Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Mevrouw de minister, iedere progressieve minister heeft recht op een holebicampagne. Dat is voor u niet anders. U hebt er vorige week een voorgesteld met de op zijn minst provocatieve slogan 'F*ck holebi's en hetero's - Ik ben Tolero'. Campagnes moeten opvallen en moeten, zeker als ze naar dertienplussers gericht zijn, blijkbaar ook cool zijn. Cool zijn betekent in de ogen van de minister blijkbaar het gebruik van allerlei schuttingwoorden, zoals 'fuck' en dergelijke meer.
Ik heb daar twee opmerkingen bij. Ik dacht dat het eerst en vooral de bedoeling was van de overheid, en zeker van de Vlaamse Regering, om een voorbeeldfunctie in de praktijk te brengen - hier wordt 112.000 euro voor uitgegeven - en voor de belastingbetalers dat voorbeeld te geven en niet te vervallen in schuttingtaal. Wat zou u ervan zeggen mocht u straks door een van de collega's worden aangesproken in termen van: 'fuck Van Brempt'? U zou wellicht niet gelukkig zijn en u zou dat naar alle waarschijnlijk uit het verslag laten schrappen. Maar wanneer de Vlaamse Regering met belastinggeld hetzelfde doet op T-shirts en affiches, dan vindt men dat cool, dan is dat hip en tof. Ik heb daar een andere mening over.
Ten tweede vind ik het beledigend ten aanzien van jongeren. Ik heb ook drie tieners rondlopen, drie dochters van dertien, zestien en achttien jaar. 'Fuck', 'shit' en ik weet niet wat nog allemaal, behoort niet tot hun dagelijks taalgebruik, en ik hoop dat uw kinderen dat taalgebruik maximaal bespaard blijft. Alsof alle jongeren in Vlaanderen de hele dag, de middenvinger opstekend, 'fuck' en 'shit' naar elkaar roepen. Alsof alle jongeren in Vlaanderen deel uitmaken van een of andere streetgang uit de Bronx. Dat is natuurlijk niet waar en dat weten we allemaal. Ik vind het dan ook beledigend om te denken dat we moeten communiceren met jongeren in dergelijke termen. Dat voor wat betreft de vorm.
Dan is er natuurlijk ook de inhoud, en daar ben ik het ook niet mee eens. Ik dacht dat het de bedoeling was van de Vlaamse Regering om de maatschappelijke norm te respecteren. Tot nader order is de maatschappelijke norm er nog altijd een met respect in eerste instantie voor de natuurlijke samenlevingsvorm tussen man en vrouw. De uitzondering bevestigt de regel. Homoseksualiteit is de uitzondering die de regel bevestigt, met respect voor de uitzondering, zonder discriminatie ten aanzien van de uitzondering, maar nog steeds de uitzondering op de regel.
Met dergelijke campagnes wordt de indruk gewekt dat het niet meer gaat over een uitzondering maar dat men een gelijkheidsteken plaatst tussen een homoseksuele en een heteroseksuele relatie. Alsof het een supermarktkeuze is tussen Pepsi en Coca-Cola: je kunt het ene pakken maar je kunt ook het andere pakken, het is meer van hetzelfde. Dat is het niet, mevrouw de minister. Zeker voor een regering met christendemocraten in de meerderheid, mijnheer de minister-president, zou ik durven veronderstellen dat die keuze er geen is met een gelijkheidsteken tussen homoseksualiteit en heteroseksualiteit, maar dat men de bewuste keuze maakt voor het gezin als hoeksteen van onze maatschappij, voor de maatschappelijke norm, en dat is er een van een relatie tussen man en vrouw, met respect voor de uitzondering, maar de uitzondering behandelend als uitzondering.
Dat is er allemaal niet meer bij. Zelf met de christendemocraten, waarvan me wordt gezegd dat het dé gezinspartij is in deze regering, leent men zich tot dit soort voor jongeren beledigende, platvloerse campagnes. Ik vraag me af waar de moraliteit heen is.
Mevrouw de minister, vindt u niet dat u jongeren beledigt met dit soort platvloerse en laag-bij-de-grondse campagnes, door te doen alsof jongeren alleen maar in dit soort termen met elkaar communiceren? Meent u niet dat het de taak is van de overheid om het voorbeeld te geven, zowel wat de vorm als wat de inhoud betreft? Zeker wat de vorm betreft, is dat niet het geval: het gaat over beledigend taalgebruik. Dat geldt ook wat de inhoud betreft. Dan heb ik het over respect voor de maatschappelijke norm van het gezin als hoeksteen van onze samenleving in een man-vrouwrelatie, met homoseksualiteit als de uitzondering. Respect, ongetwijfeld. Non-discriminatie, zeer zeker. Maar alles in het juiste perspectief. In deze campagne is dat absoluut niet het geval.
Minister Van Brempt heeft het woord.
Ik wil beginnen met het schetsen van de context van de campagne. Een campagne staat immers nooit op zich. Samen met de sector heb ik in het kader van het ruime gelijkekansenbeleid een actieplan met betrekking tot holebi's ontwikkeld. Ik vind immers dat we nog heel wat werk hebben met betrekking tot het genereren van gelijke kansen voor die bevolkingsgroep. In het kader daarvan hebben we heel wat extra aandacht voor jongeren, zowel voor holebi-jongeren als voor de brede jongerengroep. Er zijn twee heel goede redenen om dat te doen. Onderzoek leert ons dat holebi-jongeren het nog altijd heel moeilijk hebben om uit te komen voor hun geaardheid. Ook leert het ons dat ze het heel moeilijk hebben wat hun welbevinden betreft. Uit de zelfmoordcijfers blijkt dat ze gemakkelijker overgaan tot zelfmoord en dat er ook meer sprake is van alle andere uitingen van zich slecht voelen. Onderzoek leert ons eveneens dat de tolerantie van jongeren tegenover holebi's niet erg groot is, vooral dan als het gaat over jongens, en in het bijzonder allochtone jongens.
Dat betekent dat we blijvend aandacht moeten hebben voor die bevolkingsgroep en werken aan tolerantie tegenover holebi's bij jongeren. Dat is de basis geweest voor het opzetten van een campagne. Daar zijn middelen voor vrijgemaakt. Dat is in het actieplan gezet. Dat betekent dat we ook een aanbesteding hebben uitgeschreven, waarop bureaus hebben ingetekend. Voor alle duidelijkheid: ik heb die campagne niet ontwikkeld. De jurering is in handen gegeven van onder meer de administratie, maar bijvoorbeeld ook 'Wel Jong Niet Hetero' zat mee in de jury. Bovendien is de campagne volledig opgezet in samenspraak met een heleboel jongerenorganisaties, waaronder ook wat katholieke jongerenorganisaties. Deze campagne is daar uit de bus gekomen. Voor alle duidelijkheid: ik heb geen probleem met deze campagne. Mocht ik er een probleem mee hebben, dan zou ik ze niet hebben ondersteund, maar ik heb ze niet bedacht. Het zou ook een bijzonder slecht idee zijn, mocht een minister campagnes beginnen te bedenken.
Ik vind dit een goede campagne, maar nog eens, ze komt vooral uit de koker van jongeren. Ik begrijp dat sommigen het wat moeilijk hebben met het woordgebruik, maar het is daadwerkelijk woordgebruik dat jongeren aanspreekt. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Voor alle duidelijkheid, het is uiteraard niet de bedoeling met dat woordgebruik aan te zetten tot seksuele daden, als de discussie daarover gaat. Het woordje 'fuck' wordt gebruikt in de betekenis van 'de pot op': de pot op met het hokjesdenken, met het onderverdelen van mensen in een heterohokje en een holebihokje. Ongeacht de seksuele geaardheid, we zijn tolerant voor elkaar en respecteren elkaars geaardheid. Dat is de onderliggende doelstelling van deze campagne.
Daarmee komen we eigenlijk tot de essentie van het debat. De rest is immers maar een debat over het soort campagne en de vraag hoe die eruit moet zien. De essentie van het debat is de vraag of de diverse samenlevingsvormen evenwaardig zijn. Ik zal u daar een heel duidelijk antwoord op geven: ja, natuurlijk zijn die evenwaardig. Dat is ook de basis van mijn gelijkekansenbeleid, namelijk de evenwaardigheid van de diverse gezinsvormen.
Ik wil u eraan herinneren dat vandaag een op vijf van onze lagereschooljongeren in een niet-klassiek gezin opgroeien. Ze hebben bijvoorbeeld maar één mama of één papa. Of ze hebben meer mama's en papa's en leven in nieuwsamengestelde gezinnen. Of ze hebben twee papa's of twee mama's. Dat is geen minderheid meer. Het is de opdracht van de minister van Gelijke Kansen en van de hele Vlaamse Regering om dat te erkennen en om discriminatie uit te bannen. Dat hebben we aangegeven in het voorliggende ontwerp van decreet. Het is bovendien hun opdracht om nog een stap verder te gaan en een actief beleid te voeren zodat al die gezinnen evenveel recht op ontplooiing krijgen.
Mevrouw de minister, het is niet de bedoeling van de campagne 'F*ck hetero's en holebi's' om jongeren aan te zetten tot seksuele daden, u hebt mij gerustgesteld. Maar noch naar de vorm noch naar de inhoud 'bevredigt' uw antwoord mij.
U hebt mij op geen enkel moment uitgelegd waarom uitgerekend de Vlaamse overheid het nodig vindt om zich in vulgaire platvloerse bewoordingen tot de jeugd te wenden. U beledigt de jeugd nu een tweede keer, door te beweren dat dit normale omgangstermen zijn waarin jongeren met elkaar praten. Dat zal wel. Er zijn nogal wat zaken in onze samenleving die helaas door sommigen als normaal worden beschouwd, maar die daarom niet tot voorbeeld strekken. Het is juist de taak van de overheid om een voorbeeldfunctie uit te oefenen. Ze moet niet proberen de meest provocerende en coole campagne aller tijden te maken. Ze baseert zich daarvoor trouwens wellicht op de bevindingen van een of ander duur reclamebureau, dat daar ongetwijfeld veel geld aan verdient. Zoiets krijgt natuurlijk veel aandacht in de media, niet omwille van de inhoud maar louter omwille van de vorm. We hebben dat allemaal als eens gehad. Toenmalig minister Vogels lanceerde de 'bla bla boem boem'-campagne. Nu is het 'F*ck de hetero- en de holebi's' en zo blijft dat maar duren. Ik vind dat zeer betreurenswaardig.
Wat ik nog betreurenswaardiger vind, is het feit dat u openlijk, zonder enige gêne alles gelijkschakelt. U krijgt niet eens meer reactie vanuit christendemocratische hoek. Die gaan hierin mee, die vinden dat allemaal maar normaal. Volgens u is het allemaal hetzelfde: homo, hetero en lesbo. Het is de supermarktkeuze: Coca-Cola, Pepsi-Cola en daarnaast ook nog Mecca-Cola. De jongere moet maar kiezen volgens u. Er wordt geen norm meer vooropgesteld.
Het gaat al lang niet meer over respect - en dat verwijt ik u nu - het gaat al lang niet meer over het wegwerken van discriminatie. Het gaat er nu over dat men vanuit progressieve hoek, dames en heren van CD&V, probeert om verschillende samenlevingsvormen gelijk te stellen. De twee mama's, of drie mama's of de twee papa's, dat wordt getolereerd, en dan er is ook nog man en vrouw, dat is gewoon een vrije keuze. Misschien moet er binnenkort wel een campagne komen die tolerantie vraagt ten aanzien van hetero's.
Mevrouw de minister, de maatschappelijke norm in ons land en in heel Europa is er nog steeds één van een relatie tussen man en vrouw, met respect voor de uitzondering. Ik doe daar niet denigrerend en discriminerend over. Daar ging het vroeger over in het beleid: geen belediging ten opzichte van de uitzondering, geen discriminatie ten opzichte van de uitzondering. Maar op dit moment zijn we aan de gelijkschakeling van al die relatievormen bezig. Dat is het oorspronkelijke doel - dat nu ook gerealiseerd wordt - van alles wat progressief is in Vlaanderen. En dat is aan de gang met de stilzwijgende medewerking en collaboratie van de christendemocratie. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Roegiers heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, ik ben homo en ik heb daar niet voor gekozen. Ik neem aan dat u ooit verliefd bent geworden op een meisje, en ik neem aan dat u daar niet voor gekozen hebt. U bent gewoon verliefd geworden. Laat het voor eens voor altijd duidelijk zijn, dit is geen keuze, maar een gegeven.
Mevrouw de minister, ik wil u feliciteren met deze campagne. De reacties die ik heb gekregen, en dat waren er toch wel wat, waren uitsluitend positief. Het is dus een goede campagne. Ik wil u, mijnheer Dewinter, dan ook bedanken voor uw actuele vraag. Dankzij uw vraag en dankzij het verzet van de vzw Actie Gezin, is deze campagne nu al heel de week in alle media, kranten, radio en televisie. Bedankt om deze campagne mee te willen ondersteunen.
Mijnheer Dewinter, u hebt daarstraks gezegd dat er geen gelijkheidsteken moet staan tussen een homoseksuele en een heteroseksuele relatie. Ik vraag u, vindt u een homoseksuele relatie minderwaardig? (Applaus)
Mijnheer Roegiers, u hebt met mijn seksuele voorkeur geen bal te maken. (Applaus bij het Vlaams Belang).
Ik vind dat een private keuze, de mijne en, ik zal het maar toegeven, verontschuldig me, die van mijn vrouw. Maar ik loop daar niet mee te koop. Dat debat wil ik hier niet voeren met u.
Het gaat niet over evenwaardigheid, zelfs niet over gelijkwaardigheid, het gaat over het feit dat er een maatschappelijke norm is, waarbij 95 percent van de bevolking kiest voor een man-vrouwrelatie binnen het gezin. Daar is niets fout aan, integendeel. Ik vind dat een goede keuze en ik moedig die aan. Ik heb de kracht van mijn overtuiging om dat te durven verdedigen. Velen durven dat niet meer. Het is taboe, het is niet progressief, het is niet in, het is niet cool. Het is bijna discriminerend om voor die keuze uit te komen. Als overheid moeten we de maatschappelijke norm, die nog steeds geldt in Vlaanderen, tot spijt van wie het benijdt, durven verdedigen, met respect voor de uitzondering, zonder discriminatie, zonder belediging, maar wel met de erkenning dat homoseksualiteit tot nader order de uitzondering blijft.
In die context moeten we de keuze durven maken voor het gezin en voor de relatie tussen man en vrouw. Daar is niets, maar dan ook helemaal niets mis mee, zelfs niet anno 2008. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik heb daar bijzonder weinig aan toe te voegen. Mijnheer Dewinter, het spreekt vanzelf dat u me deze vraag stelt. We zijn uiteindelijk tot de essentie gekomen. Het is dat soort maatschappelijke-normdiscussies zoals u die ziet, die haaks staan op het hele gelijkekansenbeleid dat ik, samen met de Vlaamse Regering, voer.
Het incident is gesloten.