Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mevrouw de minister, innovatie is een heel belangrijk item. U zegt altijd dat uw grote drie woorden 'ondernemen, innoveren en internationaliseren' zijn. Dat is een terechte samenvatting van wat Vlaanderen in een goed beleid op economisch vlak moet doen.
We hebben in het verleden al heel wat gedebatteerd over innovatie en kmo's. Het is een moeilijke oefening om kmo's volop te betrekken bij innovatie. Er zijn verschillende instrumenten. We hebben het IWT, dat het hele kader van innovatie bestrijkt. We hebben ook de innovatievoucher, een heel klein fragment dat past in een Interreg-project dat ten einde is gelopen. Ten slotte hebben we ook BEA, waar naast de opleidings- en adviespijler ook een kennispijler zit.
Als we die zaken even overlopen - ik laat IWT nu even vallen - hebben we dus om te beginnen de innovatievoucher. Dat was een goed, niet al te groot project met Europese subsidies dat ook een positieve evaluatie heeft gekregen. De vraag is nu of u dat gaat verlengen. U hebt enkele maanden geleden in de commissie geantwoord dat dat zou worden bekeken en dat het eventueel kon worden verlengd in een nieuw Interreg-project. Dat zou dan nummer IV worden.
Daarnaast hebben we ook het BEA-element. Over BEA hebben we de voorbije weken nog gediscussieerd. We moeten jammer genoeg zeggen dat dat niet zo'n groot succes kent. Vorig jaar werd amper 9 miljoen van de voorziene 45 miljoen euro besteed. Dat is amper 20 percent. Er hebben ook al evaluaties plaatsgevonden. Daarbij hebt u aanpassingen aangekondigd. Vier maanden geleden hebt u gezegd dat het besluit dienaangaande klaar ligt. We vragen ons dan ook af of dit er nog voor het reces zal aankomen.
In die discussie is ook de vraag gesteld of men het complexe verhaal van BEA niet kan vervangen door een eenvoudige innovatievoucher. U hebt toen gezegd dat u een sobere minister wilt zijn en dat u geen nieuwe zaken zou opstarten. Ik kan dat begrijpen. Aan het einde van de legislatuur moeten we ons richten op een optimalisering van de huidige instrumenten. Het zou om die reden niet optimaal zijn om nu met een nieuw instrument te komen.
Ik was dan ook verwonderd een paar dagen geleden in de krant te lezen dat Vlaanderen toch overwoog om met innovatievouchers te starten.
Mevrouw de minister, kunt u wat meer uitleg geven over die nieuwe Vlaamse innovatievouchers? Gaat het gewoon om het verlenen van een beperkt instrument van Interreg III? Of is het een ietwat ambitieuzer project? De volgende vraag gaat over het besluit ter herleving van BEA. Komt dat er nu toch voor het reces? Het is ondertussen al sinds februari aangekondigd. We zouden er graag uitsluitsel over hebben. We willen u absoluut aanmoedigen om daar nog voor het reces werk van te maken.
Minister Ceysens heeft het woord.
Mijnheer Van den Heuvel, u hebt ongetwijfeld gezien dat die uitspraken gedaan werden door een van de ambtenaren naar aanleiding van de studiedag in Nederland. Wat de man precies bedoeld heeft en waar hij het haalt, daar kan ik niet op antwoorden. Het is ook moeilijk als men me ondervraagt over iets wat een ambtenaar op een studiedag in Nederland zou hebben gezegd. Ik wil u wel minstens een stuk van de visie geven over hoe wij kijken naar innovatie bij kmo's.
U weet dat het een belangrijke beleidsdoelstelling is om te zorgen dat het innovatiepotentieel van onze kmo's omhoog gaat. We denken dat daar ook nog ruimte voor is. Vandaag zit innovatie vaak bij de grote bedrijven. Als we erin slagen het innovatiepotentieel van kmo's te verhogen, dan zijn we op weg om de 3 percentnorm voor een deel in te vullen. Vandaag wordt die nog niet gehaald.
Een van de belangrijke conclusies van het rapport-Soete was dat als we kmo's willen bereiken, wat vandaag onvoldoende het geval is, we alles op alles moeten zetten op het eenvoudig aanbieden van een eenvoudig pallet, dat ook voor kmo's hanteerbaar is. Een van de grote redenen waarom kmo's te weinig innoveren, is toch wel de complexiteit van het hele overheidsgebeuren. Die complexiteit schrikt hun af. Vandaar dat vereenvoudiging en soberheid centraal staan.
We werken daaraan op twee manieren. Voor onze kmo's is het cruciaal dat we de overheidsagentschappen vereenvoudigen omdat ze, samen met de ondernemingsorganisaties en de middenveldorganisaties, een cruciale rol spelen om dat instrumentarium ook bij de kmo's te brengen. Het vereenvoudigen van de agentschappen heeft ook als doel om het innovatiepotentieel van de kmo te verhogen. U weet dat we werk maken van de fusie van het Agentschap Economie met het Vlaams Agentschap Ondernemen.
Naast het vereenvoudigen binnen de agentschappen moeten we ook vereenvoudigen in de huidige productenportefeuille. Ik heb - voornamelijk - aan het IWT gevraagd om een vereenvoudigingsvoorstel uit te werken, dat hanteerbaar wordt voor onze kmo's. Het is in het kader van die vereenvoudigingsoefening dat de innovatievouchers opduiken.
In december 2000 is de Vlaamse Regering via het IWT gestart met een specifiek kmo-programma ter stimulering van innovatie. Sindsdien zijn er 2200 aanvragen geweest. Ze waren ook succesvol. In 2007 was dat goed voor een budget van 18 miljoen euro.
Wat u wel moet weten, is dat over de jaren heen zes verschillende steuntypes van innovatie voor kmo's ontwikkeld zijn. Daarnaast, als zevende type, werd ook het systeem van de grondige technologische adviezen (GTA's) ingevoerd. Dat is te veel van het goede.
Daarom hebben we de opdracht gegeven de innovatie-instrumenten voor kmo's te vereenvoudigen en tot een fractie van zeven te herleiden. Zoals ik al in de commissie heb verklaard, maken we die oefening samen met het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door wetenschap en technologie in Vlaanderen (IWT-Vlaanderen), waar zich het gros van het instrumentarium bevindt, met het Agentschap Economie, waar zich het Budget voor Economisch Advies (BEA) bevindt, en met de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV). De innovatiemaatregelen voor kmo's moeten vanuit het IWT verder op en in de hervorming van het BEA worden afgestemd en geïntegreerd. We denken hierbij ook aan het Vlaams Innovatiefonds (VINOF), dat achtergestelde leningen verschaft.
Ik begrijp dat sommige mensen dat willen, maar het lijkt me niet raadzaam in deze fase al te stellen waar we na de vereenvoudigingsoefening zullen landen. Vanuit het oogpunt van de ondernemers zou dat een slecht signaal zijn. We kunnen enkel ferm communiceren over de vereenvoudiging eenmaal het beperkte aantal nieuwe, geïntegreerde producten effectief klaar zal zijn. Indien we hier niet op wachten, zullen we sowieso weer vervangingen krijgen en vragen moeten beantwoorden. Momenteel lopen immers, naast het BEA en de leningen van het VINOF, nog zeven maatregelen.
De agentschappen krijgen vorm op 1 januari 2009. Het is absoluut onze intentie de vereenvoudigde instrumenten tegen diezelfde datum operationeel te krijgen. Om die deadline te halen, is het noodzakelijk dat ik de Vlaamse Regering een conceptnota voorleg. Zoals ik in de commissie heb verklaard, blijven we op koers. Een vereenvoudigingsoefening, waarbij het aantal instrumenten wordt herleid en op het BEA, waar de kennis zit, en op het VINOF, dat door middel van achtergestelde leningen voor innovatie zorgt, is een hele klus. Indien we die klus op minder dan zes maanden kunnen klaren, zullen we zeer goed werk hebben geleverd.
Ik dank de minister voor het antwoord. Het is een goede zaak dat de Vlaamse Regering over een vereenvoudiging nadenkt. Uit alle enquêtes die we hebben gezien, blijkt dat er een groot probleem is. Wanneer ze met een panoplie van subsidiemogelijkheden worden geconfronteerd, haken de ondernemers af. Ze zien door de bomen het bos niet meer. Het gaat hier dan ook om een goede beleidslijn. Ik moedig de minister aan hier werk van te maken en de deadline te halen. Het zou prima zijn hiermee op 1 januari 2009 van start te kunnen gaan.
Ik heb nog een vraagje over het BEA. Maakt het nieuwe besluit deel uit van deze oefening of gaat het om een voorafname op het geheel? Dit zal immers tijdens de komende maanden worden uitgewerkt.
Ja. Het zal zelfs geen maanden meer duren.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik snap dat de timing van bepaalde uitspraken niet altijd even gelukkig is. De uitspraken laten aan duidelijkheid nochtans niets te wensen over. Volgens Het Belang van Limburg heeft het succes van het project de Vlaamse overheid geïnspireerd. Ik citeer: "Waarschijnlijk zal de Vlaamse Regering nog voor de politieke vakantie groen licht geven voor een gelijkaardige Vlaamse formule". Dit zijn volgens mij zeer duidelijke uitspraken. Is de minister het met deze uitspraken eens of wil ze die weerleggen? Indien de minister het hier niet mee eens is, vraag ik me af hoe dergelijke uitspraken het levenslicht kunnen zien.
Op zich hoop ik dat de vereenvoudiging van het instrumentarium een goede zaak zal zijn. Het is logisch dat het BEA, ten gevolge van het duidelijk gebrek aan succes, in het vizier komt. De minister zou ons enig inzicht in de gehanteerde techniek moeten verschaffen. Mij lijkt dat nuttig. Het BEA is immers ontstaan uit de wens een alternatief op een aantal zeer fraudegevoelig gebleken opleidingscheques te formuleren. Een voucher is geen cheque. De bekommernis om een sluitend systeem, dat alle vormen van fraude uitsluit, lijkt me echter een absolute bekommernis. We willen advies verstrekken, wat de doorstroming van bestaande kennis inhoudt. We willen tevens innovatie stimuleren, wat de ontwikkeling van nieuwe kennis inhoudt. Beide moeten goed op elkaar worden afgestemd. We moeten beletten dat we dubbele subsidiëringen in de hand werken. Dat zou misschien ook fraude kunnen zijn.
Mevrouw de minister, ik hoop dat met die bekommernissen rekening wordt gehouden in de oefening die u maakt.
Ik heb het artikel ook gelezen. Iemand van VLAO heeft op een studiedag in Nederland gesproken over het beperkte experiment binnen Interreg met innovatievouchers. De oefening die we maken, doen we met IWT, het Agentschap Economie en PMV. Innovatievouchers worden blijkbaar gemakkelijk in de mond genomen. Ik zou de man in kwestie moeten zien om het te hebben over wat hij heeft gezegd op de studiedag. Interreg is afgerond. Dat experiment was blijkbaar erg succesvol. Het lijkt me veel belangrijker dat we vanuit het beleid kijken hoe we maximaal innovatie bij de kmo's krijgen. De conceptnota wordt voorbereid en gaat nog voor het reces naar de Vlaamse Regering. Als ze is goedgekeurd, ben ik bereid om ze in de commissie toe te lichten. Dan kunnen we het over alle bewakingen hebben. We moeten snel gaan en een eenvoudig iets hebben. U legt de klemtoon op veiligheid en fraudegevoeligheid. We nemen dat allemaal mee. Dat komt in een conceptnota. Van zodra die door de Vlaamse Regering is goedgekeurd, zal ik ze in de commissie komen toelichten. We kunnen dan een debat houden over de systematiek en de soorten waarvoor is gekozen.
Komt het instrument van innovatievoucher nog in aanmerking?
Inzake de Interreg-innovatievoucher is het uitkijken of er opnieuw een project wordt ingediend. Ik wil mij er enkel toe verbinden dat we in de nieuwe instrumenten van zeven naar een pak minder gaan. Vraag me niet hoe ze zullen heten. We willen eerst zeker zijn dat het haalbaar is, dat het eenvoudig is en dat de fraudegevoeligheid wordt bewaakt. Over de naam kan ik nog niets zeggen.
Het incident is gesloten.