Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het standpunt van de Europese Commissie ten aanzien van de financiering van de openbare omroep VRT
Actuele vraag over het standpunt van de Europese Commissie ten aanzien van de financiering van de openbare omroep VRT
Actuele vraag over het standpunt van de Europese Commissie ten aanzien van de financiering van de openbare omroep VRT
Actuele vraag over het standpunt van de Europese Commissie ten aanzien van de financiering van de openbare omroep VRT
Verslag
De heer Decaluwe heeft het woord.
Waar is de tijd dat politici, in de eerste plaats mezelf, ongeveer iedereen over zich heen kregen als ze in de commissie of tijdens de plenaire zitting vragen stelden over transparantie, een mogelijke controle over de financiering of het scheeftrekken van het medialandschap door een overmatige commercialisering.
Daarom ben ik vandaag gelukkig, zij het met de nodige realiteitszin, dat de Europese Commissie een lang proces heeft afgesloten. De Europese Commissie heeft sinds 2004 een dossier in handen waarin wordt nagegaan of de EU reglementering inzake overheidssteun in relatie tot de publieke opdracht op een correcte manier wordt toegepast.
Het is voor iedereen goed om het volgende te weten. In 2004 hebben onder meer VTM en Q-music een klacht ingediend naar aanleiding van sommige interviews met collega's. Daarin werd onder meer gesteld dat de radiotarieven werden gedumpt om op die manier de start van commerciële radiozenders te fnuiken. Tot op vandaag is daarover echter geen beslissing genomen omdat de Vlaamse Regering zeer snel heef gereageerd door de tarieven opnieuw te normaliseren.
Over de EU-reglementering inzake overheidssteun hebben we - en de collega's die in de commissie voor de Media zitten, weten dat - in de vorm van actuele vragen van gedachten gewisseld. Er zijn heel wat vragen over gesteld. De aanleiding betrof in feite de Sporza-rel. De collega's die toen in het parlement zaten, wisten dat er sprake was van een derde kanaal. Dat kanaal zou voor een groot gedeelte met reserves worden gefinancierd, omdat het toen niet in de beheersovereenkomst was voorzien. Dat was de aanleiding. Gelukkig heeft de Europese Commissie vandaag duidelijk naar de reserves verwezen en gesteld dat slechts 10 percent kan worden overgeheveld.
Mijnheer de minister, u hebt samen met de commissie Media in dit parlement al inspanningen geleverd om de argumenten die de Europese Commissie ons telkens weer voor de voeten gooide, te pareren. Dat waren argumenten op het vlak van transparantie. Op het vlak van de financiering kunnen we zeggen dat we via aanpassingen van decreten en een nieuwe beheersovereenkomst al veel hebben verbeterd. Het is ook belangrijk dat de Europese Commissie duidelijk stelt dat er met de nieuwe media een nieuwe evolutie aan de gang is. Men moet dan trachten aan te tonen of er overheidssteun in het spel is en welke de goede financiering kan zijn. We weten dat dit zeer sterk evolueert.
Gisteren was er in de media sprake van illegale financiering. Dat is totaal onjuist. Daar gaat het niet over. Mijnheer de minister, blijkbaar hebt u zich geëngageerd tegenover de Europese Commissie om tegen mei 2008 nog een aantal aanpassingen door te voeren. Dat is noodzakelijk. De VRT probeert immers initiatieven te nemen inzake internet en de website met elementen die geen deel uitmaken van de beheersovereenkomst We moeten dan ook opnieuw de link leggen met publieke financiering, overheidsopdrachten, concurrentie met de kranten enzovoort.
Mijnheer de minister, we gaan niet hetzelfde doen als in Denemarken waar men miljoenen moet terugbetalen. In welke richting gaan de aanpassingen waartoe u zich hebt geëngageerd ten aanzien van de Europese Commissie? Het dossier is afgesloten mits de voorwaarden die de Commissie heeft gesteld, effectief worden vervuld.
De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Decaluwe heeft de historiek al geschetst. Ik schrok toen ik gisteren De Tijd opensloeg en het artikel las als voorbeschouwing op de uiteindelijke beslissing van de Europese Commissie die vandaag formeel is genomen. De titel was gechargeerd maar de inhoud van het artikel en de voorbeschouwing op de beslissing alsook de toon van de beslissing zelf waren vrij ernstig.
De zaak loopt sinds 2004. Deze beslissing komt dan ook niet als een verrassing. Men heeft op de Europese bezwaren geanticipeerd. Er is nu de Vlaamse Regulator voor de Media, en een nieuwe beheersovereenkomst waar er een betere aflijning is tussen de commerciële activiteiten en de activiteiten in het kader van de openbare opdracht. De minister heeft ook een nieuw mediadecreet beloofd tegen mei. Of dat er dan zal komen, moeten we afwachten. Ook daar zou men in grote mate kunnen tegemoetkomen aan de bezwaren van Europa.
Vanochtend wenste de minister nog niet te reageren in de krant omdat de eigenlijke tekst van de beslissing nog niet voorhanden was. Zijn toon was echter veeleer sussend. Ik vraag me af of dat wel helemaal gerechtvaardigd is.
Zijn de dotatie, en de verhouding tussen de dotatie en de openbare opdracht die aan de VRT is toegemeten, correct? Wordt er met andere woorden niet overgecompenseerd of overgefinancierd? Volgens de Europese Commissie is er een gebrek een transparantie en moet er dus duidelijkheid worden geschapen. Er moet dan ook worden onderzocht of de verhouding tussen de openbare opdracht en de dotatie wel correct is. Er zijn in het verleden indicaties geweest. Eerder was er al sprake van Sporza en van de royale contracten met de productiehuizen die ons ertoe nopen te geloven dat die dotatie misschien wat te hoog ligt. Onze fractie heeft dat al meermaals opgeworpen.
Een andere vraag is of de financiering van de VRT niet een beetje in het gedrang komt. Het is de gedelegeerd bestuurder zelf, de heer Wauters, die ons in de commissie voorspiegelde dat er misschien een structureel probleem zou kunnen zijn in 2009 en 2010. Hij drukte zich voorzichtig uit maar de boodschap was niet mis te verstaan. De meerderheid suggereerde toen dat ze haar verantwoordelijkheid zou nemen indien dat probleem zich zou voordoen.
Onze fractie is op dit moment niet bereid om die dotatie op te trekken, want dat is de implicatie van het nemen van onze verantwoordelijkheid. De vraag is nu of we dat, gezien de beslissing die Europa heeft genomen, nog zullen kunnen.
Tot slot vraag ik me af wat de impact is van de beslissing die de Europese Commissie nu heeft genomen op de lopende beheersovereenkomst die in maart wordt geëvalueerd. Is het niet noodzakelijk de beheersovereenkomst open te breken en bijvoorbeeld de commerciële activiteiten terug te schroeven?
De heer Verstrepen heeft het woord.
Door de uitspraak van Europa kruipen we door het oog van de naald. Stel u voor dat we het geld hadden moeten terugstorten. Maar dat is als en indien. De feiten zijn nu wat ze zijn, en ze evolueren snel. Blijkbaar wordt het onderzoek afgesloten. Mijnheer de minister, u hebt twaalf maanden tijd om nog een paar zaken op punt te stellen bij de VRT.
Ik herinner me discussies over het gebrek aan transparantie. Ondertussen is er meer transparantie. In de commissie voor Media strijden we daarvoor. Dat begint zijn vruchten af te werpen. Ik zal geen discussie starten over de vraag of de VRT te veel of te weinig geld krijgt. Ik wil enkel het verhaal van Europa projecteren op de discussies die we in de commissie al langer voeren. Ik moet dan ook enigszins afwijken van de initiële vraag die ik deze voormiddag indiende voor we de nieuwe informatie kregen.
Ik lees in die informatie: "Een kader voor merchandising en nevenactiviteiten zal ook helpen zorgen voor meer duidelijkheid over welke diensten commerciële activiteiten zijn en dus buiten de openbare-omroepopdracht vallen." In het buitenland bestaat er zoiets als een charter tussen openbare-omroepbedrijven en commerciële zenders die niet alleen op de traditionele televisie- en radiomarkt, maar ook op de multimediale en digitale markt actief zijn. Dat charter kan worden afgesproken tussen alle partijen.
Mijnheer de minister, bent u bereid om dat in overweging te nemen? Wilt u uitzoeken of een charter zou kunnen helpen om binnen de twaalf maanden afspraken te maken over wat bij een commerciële zender en wat bij een openbare omroep thuishoort. Met de budgetten wacht ik nog even. We wachten nog of het Rekenhof oordeelt dat de productiehuizen al of niet te veel geld ontvangen.
In Europa wordt steeds meer gediscussieerd over de keuze voor een zuivere overheidsfinanciering, of voor deels commerciële inkomsten. Als er wordt gedecommercialiseerd, moet er natuurlijk een extra budget zijn. Hoe staat u tegenover die twee afgeleide evoluties? Bent u bereid om met alle mediapartijen rond de tafel te zitten om een charter uit te werken? Wilt u in een extra budget voorzien in geval van decommercialisatie?
De heer Vandenbossche heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, er is al ontzettend veel gezegd over de feitelijkheden, ik wil het over een andere boeg gooien. In Europa is op dit ogenblik een discussie aan de gang over de positie van de openbare omroepen in de lidstaten. Dat wordt geïllustreerd door het aankondigen van nieuwe richtlijnen, maar ook door discussies die in de lidstaten bezig zijn. Een voorbeeld daarvan is Frankrijk, waar president Sarkozy heeft aangekondigd dat de publiciteit van de openbare omroep zal verdwijnen.
Nieuw is dat niet, want ook Ségolène Royal had dat in haar programma staan.
De discussie over de gemengde financiering van openbare omroepen is zeer actueel en vooral zeer delicaat, gelet op de staatssteun die aan de openbare omroepen wordt gegeven.
Zij is, sedert de klachten die, weliswaar over verschillende dingen, zijn neergelegd bij de Europese Commissie door Q, 4fm en de VMMa, te pas en te onpas in de commissie Media naar boven gekomen. Eigenlijk gaven de kranten al een aanwijzing, want de titels wekten de indruk dat de Europese Commissie het nu eens goed zou zeggen over de openbare omroep. Maar wat blijkt, de soep wordt niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend.
Mijnheer de minister, de initiatieven die u hebt ontwikkeld ten aanzien van de Europese Commissie waren de goede: vermijden dat de openbare omroep veroordeeld zou worden tot het terugbetalen van de steun die hij van de Vlaamse overheid genoot.
Maar toch blijft de discussie bestaan over de gemengde financiering van de openbare omroep, die bij ons een realiteit is. Die realiteit werd door praktische zaken ingegeven. Men kan de discussie voeren over de beheersovereenkomst, die op dit ogenblik nog niet zo oud is, maar daarin werd de gemengde financiering behouden. Enerzijds is er reclame op de radio, anderzijds zijn er andere initiatieven, de boodschappen van algemeen nut op de televisie, waarover ook al zo veel te doen was.
Ik blijf verdedigen dat we daar met het oog op de toekomst een fundamentele discussie over moeten voeren. Frankrijk is niet het enige voorbeeld, de discussie speelt zich ook af over de taalgrens, met de vraag of men de gemengde financiering al dan niet moet behouden. Als men die niet behoudt, is men dan bereid om het verlies aan financiën van de openbare omroep te compenseren?
Ik denk dat dat een belangrijke vraag is binnen het geheel. De Europese Commissie zegt in haar beslissing een aantal zaken die voor mij niet nieuw zijn en die we eigenlijk hadden verwacht. Mijnheer de minister, er is inderdaad geen beslissing genomen tot terugbetaling van de staatssteun, maar er moeten een aantal maatregelen worden genomen, die u zelf hebt aangekondigd bij de Europese Commissie. We moeten naar een decreetswijziging gaan, die een aantal dingen duidelijk maakt, maar waarbij we in de toekomst de financiering van de openbare omroep en de gemengde financiering niet uit de weg kunnen gaan. Het is een fundamentele vraag die op dit ogenblik in Europa aan de orde is.
Mijnheer de minister, morgen hebben we een gedachtewisseling over de studie die door ARKADE gebeurt om de mediadecreten te wijzigen. Ik ga ervan uit dat de maatregelen die de Europese Commissie vraagt, onder meer over de afbakening van de openbare opdracht van de omroep, maar ook over merchandising en nevenactiviteiten en de reservevorming, decretale maatregelen behoeven. Die zullen sneller moeten komen dan de algemene herziening van de mediadecreten.
Mijnheer de minister, welke bepalingen van het Mediadecreet - want het is tenslotte een bevoegdheid van dit parlement - staan op dit ogenblik onder druk? Welke maatregelen zullen we moeten nemen?
Ten slotte nog iets over de transparantie van de VRT. Ik wil me daar maar over uitspreken op het ogenblik dat de audit van het Rekenhof, waar ook te pas en te onpas naar verwezen wordt, bekend is. Dan gaat het over de relatie van de VRT met de productiehuizen en de coproducenten binnen het huis.
Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil eerst even zeggen dat we een mooie decoratie hebben vandaag in deze plenaire vergadering. Vanop de banken is dat zeer te appreciëren. Ik stel voor dat we dat in de toekomst meer doen. Ik vond het heel mooi. Ik vermoed dat het te maken heeft met de activiteit die hier vandaag heeft plaatsgevonden.
Mijn bekommernissen zijn dezelfde als die van de voorgaande sprekers. Een collega zegt dat hij schrok van de titel. Ik denk niet dat we daar van moeten schrikken. We moeten dit geval niet overdrijven. Europa heeft gewoon gereageerd op een klacht, heeft een onderzoek ingesteld en heeft de vinger gelegd op heel wat gevoeligheden die al een tijdje leven, ook in de commissie. Ik weet, mijnheer de minister, dat u daar al op hebt gereageerd en dat er al bepaalde maatregelen zijn getroffen om de transparantie van de VRT-financiering te vergroten. Toch blijft het een zeer.
Op dit moment leeft in Europa de discussie over de gemengde financiering van de openbare omroepen. Het wordt blijkbaar een pijnlijke affaire omdat het zo weinig controleerbaar is en er een heleboel nieuwe televisie en media-activiteiten worden ontwikkeld. Dat staat ook duidelijk in uw beleidsbrief en u hebt daar uitgebreid over gesproken. Dat neemt niet weg dat we wederom worden geconfronteerd met een situatie die te maken heeft met een tekort aan transparantie. Ik pleit er samen met mijn collega's voor om het debat eens eerlijk te voeren, zoals het nu ook in Europa wordt gevoerd. Wat gaan we doen met de duale financiering van overheidssteun en commerciële inkomsten? Blijkbaar is dat voor sommigen heel moeilijk. Ik spreek me daar nu niet over uit. Terugbetaling staat niet op de agenda, dat hebben we duidelijk begrepen. We moeten ons wel bezinnen over de toekomst. Mijn vraag aan u, mijnheer de minister is: hoe gaan we nu verder?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte leden, dit minidebat is de moeite waard. De leden raken verschillende aspecten aan. Ik ga op sommige daarvan niet in, bijvoorbeeld het punt van de financieringsbehoeften van de VRT, de dotatie, de begrotingscontrole, het onderzoek van het Rekenhof en dergelijke meer. Dat is niet aan de orde. Dat dossier is nog niet rijp voor een regeringsbeslissing.
Er wordt een interessant debat gevoerd, namelijk over het financieringsmodel: gemengde versus zuivere financiering. U hebt gelijk dat we dat debat moeten voeren, het wordt elders in Europa ook gevoerd. Het is geen klein debat. Als ik de cijfers noem van de VRT, ongeveer 450 miljoen euro versus 286 miljoen euro dotatie, dan weet je meteen waarover je spreekt als je dat budget op peil wilt houden. Niettemin is het interessant dat debat te voeren, maar ik denk dat we dat buiten dit kader moeten doen. De vragen vergen al een uitgebreid antwoord.
Ik wil ingaan op wat de heer Vandenbossche heeft gevraagd in verband met de enquête die de Europese Commissie op dit ogenblik houdt. Dat staat in rechtstreeks verband hiermee.
Sommigen onder u hebben verwezen naar de genese van dit dossier. Ik ben er voor het eerst mee geconfronteerd in augustus 2004. Ik herinner me de dag nog heel goed toen de vraag om informatie vanwege de VRT kwam, met een heel omvangrijke vragenlijst en met het vriendelijke verzoek die binnen de drie of vier weken te beantwoorden. Het is een zeer zwaar dossier waar we nu al drieënhalf jaar aan hebben gewerkt en dat we kunnen afsluiten op een heel goede manier, zowel voor de overheid als voor de VRT. Het dossier eindigt met een afsluiting door de Europese Commissie. Ik heb de persmededeling bij alsook de beslissing zelf. Dat is een document van 61 pagina's, vooralsnog vertrouwelijk. Bepaalde zaken kunnen uit het document, dat zal worden gepubliceerd, worden weggehaald op vraag van ons of van de VRT. We moeten dat nog eens bekijken.
We hebben heel intens gewerkt aan dit grote dossier. We hebben omvangrijke antwoorden geproduceerd, kilo's documenten bezorgd en onderhandeling na onderhandeling gevoerd. Dat gebeurde gelukkig in de luwte van de publieke aandacht, anders wordt het moeilijk om tot besluitvorming te komen, zoals we hebben kunnen merken bij het lek van gisteren. We hebben het dossier op een correcte manier kunnen afsluiten.
Een belangrijk scharniermoment moet in juli 2006 worden gesitueerd. Na bijna twee jaar heeft de Europese Commissie verklaard de overheidsfinanciering van de VRT als een bestaande steun te beschouwen. We hebben er toen al op gewezen dat dit niet evident is. Voor de Deense en Nederlandse openbare omroepen was dit niet het geval. De Deense overheid heeft meer dan 84 miljoen euro moeten terugbetalen en de Nederlandse overheid heeft meer dan 76 miljoen euro moeten terugbetalen.
Ik moet hieraan toevoegen dat het om een voorwaardelijke beslissing van de Europese Commissie gaat. Het gaat hier niet om een definitieve verworvenheid. De Europese Commissie heeft een slag om de arm gehouden. Indien we er niet in zouden slagen tot een akkoord te komen, had de Europese Commissie het recht op haar beslissing terug te komen en zou het weer om een blanco papier zijn gegaan. Op dat ogenblik zou het duidelijk niet om een verworvenheid gaan.
Dit is een van de redenen waarom we naar een akkoord hebben gestreefd. We wilden zeker niet in een dergelijke situatie terechtkomen. In de brief van juli 2006 heeft de Europese Commissie gewezen op een aantal onduidelijkheden over het al dan niet marktverstorende karakter van de tarieven van de radioreclame van de VRT. De Europese Commissie heeft tevens verduidelijking gevraagd over de definitie van de opdracht van de openbare omroep, over het toezicht en de controle op de naleving van die opdracht en over adequate systemen om overcompensatie te vermijden.
Ik heb hierop geantwoord dat we in de loop van deze regeerperiode in dit verband al een aantal belangrijke maatregelen hadden genomen. We hadden toen al de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) opgericht. Dit onafhankelijke orgaan moet erop toezien dat de VRT de gecoördineerde decreten en de beheersovereenkomst naleeft. Dit beantwoordt aan de Europese verwachtingen ter zake.
Ik heb gewezen op het fameuze VRT-decreet, waar destijds heel wat heisa over is ontstaan. Ik veronderstel dat vele aanwezigen zich dit nog levendig herinneren. Dit decreet stelt onder meer dat de VRT een duidelijk onderscheid moet maken tussen wat tot de publieke en wat tot de private opdracht behoort. De VRT moet voor volledige transparantie zorgen. Bovendien kan hierop controle worden uitgeoefend. Het principe van de interne audit is van toepassing gemaakt op de VRT. Dit heeft overigens tot heel wat discussies geleid.
Tot slot heb ik erop gewezen dat ondertussen een nieuwe beheersovereenkomst was afgesloten. Die overeenkomst omvat een zeer gedetailleerde omschrijving van de publieke opdracht. De beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en de VRT houdt tevens in dat de VRT voor nieuwe kanalen en voor nieuwe vormen van digitale dienstverlening de toestemming van de Vlaamse Regering moet vragen. De beheersovereenkomst gaat ver. De VRT wordt een multimediale omroep die zich met televisie, radio, internet en mobiele communicatie zal bezighouden. Indien er nieuwe digitale toepassingen of nieuwe kanalen zouden ontstaan, moet opnieuw worden onderhandeld.
De Europese Commissie heeft akte genomen van mijn antwoord en haar tevredenheid geuit. Europees commissaris Croes heeft in haar persmededeling overigens verklaard ingenomen te zijn met de wijze waarop dit dossier is afgehandeld.
Hierna heeft de Europese Commissie laten weten nog vragen over de evenredigheid van de financiering en over de openbare opdracht van de VRT te hebben. Is er geen sprake van overfinanciering? Hoe zit het met de reserves?
Aangezien het hier om een kolossaal dossier gaat, zal ik hier niet alle details geven. Uiteindelijk hebben we een akkoord bereikt. Ik heb dit in een brief van 14 december 2007 aan de Europese Commissie bevestigd. De vraag is natuurlijk wat dit akkoord precies inhoudt. Het akkoord betreft alleszins een geheel van maatregelen die zijn bedoeld om het dossier te sluiten.
Wat de evenredigheid van de financiering en het risico op overcompensatie betreft, is er niet langer discussie over de grootte van de dotatie. We hebben met de Europese Commissie afgesproken dat de reserves van de VRT niet mogen worden opgepot. De reserves mogen maximaal 10 percent van de overheidsdotatie van het betrokken jaar bedragen. Resterende bedragen moeten op een aparte rekening worden geplaatst. De VRT mag die bedragen aanwenden indien er het volgende jaar een tekort zou zijn. Het geld dat op het einde van de beheersovereenkomst op die rekening staat, moet in eerste instantie in functie van de openbare opdracht van de omroep worden aangewend.
De reserves mogen niet te groot worden. De artikelen 86 en 87 bepalen immers dat de markt niet kan worden verstoord door plots met massaal veel kapitaal op de markt te komen om nieuwe initiatieven te ontwikkelen. Deze maatregel leidt tot een efficiënt beheer. Ik heb daar op zich geen problemen mee.
De Europese Commissie merkt voorts op dat we al in de beheersovereenkomst hebben gezet dat er geen nieuwe kanalen en nieuwe digitale diensten kunnen komen zonder een nieuw akkoord daarover. Ze wil dat verankerd zien in een decreet. Dit zal het eerste punt van het decreet zijn. Het volstaat niet dat het in de beheersovereenkomst staat. Dit was nu al de regel. We hebben zeer sterk onderhandeld met de VRT. We hebben een zeer goede beheersovereenkomst afgesloten. We hebben toen gezegd dat over alles wat daar niet in stond, opnieuw zou moeten worden gepraat.
Een belangrijk punt was de voorbereiding van de beheersovereenkomst. De Europese Commissie heeft ons daar uiteindelijk iets opgelegd dat we al hebben gedaan: er moet een advies zijn van de sectorraad Media. Zo heet dat nu. In die raad zit natuurlijk de hele sector, ook onafhankelijken. Dit advies moet er komen na een publieke enquête. Dat is precies wat we hebben gedaan. Dat zal nu worden opgenomen in het decreet.
Ook zullen we criteria moeten bepalen voor nieuwe diensten die niet zijn opgenomen in de beheersovereenkomst. Het wordt nog een moeilijke oefening om daar precieze criteria voor vast te leggen.
Ten slotte zal de VRT het niet-vertrouwelijke deel van het kader voor zijn merchandising en nevenactiviteiten moeten publiceren op zijn website, zodat iedereen daar kennis van kan nemen.
Dat zijn de vijf maatregelen die we hebben afgesproken. Ik herhaal: er is niets opgelegd, er komt geen beschikking. Dit impliceert dat er geen wijziging komt van de beheersovereenkomst en geen aanpassing van de dotatie. De commissie zegt nu dat er geen bewijzen zijn van marktverstorende radioreclame. Ook hoeven we bij het lanceren van nieuwe diensten geen marktenquête te doen. In Duitsland is het lanceren van nieuwe diensten wel afhankelijk van een marktenquête. We hebben ons altijd beroepen op het Protocol van Amsterdam. We stellen dat dit protocol ter zake autonomie geeft aan de lidstaten. We zijn het ermee eens dat er een advies komt van de sectorraad Media en dat er een publieke enquête gebeurt, maar de eindbeslissing behoort toe aan de politiek verantwoordelijken.
Voor ons is het heel belangrijk dat de essentiële elementen van het Protocol van Amsterdam, waarop Vlaanderen destijds een heel grote invloed heeft gehad, overeind zijn gebleven. In dat protocol zegt de EU dat een publieke omroep van groot maatschappelijk en cultureel belang is en van groot belang voor de pluriformiteit in de samenleving. In het protocol wordt gesteld dat het de lidstaten zijn die autonoom de publieke opdracht van die omroep bepalen en dat het de lidstaten zijn die autonoom beslissen over de financiering daarvan. Natuurlijk moeten daarbij de twee beperkingen van de artikelen 86 en 87 in acht worden genomen: de mededinging mag niet worden verstoord en het vrije handelsverkeer mag niet ongunstig worden beïnvloed.
Nu doet de Europese Commissie een enquête bij alle lidstaten en omroepen met het oog op een nieuwe mededeling. Daarbij zullen wij, en de Franse Gemeenschap net zozeer, een standpunt moeten innemen. Die enquête gaat in essentie opnieuw over de financiering van de publieke omroepen, met een focus op de nieuwe mediadiensten en de staatssteun die daaraan wordt gegeven.
Ik kan natuurlijk niet in de hoofden van de Europese commissarissen kijken, maar ik heb het gevoel dat de diverse elementen die tevoorschijn komen uit de diverse casussen die nu geopend zijn - een aantal zijn afgesloten of zullen dat worden- de basis zullen vormen voor een nieuwe mededeling. Daarbij zullen een aantal regels worden vastgelegd.
Maar voor zover het afspraken zijn die wij nu zijn overeengekomen, kan daarmee perfect worden geleefd. De principes van het protocol van Amsterdam houden wij overeind: een sterke publieke omroep met een brede maatschappelijke opdracht, die wij financieren maar die uiteraard de regels moet naleven van het Europese mededingingsrecht van het vrije handelsverkeer. Op die manier kunnen we die moeilijke zaak afsluiten. We zitten niet in de situatie van Denemarken en Nederland. We hebben rechtszekerheid voor de verdere werking van onze publieke omroep.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitvoerige antwoord. In de commissie krijgen we nog kansen tot meer diepgang wanneer we de stukken effectief hebben gelezen. Nu durven enkele collega's zeggen dat de soep niet zo heet wordt gegeten als ze wordt opgediend. De basis om erger te voorkomen hebben we gelegd in het Regeerakkoord van 2004. Ik herinner me nog dat mijn interpellatie toen werd weggelachen. Nu hebben we op bepaalde punten gelijk gekregen.
Als er lijken uit de kast vallen, moeten we op een correcte manier compenseren. Het huidige management, mag niet de dupe zijn van de fouten van het vorige management. De provisie van 10 miljoen euro van de Vlaamse Regering is belangrijk. De openbare omroep moet met een correcte opdracht het geld krijgen waarop hij recht heeft.
Mijnheer de minister, u zegt dat de beheersovereenkomst niet moet worden aangepast. Maar de overeenkomst loopt nog. Met alle nieuwe media en evoluties weet niemand wat er binnen twee jaar geregeld kan worden. Decretaal hebben we ook gezegd dat de openbare omroep op dat vlak een voortrekkersrol moet kunnen spelen. Als ze nieuwe dingen willen doen, moet er waarschijnlijk een addendum komen aan de beheersovereenkomst. Niet zoals nu: al wat niet gepland is opnieuw proberen door bedrijven op te richten enzovoort. We moeten een correcte houding innemen.
Kunnen we voor de vragenlijst de handen in elkaar slaan? Dat geeft een duidelijkere visie aan Europa dan allemaal individuele parlementairen die proberen antwoorden te geven op al die vragen.
Het fundamentele debat over zuivere dan wel gemengde financiering zal zeer interessant zijn. Dat willen wij graag voeren in de commissie. Maar als we zuiver financieren, waar gaan we dan de centen halen? Dat is geen eenvoudige discussie.
U beschikt al over de teksten bij de beslissing van de Europese Commissie. Wij hebben enkel krantenartikels. De soep wordt inderdaad niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. We zijn 2008 en niet meer 2004. Er is intussen een en ander gebeurd, wat de commissie blijkbaar milder heeft gestemd.
De kwestie van de overfinanciering is nog niet helemaal uitgeklaard. Er loopt nog een onderzoek over de contracten met de productiehuizen. Dat is er niet zomaar gekomen. Is de kwestie van de overcompensatie voldoende duidelijk?
Wij wachten ook met spanning op het ontwerp van het nieuwe mediadecreet om te weten welke elementen daarin bijkomend aan de vragen van de Europese Commissie tegemoet komen.
Ik heb met aandacht geluisterd naar de zeer lange uitleg en de verduidelijking zullen we inderdaad wel in de documenten terugvinden. Er zal nog pittig over gediscussieerd worden.
Ik wil best constructief meewerken aan definities voor nieuwe technologieën, aan de bepaling van de krijtlijnen, aan de decretale verankering. Maar dat lijkt me naar Rome trekken via een ommetje. Ik ga terug naar de essentie. Je moet zeer duidelijk afbakenen en een zeer duidelijke definitie geven van wat commercieel is en wat niet. Dan heb ik het niet over inhoud of programma's.
We hebben die discussie al eens gehad. We gingen er automatisch vanuit dat bijvoorbeeld een nieuwszender iets is voor een openbare omroep. En toch zei de commerciële omroep dat ze ook geïnteresseerd waren. Die discussie ga je dus gewoon uit de weg. Als blijkt dat er een markt voor is, zal een commercieel mediabedrijf sowieso de stap zetten. De VRT is dominant in de nieuwe media, terwijl ook de commerciële zenders zich op diezelfde markt begeven. Dan rijst de vraag of dat de initiatieven van de commerciële zenders niet verplettert. Want daar moet elke euro natuurlijk meteen binnenkomen, anders maken ze verlies. Sommige zenders zijn trouwens beursgenoteerd.
Ik denk dat we het denkspoor van de commerciële afbakeningen toch eens moeten volgen. Misschien moeten we soms ook voorrechten geven aan de commerciële zenders als de VRT iets wil doen. Ik zou de discussie in die richting willen duwen.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik had er daarstraks al op gewezen dat er enkele decretale aanpassingen moeten gebeuren. Maar ik blijf toch bij mijn stelling - om de heer Decaluwe tegen te spreken - dat de soep niet zo warm wordt gegeten als ze wordt opgediend. Dat de heer Decaluwe er in de vorige legislatuur al eens een soep van gemaakt heeft, daarmee ben ik het eens. (Gelach)
Ik juich uw initiatieven toe, mijnheer de minister. De echte discussie die moet worden gevoerd, gaat eigenlijk over hoe we in de toekomst de openbare omroep moeten financieren namelijk met een zuivere openbare financiering of met een gemengde financiering.
Ik denk dat de uitspraak van de heer Vandenbossche essentieel is. Ik bedank u voor uw antwoord. Ik weet dat u al veel inspanningen hebt gedaan. Er zijn de decreten maar ik denk dat we die op tijd en stond moeten evalueren vooral omdat het medium heel snel evolueert.
Ik pleit dus ook voor een open discussie en een eerlijke dialoog.
De heer Stassen heeft het woord.
Mijnheer de minister, mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik stel vast dat we een rare culinaire namiddag hebben: borrelnootjes met soep. Ik vind dat niet meteen de meest lekkere maaltijd.
Als je kijkt naar de geschiedenis en het beleid van de VRT, dan stel je toch vast dat vanaf de start van het Mini- en Maxidecreet onder de heer Van Rompuy ongeveer 10 jaar geleden, de transparantie van de VRT elk jaar vergroot is. De transparantie over de financiën, de structuur, de organisatie is vergroot. Dat beleid was waarschijnlijk ook nodig gezien de positie die de VRT 12 jaar geleden innam. Dat is een goede zaak.
Als ik het goed begrepen heb, zegt u dat de Europese Commissie gemengde financiering toestaat. Ik versta de vraag van de heer Vandenbossche of we niet terug moeten naar het systeem van 15 jaar geleden namelijk enkel een financiering van de overheid. Dat is een politieke discussie.
De Europese Commissie laat dat toe, maar zegt wel dat goed moet worden verantwoord waar het commerciële geld vandaan komt en dat het goed moet worden afgebakend. De publieke opdracht van de VRT moet goed worden vastgelegd en er moet transparantie zijn. Op zich heeft de Europese Commissie op geen enkele manier het Vlaamse beleid ten opzichte van de openbare omroep onderuitgehaald. Ze vragen meer transparantie en een betere afbakening, maar ze zeggen niet of er geld te veel of te weinig is. Ze vragen enkel een goede verantwoording.
Ik vind het goed dat u dit dossier zo goed hebt gemaakt dat dit de reactie is van de Europese Commissie, maar uiteindelijk kan het beleid van de Vlaamse Regering van de voorbije twaalf jaar ten opzichte van de openbare omroep binnen de Europese context van de vrijmaking van de markt wel worden gevoerd. De voorwaarde is wel dat de zaken goed worden afgebakend, gedefinieerd en gecontroleerd. In die zin is dit een bevestiging van het beleid dat de Vlaamse Regering ten aanzien van de VRT heeft gevoerd gedurende de voorbije twaalf jaar.
De heer Caron heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik ben blij dat het op die manier evolueert. Ik wil mijn waardering uitspreken voor de manier waarop u de vraag van de Europese Unie hebt aangepakt. U hebt de maatregelen verduidelijkt. U hebt een heel belangrijke taak uitgevoerd ten bate van de openbare omroep. Ook de huidige beheersovereenkomst is een versterkend element daarin en er een uiting van. Ik wil daar mijn waardering voor uitspreken.
Dit staat haaks op de hoeramails die ik in mijn mailbox vind. Mensen mailen me: "Joepie, eindelijk wordt de VRT gepakt omdat die oneigenlijk wordt gefinancierd". De Tijd heeft daar ook aan meegewerkt. Vandaag wordt dat wat gepreciseerd door de verklaring van de Europees commissaris.
De heer Stassen heeft eigenlijk gelijk. Het gevoerde beleid was juist, maar de VRT heeft op het vlak van transparantie, rapportering en afbakening van openbare en andere opdrachten belangrijke stappen vooruit moeten zetten. Dat is ook goed. Ik wil niet hebben dat er schade wordt veroorzaakt en dat hebben die hoeramails wel op het oog.
De fundamentele vraag is wat de precieze opdracht van de openbare omroep is en hoe ver die reikt. Behelst de taakstelling alleen dat wat de commerciële wereld niet kan doen? Is dat complementair? Moet er concurrentie spelen? Zijn er componenten die elkaar aanwakkeren zodat zowel de kwaliteit van de openbare als private omroepen verbetert? Moeten we naar een scheiding gaan zoals in Frankrijk waar Sarkozy een openbare omroep wil zonder reclame? Hij wil daarbij dan ook een aantal taken van de openbare omroep afsplitsen. Ik pleit voor een gemengde aanpak. Dit is een fundamentele discussie. Ik wil niet dat er misbruik is die tot schade leidt van de openbare omroep. Dit is misschien een goede aanleiding om opnieuw over de opdracht te discussiëren en die opnieuw vast te leggen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw de minister, het model dat gekozen is in de jaren negentig, is absoluut geen consensusmodel. Integendeel, er is over de gemengde financiering van de openbare omroep een oorlog gevoerd door de commerciële zenders. Er waren definitieve klachten in 2004 van de VMMa tegen die financiering. Het model blijft echter overeind. Het is ook duidelijk dat er met vuur is gespeeld. De radioreclame was geen evidentie. Er was toen nog een monopolie van de radio. De commerciële zenders zijn er maar na 2000 bij decreet gekomen. Het was geen evidentie om radioreclame aan de VRT toe te staan en de commerciële omroepen niet toe te laten. Daar is een heel debat over gevoerd, maar uiteindelijk blijft het model overeind. De minister zegt nu dat marktconforme radioreclame kan. Ik heb het rapport niet gelezen.
De heer Decaluwe heeft gelijk als hij zegt dat men met vuur heeft gespeeld. Ik denk dat er dankzij het optreden van het parlement en de minister duidelijke grenzen zijn gesteld. Zonder het onderzoek in de commissie zouden we wellicht in dezelfde toestand verkeren als de drie landen die Europa heeft teruggefloten.
Ik heb het dossier niet ingekeken. We weten wel dat de wetgeving nog uitgaat van het bestaan van klassieke omroepen. De VRT kan de nieuwe ontwikkelingen in de sector niet aan zich laten voorbijgaan. Dat betekent wellicht dat de wetgeving moeten worden aangepast, maar ook dat het alsmaar moeilijker wordt om dat allemaal in decreten te vatten. Vlaanderen is bevoegd voor de omroepen, maar niet voor telecommunicatie. Ik denk dat dit een van de borrelhapjes is die we vandaag niet krijgen. De N-VA zou er misschien kunnen voor ijveren dat dit in de tweede fase van de staatshervorming wordt opgenomen?
Tot besluit wil ik gewoon zeggen dat de rol van de minister en het parlement om het financieringsmodel overeind te houden een positieve zaak voor Vlaanderen is.
Ik kan hier niet op alle beschouwingen ingaan. Een aantal zaken vereisen trouwens een bijkomend debat. Mijnheer Stassen, de gemengde financiering is niet in vraag gesteld. Dat is belangrijk. Er moet wel transparantie zijn. Er moet een duidelijke scheiding zijn tussen het publieke domein en het privé-domein. Dat moet worden gecontroleerd. En de marktregels moet men respecteren, ook inzake radioreclame.
De opgelegde beperkingen hebben mijns inziens vooral betrekking op de reserves die de VRT mag aanleggen. De VRT mag die reserves niet onbeperkt laten aangroeien, het mag maximaal gaan over 10 percent. De Europese Commissie eist ook meer transparantie wat betreft het kader voor merchandising en de nevenactiviteiten: men moet die publiceren. Ten derde: nieuwe diensten, al dan niet in de beheersovereenkomst opgenomen, en ook een nieuwe beheersovereenkomst zelf kunnen niet zonder een akkoord en het advies van de sectorraad Media. Daarover zal een mededeling volgen.
Ik herhaal evenwel dat we vandaag een beheersovereenkomst met de VRT hebben die heel ver gaat. Mijnheer Van Dijck, de eventuele krapte van de dotatie is nu niet aan de orde. Dat maakt geen voorwerp uit van dit debat. De begrotingscontrole en het rapport van het Rekenhof zullen toestaan om dat zeer binnenkort in orde te brengen. Ik heb in dat verband in het verleden al duidelijke taal gesproken: als blijkt dat de opdracht niet kan worden uitgevoerd, dan moeten we onze verantwoordelijkheid opnemen.
Mijnheer Verstrepen, een publieke omroep die geen informatieopdracht heeft, hoeft voor mij niet. Die informatieopdracht behoort tot het wezen van dergelijke omroep. Kijk maar naar het Protocol van Amsterdam. De publieke omroep heeft een maatschappelijke rol: in een pluriforme samenleving betrouwbare gecontroleerde informatie brengen. Dat is een brede opdracht. Als die wegvalt, dan hoeft het voor mij niet meer.
Daar hangt wel een serieus prijskaartje aan vast. We moeten daarover debatteren: zorgen we voor een gemengde financiering, of zullen we de publieke omroep volledig met gemeenschapsgelden financieren, goed wetende dat ook de privésector geld genereert voor afgeleide producten van de publieke omroep?
Dat is natuurlijk niet wat beoogd wordt, maar het is ook niet van zo'n grote omvang.
Dit is een zeer uitgebreid dossier. Ik ben bereid om daar in de commissie verder op in te gaan als de beslissing eenmaal bekend is.
Mijnheer Stassen, ik wil nog even terugkomen op uw analyse van het Mini- en Maxidecreet. Ik herinner mij de tijd dat ik schriftelijke vragen indiende om een overzicht te krijgen van de productiehuizen die voor de VRT werkten en dat ik dat niet kreeg. Als de VRT vandaag een aantal financiële problemen heeft, heeft dat alles te maken met de reserves die het vorige management misbruikt heeft. Als er transparantie geweest was, zouden we nu niet in deze budgettaire situatie zitten.
Mijnheer de minister, u mag mij niet verkeerd begrijpen. Ik heb niet gezegd dat het nieuws weg moet bij de VRT. Ik had het alleen over een bijkomende nieuwszender.
Mijnheer Stassen, indien we de lijn gevolgd hadden die u de afgelopen jaren in de commissie verdedigd hebt, dan hadden we nu alles moeten terugbetalen.
Het feit dat de heer Decaluwe die overzichten niet kreeg, had te maken met het feit dat er een bijzondere relatie was tussen hemzelf en de vorige gedelegeerd bestuur.
Collega's, als de commissie voor Media tot een eensluidend standpunt moet komen over een antwoord op de publieke enquête van de Europese Commissie, zijn we nog niet thuis.
Het incident is gesloten.