Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, dit voorstel van decreet werd door de commissie verworpen.
Bij brief van 24 juni 2008 heeft de heer Arckens verzocht het op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen.
Conform artikel 55, punt 7 en 61, punt 3, van het Reglement van het Vlaams Parlement moeten we ons bij zitten en opstaan uitspreken over het aanvatten van de bespreking.
De heer Sannen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik stel voor dat we onmiddellijk de bespreking aanvatten.
Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
De algemene bespreking is geopend.
De heer Deckmyn, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijke verslag.
De heer Arckens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, we willen dit voorstel van decreet hier ter sprake brengen omdat we bezorgd zijn. Dit voorstel is een van de laatste punten die dit jaar door de commissie voor Cultuur is behandeld. Ik had de indruk dat de commissie dit voorstel, zoals enkele andere decreetswijzigingen, vlug wou afhandelen. Ik wil hier wijzen op de pertinentie van het voorstel dat de heer Verreycken en ikzelf twee jaar geleden hebben ingediend om het Cultuurpact te vervolledigen met een Vlaamse Cultuurpactcommissie. Ik doe dat ook omdat de leden van partijen die geen stemrecht hebben in de commissies maar toch in zeker mate Vlaamsgezind zijn, zich hierover zouden kunnen uitspreken.
Ik hoop dan ook dat ze hier zullen tussenkomen. Uiteraard ook - en ik zal geen namen noemen - VlaamsProgressieven, waarvan u het boegbeeld ben, mijnheer de minister.
De Raad voor Cultuur en de Raad van State hebben een advies gegeven bij het voorstel van decreet dat de heer Rob Verreycken en ik destijds hebben ingediend. Het advies van de Raad van State gaat over de notie van complementariteit. Is het oprichten van een Vlaamse Cultuurpactcommissie al dan niet mogelijk? Is dit mogelijk naast een nationale Cultuurpactcommissie? Als je het goed leest, is het volgens mij mogelijk.
De Raad voor Cultuur geeft een advies over iets helemaal anders. Het doet me deugd dat er in de commissie tenminste iemand is tussengekomen over mijn voorstel van decreet, namelijk de heer Vandenbossche. Hij schaart zich achter het advies van de Raad voor Cultuur. De Raad van Cultuur heeft het wel over de afschaffing van het Cultuurpact en houdt een pleidooi voor diversiteit, openheid, participatie en betrokkenheid. Laten we elkaar goed verstaan: wat de Raad voor Cultuur in feite zegt, gaat over iets helemaal anders.
Ik zal het advies niet helemaal voorlezen, maar ze sturen aan op het oprichten van een adviesorgaan dat specialisten - zogenaamd niet-gepolitiseerden - een uitgebreide bevoegdheid zou geven in cultuurmateries, maar dat de oorspronkelijke bedoeling van de oprichters van het Cultuurpact en de Cultuurpactcommissie in 1974 - de vrijwaring van de politieke en filosofische minderheden in culturele materies - uiteindelijk een anachronisme vindt en zo het Cultuurpact wil afschaffen. Dat is uiteraard mijn bedoeling niet.
Het is mijn bedoeling, samen met de heer Rob Verreycken, om naast de reeds bestaande nationale Cultuurpactcommissie, op gemeenschapsniveau een Vlaamse Cultuurpactcommissie op te richten. Dat is volgens ons perfect mogelijk. De mogelijkheid wordt daartoe geboden door artikel 11 van de Grondwet. We werken dan op twee niveaus: één op federaal niveau en één op Vlaams niveau.
Ik vraag gewoon dat de federale Cultuurpactcommissie, waarvan ik absoluut niet de afschaffing vraag, wordt gecomplementeerd door een Vlaamse. Wat is uiteindelijk mijn ingeving? We naderen stilaan 15 juli. We staan voor een historische omwenteling in dit land, zegt men mij. Het lijkt mij een anachronisme in deze fase van de strijd, dat wij nog vehikels zouden hanteren uit een heel ver verleden.
Maar je laat het bestaan.
Ja, maar ik complementeer het. Ik ben zeer voorzichtig.
Ik beoog een nieuw Vlaams instrumentarium omdat het volgens mij niet meer kan dat Franstaligen nog altijd een dikke vinger in de pap hebben wat betreft filosofische en ideologische vrijwaring en dergelijke meer, van culturele materies.
Voilà, dat is zowat de toelichting die ik geef. Ik ga het geheel niet helemaal herhalen.
Ons voorstel is de oprichting van de commissie, bestaande uit dertien vaste leden en dertien plaatsvervangende leden. Zij worden gekozen door het Vlaams Parlement, overeenkomstig, uiteraard, de evenredige vertegenwoordiging van de politieke fracties in het parlement. De duur van het mandaat van de leden van de commissie is vier jaar. De partijen die in de commissie niet vertegenwoordigd zijn, mogen een lid met adviserende stem aanwijzen, op voorwaarde dat zij vertegenwoordigd zijn in het Vlaams Parlement. Dat lijkt me volkomen logisch. De aanwijzing gebeurt door de politieke fractie.
Verder stel ik dat het lidmaatschap van de commissie onverenigbaar is met de uitoefening van een politiek kiesmandaat en dat de commissie wordt bijgestaan door Vlaamse ambtenaren die de Vlaamse Regering haar ter beschikking stelt.
Het mandaat van de leden van de commissie verstrijkt drie maanden na de hernieuwing van het Vlaams Parlement. De commissie benoemt onder haar leden een voorzitter bij volstrekte meerderheid van de stemmen. De commissie benoemt onder haar leden evenveel ondervoorzitters als er politieke fracties zijn. Wij voorzien ook in een procedure in verband met klachten, met termijnen, en wat klagende partijen eventueel kunnen doen op Vlaams niveau.
Collega's, aangezien dit mij een volstrekt logisch voorstel lijkt, denk ik, aangezien u volstrekt logische mensen bent en ik de meeste van u ook ken, dat er geen enkele twijfel is dat dit onmiddellijk zal worden goedgekeurd. Maar ik wil nu al graag luisteren naar uw positieve kritieken die u nu onmiddellijk gaat geven, dadelijk als ik deze tribune verlaat, maar ik ga eerst nog een slokje water drinken. Ik dank u voor uw applaus. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter: Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2005-06, nr. 496/1).
Er zijn geen opmerkingen op de artikelen 1 en 2.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de stemmingen over de artikelen en de hoofdelijke stemming over van het voorstel van decreet houden.