Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, u en de Vlaamse Regering hebben een tweeledig probleem, een monstertje met twee koppen: Yves Leterme en Frank Vandenbroucke.
Het probleem Yves Leterme probeert u zelf aan te pakken met een vlucht vooruit en radicale Vlaamse uitspraken in de media. We zien wel wat daar van komt. Lang zal die spreidstand ook voor u niet kunnen blijven duren. Maar de verkiezingen komen eraan en u hebt nog een jaar te gaan.
Het andere probleem, dat u niet zelf in de hand hebt en zelfs niet in de hand kunt proberen te houden, is het probleem Frank Vandenbroucke. U hebt een viceminister-president, een minister van Onderwijs en Werk die een loose canon dreigt te worden, een soort losgeslagen atoom die zelfs door zijn eigen partij niet meer in de hand is te houden. Hij moet in de Vlaamse Regering de sp.a-fractie vertegenwoordigen, maar hij leeft blijkbaar in onmin met zijn eigen partij en hij wenst zijn eigen partij noch naar inhoud, noch naar strategie te volgen. Begin deze week heeft hij gedurende een paar dagen, het spelletje 'Doet-ie 't of doet-ie 't niet?' opgevoerd. Neemt hij ontslag, dreigt hij met ontslag, volhardt hij in de boosheid, trekt hij zijn ontslag terug in, enzovoort?
Deze situatie zorgt er natuurlijk voor dat de sp.a een slechte beurt maakt. Dat is mijn probleem niet, het doet mij genoegen. Wat mij minder genoegen doet, is dat daardoor de Vlaamse Regering slecht dreigt te functioneren. Een van uw belangrijkste ministers met een van de belangrijkste portefeuilles - bijna de helft van het budget van deze regering - zet de regering op losse schroeven, en dan is er een fundamenteel probleem.
We hebben u niet gehoord deze week. We hebben u over van alles en nog wat gehoord, maar niet over het nakende ontslag van uw eigen viceminister-president. We hadden u toch graag een paar vragen willen stellen. Wat denkt u over de dreiging van Frank Vandenbroucke om ontslag te nemen? Heeft hij u daar persoonlijk over gesproken? Heeft hij met u gepraat over de existentiële problemen waarmee hij kampt binnen zijn partij, maar ook blijkbaar binnen zijn functioneren? Denkt u dat het zo nog lang verder kan? Hij brengt uw regering in het gedrang, maar ook uw autoriteit, en dat op zo'n belangrijk moment wanneer u moet gaan onderhandelen over communautaire aangelegenheden en akkoorden.
Ik meen dat de tijd van gaan voor de heer Vandenbroucke langzaam maar zeker is gekomen. Hij moet nu maar eens de daad bij het woord voegen. Hij kan niet blijven dreigen met ontslag, hij zou het beter in de praktijk brengen. Vandenbroucke is ooit zijn carrière begonnen met een slogan van Wim Schamp: 'Frankie goes to Brussels'. Misschien wordt het tijd voor de slogan 'Frankie goes home', terug naar Leuven, want deze vaudeville maakt niet alleen de betrokken politicus belachelijk, maar ook uw regering. Het is uw viceminister-president die met deze dreiging naar buiten komt. U moet een krachtig en duidelijk signaal geven dat dit zo niet langer kan en dat hij, indien dit blijft duren, de daad bij het woord moet voegen en ontslag moet nemen.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, u zegt dat u mij niet hebt gehoord over dit dossier. Dat is juist. Ik zeg maar iets als het zinvol is of als ik denk dat het zinvol kan zijn. In dit dossier is het in eerste instantie een interne discussie binnen een bepaalde partij, waar ik me niet over uitspreek. Ik doe dat niet voor sp.a, maar ook niet voor uw partij of andere partijen. Ik intervenieer niet als er zich bepaalde discussies afspelen binnen bepaalde partijbesturen. Ik denk dat iedereen het zeer verstandig vindt dat ik daarover geen commentaar geef.
Waar ik als minister-president wel bezorgd over ben, is het functioneren van de ministers, van de Vlaamse Regering. Ik kan u zeggen dat, wat het functioneren van de ministers en van Frank Vandenbroucke in het bijzonder betreft, ik geen enkele aanwijzing heb dat het functioneren niet normaal zou zijn of niet, zoals altijd, zeer gedreven zou zijn.
Wat mij betreft, probeert u hier om mij iets te ontlokken waar ik achteraf spijt van zou hebben. Ik doe dat niet, want over het functioneren van Frank Vandenbroucke als minister, bevoegd voor belangrijke pakketten, bestaat geen enkel probleem. Ik doe geen uitspraken over discussies binnen politieke partijen, noch van sp.a, noch van de andere partijen in dit Vlaams Parlement.
Mijnheer de minister-president, voor het feit dat u geen uitspraken doet over het functioneren van politieke partijen, heb ik alle begrip. Maar het gaat hier niet om zomaar een politicus. Het gaat over uw viceminister-president, over een belangrijke minister binnen deze Vlaamse Regering, die een belangrijke fractie vertegenwoordigt. Hij heeft toch maar gedreigd met het indienen van zijn ontslag. Niet als lid van sp.a, want dan was het uw probleem niet geweest, maar als minister van uw Vlaamse Regering.
Ik heb het er steeds moeilijker mee dat de sp.a-fractie met een been in deze regering en met een been in de oppositie blijkt te staan, ook hier in dit Vlaams Parlement. Men moet maar eens kleur bekennen. Deze Vlaamse Regering wordt steeds meer de gegijzelde van die sp.a, die het zelf niet goed meer weet, haar eigen koers niet kan bepalen en blijkbaar ook allerlei interne problemen heeft. Dat is mijn probleem niet en ook uw probleem niet, maar het straalt wel af op de Vlaamse Regering.
Mijnheer de minister-president, hoe lang bent u nog van plan om de gegijzelde te zijn van die ene fractie? Hoe lang denkt u nog de gegijzelde te moeten zijn van die ene minister? Hij gebruikt uiteindelijk uw regering, blijkbaar om zijn machtspositie binnen die partij te verstevigen en in de praktijk misschien te verzwakken, maar dat is zijn probleem en niet het mijne.
Mijnheer de minister-president, dit is een vraag die ik niet alleen stel, maar na de vaudeville van de voorbije dagen rijst die vraag wellicht bij heel wat mensen in Vlaanderen. Door het BHV-spektakel, door het niet functioneren van de federale regering, maar nu ook door de problemen binnen de Vlaamse Regering en de vaudeville die opgevoerd wordt door uw viceminister-president verliezen zij het vertrouwen in de politiek. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, het is niet aan ons en ook niet aan anderen om zich te mengen in een intern partijpolitiek debat. Maar wat ik vaststel, als lid van de meerderheid, is dat minister Vandenbroucke, als viceminister-president, voor 100 percent op de lijn zit van wat in het Vlaams regeerakkoord staat. Mijnheer Dewinter, derhalve stel ik mij de vraag waarom u minister Vandenbroucke in vraag stelt. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Moens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, minister Vandenbroucke is als enige minister in de media geweest, maar er is ook minister Anciaux die op zijn webstek zegt: "Woord houden. 't Zal wel". (Rumoer)
Bertje, het spijt mij. Er staat: "Hoe zwaar kan men mensen ontgoochelen? Hoe erg kan men met het vertrouwen van mensen spelen? Het kan me al enige tijd geen moer meer schelen. We zullen wel zien. Het kan me niet meer schelen hoe stoer de verklaringen rond BHV zijn en hoe laf de daden worden. We zullen wel zien. Het kan me zelfs echt niet meer schelen hoe scheef de verhoudingen wel zijn tussen parlement en regering." Zelfs de Vlaamse Regering. "De meerderheid laat zich ringeloren en belachelijk maken in haar parlementaire vrijheden en rechten. We zullen wel zien. Politieke spelletjes interesseren me echt niet meer."
Mijnheer de minister-president, niet alleen minister Vandenbroucke is uw coalitiepartner, maar ook minister Anciaux. Ik vraag me af hoe u hier tegenover staat.
Mevrouw de voorzitter, het is natuurlijk heel warm. (Gelach)
Als minister-president waak ik over het functioneren van de Vlaamse Regering. Nogmaals: daar is geen enkel probleem. Daarnaast zijn we volop bezig met de uitvoering van het Vlaamse regeerakkoord. Ik denk dat dat volstaat als antwoord. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer de minister-president, uw antwoord ontgoochelt mij. Mijnheer Van Dijck, u neemt het me al kwalijk dat ik vragen durf stellen over het feit dat een viceminister-president gedurende twee tot drie dagen aan een stuk heel Vlaanderen voor het lapje houdt, zeggende: ik ga ontslag nemen, ik ga geen ontslag nemen, misschien, misschien niet. Op woensdag moeten we daar dan vooral over zwijgen. Dan mag er in dit parlement over van alles gepraat worden, maar niet over de dreiging van het ontslag van een viceminister-president.
Dat onderwerp is volgens de N-VA blijkbaar taboe, mijnheer Van Dijck. Ik weet dat dat gênant is. Het optreden van minister Vandenbroucke was gênant. Indien hij enig politiek fatsoen zou hebben, zou hij hier vandaag aanwezig zijn. Hij zal er wel zijn voor de camera's, daar kan het allemaal wel, en voor de krant. Maar hier vandaag enige toelichting geven? Alle mogelijke Vlaamse ministers passeren hier de revue naar aanleiding van vragen die niet aan hen gesteld worden, zoals minister Ceysens naar aanleiding van een vraag aan de minister-president. Dat mag allemaal, maar het zou normaal zijn dat minister Vandenbroucke vandaag hier aanwezig zou zijn, uit respect voor u allen en vooral voor de leden van de meerderheid. Hij heeft mij niet onmiddellijk voor het lapje gehouden, ik ben maar een simpele oppositiefractieleider, hij heeft u, leden van de meerderheid, twee dagen voor het lapje gehouden. En dan blijft hij afwezig, zegt niets, en de minister-president moet voor hem de kastanjes uit het vuur halen. Prima, u bent een loyaal man ten aanzien van uw ministers. De partijgenoten van minister Vandenbroucke zijn dat heel wat minder ten aanzien van de viceminister-president. Ik stel overigens ook vast dat zelfs de fractieleider van de sp.a uit eerlijke schaamte zijn mond houdt naar aanleiding van dit incident.
Mijnheer Dewinter, ik wijs erop dat u de vraag hebt gesteld aan de minister-president.
Het incident is gesloten.