Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vermeiren heeft het woord.
Mijnheer de minister, enkele maanden geleden hebt u terecht de aandacht gevestigd op het belang van de zwemsport, onder meer voor de volksgezondheid. U wilt ter zake inspanningen doen en u zult in het kader van de samenwerking tussen steden, gemeenten en andere trachten nog meer zwembaden te bouwen in Vlaanderen.
De zwembadenboom dateert uit de jaren 70 en 80. Na initiatieven genomen door de provincies, steden en gemeenten is men echter beginnen afbouwen. Een zwembad uitbaten is immers een heel dure zaak. Steeds meer gemeenten die eigenaar en uitbater zijn van zwembaden, sluiten hun zwembad tijdens de feestdagen.
In de provincie Vlaams-Brabant zijn er 23 zwembaden, waaronder 15 openbare zwembaden. Van die 15 zijn er 13 gesloten tijdens de feestdagen, dus op Kerstmis, Nieuwjaar, in sommige gevallen tijdens de krokusvakantie, de paasvakantie, Pinksteren enzovoort. Op het moment dat kinderen dus vakantie hebben, kunnen ze de zwemsport niet beoefenen.
En waarom doen de steden en gemeenten dat? Het antwoord is duidelijk. Ze hebben het financieel nogal moeilijk. Ze sluiten het zwembad tijdens het weekend vanwege de hogere personeelskosten. Daarmee gaan ze echter volledig voorbij aan de oorspronkelijke bedoeling om de zwemsport verder te promoten.
Mijnheer de minister, ik weet dat in deze zaak de gemeentelijke autonomie speelt. U kunt zich niet onmiddellijk mengen in dat debat. De gemeentemandatarissen en bestuurders zouden het niet appreciëren indien u morgen een rondschrijven richt aan de gemeentebesturen met de vraag de zwembaden tijdens de feestdagen open te houden. Misschien zou ik zelfs de eerste zijn om me daartegen te verzetten. In mijn gemeente zou dat ook niet nodig zijn. Er zijn nog plaatsen waar de zwembaden tijdens de feestdagen open zijn. Maar in de provincie Vlaams-Brabant zijn er tijdens die dagen maar twee open.
Mijnheer de minister, overweegt u om, in samenwerking met de gemeenten, initiatieven te nemen? Het kan echt niet dat tijdens die belangrijke dagen kinderen, ouders, ouderlingen, die om gezondheidsredenen moeten zwemmen, voor gesloten deuren staan.
Ik stel mijn vraag vooral uit sociale bewogenheid. Tijdens die dagen kunnen zeer veel mensen het zich permitteren te gaan sporten op plaatsen ver van hier. We moeten echter ook oog hebben voor degenen die dat niet kunnen.
Mijnheer de minister, beschikt u over middelen om initiatieven te nemen?
Minister Anciaux heeft het woord.
Mijnheer Vermeiren, u hebt zelf al gezegd dat de gemeenten hierover volledig autonoom beslissen. U zou het me zelfs kwalijk nemen als ik zou zeggen dat ik het zou appreciëren als de gemeenten alle mogelijke inspanningen zouden doen om de zwembaden open te houden, zeker op een moment dat veel kinderen, jongeren maar ook ouderen gebruik kunnen maken van de zwembaden. Voor zover ik weet, zijn er ook heel goede voorbeelden te vinden van gemeenten die hun zwembad open houden.
Dat doet geen afbreuk aan het feit dat er een probleem is. Er zijn ook heel wat facetten aan verbonden. Er zijn te weinig zwembaden. U hebt zelf verwezen naar de boom van enkele decennia geleden, toen op dat vlak nog ernstige investeringen werden gedaan. Door allerlei reglementeringen werden verschrikkelijk veel van die zwembaden gesloten. Het gevolg is dat er nu te weinig zwembaden zijn. In samenspraak met de gemeenten nemen we de nodige initiatieven. Via het ontwerp van decreet betreffende het sportinfrastructuurfonds, dat in het parlement is ingediend, pogen we een inhaaloperatie te realiseren, ook op het vlak van de zwembaden.
In het kader van het decreet op het lokaal sportbeleid zijn er reeds heel wat gemeenten die te kennen hebben gegeven dat deze ondersteuning heel interessant is. Ze willen er heel nauw bij betrokken worden. Ze zijn ook heel blij met die ondersteuning.
Mijnheer Vermeiren, het moet hier vanzelfsprekend gaan om zwembaden die op een zeer rationele wijze worden uitgebaat en waar het onderhoud tot een minimum kan worden beperkt. In de hele DBFM-formule zit ook het hele onderhoudscontract, dat mee door de privé-eigenaar overgenomen zou kunnen worden. Het ecologisch en rationeel energieverbruik zit daarin heel sterk verweven.
We hebben vorig jaar ook al andere initiatieven genomen. We hebben toen een hele resem projecten goedgekeurd in het kader van rationeel energieverbruik. Dat is trouwens binnen verschillende beleidsdomeinen gebeurd, ook inzake sportinfrastructuur.
In samenspraak met de gemeenten en met een aantal vzw's die zwembaden uitbaten, zijn rationaliseringsprojecten in verband met onderhoud en energiegebruik opgezet. Het blijft evenwel een verantwoordelijkheid van de gemeenten. Ik hoop dat de gemeenten hun verantwoordelijkheid zullen blijven opnemen en zwaar zullen blijven investeren. Ik heb vorige vrijdag nog een gemeente bezocht die fors in cultuurinfrastructuur heeft geïnvesteerd. Jaren geleden heeft diezelfde gemeente een groot zwembad ingericht. Dit kost verschrikkelijk veel geld, zeker indien het om een kleine gemeente gaat. Het gaat hier evenwel om een afweging van prioriteiten. Ik kan enkel hopen dat de gemeentebesturen zullen blijven investeren.
Ik wil, in samenspraak met de VVSG en met de vertegenwoordigers van de gemeenten, onderzoeken welke ondersteuningsmaatregelen we in verband met deze problematiek kunnen nemen. Ik neem dit in elk geval ernstig. Ik wil in overleg treden. Indien we in samenspraak met de gemeenten een initiatief nemen, krijgen we echter vaak het verwijt dat we ons helemaal op het terrein van de gemeenten begeven. De actuele vraag van de heer Vermeiren toont aan dat overleg met de gemeenten en met de provincies, die gelukkig ook hun verantwoordelijkheid opnemen, nodig is.
Ik zal dit overleg op gang brengen. Ik zal nagaan in welke mate binnen het kerntakendebat initiatieven kunnen worden genomen. Misschien biedt het decreet betreffende het lokaal sportbeleid mogelijkheden. We hebben reeds forse impulsen gegeven. Sinds dit jaar besteden we 10 miljoen euro meer aan het lokaal sportbeleid. Het gaat in totaal om 16 miljoen euro. Dat is 10 miljoen euro meer dan voordien. Ik wil onderzoeken wat we voor het overige nog kunnen doen.
Het is voor mij van wezenlijk belang dat kinderen, jongeren en ouderen zoveel mogelijk aan sport doen. Aangezien zwemmen een van de meest complete sporten is, ben ik hier een groot voorstander van.
Ik onderschrijf de vragen van de heer Vermeiren. Waar mogelijk, zal ik daadwerkelijk in ondersteuning voorzien.
Mijnheer de minister, aangezien we elkaar de bal toespeelden, dacht ik bij het begin van uw antwoord veeleer aan voetbal dan aan zwemmen. Gelukkig hebt u zich goed herpakt. U wilt een gesprek op gang brengen.
U hebt het voorbije jaar overigens bewezen dat u oog en oor voor initiatieven hebt. Ik verwijs in dit verband onder meer naar de voetbalsport en naar de talrijke brieven, documenten en aanvragen die door verenigingen zijn verstuurd. U tracht ondersteuning te bieden. Ik ben dan ook van mening dat u misschien een oplossing kunt vinden.
Het gesprek is gestart. U bent bereid de problematiek onder ogen te zien. Bepaalde zaken blijven in mijn ogen onverantwoord. U wilt initiatieven nemen. U hebt in kredieten voorzien. We moeten er echter voor zorgen dat de bestaande zwembaden open blijven. Dit geldt zeker voor de dagen waarop ze kunnen worden gebruikt. Ik vind uw antwoord in elk geval positief. Ik zal dit blijven opvolgen. Gezien onze geestesgesteldheid zullen we dit allicht tot een goed einde kunnen brengen. Ik dank u alvast voor uw antwoord.
De heer Gabriels heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, aangezien de heer Vermeiren naar de gemeente Bree heeft verwezen, wil ik de minister een concrete suggestie doen. In Bree schakelen we immers jobstudenten in. Dit helpt.
Indien de minister dit verder zou kunnen stimuleren, zouden een aantal andere burgemeesters zich allicht in dit plan kunnen vinden. We kunnen het vaste personeel niet permanent inschakelen. Die mensen hebben ook recht op verlofdagen. Het inschakelen van jobstudenten bewijst een dienst aan de recreanten en aan de jobstudenten zelf. Zij worden immers meer met de zwemsport vertrouwd.
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil me bij de actuele vraag van de heer Vermeiren aansluiten. Hij heeft de problematiek heel concreet geschetst. Hij heeft verklaard dat het in de jaren zeventig voor een lokaal bestuur hip was een zwembad neer te poten. Met betrekking tot de huidige situatie heeft hij onder meer cijfergegevens over Vlaams-Brabant aangehaald. Het gaat hier om een zestigtal gemeenten en om vijftien zwembaden.
De voorbije jaren hebben heel wat gemeentebesturen hun verantwoordelijkheid opgenomen en hun zwembaden gerenoveerd. We moeten de lokale besturen die ervoor willen zorgen dat hun zwembad volledig aan de vigerende wetgeving voldoet, verder kunnen ondersteunen.
De heer Gabriels heeft al een suggestie gedaan. Een andere mogelijkheid is de intergemeentelijke samenwerking. Denkt u eraan om dit verder te stimuleren? In mijn gemeente hebben we dat zelf ingevoerd. Voor lokale besturen is dat een andere mogelijkheid om de zwembaden te laten overleven. Kunt u niet meer stimulansen geven om de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden nog verder uit te werken?
De heer de Kort heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik ben blij met de opening die u maakt. Ik hoop dat we bij de bespreking van het decreet over het sportinfrastructuurfonds deze materie verder kunnen bediscussiëren. Ik wil de heer Vermeiren ook uitnodigen om een kijkje te komen nemen in Brasschaat. Daar hebben we met succes de DBFM-formule toegepast. Vroeger waren we 180 dagen open, nu 360. Dit betekent dus een betere dienstverlening voor een lagere prijs.
Een van de inspiratiebronnen voor het decreet is het voorbeeld van Brasschaat, waarvoor mijn dank en mijn lof. Het voorstel van mevrouw De Wachter over de gemeentelijke samenwerkingsverbanden wil ik graag onderzoeken. Ik engageer me ertoe om na te gaan of we de volgende weken met een voorstel kunnen formuleren.
Ik heb daarnet bij de discussie over de luchthaven gezegd dat ik een unanieme stelling hoorde in het parlement. Ik heb nu opnieuw unanimiteit en dank u daarvoor.
Het incident is gesloten.