Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de toepassing van het decreet Medisch Verantwoord Sporten in de zaak-Boonen
Verslag
De heer Schoofs heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in zowat alle media werden we geconfronteerd met een bericht dat ons toch wel met verstomming sloeg. Ik heb het dan over de positieve dopingcontrole van wielerheld Tom Boonen. Het ging om een controle buiten competitie. Voor alle duidelijkheid voeg ik eraan toe dat ze werd uitgevoerd door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap in toepassing op het decreet betreffende het medisch verantwoord sporten.
Het is natuurlijk duidelijk dat een sanctie hier niet van toepassing is, aangezien het om het gebruik van verboden middelen buiten competitie betreft en de controle buiten competitie gebeurd is.
Ik stel me onmiddellijk de vraag waarom deze controle is verricht. Waarom wordt tijdens dergelijke controles naar het gebruik van dergelijke verboden producten gepeild? Ik denk dat deze vraag op de tong van iedere rechtschapen Vlaming ligt. Ik zou dan ook graag een woordje uitleg van de minister krijgen.
De heer Sauwens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, volgens een persmededeling van de diensten van de minister is tijdens een controle buiten competitieverband vastgesteld dat de heer Boonen cocaïne heeft gebruikt. Kunt u dit bevestigen, of kan een tegenexpertise deze resultaten eventueel nog in vraag stellen?
Volgens de persmededeling betreft het hier geen overtreding van het Vlaams decreet betreffende het medisch verantwoord sporten. Betekent dit dat er met betrekking tot de competitie en het sportieve aspect geen gevolgen voor de betrokken wielrenner zijn? Sommige mensen beweren immers dat dit nog niet zeker is. Hoe reageert de Koninklijke Belgische Wielerbond? Hoe reageert de Union Cycliste Internationale (UCI)? Hoe reageren de internationale sportrechtbanken, zoals het World Anti-Doping Agency (WADA)?
Kunnen de organisatoren van wielerwedstrijden renners op basis van deze vaststelling weigeren?
Waarom is cocaïnegebruik wel strafbaar tijdens de competitie en niet strafbaar buiten de competitie?
In uitvoering van het protocol tussen de parketten-generaal en het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 21 november 2000, dat destijds ook door de minister van Sport en de minister van Justitie werd ondertekend, worden processen-verbaal wederzijds overgemaakt. Dit betekent dat de controleartsen al hun pv's aan het parket-generaal overmaken en dat de FOD Justitie alle pv's waar sporters bij betrokken zijn aan de Vlaamse administratie bezorgt. Hoe en wanneer is dit met betrekking tot dit geval gebeurd?
Naast het juridische en het competitiegerichte aspect, wil ik hier nog een andere zorg uiten. Ik weet dat de minister heel zwaar aan de problematiek van het ethisch verantwoord sporten tilt. Hij heeft in dit verband een ontwerp van decreet aangekondigd. De Panathlonverklaring is belangrijk. Het gaat niet enkel om de voorbeeldfunctie van de sporter, het gaat er tevens om dat de sporter hoge ethische normen moet uitdragen. Dit debat draait meer om de sensibilisering dan om de wetgeving. Hoe oordeelt de minister over een van onze absolute kampioenen, een sporter waar ik zelf hevig supporter van ben: geeft hij als rolmodel momenteel niet de verkeerde signalen?
Ik wil dit laatste even verduidelijken. In bepaalde kringen wordt getracht het gebeurde te vergoelijken. Wie Wikipedia naleest, zal merken dat de heer Boonen in het rijtje van de heer Maradona en anderen is opgenomen. De heer Maradona is in feite een vergane glorie. Dat is een zielig verhaal. Dat geldt voor de heer Boonen duidelijk niet. Hij heeft miljoenen en miljoenen supporters in ons eigen land en daarbuiten. Toch staat hij daar vermeld. Bepaalde media stellen in dit verband vragen. Ik citeer: 'Tom Boonen heeft zich eens goed laten gaan en cocaïne gesnoven, zoals zoveel andere jonge mensen dat doen. Zij worden niet gekapitteld. Maar goed ook, veelal komt het goed met deze jonge mensen. Waarom zouden wij strenger zijn voor Tom Boonen? Omdat hij een bekende Vlaming is?' Deze retorische vraag komt uit het editoriaal dat vandaag in een krant is verschenen.
Mijn antwoord is duidelijk: de heer Boonen moet voorzichtiger zijn. Het banaliseren van cocaïnegebruik kan enorme maatschappelijke effecten hebben. Velen doen alsof het maar iets onbelangrijks is. Ik heb vandaag contact opgenomen met de hulpverleningsdiensten in mijn provincie. Steeds meer mensen melden zich als cocaïnegebruiker bij de hulpverleningsdiensten aan. Het is geweten dat het gebruik van deze drug, die een euforisch gevoel teweegbrengt, tot zeer agressieve buien kan leiden. Na langer gebruik kan dit tot zeer zware depressies leiden.
Wat de criminele sfeer betreft, zal ik niet in detail treden. Dit kan immers niet in dit korte tijdsbestek. De politiediensten stellen vast dat het toenemend cocaïnegebruik in onze samenleving een zeer groot probleem vormt.
Dit heeft niet enkel met sport te maken - ik zou er eigenlijk de minister van Welzijn bij moeten betrekken. Het banaliseren van het gebruik van deze drug door een van onze topsporters is wel een probleem.
Zelfs indien er op sportief en juridisch vlak niets aan de hand zou zijn, is het de vraag of dit kan. Ik ben voorzitter van de politiezone aan de grens, vlakbij Maastricht. Het Nederlandse gedoogbeleid richt werkelijk ravages aan, ook bij ons. Als overheid moeten we een duidelijk en radicaal signaal geven dat dit niet kan.
Minister Anciaux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, er is inderdaad een dopingcontrole uitgevoerd door de diensten van de Vlaamse Gemeenschap op 26 mei jongstleden. Uit het onderzoek van het door het WADA geaccrediteerd controle laboratorium in Gent bleek dat het gaat over een negatieve dopinganalyse. Er is dus geen dopinggebruik vastgesteld, de analyse is negatief. Indien ze positief was geweest, dan zou er onmiddellijk een procedure zijn opgestart in het kader van het tuchtrecht en in het kader van ons decreet Medisch Verantwoord Sporten.
Er is dus op geen enkele wijze een substantie gedetecteerd die voorkomt op de dopinglijst die gehanteerd moet worden en door het WADA is voorgeschreven voor controles buiten wedstrijdverband. In een confidentieel addendum bij het verslag van de analyse is door het laboratorium aan mijn diensten overgemaakt dat het staal inderdaad een metaboliet van cocaïne bevatte. De procedure is in een protocol tussen het parket en de Vlaamse Gemeenschap afgesproken. Dat protocol dateert van november 2000. Indien het gaat om een verboden product dat onder de drugswet valt, is er een onmiddellijke kennisgeving aan het parket. We hebben dat ook gedaan. Het parket is geïnformeerd. Door het parket-generaal gebeurt er een kennisgeving aan het parket in Turnhout. Daarna wordt er een onderzoeksrechter aangesteld, en op dat moment was het ook bekend in de media.
Dat zijn de feiten, en die zijn voor mij als minister van Sport vrij duidelijk. Er is geen positieve dopinganalyse geweest. Voor mij is het ook heel duidelijk dat er bijgevolg door wie dan ook geen sportieve gevolgen aan kunnen worden verbonden. Het WADA heeft de dopinglijst opgemaakt. Die lijst bevat geen cocaïne als het gaat over controles buiten wedstrijdverband. Bijgevolg kan het WADA zich daar niet op beroepen. Er zijn wat het sportieve gedeelte betreft - het tuchtrechterlijke gedeelte - geen gevolgen. Is dit definitief? Er is vanzelfsprekend geen beroep mogelijk omdat er geen procedure in gang is gezet. De rest is een aangelegenheid van het parket, die strikt genomen niets met mij te maken heeft, noch met mijn diensten, noch met onze procedure in het kader van het tuchtrecht.
Waarom stelt de heer Schoofs de vraag of er controle wordt uitgeoefend? Dat is heel eenvoudig. We oefenen controle uit op een aantal producten die wel op de dopinglijst staan, ook buiten wedstrijdverband. Bij de opsporing van deze producten wordt automatisch controle uitgeoefend op bestanddelen die naar cocaïne verwijzen. Ik kan dat in detail meegeven. Laat ons duidelijk zijn. We speuren cocaïne als dusdanig niet op, we sporen andere producten op. Maar door het opsporen van deze producten kan men wel vaststellen of er al dan niet cocaïne aanwezig is. Dat was het geval. Daarom is de procedure ingezet zoals ik heb gezegd, namelijk dat deze gegevens aan het parket zijn overgemaakt.
Het is duidelijk dat de dopinglijst op dit ogenblik internationaal opgemaakt wordt door het WADA. Deskundigen zijn van oordeel dat het gebruik van cocaïne buiten wedstrijdverband geen invloed heeft op de wedstrijd zelf. De opspoorbaarheid in het bloed loopt tot acht uur voor de wedstrijd. Dat is heel duidelijk. Dat is op dit ogenblik de heersende opinie. Deze opinie werd tot op vandaag door niemand in twijfel getrokken.
Wat is het verband met ethisch verantwoord sporten? Vooreerst is het voor mij heel belangrijk dat er naast medisch verantwoord sporten, ook ethisch verantwoord wordt gesport. Er zijn heel wat zaken die ethisch onverantwoord zijn, maar vandaag beschikken we over geen enkele decretale basis om er iets aan te doen. We hebben daar in het parlement en ook in de commissie al verschillende keren over gepraat. We doen tijdens deze legislatuur nog voorstellen, mogelijks zelfs nog voor de zomer, over ethisch verantwoord sporten.
Zoals we dat hebben afgesproken in de commissie tijdens de vele besprekingen met de parlementsleden, gaan we veeleer uit van een stimuleringsbeleid om te voorkomen dat er onethisch gedrag zou ontstaan, dan van het bestraffen van onethisch gedrag. Het gaat in dit geval over strafrecht, over het vervolgen op basis van de strafwet. Dat valt niet onder wat wij in het decreet ethisch verantwoord sporten zullen noemen, want activiteiten en acties die onder de strafwet vallen, kunnen vanzelfsprekend gestraft worden. Maar daarvoor bestaan onze tuchtsancties niet. We willen juist de scheiding behouden. We willen met ethisch verantwoord sporten precies stimuleren dat er ethisch wordt gehandeld. Daar moeten de entourage, de club, de federatie en zo meer ook verantwoordelijkheid in opnemen.
Wat mijn persoonlijke mening betreft over het rolmodel, en meer bepaald Tom Boonen als voorbeeldfunctie voor heel veel jongeren, daarover heb ik de afgelopen dagen zowat als enige geen commentaar gegeven. Ik ben de mening toegedaan dat er een scheiding moet bestaan tussen het strafrecht en het tuchtrecht. Maar anderzijds moet in beide rechtssystemen, het tuchtrecht zoals in het strafrecht, een procedure worden doorlopen. Daar gelden de privacy en het recht op verdediging. Als minister van Sport moet ik daarover niet al te veel verklaringen afleggen. Het is natuurlijk juist dat onze topsporters een zeer ingrijpende rol spelen als rolmodel, en een voorbeeldfunctie uitoefenen voor heel wat jongeren. Op zijn minst met de topsporters die werknemer zijn van de Vlaamse Gemeenschap zijn er duidelijke afspraken gemaakt, ook wat hun voorbeeldfunctie aangaat.
Ik wil dat dus niet banaliseren. Soms gelden er bij sportlui twee maten en twee gewichten als het over harddrugs of over legale drugs zoals alcohol gaat. We moeten dit ernstig nemen maar niet aan overacting doen. We moeten iemand ook niet publiekelijk veroordelen, daarvoor zijn er andere regels. Ik ben er ook niet voor honderd percent van overtuigd dat het parket in eerste instantie geïnteresseerd is in druggebruik, maar eerder in drughandel en de netwerken daarrond. Maar ik ben het met u eens dat we dit probleem niet mogen banaliseren.
Een sporter heeft inderdaad een voorbeeldfunctie maar iedereen heeft het recht op een faire verdediging. Als je een bekende Vlaming of wereldburger bent, dan is het niet altijd zo gemakkelijk om in alle discretie die verdediging op te bouwen. Ik blijf erbij dat enige terughoudendheid nodig is, maar we mogen het zeker niet banaliseren.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Als zoiets gebeurt en een vader vaststelt dat zijn zoon gebruikt, dan verdient dat een flinke bolwassing. Ik denk dat een vader met die bolwassing meer bereikt dan met eender welke straf. Het gaat hier om een feit dat in de toekomst door WADA zal worden bestraft. Daarom kunt u als minister wel enige commentaar geven. U hebt als eerste reactie inderdaad gezegd dat dit geen commentaar behoefde en dat dit geen gevolgen zou hebben voor Tom Boonen op sportief vlak. Ook u hebt een voorbeeldfunctie, net zoals Tom Boonen een voorbeeldfunctie heeft voor jong sportend Vlaanderen en voor de jeugd in het algemeen. Drugsgebruik is verwerpelijk en dat signaal mag ook worden gegeven door de overheid, los van het feit dat u niet wilt tussenkomen in de procedure en dat u het recht op verdediging van elk individu respecteert. U hebt een signaalfunctie om namens dit halfrond een uitspraak te doen. Het vergoelijken, wat sommigen doen, is niet goed te keuren.
Wat gaat u doen? Wij hebben hier een zeer goede illustratie van de inname van een verboden product - wellicht niet met de bedoeling de competitie te vervalsen -, dat voor onze jeugd geen goed voorbeeld is en dat we niet kunnen tolereren. Wat gaat u de volgende dagen doen? Deze zaak blijft immers actueel. Welke gevolgen zult u eraan koppelen? Want ook WADA gaat dit vanaf 2010, ook buiten competitie, op de strafbare lijst zetten.
Ik denk dat er ook een ethische verklaring is, die minstens even afdoend is als wat u daarnet komt te zeggen. U hebt daarin ook een verantwoordelijkheid. Misschien moeten we ook eens nadenken hoe we topsporters, die onder enorme psychologische druk staan, advies kunnen geven en begeleiden om die druk te dragen en hun topsportcarrière tot een goed einde te brengen.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wil nog zeggen dat Vlaanderen in de loop van de jaren tachtig en negentig een vooruitstrevende rol heeft vervuld wat de dopingbestrijding betreft en absoluut aan de top stond in Europa. De Vlaamse aanpak heeft voor een deel model gestaan voor wat later internationaal, gecoördineerd via het WADA, is gebeurd. Een van de grote voortrekkers was trouwens de Vlaming Jacques Rogge, die dit ook op het internationaal olympisch forum doet en de strijd tegen doping en drugs aangaat.
Ik vind niet dat het feit dat vandaag een van onze kampioenen tegen de lamp loopt een argument mag zijn om hier niet verder in te gaan. De Vlaamse administratie heeft op een correcte manier de controles gedaan. Zij heeft die waar nodig correct gecommuniceerd en heeft geen perslekken georganiseerd. Het is jammer dat door het ministerie van Justitie heel vaak, en er zijn collega's die dat zelf hebben meegemaakt, het recht op verdediging en het recht op geheimhouding van het onderzoek steeds meer onder druk komen te staan.
Mijnheer de minister, u hebt zelf de mediastorm gezien die gisteren en vandaag over Vlaanderen en dit stuk van Europa waait. Dan is het belangrijk - en ik sluit me aan bij de heer Schoofs - dat we duidelijk zeggen dat we de kampioen een nieuwe kans willen geven, maar dat we cocaïnegebruik als dusdanig absoluut afraden en op geen enkele manier, niet sportief, maar ook niet in de rest van Vlaanderen, kunnen dulden.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, niemand is uiteraard schuldig zolang de schuld niet is bewezen, maar alle elementen wijzen erop dat hier wel degelijk sprake is van cocaïnegebruik. Belangrijk in dit geval is natuurlijk dat een figuur als Tom Boonen een sporticoon is in Vlaanderen, naar wie erg wordt opgekeken.
Boonen is een rolmodel. Het is dan ook bijzonder belangrijk om aan te geven dat cocaïnegebruik geen klein misstapje is en dat cocaïnegebruik geen fait divers is dat gebagatelliseerd kan worden.
Het feit dat cocaïnegebruik, ik zeg dat even terzijde, binnen competitie strafbaar is en erbuiten niet, doet alvast de wenkbrauwen fronsen. Mijnheer de minister, u hebt daarnet al aangegeven dat er op andere producten werd getest en dat dat aantoonde dat er cocaïnegebruik was geweest.
Bepaalde commentatoren wijzen erop dat het gerechtvaardigd is om strenger te zijn voor een topatleet als het over drugs gaat. Anderen benadrukken dat we hier zeker niet te licht overheen mogen gaan. Mijnheer de minister, u hebt voor een deel al aangegeven hoe u dit in uw beleid wilt passen.
Maar ik wil er toch sterk de nadruk op leggen dat cocaïnegebruik in Vlaanderen en in West-Europa in de lift zit. Een man als Boonen zorgt er natuurlijk voor dat dit gebruik bijna onschuldig lijkt. Dat is het allerminst. Het is een verwoestende drug, die al erg veel mensen, ook in Vlaanderen, te gronde heeft gericht.
Ook de Vlaamse Regering moet hier, wat onze partij betreft, een duidelijk signaal geven. Dit incident duidt trouwens ook op hiaten in het decreet Medisch Verantwoord Sporten. Daarom zou een initiatief ter zake belangrijk zijn.
Ik merk alleszins dat de heer Schoofs pleit voor een krachtdadige aanpak. Ik ben daar blij om en hoop alvast dat zijn partij hem hierin volgt, want dat was in het verleden allerminst duidelijk.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik denk dat uw antwoord zeer correct is. Wat ons in eerste instantie vooral aanbelangt, is de vraag op welke manier de procedure is verlopen en door de diensten van de Vlaamse Gemeenschap is nageleefd. Ik denk dat dat correct was.
Dat het geval op dit moment niet kan worden geduid als doping, is omwille van de regels zoals ze nu zijn. Wat binnen afzienbare tijd de regelgeving zal zijn, zijn dan de regels.
Er wordt uitvoerig verwezen naar het rolmodel van de persoon in kwestie. Dat is inderdaad zo. Wat me vooral frappeert, is dat, nu Tom Boonen betrapt is met cocaïne, er ineens een sfeer in Vlaanderen wordt gecreëerd. Het is een topman, een bekende Vlaming. Mijnheer Sauwens, u hebt ook aangehaald dat cocaïne een algemeen gebruik is geworden in Vlaanderen. Die sfeer wordt gecreëerd. Degenen die het uitgaansleven wat kennen, weten dat het gebruik van cocaïne in de lift zit. Ik denk dat we wat dat betreft ook onze lessen moeten trekken. Het is dan niet alleen een zaak van de minister van Sport, maar ook van Welzijn. We moeten duidelijk de drugproblematiek veroordelen en aanpakken, niet alleen als het zich bij sportmensen voordoet, maar in het algemeen.
Dat is de les die we zeker moet trekken. In die optiek meen ik dat we wel eens onder de aandacht mogen brengen - het is ook in enkele editorialen naar voren gebracht - dat we misschien te weinig inzetten op drugpreventie in het algemeen. Dat gaat verder dan de problematiek die met Tom Boonen onder de aandacht is gekomen.
Het WADA neemt autonoom de beslissing over de dopinglijst. Wij hebben ons geëngageerd in het decreet om die automatisch over te nemen. Ik ben daar ook vragende partij voor.
In de jaren tachtig en negentig waren we voortrekker in het antidopingbeleid, en we zijn dat vandaag nog altijd en zelfs heel uitdrukkelijk. We zijn het enige land in de wereld dat bezig is om niet alleen de sporter, maar de hele entourage verantwoordelijk te stellen. Dat is minstens even belangrijk. Ik heb het al vaak herhaald: het is vaak de sporter die met alle zonden van Israël beladen wordt, maar degenen die hem hebben gestimuleerd tot dopinggebruik, blijven vaak in de positie waar ze zaten en worden niet geschorst. Daar willen wij paal en perk aan stellen. De verantwoordelijkheid is gedeeld, het is ook een aangelegenheid van federaties, entourages, clubdokters en dergelijke. We zijn daar voortrekker in en zullen dat blijven.
Ik wil graag mijn verantwoordelijkheid opnemen als het gaat over ethisch verantwoord sporten. Ik wil niet mee huilen met de wolven in het bos. In dit parlement is dat ook niet het geval. Het is mijn plicht om te antwoorden op de vragen die mij worden gesteld. Noch het banaliseren, noch het overroepen van dit feit, is juist. We moeten iedereen het recht geven op verdediging. Ik heb daar alle respect voor. Ik wil dat dat op een correcte wijze gebeurt, hoe moeilijk dat ook is.
Anderzijds ben ik ook heel duidelijk: hard gebruik en het stimuleren en propageren van het gebruik van harddrugs is totaal uit den boze. Het propageren van eender welke drug is uit den boze, en dan heb ik het over legale en illegale drugs. Wat de dopingbestrijding betreft, bereiden we twee wijzigingen voor: enerzijds door heel de entourage verantwoordelijk te stellen, en anderzijds door het ethisch verantwoord sporten te stimuleren.
Mevrouw de voorzitter, de vraagstelling is duidelijk en symboliseert wat we allemaal denken, namelijk dat de huidige regels op een correcte wijze door de administratie zijn opgevolgd en dat de zaak nu in handen is van het parket om te zien wat men daarmee doet. Wat dat betreft wil ik geen uitspraken doen. Ik betreur ook dat naar aanleiding van deze zaak men zowel overroept als banaliseert. De zaak moet in zijn juiste proportie geplaatst worden. Iedereen moet daarin zijn verantwoordelijkheid opnemen.
Mijnheer de minister, ik ben blij dat u de grijze zones in de wetgeving in de toekomst eruit wilt halen. U kunt daarvoor op de steun van onze partij rekenen.
Mijnheer Deckmyn, wij hebben altijd een consequente lijn uitgezet in het dopingbeleid in Vlaanderen, samen met de meerderheidspartijen. Als we regelgeving invoeren, doen we dat in internationale context. We wensen niet vooruit te lopen in Vlaanderen met de vlag, zonder dat iemand ons volgt. Het is belangrijk om instanties zoals het WADA te volgen in zijn adviezen. Dat hebben we consequent gedaan, en dat zullen we ook in de toekomst consequent doen. De minister kan getuigen dat dat de visie is van de Vlaamse Regering. Nogmaals: Vlaanderen, dat een stipje betekent op de wereldkaart, moet een dergelijk beleid uitstippelen in internationale context.
Ik hoop dat Tom Boonen, als deze periode eenmaal voorbij is, zich kan herpakken, niet alleen omdat hij ons al schitterende overwinningen heeft bezorgd en nog zal kunnen bezorgen, maar ook omdat hij eigenlijk een heel toffe kerel is, die geen drugs nodig heeft.
Het incident is gesloten.