Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Stassen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, dit is uw laatste actuele vraag vandaag, u kunt straks dus uit de warmte gaan om iets te gaan drinken in de koelte.
Gisteren hebben de Vlaamse en Nederlandse milieubewegingen een rapport voorgesteld op basis van een studie die ze hebben laten maken over de toekomstgerichte havenontwikkeling in Vlaanderen en Nederland. Het frappante aan de studie is dat ze een aantal dogma's, heilige huisjes, van het bestaande havenbeleid minstens in vraag stelt. Ze hebben samenwerking tegenover concurrentie geplaatst, en de toegevoegde waarde tegenover tonnage en steeds meer trafiekontwikkelingen.
Het vreemde is dat het Havenbedrijf Antwerpen, dat gisteren de studie overhandigd kreeg, nogal afwijzend reageerde. Het stelde dat een Hollands studiebureau de studie heeft gemaakt en dat de conclusies bijgevolg nogal Hollands gekleurd kunnen zijn. Het havenbedrijf zei ook dat het blijft zweren bij een verdere, een derde of vierde, verdieping van de Westerschelde en dat het meer containers wil. Dat was de reactie die Bruyninckx en Van Peel gisteren gaven op de studie.
U bent minister van Havens van de Vlaamse Regering en ik hoop dat u een ander antwoord zult geven. De studie zit immers vrij goed in elkaar. Er werden een aantal criteria, een elftal, vastgelegd en op basis daarvan worden voorstellen gedaan. Ze durven tegen alle heilige huisjes van elke haven in Vlaanderen en Nederland te schoppen. Ze hebben voorstellen gedaan over ruimtebeslag, over arbeidsintensiteit en over mobiliteit. Ze kijken vooral naar de twee grootste havens, de mastodonten in dit gebied, namelijk Rotterdam en Antwerpen. Ze hebben op zijn minst een aantal vragen gesteld die haaks staan op de huidige ontwikkelingen in die twee havens. Die huidige ontwikkelingen zijn ten eerste de hoeraberichten bij groei, bijvoorbeeld over de miljoenste container, over 7 percent groei of over een grotere tonnage, en ten tweede de concurrentie met elkaar via bijkomende infrastructuur zoals de tweede Maasvlakte die miljarden kost en veel ruimte in beslag neemt in Rotterdam, en het Saeftinghedok dat één miljard euro zal kosten en veel ruimte in beslag zal nemen in Antwerpen.
Dat is de keuze die vanuit de havens wordt ontwikkeld, maar daartegenover plaatst de verzamelde milieubeweging op zijn minst een aantal pertinente vragen en geeft ze een aantal duidelijke antwoorden. Ik hoop, mijnheer de minister-president, dat u de studie op zijn minst op een serieuze manier zult lezen en dat u wilt meegaan in een meer duurzame, in de goede, ecologische betekenis van het woord, en ecologisch gerichte havenontwikkeling in Vlaanderen. Ik hoop dat u verder zult gaan dan het afwijzende antwoord dat Antwerpen gaf.
Mijn vraag is heel duidelijk: wat is uw antwoord op de aanbevelingen van de verzamelde milieubewegingen in Vlaanderen en Nederland?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, mijnheer Stassen, als uw vraag is of ik de studie grondig zal bekijken, dan is mijn antwoord 'ja'. Ik moet tot mijn spijt bekennen dat ik er nog geen tijd voor heb gehad wegens de andere dossiers die behandeld dienden te worden. Ik zal de studie grondig bekijken, maar ik wil kort al een paar reacties geven en ik houd mijn volledige reactie nog even in beraad, omdat ik elke studie grondig wil bekijken en me er niet snel vanaf wil maken.
De studie pleit duidelijk voor samenwerking tussen de havens. Daartoe hebben we al een initiatief genomen met Flanders Port Area, met een aantal thema's zoals het gezamenlijk promotiebeleid, de gemeenschappelijke achterlandstrategie, de havengebonden arbeidsmarkt, duurzaamheid en ruimtegebruik. We zijn daar dus mee bezig. We hebben niet gewacht op de studie om het initiatief te nemen.
U weet dat we ook een aantal initiatieven en plannen hebben opgestart om te komen tot een maximalisatie van de maatschappelijke meerwaarde. Die houdt rekening met alle facetten van hoe we de havenontwikkeling in Antwerpen, in Gent, in Oostende en in Zeebrugge op een wat langere termijn zien ontwikkelen. Het zijn de strategische plannen waarin ook het ecologische aspect aan bod is gekomen en waarbij grondig wordt gediscussieerd.
Ik denk ook aan de hele problematiek van het Schelde-estuarium en de inspanningen die geleverd worden voor robuuste natuur.
Hoewel u daar niet direct van overtuigd bent - hopelijk komt dat nog -, geloof ik ook in slimme logistiek, in kwalitatieve logistiek. Een aantal collega's hebben het daarover gehad. Die moet de rode draad vormen in de toekomst.
Ik zal die studie grondig bekijken. Er zitten een aantal elementen in waar we mee bezig zijn. Ik denk aan de samenwerking, de strategische plannen. Natuurlijk moeten we rekening houden met het maatschappelijke draagvlak en de ecologie. We doen dat al.
Ik zal deze studie met zeer veel interesse bekijken. Ik zal aan mijn administratie vragen daar commentaar op te geven.
Mijnheer de minister-president, ik ben al blij dat u de studie zult lezen. Ik ben ook nogal blij dat u op zijn minst een inleiding hebt gegeven over een aantal maatregelen. Kiezen voor het een en het ander, slimme logistiek, duurzaamheid, ecologisch, verantwoord ruimtegebruik, zijn zaken die ik al vaak heb gehoord. Als we echter naar de concrete maatregelen kijken, dan zijn die enkel meer van hetzelfde. Ze zijn enkel beter ingekleed en mooier verwoord. Ik ben benieuwd wat het antwoord zal zijn als u de studie effectief hebt gelezen.
Ik zal waarschijnlijk een initiatief nemen om, via een voorstel van resolutie, deze studie aan het Vlaams Parlement voor te leggen. Ik zal dan aan de regering vragen daar een antwoord op te geven, zodat we weten wat het standpunt is van dit parlement. Het moet om meer gaan dan om wat mooie woorden.
U weet dat we niet geloven in de logistieke en distributieroeping van Vlaanderen. We zijn ervan overtuigd dat we ons aan het vast rijden zijn, ook als er meer treinen rijden en de binnenscheepvaart wordt versterkt. De wegen zullen dichtslibben.
Wij zeggen dat er meer toegevoegde waarde zal zijn via een slimme industriële ontwikkeling in de haven, waarbij vooral gekozen wordt voor een energiegerichte bevoorradingspolitiek, een energieproductiepolitiek die slimmer is dan vandaag. Dat zou beter zijn dan te blijven inzetten op logistiek, op transport. Als we dat toch doen, zullen we binnenkort vaststellen dat alles vast zit in één grote file in Vlaanderen. (Applaus bij Groen!)
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik heb een enorme bewondering voor mensen zoals de heer Stassen, die erin slagen dit soort studies op vrij korte termijn te verwerken. Ik moet eerlijk zeggen dat ik even traag ben als minister-president Peeters: ik heb de studie ook nog niet kunnen consulteren. Ik heb ze pas ontvangen, maar ik heb er nog geen letter van kunnen lezen. Ik verontschuldig me daarvoor.
Mijnheer Stassen, ik zal dat goed maken. Op het moment dat u het voorstel van resolutie hebt ingediend, zal ik de studie wel kennen.
Ik wil toch voor één zaak waarschuwen. We hebben dit soort discours van uw en aanverwante groepen al vaak gehoord. Dat klinkt allemaal heel mooi. U mag echter één ding niet vergeten. Als u pleit voor van boven opgelegde samenwerkingsstructuren, dan doet u iets fundamenteels. Dan grijpt u in in wat we het vrijemarktmechanisme noemen.
Mevrouw de voorzitter, het stoort me een beetje dat ik als nationalist dat mechanisme moet verdedigen. Andere fracties zijn misschien beter geplaatst om dat te doen. We moeten toch heel voorzichtig zijn als we dat soort maatregelen uitdokteren en verdedigen. Aan de aanbodzijde is er - gelukkig - in Vlaanderen genoeg initiatief en genoeg dynamiek die maken dat Vlaanderen ook als distributieland interessant blijft. We mogen daarenboven niet vergeten dat we toch heel wat kostbare klanten hebben, die we moeten blijven koesteren. We mogen die niet zomaar, gratuit, in de wind zetten.
Ik wil alle studies lezen en analyseren. Maar ik waarschuw u: wees voorzichtig met het principe van de vrije markt, zeker in een distributiesector.
Mijnheer Penris, u vergeet één zaak. Mij niet gelaten, als men zegt dat de vrije markt mag spelen. U moet dan wel weten dat het de gemeenschap is die betaalt voor de infrastructuur, voor bijkomende wegen en voor bijkomende spoorwegen. Het gaat over miljarden euro's die we moeten investeren in dergelijke zaken. De gemeenschap mag dan ook vragen goed na te denken.
Als men de concurrentie wil aangaan en daar ook voor wil betalen, mij niet gelaten. Als we ons, ondanks die enorme inzet van middelen, vast rijden, dan kunnen we niet anders dan vaststellen dat er veel geld is weggegooid.
Het incident is gesloten.