste opmerking. Er wordt verwezen naar 30 miljoen euro. Het totale budget is 700 miljoen euro en 80 percent daarvan gaat naar sociale huisvesting, onder meer naar huursubsidies, maar ook naar de bouw van nieuwe huurwoningen en de renovatie van die panden. We doen heel veel op dat vlak. Ik vind dat de huurwet allesbehalve liberaal is. Ze heeft de huursector kapotgemaakt.
Mijnheer Penris, u stelt dat de prijzen vandaag even hoog zijn als op de private huurmarkt, maar met dat soort van uitspraken moeten we altijd oppassen, want ze gaan een eigen leven leiden. Vandaag, en dit kan statistisch worden nagetrokken, huren mensen in de sector van de sociale huisvesting in het algemeen een derde tot de helft goedkoper dan op de private huurmarkt, iets wat mede de wachtlijsten verklaart, want men huurt goedkoop en komt in kwalitatieve panden terecht.
Mevrouw Hostekint, u had het over de statistische gegevens en de lange wachtlijsten, maar niet iedereen die statistisch in aanmerking komt, is vragende partij om in een sociale woning gehuisvest te worden. Zo vallen alle gepensioneerde zelfstandigen statistisch onder de voorwaarden om aanspraak te maken op een sociale woning, maar velen willen dat niet. De wachtlijsten zijn een aansporing om ook in de toekomst extra inspanningen te doen voor deze sector, maar toch is het vaak ook een kwestie van selectiviteit. Iemand die vijf jaar op de wachtlijst staat, staat er vaak nog op omdat hij heel selectief is en alleen maar in een bepaalde straat of wijk wil wonen en geen drie kilometer verder gehuisvest wil worden.
Mevrouw Heeren, wat het defederaliseren betreft van een aantal aangelegenheden die vandaag nog federaal zijn en die onder te brengen zijn onder de noemer 'huisvesting', kunt u in dit parlement 124 leden aan uw kant krijgen. Volgens mij is iedereen hier vragende partij voor, want dit gaat over goed bestuur, over homogene bevoegdheidspakketten.
We zijn het er allemaal over eens dat er inspanningen nodig zijn op de private huurmarkt.
Mijnheer Penris, ik denk dat we er allemaal van overtuigd zijn dat huursubsidies een noodoplossing zijn. Ze zijn niet voldoende. Een veralgemeend systeem is onbetaalbaar, dat werd hier al gezegd. Huursubsidies drijven bovendien de prijzen op de huurmarkt op. Met huursubsidies alleen zullen we de problemen die er vandaag zijn op de private huurmarkt, niet oplossen.
Mijnheer de minister, of u dat nu wilt of niet, heel veel mensen blijven aangewezen op de private huurmarkt. Huursubsidies alleen zullen de problemen daar niet oplossen.
Het incident is gesloten.