Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer van den Abeelen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister, collega's, u hebt allemaal via de pers kunnen vernemen dat zeven ambtenaren van onze Oost-Vlaamse administratie veroordeeld werden - zij het met opschorting van straf - wegens het illegaal storten van afval. In hun verweer voerden zij aan dat ze dat gedaan hebben op basis van een gedoogbeleid van de Vlaamse Afvalmaatschappij, en dat dit was om de stromen beter te kunnen controleren. Begrijpe wie begrijpen kan, maar dat was hun officiële uitleg. Zij hebben echter verzuimd om te controleren of dat afval in een later stadium ook zou worden afgevoerd.
Het vreemde in het vonnis van de correctionele rechtbank van Gent, mevrouw de minister, is dat men een verpletterende verantwoordelijkheid toeschrijft aan het Vlaamse Gewest en aan de Vlaamse Gemeenschap. Men wijst het Vlaamse Gewest zelfs aan als de grote schuldige. U was toen nog geen minister, dus u hoeft zich niet persoonlijk aangesproken te voelen.
Uw voorganger bij Openbare Werken, huidig minister-president Peeters, heeft in 2005, toen dit aan het licht kwam, meteen de nodige maatregelen getroffen. Maar wat gaat u doen aan al die storten die nog bestaan? Hoe gaat u dat historisch passief dat ontstaan is, wegwerken in de toekomst? Hoe gaat u een controlesysteem opzetten om ervoor te zorgen dat dat niet meer gebeurt? Ik heb in mijn regio nog altijd de indruk dat, wanneer een aannemer een baan openbreekt, hij zijn stort nogal lang laat liggen en soms zelfs vergeet het weer mee te nemen, hetzij omdat hij failliet gaat, hetzij om een andere reden. Hoe gaat u dat oplossen?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer van den Abeelen, ik heb uiteraard ook kennis genomen van de uitspraak die een paar dagen geleden werd geveld in dit dossier dat we sinds een paar jaar ook allemaal kennen.
Ik denk dat het van belang is om eerst te onderstrepen dat, zoals u zelf ook hebt aangehaald, mijn voorganger, vanaf het ogenblik dat de feiten aan het licht zijn gekomen, zeer kordaat gereageerd heeft. Het staat ook expliciet in de motivering vermeld dat er een drietal dingen zijn gedaan. Eerst en vooral is er onmiddellijk een screening gebeurd over waar die zogenaamd 'tijdelijke' sportplaatsen liggen. Er bestonden er zes. Dan rees de vraag hoe we die zaken gaan oplossen en hoe het verwijderd zal worden. Dat is gebeurd. Begin 2006 zijn op die plaatsen alle feitelijkheden verdwenen.
Mijn voorganger heeft het nodige gedaan om de leidinggevende ambtenaren van de drie betrokken administraties samen te brengen, want er was de administratie Wegen en Verkeer die de werken opdraagt, de OVAM, maar ook het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, want in een paar gevallen lag het afval in een natuurgebied. De administraties zijn bijeengeroepen, om ervoor te zorgen dat dat niet meer kan gebeuren. In zulke gevallen moet men ook vermijden dat men elkaar verwijten maakt en in een kafkaiaanse situatie terechtkomt. Als gevolg van die actie werd in maart 2007 een protocol ondertekend tussen de drie administraties, waarbij zeer klare afspraken gemaakt zijn over hoe met afval, naar aanleiding van werken, wordt omgegaan.
Mijnheer van den Abeelen, u hebt het over aannemers en wegenwerken, maar hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor bermmaaisel. Als dat drie of vier weken blijft liggen op een bepaalde plaats, zorgt dat voor hinder en begint dat te stinken. Het zijn situaties die vermeden moeten worden.
Er zijn duidelijke afspraken gemaakt. Men heeft me vandaag, naar aanleiding van uw vraag, gerapporteerd dat die afspraken ook zeer zorgvuldig worden bekeken. In elk bestek worden de bepalingen opgenomen per soort. Er is bermmaaisel, bouw- en sloopafval, dus alle soorten afval. Per soort afval zijn afspraken gemaakt over hoe ermee wordt omgegaan, hoe de containers worden geplaatst en hoelang het afval maximaal mag gestockeerd blijven.
Men kan afspraken maken en dat opnemen in bestekken, maar er moet ook een handhaving zijn. Ik kan u verzekeren dat die zaken nauwkeurig opgevolgd worden. Als er door aannemers of door god weet wie overtredingen zijn, probeert men dat ook op de voet te volgen en door het handhavingsdecreet zal men een aantal extra instrumenten krijgen.
Mijnheer van den Abeelen, u weet wellicht ook dat in het kader van beter bestuurlijk beleid een paar maanden geleden een overeenkomst afgesloten is tussen mezelf en het Agentschap Wegen en Verkeer, waarbij ook het duurzame beheer van afvalstoffen bij wegenwerken als parameter is opgenomen. Daarover zal dus ook gerapporteerd moeten worden in de komende periode.
Mijnheer van den Abeelen, op die manier vermijden we niet alleen dat dergelijke betreurenswaardige fenomenen zich nog voordoen in de toekomst, maar op die manier kunnen we het probleem van het ontstaan van afval bij wegenweken en onderhoudswerken ook beheersen in de toekomst.
Mevrouw de minister, als ik het goed heb begrepen, hebt u niet alleen een inventaris gemaakt van de illegale stortingen in de provincie Oost-Vlaanderen. Ik ken ook andere provincies waar dat is gebeurd. Die zijn ook opgelost of niet? Of is men daarmee bezig?
Daar is de veroordeling nu vrij duidelijk, maar in de andere gevallen is er geen veroordeling. Zijn die ook opgeruimd?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mevrouw de minister, het gaat niet alleen over Oost-Vlaanderen. U weet dat ik in het verleden al heel vaak over dit punt een tussenkomst heb gehouden.
Het is toch belangrijk om in die zaak vast te stellen dat de rechtbank het Vlaamse Gewest eigenlijk aanduidt als de grote schuldige. Het Vlaamse Gewest kan echter, door immuniteit, zo wordt gesteld, niet op de fouten worden gewezen. Zo blijft in wezen, dat is wat ik wil aanbrengen, in de hele zaak de echte schuldige ongestraft.
Naar aanleiding van deze uitspraak wordt gesteld dat het Vlaamse Gewest zijn eigen geloofwaardigheid heeft ondermijnd, door het feit dat men er niet in slaagt om de eigen regels te laten naleven. Volgens de rechter is dit - ik vind dat een zeer zware uitspraak - een rechtsstaat onwaardig.
Feit is dat de Vlaamse overheid sussend heeft gesproken over de storten. Ik heb dat in het verleden ook al een paar keer aangekaart. Mijn invalshoek was vooral gericht op Oost-Vlaanderen, maar het ging over storten die gedurende een beperkte tijd werden gebruikt. Maar de concrete vaststellingen hebben dit toch tegengesproken.
De minister stelt dat er afspraken zijn gemaakt. Niemand wordt verantwoordelijk gesteld. Het feit is dat ambtenaren worden vrijgesproken en dat het Vlaamse Gewest zijn handen in onschuld wast. De fouten uit het verleden - los van het feit dat uw voorganger en uzelf initiatieven hebben genomen om te remediëren - blijven ongestraft. Is dat ook uw vaststelling? Voor de fouten worden ambtenaren vrijgesproken. De Vlaamse overheid kan niet aansprakelijk worden gesteld. We staan erbij en kijken ernaar.
Mijnheer Deckmyn, u moet hier de elementaire principes van het strafrecht toepassen. De ambtenaren zijn niet vrijgesproken. De feiten zijn bewezen, maar er wordt hen opschorting van straf verleend. Het Vlaamse Gewest heeft geen rechtspersoonlijkheid. Dat zijn de normale principes in het strafrecht. De feitelijke motivering van het arrest is duidelijk.
Er wordt hier gesproken van het toedekken met de mantel der liefde. U hebt het fout. Mijn voorganger heeft actie ondernomen om ervoor te zorgen dat de illegale storten verdwenen. Wie de uitspraak goed leest, begrijpt dat er slechte communicatie is geweest. Er moeten dus goede afspraken worden gemaakt. Die afspraken zitten in een protocol afvalverwerking waarin duidelijk wordt gesteld wat er wordt aanvaard als tijdelijk en wat niet. Het kader waarbinnen we ons bevinden, ligt op die manier vast. U weet hoe beter bestuurlijk beleid in elkaar zit. In de beheersovereenkomst staat duidelijk dat er protocols gelden. Het is nu de opdracht van het leidinggevende departement dat werken uitvoert dat de protocolafspraken worden nageleefd en dat er systematisch wordt gerapporteerd. Ik zal daar als bevoegd minister zeer zorgvuldig toezicht op houden. Ik ben ervan overtuigd dat u dit als parlementslid ook zult doen.
Mijnheer van den Abeelen, ik heb de lijst bij met de storten in Oost-Vlaanderen. Ik ga ervan uit dat naar aanleiding van die toestand de screening in Vlaanderen is gebeurd. Als u dat wenst, dan kan ik u die lijst laten bezorgen. Ik heb ze nu niet bij. De afspraken zijn niet gemaakt met de leidinggevende ambtenaren van de provincie Oost-Vlaanderen, maar met de leidinggevende ambtenaren van de drie departementen op Vlaams niveau. Dat is duidelijk.
Het incident is gesloten.