Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
De heer Loones, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister, waarde collega's, de commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme behandelde het belangrijke ontwerp van decreet betreffende het toeristische logies tijdens drie zittingen. Op 11 maart 2008 was er de toelichting van minister Bourgeois, op 8 april 2008 volgde de hoorzitting en op 6 mei 2008 werd de eindbespreking en de stemming gehouden. In zijn inleidende uiteenzetting schetste minister Bourgeois de aanleiding voor het opstellen van dit overkoepelend ontwerp en de doelstellingen ervan, met name het tegengaan van de oneerlijke concurrentie en het bieden van waarborgen aan de toerist.
Tot nu toe beschikten enkel de hotel- en de kampeersector over een eigen exploitatiereglementering en classificatie met een minimale kwaliteitsgarantie. Die lacune wordt nu opgevuld. De bijkomende doelstelling is de administratieve vereenvoudiging en de administratieve lastenverlaging voor de momenteel al gereguleerde toeristische logiessectoren. Daarbovenop komt een efficiënt en correct handhavingsmechanisme.
Het basisprincipe bij de nieuwe, overkoepelende regeling is dat elk toeristisch logies dat wordt aangeboden op de toeristische markt, in eender welke vorm, onder de toepassing van het nieuwe Logiesdecreet valt. Elk logies wordt daarbij ofwel meldingsplichtig, ofwel vergunningsplichtig, afhankelijk van de logiesvorm.
Buiten de toepassing van het nieuwe Logiesdecreet valt het logies dat uit de hand wordt verhuurd, en dus niet wordt aangeboden op de toeristische markt. Ook buiten het toepassingsgebied vallen de erkende 'Toerisme voor Allen'-verblijven en wat volledig buiten het beleidsveld van toerisme valt, zoals bejaardentehuizen, studentenkamers, jeugdinstellingen, kinderverblijven, moedertehuizen, internaten en kindernachtverblijven. Ook op het occasionele overnachten in jeugdlokalen en de bivakzones zal het nieuwe Logiesdecreet niet van toepassing zijn.
Het toeristisch logies wordt ingedeeld in vijf categorieën: vakantiewoningen, gastenkamers, hotels, openluchtrecreatieve terreinen - de campings - en een restcategorie vakantielogies. Verdere indeling in subcategorieën is mogelijk via sectorspecifieke besluiten van de Vlaamse Regering. Elke logiescategorie krijgt haar specifieke uitbatingsvoorwaarden, eveneens opgelegd via besluiten van de Vlaamse Regering.
De procedure maakt een onderscheid tussen een 'aanmelding' en een 'vergunning'. Vakantiewoningen, gastenkamers, hotels, openluchtrecreatieve terreinen en de restcategorie vakantielogies in zoverre ze ten hoogste twee kamers of percelen uitbaten waar maximum acht personen kunnen logeren, moet worden aangemeld. De aanmelding gebeurt bij Toerisme Vlaanderen, dat de zaken opneemt in een register. Zoals gezegd gaat het over het logies dat wordt aangeboden op de toeristische markt.
De exploitanten van deze aanmeldingsplichtige logies kunnen ervoor opteren een vrijwillige vergunning aan te vragen.
De diverse logiesvormen met meer dan twee kamers of met percelen voor meer dan acht personen die op de toeristische markt worden aangeboden, moeten over een voorafgaande vergunning van Toerisme Vlaanderen beschikken. Dit veronderstelt een vergunningsdossier en een inspectie. De vergunning leidt tot de toekenning van de herkenningstekens en tot een comfortclassificatie.
Eenmaal vergund, maken de logies deel uit van de promotiecampagnes van Toerisme Vlaanderen. De betrokkenheid van de sector is, net als bij de voorbereiding van het ontwerp van decreet, bij de uitvoering van het ontwerp van decreet verzekerd. De minister heeft de controle door Toerisme Vlaanderen, het sanctiemechanisme, de overgangsmaatregelen en de wijze waarop de uitvoeringsbesluiten zullen worden genomen uitgebreid geschetst. Ik verwijs daarvoor naar het schriftelijk verslag, stuk 1547 - Nr. 4, pagina's 8 tot 10.
Vooraleer tot de eigenlijke bespreking is overgegaan, heeft de commissie zich tijdens een brede hoorzitting op 8 april 2008 uitgebreid geïnformeerd. Achtereenvolgens is toen geluisterd naar de brede uiteenzettingen van de suitehotels, van Recread, de koepel van de campingsector, van Ho.Re.Ca. Vlaanderen, van de stedelijke gildes der gastenkamers, van de vertegenwoordigers van het plattelandstoerisme, van de Vlaamse Jeugdraad en van de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB). Van deze hoorzitting is een afzonderlijk verslag opgesteld, meer bepaald stuk 1547 - Nr. 2. Over het algemeen hebben de sectoren zich zeer lovend over het ontwerp van decreet uitgelaten. De gildes der gastenkamers hebben hun ongerustheid in verband met de procedures en de uitvoeringsbesluiten geuit.
Tijdens de commissiebespreking van 6 mei 2008 hebben de eindbespreking en de stemming van het ontwerp van decreet plaatsgevonden. Alle fracties sloten zich aan bij de uitgangspunten van het ontwerp van decreet. Het is de bedoeling oneerlijke concurrentie weg te werken en de consument kwaliteitswaarborgen te bieden. Tijdens vijf besprekingsrondes, met telkens uitgebreide antwoorden van de minister, is op de vragen over de diverse onderdelen van het ontwerp van decreet ingegaan. Voortbouwend op de hoorzitting, hebben verschillende fracties, in het bijzonder sp.a + VlaamsProgressieven en Open Vld, garanties in verband met een soepeler regeling voor de kleine gastenkamers gevraagd. Wat de diverse opmerkingen en antwoorden betreft, verwijs ik naar het schriftelijke verslag. Zo ga ik hier de discussie uit de weg.
Door middel van de indiening van diverse amendementen is aan de verzuchtingen voldaan. De amendementen betroffen de behandeling van brandbeveiligingsnormen, de stedenbouwkundige vergunningen, de adviescomités en de beroepscommissies. Alle amendementen en het ontwerp van decreet zijn unaniem aanvaard. De plenaire bespreking van het ontwerp van decreet is tijdens de zitting van 2 juni 2008 geagendeerd.
Als woordvoerder van de N-VA wil ik zeggen dat we enthousiast zijn. We sluiten ons aan bij de uitgangspunten, maar ook bij de details van de regeling. We hebben er alle vertrouwen in dat de minister in zijn uitvoeringsbesluiten met de verschillende bekommernissen en verzuchtingen rekening zal houden. Ik kan enkel hopen voor de Vlaamse toeristische sectoren en voor de toeristen zelf dat dit ontwerp van decreet op een brede wijze zal worden goedgekeurd. (Applaus van CD&V en de N-VA)
De heer Sintobin is ook verslaggever, maar zal nu een politieke toespraak houden.
De heer Sintobin heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, indien we voor de bespreking van het Verdrag van Lissabon geen twee verslaggevers nodig hebben, hoeft dit voor het voorliggend ontwerp van decreet ook niet.
Ik kan gerust stellen dat mijn fractie tevreden is met het langverwachte ontwerp van decreet betreffende het toeristische logies dat vandaag eindelijk in plenaire zitting wordt besproken. Mijn fractie kan de aanleiding tot en de doelstelling van het ontwerp van decreet perfect onderschrijven.
Tot op heden zijn niet alle vormen van logies aan een regelgeving onderhevig.
De heer Stefaan Sintobinwordt onwel en verlaat de zaal.De heer Roegiers heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, dit is een belangrijk ontwerp van decreet. We zijn blij dat het Vlaams Parlement en de commissie ten volle hebben kunnen meewerken aan de totstandkoming van dit ontwerp, middels amendementen die na bespreking en na de hoorzitting zijn goedgekeurd.
Ik dank de verslaggever voor zijn verslag. Hij heeft duidelijk gesteld dat dit ontwerp van decreet logies in een aantal categorieën indeelt: vakantiewoningen, gastenkamers, hotels, openluchtrecreatieve terreinen zoals campings en de vakantielogies als restcategorie. Al deze toeristische logies moeten voldoen aan overkoepelende algemene uitbatingsvoorwaarden die decretaal zijn bepaald. Het gaat over normen op het vlak van veiligheid, onderhoud en hygiëne, op het vlak van de moraliteit van de uitbater, en op het vlak van ruimtelijke ordening. Daarnaast zijn er nog een aantal specifieke openings- en exploitatievoorwaarden per subcategorie. Deze zullen via besluiten van de Vlaamse Regering tot stand komen.
Mijnheer de minister, het is belangrijk dat het parlement wordt betrokken bij de totstandkoming van de openings- en exploitatievoorwaarden. We hebben u dat gevraagd en u hebt zich daartoe geëngageerd. Ik herhaal dit omdat ik dit erg belangrijk vind.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Roegiers, ik bevestig wat ik in de commissie heb gezegd. Er komt een dubbel overleg met de betrokken parlementsleden en met de sector, teneinde overlast te vermijden, te zorgen voor soepelheid en ervoor te zorgen dat er wordt gedifferentieerd. We zitten met betrekking tot de uitvoeringsbesluiten op schema. De bespreking is nu volop bezig om de nodige differentiatie in te brengen per categorie. We boeken vooruitgang. Op het moment dat de voorontwerpen er zijn, zullen we in overleg treden.
Mijnheer de minister, dank u voor deze verduidelijking. Daarmee hebt u een belangrijk antwoord gegeven dat ik wilde uitlokken, namelijk inzake de differentiatie.
Ik wil het hebben over het onderscheid in de sector van de gastenkamers. Er is het plattelandstoerisme en de gastenkamers in de steden. Dat zijn heel verschillende sectoren die onder dezelfde noemer zitten. Bouwtechnisch, bouwfysisch en op het vlak van ruimtelijke ordening zitten ze echter zo anders in elkaar dat het belangrijk is dat er een onderscheid wordt gemaakt. Je kunt moeilijk dezelfde normen opleggen voor wat ooit een stal is geweest en nu een heus gastenverblijf is, en huizen in steden waar de kinderen het huis uit zijn waardoor er enkele kamers op overschot zijn, die dan worden gebruikt als gastenkamers.
Het gaat eigenlijk om twee verschillende vormen van exploitatie. Ik denk dat we echt een onderscheid tussen beide moeten maken. U alludeerde op een differentiatie, en ik hoop dat uw woorden onder meer daarop betrekking hebben.
Dat heeft onder meer gevolgen voor de brandveiligheidsnormen. Als men voor een oude gezinswoning dezelfde brandveiligheidsnormen oplegt die ook voor hotels gelden, dan vrees ik dat dit zeer veel schade zal aanrichten in de sector van de gastenkamers. Ik heb het in de commissie al enkele keren gezegd: dit is geen professionele sector. In die zin is het belangrijk dat daar rekening mee wordt gehouden. Ik weet wel dat een minister moeilijk andere normen kan opleggen dan die die de brandweer suggereert. Toch denk ik dat we op voorhand krijtlijnen kunnen uittekenen waarbij rekening wordt gehouden met het feit dat het vaak om woningen gaat die kort voordien nog als gewone gezinswoningen werden gebruikt.
Ik kan me niet voorstellen dat het parlement aan gezinswoningen dezelfde brandveiligheidsnormen zou opleggen als deze die gelden voor gastenkamers, goed wetende dat het eigenlijk over dezelfde soort van woningen gaat. Dat is dus mijn grote bezorgdheid. In de commissie is er lang over gepraat. De grens is gelegd op twee kamers; vanaf de derde kamer moet de volledige vergunningsprocedure worden doorlopen. Ik blijf dat betreuren. In de commissie heb ik het ook al gezegd: ik vrees dat in tal van huizen officieel twee gastenkamers zullen worden ingericht, maar dat op toeristische piekmomenten in een schermerzone, informeel, nog een derde gastenkamer zal worden aangeboden. Ik betreur dat.
Ik weet dat de sector op dat punt van mening is veranderd. Dat maakt het u en uw kabinet niet gemakkelijk. Die zwenking toont nogmaals aan dat het niet om een professionele sector gaat. Die sector is in de greep van wat men 'voortschrijdend inzicht' kan noemen. Gaandeweg ziet men in dat de norm misschien beter op drie kamers zou liggen.
Mevrouw Heeren heeft het woord.
Ik heb een informatieve vraag over uw interessante uiteenzetting. Geldt het Kwaliteitsdecreet op kamers ook voor gastenkamers? Ik heb het er een beetje moeilijk mee om inzake brandveiligheid met twee maten en twee gewichten te werken. We hebben er allemaal belang bij dat gastenkamers goed en veilig zijn, en dan doet het er niet toe of er bijvoorbeeld wel of niet privépersonen wonen. Gastenkamers worden wellicht tijdelijk bewoond. Is voor hen het Kwaliteitsdecreet op studentenkamers van toepassing?
Ik ken dat Kwaliteitsdecreet te weinig en durf daar geen uitspraken over doen. Mijn punt is dit: gastenkamers zijn ondergebracht in huizen waar ook een gezin woont. Ze zijn er bij een gezin 'te gast'. Er is wellicht een onderscheid te maken tussen gastenkamers, waarvan er twee of drie in de woning zijn, en studentenkamers, die hele huizen of verdiepingen beslaan. Dieper durf ik echter niet op uw vraag ingaan.
Dit decreet bestaat naast alle andere decreten die ook blijven bestaan. Het Logiesdecreet voorziet enkel in een vergunningsstelsel of in een aanmeldingsstelstel waardoor de toeristische sector toch enige klaarheid heeft. Dit doet niets af aan alle andere mogelijke regelingen voor inrichting, veiligheid, kwaliteitsnormen enzovoort. Er is geen enkele clausule in het Logiesdecreet die bestaande regelingen zou schrappen of afschaffen.
De gastenkamers en de andere logiesvormen die alleen maar moeten aanmelden - wanneer het gaat over twee eenheden en maximum acht personen -, moeten wel aan de veiligheidsvoorwaarden voldoen, maar moeten geen vergunning vragen omwille van de kleinschaligheid. Ze moeten een verklaring op erewoord doen dat ze voldoen aan de normen. Ze kunnen zelfs worden geïnspecteerd want de consument kan klacht indienen. Ze worden niet buiten de kwaliteits- en veiligheidscriteria geplaatst, tenzij dat we gaan differentiëren natuurlijk. Op een camping met honderden plaatsen of een hotel met vijftig plaatsen, zal niet dezelfde reglementering van toepassing zijn als op iemand die twee kampeerplaatsen of twee kamers aanbiedt.
Ik heb duidelijk gezegd dat dit een belangrijk en goed decreet is. Er is goed samengewerkt tussen het kabinet en het parlement. Ik blijf wat bezorgd over de sector van de gastenkamers, vooral over de stedelijke gastenkamers. Ik zou niet graag hebben dat we op een bepaald moment moeten vaststellen dat, door de invoering van dit decreet, er een heleboel gastenkamers in de steden verdwenen zijn. Ik hoop dat we nog tijd hebben - waarschijnlijk in de volgende legislatuur - om een evaluatie te maken van dit decreet en na te gaan of en in welke mate we zijn kunnen tegemoetkomen aan de logiessector en heel specifiek aan die van de stedelijke gastenkamers. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Demeulenaere heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, de hotels en de campings hebben onmiskenbaar aan kwaliteit gewonnen en dit dankzij de regelgeving. Ook de malafide uitbatingen zijn uiteindelijk geweerd.
De laatste jaren zien we echter een branchevervaging. Er zijn nieuwe kleinschalige en mengvormen binnen het logiesaanbod ontstaan waardoor meer duidelijkheid, meer transparantie gewenst is. Het is ook zo dat deze tussenvormen vandaag buiten het toepassingsgebied vallen van het vigerende Hotel- en Kampeerdecreet waardoor oneerlijke concurrentie dreigt te ontstaan. Er kan voor deze vormen geen kwaliteitsgarantie aan de consument worden geboden.
Met het nieuwe Logiesdecreet wordt een reglementair kader geboden voor alle logies met nadruk op kwaliteit. Het kwaliteitsniveau in de logiessector optillen tot een internationaal niveau is een must. Om de kwaliteit van de logiessector te kunnen garanderen, voorziet het decreet in een adequaat controle- en handhavingsbeleid. In het kader van een goede organisatie van het regelgevingsproces, is het vervangen van strafsancties door administratieve sancties een positieve zaak alsook de onmiddellijke stopzetting van onvergunde exploitaties. Deze maatregelen leiden ertoe dat korter op de bal kan worden gespeeld.
Het stemt Open Vld tevreden dat met voorliggend decreet de administratieve vereenvoudiging verder wordt doorgevoerd en dit door de invoering van eenvoudigere procedures en de invoering van een eenloketsysteem. Inzake de praktische uitbouw van dit loketsysteem stellen we voor om samen te werken met het Vlaams Agentschap Ondernemen (VLAO) dat reeds een uniek loket verzorgt voor alle ondernemers uit de sector. Het lijkt ons aangewezen om op zijn minst synergieën te zoeken zodat er geen dubbel werk wordt gedaan.
De sector was vragende partij voor een uniforme regelgeving en pleitte voor het principe dat een vergunning noodzakelijk is vanaf het eerste bed. Open Vld is ervan overtuigd dat de toepassing van dit principe ertoe geleid zou hebben dat nieuwe kleinschalige initiatieven zouden worden gefnuikt.
Het compromisvoorstel, dat naast het vergunningenbeleid in een aanmeldingsplicht voor kleinschalige logiesvormen voorziet, kan wel rekenen op onze goedkeuring. Aan de ene kant wordt de kwaliteit gegarandeerd en aan de andere kant wordt aan kleine ondernemingen toch voldoende zuurstof geboden om op te starten en verder te groeien.
We willen het echter niet onder stoelen of banken steken dat we de norm van de aanmeldingsplicht op twee kamers nog liever verruimd hadden gezien naar drie kamers, zoals ook al door de heer Roegiers werd aangegeven.
Ondanks de noodzakelijke kwaliteitsaanbieding moeten de normen en de regels gericht zijn op het leefbaar houden van elke logiesvorm. We kunnen ons echter niet van de indruk ontdoen dat voorliggend ontwerp van decreet gemaakt is op maat van semiprofessionele en professionele ondernemingen. En hier wringt het decreet wat betreft de stedelijke gastenkamers.
Deze gastenkamers zijn familiale uitbatingen die gedurende enkele maanden per jaar een of meerdere kamers openstellen voor gasten. Het beleid zou hier eventueel op kunnen inspelen en voorzien in uitzonderingsmaatregelen, die misschien van korte duur kunnen zijn en voor speciale evenementen kunnen gelden, zoals de inrichting van een wereldtentoonstelling. Dat zijn zaken die een impact kunnen hebben op het reguliere logiesgedrag.
De voorwaarden waaraan de vergunningsplichtige en de aangemelde logies moeten voldoen, zijn identiek. In de eerste plaats meende Open Vld dat het voor de aangemelde gastenkamers een hele administratieve rompslomp zou zijn om alle formulieren aan te vragen inzake ruimtelijke ordening, brandveiligheid, hygiëne en onderhoud enzovoort. Op vraag van de meerderheid werd via een amendement dan ook een onderscheid ingevoerd tussen de aangemelde en de vergunde logies, in die zin dat de uitbater van de aangemelde logies op het ogenblik van de aanmelding enkel op erewoord hoeft te verklaren dat hijzelf en zijn logies voldoen aan de betreffende voorwaarden, terwijl de vergunde bedrijven effectief een aantal documenten bij de vergunningsaanvraag moeten indienen. Bovendien zal bij controle van de aangemelde logies Toerisme Vlaanderen de attesten zelf inwinnen bij de bevoegde instanties. Op deze manier wordt de administratieve last voor het meldingsplichtige logies zo beperkt mogelijk gehouden.
Open Vld meent tevens dat voorwaarden gesteld moeten worden in functie van de grootte van het logies en in de eerste plaats denken we aan de brandveiligheid. Het zou niet logisch zijn dat aangemelde logies met één of twee kamers aan dezelfde brandveiligheidsvoorwaarden moet voldoen als de vergunde logies met bijvoorbeeld tien kamers. De normen voor de aangemelde logies zouden zich moeten beperken tot het minimale, weliswaar met aandacht voor de veiligheid van de toeristen. Het installeren van rookdetectoren en een brandblusapparaat zouden dan in feite voldoende moeten zijn. Ook de SERV sluit in zijn advies aan bij deze stelling.
Als we het verslag van de bespreking in commissie erop nalezen, blijkt het nog niet echt duidelijk. In het antwoord op vragen tijdens de bespreking van dit ontwerp in commissie, stelde de minister dat een vergunde onderneming niet aan zwaardere criteria moet voldoen dan een aangemelde, terwijl hij in een andere repliek dan weer stelde dat het echter evident is dat de veiligheidsnormen verschillen naargelang de logiesvorm en de logiesgrootte. Wij vragen dan ook om bij de opstelling van de uitvoeringsbesluiten hierover toch nog eens goed te reflecteren. Het dubbeloverleg met de meerderheidspartijen en de sector, zoals beloofd door de minister, kan het gestelde probleem helpen uitklaren.
Kwaliteit en veiligheid moeten geboden worden, maar het kan ook niet zijn dat hierdoor een groot aandeel van de stedelijke gastenkamers zou verdwijnen. Het effect van dit decreet is moeilijk in te schatten, temeer omdat er geen nulmeting is gebeurd. Daar willen wij vooralsnog voor pleiten. Dat zal ook de evaluatie vergemakkelijken.
Dat de aangemelde logies zowel worden opgenomen in een register als bekendgemaakt worden via de website van Toerisme Vlaanderen, vinden wij heel positief. Voldoende informatie bieden aan zowel de sector als de consument is belangrijk. Het komt er bovendien op aan de sector te motiveren. Zo zou het goed zijn dat de logies met een of twee kamers gaan voor een vergunning in plaats van een aanmelding. Als toemaatje krijgen ze een sterrenclassificatie en worden ze meegenomen in de promotie door Toerisme Vlaanderen.
Het is nodig dit even te verduidelijken, mevrouw Demeulenaere. Ik denk niet dat er een tegenstrijdigheid is tussen enerzijds zeggen dat de aangemelde en de vergunde logies aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen en anderzijds zeggen dat er zal worden gedifferentieerd. Men kan ook een vergunning vragen voor één gastenkamer. De heer Bart Martens heeft in de commissie gezegd dat hij hoopt dat ook zij die alleen maar aanmeldingsplichtig zijn, zich zo veel mogelijk laten vergunnen. Men moet aan dezelfde voorwaarden voldoen, vergund of aangemeld. Ik heb gezegd dat er een onderscheid zal worden gemaakt naargelang de categorieën en binnen de categorieën naargelang de grootte en dergelijke meer. Dat is absoluut niet tegenstrijdig.
Toen wij het verslag erop nalazen, vonden wij het wel wat verwarrend. Ik ben blij dat u het nog eens herhaalt.
De sterrenclassificatie moet zeer doordacht en met hulp van de sector gebeuren. Het feit dat momenteel het Departement Internationaal Vlaanderen een benchmark uitvoert in een vijftal Europese landen ter voorbereiding van de classificatiesystemen, kunnen we ten volle steunen. Een minimale afstemming met onze Benelux-partnerlanden lijkt ons echter opportuun, willen wij ook in de toekomst strijden met gelijke wapens.
Als laatste puntje van mijn betoog wil ik het nog hebben over de premies. Het is voor ons enigszins teleurstellend dat de premies enkel gelden voor de toegankelijkheid terwijl toch duidelijk in artikel 25 van het ontwerp sprake is van voorwaarden tot toekenning of weigering van premies voor het moderniseren en uitbreiden van het bestaand toeristisch logies en het bouwen of aanleggen van nieuw toeristisch logies. Ondanks de aandacht voor de kwaliteitszorg in het gevoerde beleid is het opvallend dat, in tegenstelling tot het buitenland, in Vlaanderen geen nieuwe hotels meer worden gebouwd noch oudere hotels worden gerenoveerd. Het is belangrijk dat de hotelsector op korte termijn wordt opgewaardeerd, willen wij in Vlaanderen nog heel wat buitenlandse toeristen aantrekken in de toekomst.
De heer Van Nieuwenhuysen zal in de plaats van de heer Sintobin het woord voeren.
Mevrouw de voorzitter, ik heb in de commissie al eens moeten invallen voor de heer Sintobin. Vandaag gebeurt dat spijtig genoeg onverwacht opnieuw.
Mijnheer de minister, collega's, onze fractie is tevreden dat dit lang verwachte ontwerp van decreet betreffende het toeristische logies eindelijk in de plenaire vergadering is geraakt en wordt besproken en, als ik het goed kan inschatten, ook unaniem zal worden goedgekeurd. De aanleiding en de doelstellingen van dit ontwerp van decreet kunnen wij perfect onderschrijven. Tot op heden waren niet alle logiesvormen onderhevig aan regelgeving, wat leidde tot concurrentievervalsing en waardoor voor sommige logiesvormen nog altijd geen kwaliteitsgarantie kon worden geboden. De basisdoelstelling van het ontwerp van logiesdecreet komt daaraan tegemoet, vooral in het garanderen van kwaliteit voor de volledige Vlaamse toeristische logiessector, met duidelijkheid voor de consument inzake geloofwaardigheid van de bestemming, kwaliteitszekerheid en comfortnormen. Dat is een goede zaak. Het is daarbij ook de bedoeling een overzichtelijk en onderscheidend beeld te geven van de volledige toeristische logiessector. Dit ontwerp van decreet moet de sector eerlijke concurrentie en hoge kwaliteit garanderen.
De voorbereiding van dit ontwerp van decreet heeft wel wat tijd in beslag genomen en de bespreking in de commissie is grondig gebeurd, waarbij ook aan de sector de kans werd geboden om tijdens een hoorzitting haar visie op dit ontwerp van decreet te geven. Het is een interessante hoorzitting geweest. Mijnheer de minister, het is duidelijk dat de Vlaamse logiesaanbieders gebaat zijn bij dit nieuwe ontwerp van decreet en nieuwe overkoepelende regels. Door algemene overkoepelende kwaliteitsvoorwaarden zullen alle logiesaanbieders gelijk worden behandeld. Uit de hoorzitting, maar ook uit de contacten die een aantal parlementsleden onlangs nog hebben gehad met de Federatie van de Toeristische Industrie (FTI), is duidelijk gebleken dat de sector zelf vragende partij was voor een uniforme regelgeving, wat de draagkracht voor dit ontwerp van decreet alleen maar kan verhogen.
Ook de betrokkenheid van de sector zelf bij de voorbereiding van dit ontwerp kunnen we alleen maar bevestigen. Het is hier al aan bod gekomen: tijdens de hoorzitting is er wel wat kritiek geweest van de sector van de gastenkamers. Dat blijft toch wel een heikel punt.
Onze fractie vindt dit een vrij goed ontwerp van decreet en zal het deze namiddag goedkeuren. Mijnheer de minister, ik wil echter toch nog uw aandacht vragen voor enkele opmerkingen en bedenkingen vanuit de sector zelf. Zo dringt de sector erop aan dat de nieuwe regels en aanvraagprocedures eenvoudig en transparant zouden worden gehouden. Ook moet er zo snel mogelijk werk worden gemaakt van de uitvoeringsbesluiten. Ik ga ervan uit dat dat ook de bedoeling is. Ten slotte vreest de sector toch wel dat er te weinig middelen en mensen voorhanden zijn om een correct handhavingsbeleid te voeren. Misschien kunt u haar straks ter zake nog geruststellen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil eerst alle leden van alle partijen danken, ook voor hun positieve benadering. Ik dank ook de oppositie, in het bijzonder de heer Van Nieuwenhuysen, die opnieuw, net als in de commissie, onder moeilijke omstandigheden moet invallen. Ik hoop dat het beter gaat met de heer Sintobin. Ik dank u voor uw betoog.
Er is al op gewezen: het ontwerp heeft misschien een wat trage start gekend. Het was eigenlijk een zaak van de juiste mankracht. Ik stond erop dat we niet tot een uitbesteding zouden overgaan, dat we dit met onze eigen ambtenaren zouden doen. Dat is ook gelukt. Zij hebben die zaak in handen genomen. Ze zijn hier ook aanwezig. Ze hebben dat schitterend gedaan. Dit is een technisch-juridisch goed ontwerp van decreet.
Ik schets even de hoofdlijnen. Op de eerste plaats gaat het over een revolutionaire benadering, in die zin dat alle logiesvormen onder dit decreet zullen vallen, wat tot nu toe natuurlijk niet het geval was. We hadden alleen een reglementering voor de hotelsector en voor de kampeersector, maar alle andere logiesvormen waren niet gereglementeerd. Er was terecht veel vraag van de sector om dat wel te doen.
We generaliseren. We maken generieke normen. Dat leidt automatisch tot een vereenvoudiging. We gaan die ook doortrekken in de uitvoeringsbesluiten. Dat is evident. De lasten worden ook afgeschaft. De 370.000 euro die de sector moest ophoesten, valt ook weg.
We zetten sterk in op kwaliteit. De kwaliteit van de sector is het sleutelbegrip van het beleid. De privésector heeft er alle belang bij dat we kwaliteitsvol zijn in de concurrentie die er bestaat. Internationaal hebben we nu een handicap, omdat de classificaties niet zijn aangepast. Dat geldt ook voor onze hotels en kampeerbedrijven. Soms zijn de classificaties te veel gericht op kwantiteit. Er wordt opgeteld en gekeken wat er is, in plaats van dat we ons richten op de kwaliteit en af en toe ook differentiëren. In dat opzicht valt het op dat bijvoorbeeld de Confederatie van Immobiliënberoepen heel moedig is door te stellen vragende partij te zijn om mee te doen aan dit decreet. Die heel brede sector aan de kust, met 25.000 vakantiewoningen en appartementen, krijgt de kans om mee te doen. Die mensen moeten zich alleen maar aanmelden wanneer ze zich op de markt begeven. De confederatie hoopt dat heel wat van die aanbieders ook een vergunning zullen aanvragen, wat ertoe zal leiden dat ze mee in de promotie worden opgenomen.
Ik kom tot de volgende hoofdlijn. Het consumentenvertrouwen is heel belangrijk. Mensen die boeken, willen een kwalificatienorm die beantwoordt aan de realiteit. Ze gaan naar een kampeerbedrijf of een hotel met een bepaald aantal sterren, naar een gastenverblijf waaraan een kwalificatie is verbonden. Ze hebben een verwachtingspatroon, betalen een prijs die daarmee overeenstemt en hebben zekerheid ter zake. Dat geldt vooral omdat er steeds meer via het internet wordt geboekt, en niet na een plaatsbezoek en dergelijke. Zeker internationaal hebben we daar echt behoefte aan. We verliezen marktaandeel omdat buitenlanders niet komen, omdat ze geen zekerheid hebben over die kwalificaties. Met ons huidige systeem zijn een aantal van onze uitmuntende kampeerbedrijven bijvoorbeeld veel te laag gekwalificeerd, terwijl ze in internationale gidsen normaliter hoger scoren.
We gaan dit koppelen aan een efficiënte promotie. Wie de norm haalt, zal worden opgenomen in de binnen- en buitenlandse promotie en zal daar de vruchten van plukken.
Een laatste punt is de betere handhaving. We stappen over van strafsancties op een administratieve sanctie. De inspecteurs moeten oplossingsgericht werken in plaats van repressief. Ze moeten samen met de uitbaters zoeken naar een oplossing. De handhaving zal wel efficiënter en eenvoudiger worden.
Enkele sprekers uitten hun zorgen in verband met de gastenkamers. Die uitbaters hebben een dubbel signaal gegeven. Eerst wilden ze intreden en waren ze tevreden, daarna wilden ze dat de norm werd aangepast. Ik geloof in het compromis. We hebben een goede 700 gastenverblijven. Het overgrote deel daarvan baat slechts één of twee kamers uit, en zal dus niet vergunningsplichtig zijn.
Ik ben het eens met de heer Martens, die in de commissie de hoop heeft uitgedrukt dat ook degenen die geen vergunning nodig hebben en zich niet moeten aanmelden, zo veel mogelijk een vergunning zullen vragen. Dan kunnen ze mee worden opgenomen in de promotie en een kwaliteitslabel halen. Die labels zijn enorm belangrijk in de sector. Gisteren heb ik nog het A+-label inzake toegankelijkheid mogen overhandigen aan een plattelandsgastenverblijf. Dit wordt steeds meer een manier om klanten te werven en aan promotie te doen: tonen dat men een bepaalde klasse haalt. Dat is een van de onderliggende zaken bij dit ontwerp van decreet.
Voor de uitvoeringsbesluiten verwijs ik naar mijn woorden in de commissie. Er zal gedifferentieerd worden gewerkt. We werken aan de uitvoeringsbesluiten inzake veiligheid, comfort en exploitatievoorwaarden. We zitten goed op schema. We zijn in overleg met de sector. We gaan het andere overleg zoals afgesproken evenzeer organiseren om met de definitieve besluiten eind dit jaar klaar te zijn. Die moeten toelaten het hele systeem in werking te zetten. Het is aan Toerisme Vlaanderen om de nodige krachten in te zetten om het ontwerp van decreet uit te voeren en te handhaven.
Mijnheer de minister, hoe zit het met de afstemming op de Benelux-landen inzake de classificatie? Plant u op dat punt overleg? Ik zou niet willen dat onze hotels strenger worden beoordeeld dan de Nederlandse bijvoorbeeld, en dat ze daardoor een lagere sterrenclassificatie krijgen. Dat zou een vertekend beeld geven aan de buitenlandse toerist, waardoor onze hotels te maken krijgen met een vorm van oneerlijke concurrentie. Een afstemming, of minstens overleg, met die landen lijkt me aangewezen.
We hebben het daar vroeger al over gehad. Dat is tot nu toe jammer genoeg niet gelukt. In de eerste plaats omdat Nederland voor zijn eigen normen ging. Er is geen Benelux-classificatie, net zoals er geen Europese is. We gaan natuurlijk zorgen dat onze sector niet benadeeld wordt. Uw zorg is de mijne. De normen mogen onze sector niet in een nadelige concurrentiepositie brengen. Integendeel, het is precies de bedoeling dat ze een betere concurrentiepositie gaan bekleden. Het huidige gebrek aan normen benadeelt onze sector. We gaan voor een verantwoordelijke sector, die gaat voor kwaliteit en die we zo goed mogelijk kunnen promoten.
De heer Verstreken heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil graag ook verwijzen naar de debatten in de commissie hierover. We zijn tevreden. Dit is natuurlijk een compromistekst, maar het is een degelijke tekst. Het is goed voor de sector dat er goede afspraken worden gemaakt om kwaliteit te kunnen leveren aan de toeristen en de klanten zodat die weten wat ze krijgen voor hun geld.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter: Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2007-08, nr. 1547/4).
De artikelen 1 tot en met 32 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.