Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Klerck heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte leden, baggerwerken zijn essentieel om de maritieme toegankelijkheid te vrijwaren, zeker voor onze grote havens, omdat daar een minimale diepgang moet worden gerealiseerd. Ook voor onze kleine jachthavens is het echter essentieel dat er wordt gebaggerd, zij het in veel geringere mate. Het gaat over slechts een fractie van het geheel en ook over een fractie van de kosten van grote baggerwerken. Ook daar is baggeren essentieel, omdat er steeds meer zeilschepen bijkomen. Er komen ook steeds meer ligplaatsen bij. Recent hebt u daar ook nog een artikel aan gewijd, trouwens heel terecht. Het ging over het creëren van meer ligplaatsen in die jachthavens. Dat is positief nieuws.
We merken dat de baggerwerken, die een bepaald schema moeten volgen, in sommige kusthavens al tot zesmaal toe zijn uitgesteld. Dat gebeurde vooral onder meer omwille van de klimatologische omstandigheden. Daar er vanaf een bepaalde windsterkte niet meer kan worden gebaggerd, liggen de baggerschepen dan werkloos in de havens. Soms duurt dat vele weken, en zelfs maanden.
Men zou kunnen zeggen dat het, ondanks dat uitstel, uiteindelijk wel goed komt. Een groot aantal schepen bevond zich echter in winterberging. Nu het weer beter wordt, keren steeds meer schepen naar de jachthavens terug, waardoor de plaatsen waar er moet worden gebaggerd, eigenlijk niet mee vrij zijn. Zelfs al er nog kan worden gebaggerd in een aantal jachthavens, kan niet de volledige jachthaven worden uitgebaggerd, omdat die steeds meer wordt bezet door die schepen.
Ik wil ook de afstemming tussen de baggerwerken in de diverse havens aankaarten. Ik heb het dan specifiek over Antwerpen, Oostende, Nieuwpoort en Blankenberge. Ik geef een concreet voorbeeld. In Blankenberge lag vele weken lang een baggerschip werkloos tot de weersomstandigheden beter zouden worden. Ondertussen is het weer beter en is het schip daadwerkelijk beginnen te werken. Goed nieuws, zou men zeggen. De baggerbakken waren gevuld, maar toen merkte men dat het schip niet naar buiten kon varen omdat er ter hoogte van de koppen nog moest worden gebaggerd. Het schip is teruggekeerd naar de haven. Er is een ander schip opgevorderd, van Antwerpen, dat daar actief aan het baggeren was. Men heeft dat schip naar Blankenberge doen komen.
Voor de koppen is het beginnen te baggeren. 100 kubieke meter baggerspecie werd verwijderd. Men zou denken dat er nu eindelijk zou kunnen worden voortgebaggerd, maar neen, het schip dat in de haven lag, werd nu naar Oostende geroepen. Er was dus opnieuw geen mogelijkheid om voort te baggeren. Maar dat was geen probleem: er kon nog een ander baggerschip worden opgeroepen. Dat heeft men gedaan. Men heeft de Vlaanderen 16 opgeroepen vanuit Antwerpen, om te komen baggeren. Er waren echter twee problemen. Het moest in Antwerpen blijven en, nog belangrijker, het was in onderhoud. Het kon gewoon niet komen. Dat is een structureel probleem voor de baggerwerken.
Meer nog, nu het schip terug kan komen van Oostende naar Blankenberge, zou het, naar ik heb vernomen, averij hebben opgelopen. Er zouden bepaalde onderdelen stuk zijn. Eveneens zou het naar Nieuwpoort moeten komen. Ook daar zijn er dus grote problemen.
Ik dacht dat in het kader van het BBB, de grote operatie van de Vlaamse overheid om duurzaam te besturen, zou verbeteren. Maar in deze sector merk ik het omgekeerde op. Vroeger hadden we één instelling: AWZ stond in voor alle baggerwerken. Dat is nu opgesplitst in twee delen: de afdeling Maritieme Toegang en het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK). Voor sommige havens is dat geen probleem omdat één van die twee instellingen bevoegd is, voor andere jachthavens geldt dat niet. Zelfs in sommige kleine jachthavens zijn de twee bevoegd, vaak werken ze daar dan ook nog samen met verschillende firma's.
Als dat allemaal goed zou lopen, als men optimaal zou kunnen baggeren, duikt er nog een ander probleem op. Niet alle Vlaamse havens staan op de kaart. De meeste staan op de kaart van de Vlaamse Banken of op de kaart van de Maritieme Toegang 'Monding van de Westerschelde', maar niet allemaal. Toeristen die een jachthaven willen binnenvaren, kunnen dat praktisch gezien niet. Ze hebben geen positie van sommige havens en er is geen detailplan van de diepgang. Ook dat moet verbeteren. Dat moet op korte termijn mogelijk zijn.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, mijnheer De Klerck, ik heb u geen vraag horen stellen. Ik weet niet waarop ik moet antwoorden.
Er is blijkbaar geen vuiltje aan de lucht.
Dat zeg ik niet, maar u hebt geen vraag gesteld. U hebt een opsomming gegeven, ik zal u daar mijn commentaar bij geven.
Uw schets van de feiten is onvolledig. Ik zal u aanvullen. Voor maart 2008 was de diepte in Blankenberge gerealiseerd. Toen kregen we stormweer. Het voorplein is dan in de eerste helft van april gebaggerd. De vaargeul die aangezand is door de storm, zal in mei opnieuw worden gebaggerd.
Voor de uitvoering van die baggerwerken moet men een onderscheid maken tussen de situatie voor 2006 en na 2006. U hebt terecht aangegeven dat de baggerwerken voor de jachthavens voor 2006 deel uitmaakten van het globale contract voor de vaargeulen Oostende-Zeebrugge en voor de Scheldemonding. De baggerwerken werden te laat uitgevoerd. Na 2006 hebben we een nieuwe aanpak weerhouden. De onderhoudsbaggerwerken werden afgesplitst en sindsdien vallen de baggerwerken in de jachthavens onder de afdeling Kust.
Nu volgt de technische uitleg. We hebben sleephopperzuigers en cutterzuigers. In Nieuwpoort heeft men één sleephopperzuiger nodig voor de havengeul en voor het voorplein. Voor de dokken heeft men er een cutterzuiger nodig. In Blankenberge zit het anders in elkaar. Daar heeft men een sleephopperzuiger nodig voor het voorplein en een cutterzuiger voor de havengeul en de ligplaats. Het is een complexe aangelegenheid. Maar we moeten correct te werk gaan. Dat betekent afstemming en samenwerking tussen de diensten. Dat verloopt mijns inziens perfect.
Wat ik niet in handen heb, mijnheer De Klerck, zijn de weersomstandigheden. Ik kan u verzekeren dat we de nodige aandacht besteden aan de jachthavens. Uw zorg is de mijne. Door die nieuwe aanpak kunnen we efficiënter baggeren met de juiste zuigers. De beide diensten doen hun werk.
De heer De Klerck heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, u onderschrijft dat het een heel complex probleem is. Ik pleit voor een meer structurele oplossing. Die problemen komen jaarlijks terug. Nu is het probleem extreem doordat de klimatologische omstandigheden uitzonderlijk waren. Uw diensten zijn bereid om dat te onderzoeken. U zou een studie kunnen bestellen om na te gaan op welke manier we een zandvang zouden kunnen realiseren, hoe we betonblokken onder het staketsel zouden kunnen aanbrengen, of een extra element op het dijklichaam. Dat zijn mogelijkheden voor een structurele en duurzame oplossing. Op termijn zou dat ook goedkoper zijn dan elk jaar opnieuw te baggeren. Ik pleit voor een structurele oplossing in dit dossier.
Als het goedkoper kan, ben ik de eerste om dat uit te voeren. Mijn diensten hebben u de nodige informatie gegeven. Als er een verbetering kan worden aangebracht, zullen mijn diensten dat graag doen, en ik steun dat volledig.
Het incident is gesloten.