Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, het debat is geopend.
De heer Dewinter heeft het woord.
Juicht, Vlamingen, juicht! Het fonds voor collectieve uitrustingen en diensten is eindelijk Vlaamse bevoegdheid. Hetzelfde geldt voor belangrijke thema's als de onteigeningswetgeving, het Kringloopfonds en het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau. Al die zaken waren mij tot op heden onbekend, maar Vlaanderen heeft nu toch kennis kunnen nemen van het bestaan van deze instellingen en fondsen.
Geef toe, mijnheer de minister-president, na negen maanden onderhandelen en ruziemaken is dit een gigantische stap in de richting van volwaardig Vlaams zelfbestuur. Minister Reynders had het over 'des détails marginaux' en 'un transfert de compétences très limité, qui est anecdotique'. Joëlle Milquet sprak over 'des transferts limités de compétences accessoires'. Mijnheer de minister-president, de enige vette vis die Yves Leterme in zijn netten heeft gevangen, blijkt Bart De Wever te zijn, die nu spartelt als een vis op het droge.
Wat blijft er over van de copernicaanse omwenteling van minister-president Peeters? Wat blijft er over van de 'new deal' die er zat aan te komen, mijnheer Van Rompuy? De voorzitter van Jong CD&V, Bert De Brabandere, verwoordde het treffend en zei wat heel Vlaanderen hierover denkt. Hij stelde: "We wachten al negen maanden op een regering, en moeten nu vaststellen dat we een tweede interim-regering krijgen. Dat is niet wat de bevolking wil. Bovendien is de tekst van het tweede pakket erg vaag."
Er wordt inderdaad opnieuw gekozen voor de vlucht vooruit. De federale interim-regering, de tweede op rij, Leterme I dit keer, heeft een nieuwe deadline voor ogen. Dit keer is de deadline 21 juli 2008. De opdeling in fasen is - laat ons eerlijk zijn - niet meer een handige truc om tijd te winnen. In de praktijk schuift men de deadline van 23 maart, die men zelf had voorgesteld, op naar 21 juli, waardoor Yves Leterme ongestoord premier kan worden en zijn communautaire beloften niet in de praktijk hoeft om te zetten.
Dergelijk bochtenwerk, mijnheer de minister-president, heeft in de politiek een naam. Men noemt dat een tjevenstreek. (Gelach. Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de minister-president, u hebt maandag een mededeling verspreid waarin u stelt: "De Vlaamse Regering is onder de uitdrukkelijke voorwaarde van de concrete uitvoering van de afgesproken staatshervormingspakketten I en II bereid mee te werken om tot een sluitende federale begroting 2008 te komen."
In ruil voor wat communautaire kruimels, die van de tafel zijn gevallen, is de Vlaamse Regering blijkbaar bereid om te helpen de federale begroting in evenwicht te brengen. Er wordt onderhandeld over hogere bijdragen van de deelstaten aan de pensioenen van de regionale ambtenaren. We zijn ook bereid om de helft van de conjunctuurprovisie, 160 miljoen euro, te reserveren door het geld in het Toekomstfonds te stoppen en zo de federale regering te helpen om een begroting in evenwicht te presenteren.
In hetzelfde persbericht dat u verspreid hebt, luidt het dat Vlaanderen waakzaam zal toezien, en dat de engagementen van de federale regering betreffende de staatshervorming correct worden uitgevoerd. Het akkoord is door de Raad van Wijzen in no time bereikt. De raad kan blijkbaar wat de hele politieke wereld op negen maanden niet is gelukt. Dat is veelzeggend voor de manier van werken en de inhoud van dit akkoord. In het akkoord is nochtans alleen maar sprake van 'contouren' en van een 'timing'. Daarbuiten lees ik niets over wat zou moeten bereikt worden.
Veel meer dan een opsomming, een lijst van thema's die ter bespreking worden voorgelegd, bevat het akkoord niet. Er is over deze lijst van gespreksthema's geen enkel akkoord, laat staan, mijnheer Peumans, enige waarborg of zekerheid over de uitvoering. Ik heb daar wat vragen over. Wat gebeurt er als de federale overheid de engagementen niet correct uitvoert?
Wat zijn de precieze criteria die de Vlaamse Regering betreffende deze engagementen aan de dag legt? Wanneer is het voor u en deze Vlaamse meerderheid goed genoeg? Zijn de resoluties van het Vlaams Parlement van 1999 goed genoeg? Is het intussen een ander criterium geworden, de nota die op het Octopusoverleg werd voorgelegd, misschien? Van het akkoord blijft intussen niets over. Waar ligt voor de Vlaamse Regering de lat?
De onduidelijkheid en de dubbelzinnigheid regeren hier. Het gekonkel en het gekronkel van CD&V verbazen me niks, maar de halfslachtige houding van de N-VA verbaast me des te meer: "Dit akkoord is te vaag en te voorwaardelijk om in een regering te stappen. Er zijn onvoldoende garanties voor de tweede fase", zegt N-VA-voorzitter Bart De Wever. Als dit akkoord "te vaag en te voorwaardelijk" is, als er "onvoldoende garanties voor een tweede fase" zijn, stel ik de vraag waarom de N-VA, met Minister Bourgeois op kop, akkoord gaat met de beslissing van de Vlaamse Regering om met Vlaams geld de federale begrotingsputten te vullen? Als het niet goed genoeg is om in de regering te stappen, als het te vaag en te onduidelijk is, waarom is het dan wel goed genoeg om Vlaams geld te gebruiken om de federale begrotingsputten te vullen?
Tijdens het weekend verklaarde Vlaams minister-president Peeters nog in een interview in Het Laatste Nieuws - papier is immers gewillig - dat "Vlaanderen niet zomaar als geldschieter zal optreden". Hij zegt : "We willen eerst duidelijkheid over de bevoegdheidsoverdrachten in de tweede fase van de staatshervorming".
Ik had me graag tot de heer Bourgeois gewend, maar hij is vandaag strategisch afwezig. Dat is eerder de regel dan de uitzondering tijdens deze legislatuur.
De heer Peumans heeft het woord.
Als minister Bourgeois ondervraagd wordt in de commissie of de plenaire vergadering, is hij altijd aanwezig. Hij zal dus straks naar hier komen.
Ik bied mijn excuses aan maar, mijnheer Peumans, uw eigen voorzitter Bart De Wever stelt onomwonden dat er "onvoldoende garanties voor de tweede fase" zijn. Mijn vraag is simpel. Waarom gaat de N-VA er dan wel mee akkoord dat Vlaanderen de melkkoe van de federale regering moet zijn? Hij geeft zelf toe dat er onvoldoende garanties zijn en dat onduidelijkheid heerst over de tweede fase.
De huisideoloog van CD&V, senator Wouter Beke, pakte vorig weekend in de Gazet van Antwerpen uit met het jaarrapport over de arbeidsmarkt. Daaruit blijkt onder andere dat het verschil in bruto binnenlands product per inwoner tussen Vlamingen en Walen in 1995 exact 33,25 percent bedroeg. In 2004 was dat opgelopen tot 36,93 percent. De investeringsgraad in Vlaanderen bedroeg in 2004 62,34 percent, in Wallonië amper 21,89 percent.
Mijnheer de minister-president, de heer Beke, uw huisideoloog zegt onomwonden: "Vlaanderen en Wallonië zijn de voorbije jaren verder uit elkaar gegroeid. De cijfers tonen de noodzaak van een staatshervorming aan." De heer Beke heeft overschot van gelijk, alleen volgt zijn eigen partij hem ter zake niet.
De zogenaamde tweede fase is momenteel niet meer dan een pover schaamlapje, een zoethoudertje, een magere troostprijs om de verloren eer, de verloren maagdelijkheid van de meerderheidspartijen af te kopen. De eerste fase is niet veel meer dan het rationeel homogeniseren van een aantal bevoegdheden. Het hele akkoord zegt niets over de voor Vlaanderen essentiële sociaaleconomische hefbomen zoals de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid en werkgelegenheidsbeleid, de uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten met onder andere de personenbelasting en vennootschapsbelasting, de regionalisering van het gezondheids- en gezinsbeleid en de responsabilisering van de deelstaten in het algemeen.
De enige zin in het akkoord die echt duidelijk is, luidt als volgt: "Er kan in geen geval geraakt worden aan de solidariteit zoals die nu geldt binnen de sociale zekerheid." Dat is wel duidelijk.
Op geen enkel moment hebben de Franstaligen moeten bewijzen dat ze een echte hervorming zoals wij die voorstaan in de Vlaamse resoluties, aanvaarden. Mevrouw Milquet zegt het zelf: "We trekken niet op avontuur. Ten opzichte van vorige onderhandelingen is er geen enkele bevoegdheid bijgekomen. In het tweede pakket moeten nog meer garanties staan voor de versterking van de federale staat." Minister Reynders is nog duidelijker: "Het is slechts een geste om tot een regering te komen, een teken van goede wil."
Mijnheer de minister-president, wanneer u als melkkoe gaat dienen, wanneer u Vlaamse centen gaat gebruiken om de federale begroting in evenwicht te krijgen, dan tekent u uiteindelijk een blanco cheque. Uw kritiek tijdens het afgelopen weekend was terecht. Alleen hebt u het been niet langer dan 48 uur stijf gehouden. Dat is een record in de huidige context waar men dat voor zes, zeven of acht maanden pleegt te doen. Uw been is alweer slap na 48 uur. Dat belooft voor de toekomst. U hebt een blanco cheque getekend door nu de federale regering uit de nood te helpen. Voor een keer had u een middel, een breekijzer om te wegen op die federale staatshervorming. Ze kwamen u op hun blote knieën om geld van Vlaanderen vragen. U hebt even neen gezegd zolang u uw zin niet kreeg. Uiteindelijk hebt u dat allemaal weggegooid. Het was in de sacoche en u hebt het geld gewoon gegeven. Zowaar een gemiste kans. Ik sluit af met de gevleugelde woorden van de heer Eric Van Rompuy : "Hebben we niet meer ambitie dan dit. Shame on you!". (Applaus bij het VB)
De heer Caluwé heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, leden van de regering, collega's, de vorige spreker heeft traditiegetrouw grote woorden gebruikt, maar hij heeft het niet meer gehad over onze vijf resoluties. Hij durft dat niet meer zo goed. Iedereen weet dat hij daar niet zo'n grote verdienste aan heeft vermits hij de zaal verlaten had vooraleer we ze hadden goedgekeurd. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Ik zal niet flauw doen. Met het eerste pakket zijn we er niet. Niemand zal verwacht hebben dat we bij de onderhandelingen over de staatshervorming de vijf resoluties integraal zouden hebben gerealiseerd. Ik betwist evenmin dat we ver onder lat zitten, als het tot dit eerste pakket beperkt blijft.
Anderzijds moeten we niet te schamper doen over deze eerste lading maatregelen. De inhoud heeft ons al heel vaak beziggehouden. Voor sommigen was dat onbekend, maar die zaken zijn hier al vaak ter sprake gekomen en ze zijn ook voor de mensen van belang. Ik geef enkele voorbeelden. Ik verwacht dat we hier volgende week discussies zullen hebben over een eventuele inplantingsplaats voor een eventueel nieuw stadion voor Club Brugge. Tot nu toe mogen we ons niet uitspreken of daar een shoppingcenter bij mag of moet, want tot nu zijn we daar niet voor bevoegd. In de toekomst is dat wel het geval. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Kinderopvang is een Vlaamse bevoegdheid, maar via de sociale zekerheid trok de federale overheid een deel van het laken naar zich toe. Het resultaat was dat het beleid kinderopvang moeilijk te plannen en te coördineren was. Men wist niet goed waar juist te investeren. Het stoorde dit parlement. We hebben het nagekeken, de afkorting FCUD (Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten) wordt niet zo vaak gebruikt en is voor de heer Dewinter zelfs onbekend. In de voorbije periode hebben we 218 besprekingen, vragen en interpellaties gewijd aan het FCUD. Na lang aandringen komt dit fonds nu eindelijk naar Vlaanderen. We krijgen 73 miljoen euro, waardoor we een beter beleid op het vlak van kinderopvang zullen kunnen voeren.
Vorig jaar hebben de Vlaamse landbouwers 45 miljoen euro schade geleden door de blauwtongepidemie. Toch vond de federale overheid dit geen landbouwramp. Vanaf 2009 kan Vlaanderen daar zelf over beslissen. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Voormalig minister Stevaert wilde in 2001 de aanleg van fietspaden versnellen door die bevoegdheid aan de gemeenten te geven, ook langs gewestwegen.
De heer Stassen heeft het woord.
Mijnheer Caluwé, u kunt ons uw opsomming besparen, want de mensen die de dossiers volgen, weten dat de zaken die beslist zijn, goede zaken zijn om aan de gewesten en gemeenschappen te geven. Er zijn moties over deze zaken, niemand kan dat betwisten. Maar dat is niet de politieke vraag die vandaag voorligt. Die is: gegeven al het gebeurde, is het gesloten akkoord van dien aard dat we in de goede richting zitten en ermee voortdoen?
In november jongsleden was er een akkoord over een aantal inhouden inzake de staatshervorming die veel verder gingen dan vandaag is goedgekeurd. Toch heeft uw kartel dat toen afgewezen. Mijnheer Caluwé, kunt u me uitleggen waarom de zaken die vandaag op tafel liggen, beter zijn dan het akkoord over een verdergaande staatshervorming dat in november voorlag?
Mijnheer Stassen, u onderbreekt me in het begin van mijn betoog. U zei dat wanneer het hiertoe beperkt blijft, niemand erover zal discussiëren. U hebt niet goed geluisterd. Ik heb gezegd dat wanneer het hiertoe beperkt blijft, het natuurlijk te weinig is. Het is goed om aan te geven dat wat erin staat, toch wel enig belang heeft. Het zijn geen vanzelfsprekendheden.
Ik wil dat u de tijd spaart om naar de politieke essentie te gaan, want ik weet dat het goede zaken zijn.
Mijnheer Stassen, u hebt mij onderbroken op het moment dat ik het over fietspaden had. Ik begrijp niet dat u mij onderbreekt op het moment dat ik het over fietspaden heb.
De fietspaden raakten niet snel genoeg aangelegd en men gaf de bevoegdheid aan de gemeenten. Dat was een idee van minister Stevaert. Na drie jaar en veel juridisch gehakketak bleek dat het eigenlijk niet kon vanwege de federale wetgeving, waardoor de gemeenten niet zelf konden onteigenen, en dat was ook niet mogelijk onder verantwoordelijkheid van het Vlaams Gewest. Het probleem is nu opgelost. We zullen voortaan voor fietspaden sneller kunnen onteigenen. U vindt dat niet belangrijk? (Opmerkingen van de heer Jos Stassen)
We hebben het ook al uitvoerig gehad over de algemene snelheidsverlaging, waardoor ons woud van borden zal kunnen verdwijnen.
Dan de private huurmarkt. Die verschilt grondig in Vlaanderen, Wallonië en Brussel. In Vlaanderen blijft het eigenaarschap sterk toenemen. Ik denk dat dat een goede zaak is. Maar dat betekent natuurlijk dat de private huurmarkt inkrimpt. Bovendien hebben daardoor de huurders ook een duidelijk zwakker socio-economisch profiel. Dat drijft hen naar het kwalitatief slechtste gedeelte van de woningmarkt. Op de huurmarkt gelden relatief hoge huurprijzen in verhouding tot de kwaliteit.
We moeten daarvoor dus een specifiek beleid kunnen voeren. Voortaan zullen we dat kunnen. Minimaliseer deze bevoegdheidsoverdracht niet, want Vlaanderen zal een juridisch kader kunnen bieden voor de rechtsfiguur van de huurovereenkomst voor woningen. Ik denk dat juristen deze impact wel zullen beseffen. Er is geen enkele federale staat waar dit soort van aangelegenheden een bevoegdheid voor de deelstaten wordt.
De heer De Reuse heeft het woord.
Mijnheer Caluwé, u loopt hoog op met de overdracht wat de huurovereenkomsten betreft. Wat hebt u precies in petto? Gaat u eigenlijk veel verbeteren in vergelijking met de huidige federale wetgeving? Waar zult u ingrijpen? U blaast hoog van de toren, maar zeg eens wat u zult doen. Daar gaat het over.
We gaan er op dit moment niet op vooruit lopen. We gaan een gerichter beleid kunnen voeren. (Gelach bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mijnheer De Reuse, anderhalf jaar geleden hebben we hier het debat gehad over de paritaire huurcommissies. Om daar een antwoord op te bieden, moesten we wel bevoegd zijn. Als ik me niet vergis, was iedereen in het halfrond erover eens dat de huurwetgeving geregionaliseerd moest worden, zodat we de paritaire huurcommissies kunnen invullen. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
Zeg eens wat u daarmee dan zult doen. Dat is mijn vraag. Verkoop me geen theorieën, vertel me de werkelijkheid.
Dat zijn geen theorieën, dat was een heel concreet debat. Ik nodig u uit om naar de commissie Wonen te komen en dat samen met ons in te vullen.
Vlaanderen wordt voortaan ook volledig bevoegd voor sociale economie en het verstrekken van kapitaal aan kmo's, door de splitsing van het Participatiefonds, en ga zo maar door.
Deze elementen tonen aan dat het eerste pakket, als eerste stap, zeker verdienstelijk is. Ook een reis van 1000 kilometer begint met een eerste stap. Maar toch blijft het onvoldoende.
Ons definitief oordeel zal afhangen van het resultaat van de onderhandelingen over het tweede pakket. Daarmee staan we ook volledig achter de Vlaamse Regering. Die heeft onder aanvoering van Kris Peeters de voorbije week een onberispelijk parcours afgelegd. Door haar houding is het eerste pakket uitgebreider geworden en zijn alle thema's die in het tweede pakket moeten voorkomen, ook effectief ik het akkoord opgesomd.
Wat het tweede pakket betreft, wil ik eerst zeggen wat er niet mag instaan. Ik betreur dat men vanuit het programma van een Vlaamse partij heeft aangedrongen dat de federale kieskring nog steeds vermeld wordt.
Voor ons staat dat niet gelijk aan de splitsing maar aan de uitbreiding van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde van Voeren tot De Panne. Met zulke kieskring wil men op een kunstmatige wijze iets in de samenleving teweeg brengen wat er niet is. Het heeft zelfs iets reactionairs, en vooral, dit is misbruik maken van de instellingen. Instellingen moet men aanpassen aan de evolutie van de samenleving, niet omgekeerd.
Ik betreur ook dat men gewag blijft maken van het permanent en verplicht laten samenvallen van de federale en de Vlaamse verkiezingen. Beseffen zij die dit voorstellen, echt wat de consequenties daarvan zijn? Stel dat we in 2009 samenvallende verkiezingen zouden hebben, dat er nadien hier een stevige regering komt, die een programma uitwerkt voor de volle vijf jaar. Stel dat er dan tegelijkertijd op het federale vlak een kwakkelende regering tot stand komt die na één of ander incident er al na een jaar het bijltje moet bij neerleggen en nieuwe verkiezingen moet uitschrijven. Zullen de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement na een jaar dan ook naar huis worden gestuurd en zullen er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven, zoals vroeger met de provincieraden? Mevrouw de voorzitter, ik begrijp niet dat zelfs vanuit het Vlaams Parlement voorstellen in die richting blijven komen.
Wat willen we wél in dit tweede pakket? Wij willen meer fiscale autonomie en ruimere bevoegdheden op het vlak van arbeidsmarkt, gezondheidsbeleid, gezinsbeleid en justitie. Ik heb dat hier al verschillende malen uitvoerig naar voren gebracht. Zijn we onredelijk? Neen, ook dat heb ik al vaak gezegd. Daarmee geven we de solidariteit in dit land niet op, we breken ze niet af en zetten ze niet op de helling. Breken we daarmee de Belgische staat af? Ook helemaal niet. We zorgen er alleen voor dat er een beter, meer adequaat beleid voor de mensen, zowel Vlamingen als Franstaligen, kan worden gevoerd.
Zal men hierover voor 15 juli een akkoord bereiken? Ik begrijp wie daaraan twijfelt. Er is geen zekerheid. De geschiedenis van de staatshervorming kent enkele episodes van niet-uitvoering van aangekondigde fases. Daarom was ik zelf ooit als jongerenvoorzitter woordvoerder van degenen die betwijfelden of een volgende fase wel zou worden gerealiseerd. De eerste regering Dehaene kreeg in 1992 op ons partijcongres nauwelijks 62 percent van de ja-stemmen. Meer dan een derde van het partijcongres geloofde niet dat die regering in staat zou zijn om de vooropgestelde staatshervorming te realiseren. De tekst was nog vager dan nu. De regering beschikte zelfs niet over een tweederdemeerderheid. Toch bereikte men na enkele maanden het Sint-Michielsakkoord, en gelukkig maar, want daardoor hebben we kunnen verkrijgen dat het Vlaams Parlement rechtstreeks wordt verkozen.
Zal het nu ook lukken? Dat weet ik niet. De geschiedenis herhaalt zich nooit identiek. Maar het kan. Er is een menu. Er is een duidelijke deadline. De regering beschikt zelf over een tweederdemeerderheid. Brussel is bovendien nog duidelijk vragende partij voor extra centen en Vlaanderen houdt budgettair een stok achter de deur. Misschien zullen we achteraf zeggen over de staatshervorming van 2008 dat ze iets had van een dieselmotor. Aanvankelijk was ze niet aan de praat te krijgen. Voor de verkiezingen wilden de Franstaligen niets, er was een absoluut non. Het duurde zes maanden - dat was de verdienste van Yves Leterme - voor ze accepteerden dat er een regering kwam die ook van een staatshervorming werk zou maken. Nu, twee maanden later, zien ze het nut in van een eerste bescheiden pakket, meteen aanvaardend dat er binnen enkele maanden een tweede ruimer pakket moet komen. Het gaat dus crescendo.
Om die reden geeft mijn fractie de federale regering het voordeel van de twijfel. We hebben geen zekerheid. Eigenlijk hebben we wel een zekerheid, met name de zekerheid dat wij onze conclusies zullen trekken als dit niet lukt. Geen goed tweede pakket betekent ook geen federale regering meer. (Applaus bij CD&V en bij de N-VA)
De heer Gatz heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik ben een kind van de jaren zestig. Ik ben geboren in 1967. Het zal dan ook niemand verwonderen dat mijn eerste bewuste jeugdjaren zich in de jaren zeventig afspeelden. In die tijd kwamen nogal wat hippies voor in het straatbeeld. De aanwezigen herinneren zich misschien nog de spreuk 'Small is beautiful'. Ik zou hier nog een tweede Engelse spreuk aan willen toevoegen, met name 'A thing of beauty is a joy forever'.
Anders gezegd, er is een klein akkoord. Ik zal het niet anders omschrijven. Dit akkoord is evenwel van groot belang. Na maanden van geploeter en van de ene vertrouwensbreuk na de andere is er nu eindelijk een akkoord. Dit akkoord vormt een heel belangrijke doorbraak. We kunnen niet zeggen dat Vlaanderen hier slechter van zal worden.
Ik hoop dat niemand me kwalijk zal nemen dat ik hier nog even de grote verdienste van premier Verhofstadt in de verf wil zetten. Hij zit de termijn van zijn tijdelijke contract met succes uit. Hij moest een interim-regering op de been brengen. Hij moest een begin van communautair akkoord bereiken. Hij moest een begroting opstellen. Sommigen vinden dit allicht niet veel. Als dat dan toch zo gemakkelijk is, vraag ik me af waarom het niet eerder is gebeurd. Premier Verhofstadt heeft absoluut gedaan wat hij moest doen. Bovendien ligt de rode loper klaar voor zijn opvolger.
Het bestaan van dit akkoord is vooral belangrijk voor de toekomst. Het evenwicht tussen de voortdurende hang naar meer autonomie voor de deelstaten en een sterke federale overheid komt in dit akkoord tot uiting. Het is natuurlijk mogelijk de fasering te bekritiseren. Politieke gesprekken over een staatshervorming bieden nooit garanties. Dit is niet nieuw. We moeten stap voor stap gaan en proberen vertrouwen te creëren. Na verloop van tijd moeten we naar de resultaten kijken. Dit is in eerste instantie een parlementaire taak. In tweede instantie zal de geschiedenis een oordeel vellen.
Wat de inhoud van het akkoord betreft, wil ik enkele punten overlopen. Vanuit Vlaams oogpunt bekeken, lijken deze punten niet tegen de vijf resoluties van het Vlaams Parlement op te wegen. Ik probeer steeds de Vlaamse en de Brusselse belangen te verzoenen. Hoewel dit moeilijk is, meen ik hier toch in te slagen. Vanuit Brussels oogpunt bekeken, lijkt 65 miljoen euro voor de mobiliteit in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest niet geweldig veel.
Dergelijke afwegingen leveren echter niet voldoende op. Er is een perspectief gecreëerd. We mogen niet vergeten dat bepaalde zaken duidelijk zullen worden overgedragen. Dit geldt onder meer op het vlak van het woonbeleid. Mevrouw Heeren heeft er daarnet al naar verwezen. Tot voor enkele weken was ik lid van de commissie Wonen. In die commissie is meermaals gediscussieerd over de noodzaak de huurwetgeving naar de deelstaten over te hevelen. Dit is in het belang van een kwalitatief en betaalbaar woonbeleid.
Mijnheer de minister, ik moet u niet zeggen hoe belangrijk dit is. Als we de borrelnootjeslogica volgen, gaat het hier niet om een toastje met krabsla. Hier is een heuse maaltijd aan verbonden.
Minister Keulen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil even benadrukken dat het om 19 percent van de gezinnen in Vlaanderen gaat. Een aanpassing aan de privatehuurwetgeving treft 450.000 gezinnen. Wie dat borrelnootjes noemt, steekt zijn tong uit naar vele mensen. De impact van een maatregel kan potentieel meteen een klein half miljoen mensen treffen. Dit geldt slechts voor weinig sectoren en voor weinig wetgeving.
Zoals mevrouw Heeren daarnet heeft opgemerkt, heeft het Vlaams Parlement anderhalf jaar geleden de federale overheid eensgezind gevraagd om die bevoegdheid over te hevelen. Nu dit uiteindelijk zal gebeuren, zullen we over een homogeen bevoegdheidspakket kunnen beschikken. Naast de eigendomsverwerving en de sociale huisvesting ligt nog een blinde vlek, met name de huursector. Aangezien we de kans zullen krijgen die blinde vlek in te vullen, zal Vlaams maatwerk mogelijk worden. Vlaanderen bevindt zich in een andere situatie dan Brussel of dan Wallonië. De overheveling van deze bevoegdheid kan de kwaliteit van het beleid en de dienstverlening aan de Vlaamse huurder enkel ten goede komen.
Een dergelijke logica gaat ook op voor andere aspecten van het akkoord, zoals het regionaliseren van de Pachtwet. Ik kan me moeilijk voorstellen dat de landbouwsector dat zomaar een kippenboutje vindt, net als de Vlaamse sociaaleconomische sector en de middenstand in onze regio de overdracht van het Participatiefonds, van de IKEA-wet en elementen van het prijzenbeleid niet zomaar als minipizzaatjes zouden bestempelen.
Onze fractie wil wel een punt maken van die over te dragen bevoegdheden. Ze zijn nog niet overgedragen, maar sommigen zijn het vel van de beer al aan het verkopen voordat hij geschoten is. Ik meen trouwens te weten dat in het wetsvoorstel dat zal worden ingediend, de inwerkingtreding van die overdracht op 1 januari 2009 wordt vastgelegd. Als dit parlement en deze regering een beetje zelfrespect hebben, zullen we ook de inhoudelijke discussie moeten voeren over wat we willen doen met die overgedragen bevoegdheden, en niet vandaag al allerlei ideeën spuien. Het homogeen maken van de bevoegdheidspakketten is één zaak, het zinvol hanteren van die bevoegdheden en de geldende wetgeving is een andere zaak. Als bepaalde dingen worden overgedragen, moeten we bekijken of die moeten worden gereglementeerd of opnieuw gereglementeerd. Wij vinden alleszins niet dat ze moeten wordt overgereglementeerd.
Ook Brussel staat in het akkoord. Ik wil de aandacht van de leden er toch nog eens op vestigen dat op dit ogenblik de begroting van de MIVB voor meer dan een derde op de Brusselse gewestelijke begroting weegt. De meeste leden zullen dat niet beseffen. Dat kan ook niet anders. Het is dus niet onlogisch dat onze Brusselse collega's om extra middelen vroegen. Met een bijkomend debat daarover belanden we uiteraard in het bredere debat over Brussel-Halle-Vilvoorde en de relatie die Vlaanderen met zijn hoofdstad wil. Ik hoop dat hier de toon niet door Louis Tobback wordt gezet. Ik denk dat zelfs de sp.a-spiritfractie het daarover met mij eens kan zijn. We moeten de discussie over een stadsgewest durven aangaan, uiteraard zonder daarmee de uitdrukkelijke uitbreiding van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest te bedoelen.
Het akkoord bevat ook elementen die de federale staat versterken. Er is het bescheiden, maar symbolisch niet minder belangrijke element van het substitutierecht. Als de deelstaten hun beloften aan de federale staat in het kader van internationale verdragen moeilijk kunnen nakomen of niet nakomen - wanneer ze het bijvoorbeeld onderling niet eens worden - is er voorzien in de mogelijkheid van dat federale substitutierecht.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Dat is niet onbelangrijk. Betekent dit dat, als Vlaanderen beslist het Minderhedenverdrag niet goed te keuren, de federale overheid dat dan in onze plaats zou kunnen doen? Kan de federale overheid zich in de plaats van de deelstaten stellen om dat vooralsnog te doen, of niet?
Het antwoord daarop is eenvoudig. U doet alsof de federale overheid een orgaan is dat volledig los staat van de communautaire logica. Voor zover ik weet, zitten er in de federale overheid Vlamingen en Franstaligen. Het enige dat dit akkoord vooropstelt, is dat er een substitutiemogelijkheid bestaat. In welke mate er dan een akkoord zal zijn binnen die federale overheid, kan ik niet voorspellen, over geen enkel onderwerp.
Dat noemen ze een kat in een zak.
Dat is geen kat in een zak. Ik kan me inbeelden dat een federale overheid, wanneer we onze internationale Kyotoverbintenissen niet zouden nakomen, tot een akkoord komt. Zou ze dat over het Minderhedenverdrag kunnen? Dat lijkt me bijzonder moeilijk.
Mevrouw Berx heeft het woord.
Mijnheer Van Hauthem, er is niets nieuws. Artikel 169 van de Grondwet voorziet nu al in de mogelijkheid van een substitutierecht. Dat is ook uitgewerkt in de bijzondere wet. Dat geldt momenteel enkel en alleen voor de hypothese dat een gewest wordt veroordeeld door het Hof van Justitie, wegens het niet nakomen van Europese verplichtingen. Dat wordt nu uitgebreid tot een aantal andere internationale verdragen, die België al binden. Voor de keuze om al dan niet in te stemmen met een welbepaald verdrag, gelden de huidige regels. Het Minderhedenverdrag hoort daar helemaal niet bij. De federale overheid kan ons op geen enkele wijze verplichten om in te stemmen met het Minderhedenverdrag. Dat valt niet onder het substitutierecht. Dit is gewoon een verdere toepassing van de huidige regelgeving in de Grondwet en de bijzondere wet. Nu wordt opgenomen dat dit ook geldt voor het Kyotoverdrag, dat zowel België als de deelstaten al bindt. Met het Minderhedenverdrag heeft dat niets, maar dan ook werkelijk niets te maken.
Mijnheer Van Hauthem, ik begrijp uw geprikkelde houding over het substitutierecht. De houding van elke partij tegenover dit substitutierecht wordt bepaald door haar finaliteit op staatkundig vlak. Een separatist - een geuzentitel voor u - laat dit zeer moeilijk toe. Als Open Vld hebben wij steeds de kaart getrokken van een levensvatbare federale staat in combinatie met meer autonome, versterkte deelstaten. Dat is in dit akkoord niet anders.
Men kan niet zeggen dat dit akkoord van dezelfde envergure, hetzelfde gewicht of dezelfde grootte is als het Lambermontakkoord. Dat was een belangrijk akkoord. Dit is iets minder belangrijk, maar niet zonder belang. Er is een akkoord, er worden stappen gezet. Er is een tijdslijn en een minimum aan vertrouwen. Om te onderhandelen moet er dialoog zijn. Die is nu terug open. De voorwaarden zijn gecreëerd om verdere stappen te zetten. Daarmee zijn wij als Open Vld alleen maar tevreden. (Applaus bij Open Vld)
De heer Sannen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte ministers en collega's, na acht maanden op onze honger te zitten, hebben we nu eindelijk een klein voorgerecht voor onze lege communautaire maag. Op het hoofdmenu zullen we nog vier maanden moeten wachten, als alles volgens plan verloopt. In elke geval is de eerste gretigheid weg. Een maag die lang honger geleden heeft, is snel gevuld. Zijn we nu tevreden? Neen. Ontevreden? Neen.
Na zes maanden trial-and-error, proberen maar niet kunnen, heeft de interimpremier het toch geklaard om ons in twee maanden enkele hapjes of hongerstillers voor te schotelen. Tevens heeft hij het menu van de hoofdschotel bepaald. Nu nog afwachten of die ook kan worden klaargemaakt. Dit zal vooral afhangen van de nieuwe kok, die de interimaris komt vervangen, en een tijdelijk contract tot 21 juli krijgt. De volgende premier zal tijdens dit tijdelijke contract moeten aantonen wat hij in zijn mars heeft. Zijn stageperiode van zes maanden zorgt voor veel twijfels. In elk geval zal dit tijdelijke contract voor de heer Leterme de laatste kans zijn om aan te tonen dat hij een contract van onbepaalde duur verdient. Goede geloofsbrieven, zoals een schitterende verkiezingsuitslag, zijn onvoldoende om iemand in dienst te nemen. Het concrete functioneren op de werkvloer blijft de uiteindelijke toetssteen.
Laat ik even stilstaan bij het huidige akkoord. Is het te weinig? Ja. Een mager beestje? Ja. Erg minimalistisch? Ja. Ver van de Vlaamse resoluties? Ja. Maar het is wel een bijkomende stap, hoe beperkt ook, in de staatshervorming. De sp.a zal elke stap die coherent is, de solidariteit niet aantast, niet raakt aan de federale sociale zekerheid, kortom goed is voor de mensen, mee goedkeuren.
Beantwoorden de voorliggende voorstellen daaraan? Sommige bevoegdheden die men in eerste fase wil overdragen naar de gewesten, zijn voor ons belangrijker dan andere. Als men het totale pakket bekijkt, is het te verdedigen. Natuurlijk hadden we graag gezien dat er ook al op andere domeinen vooruitgang geboekt was. Denk maar aan het arbeidsmarktbeleid, de samenvallende verkiezingen, de geluidsnormen enzovoort. De vraag is wat ons betreft niet of het voorstel van bijzondere wet een vette vis is, een borrelnootje of een ander culinair cliché, maar wel hoe Vlaanderen deze bevoegdheden zal invullen. Kunnen zij hefbomen zijn om een beter Vlaanderen te maken?
Zo biedt de regionalisering van de private huurwetgeving, een eis die wij al meermaals geformuleerd hebben, ons de mogelijkheid om eindelijk een coherent woonbeleid te voeren.
Wij pleiten voor een gereguleerde aanpak van de huurprijzen. Aan aanbodzijde moeten eigenaars aangemoedigd worden om te blijven investeren in huurwoningen. Verhuurders die hun woningen onderhouden en aan sociale voorwaarden verhuren, verdienen een extra stimulans zoals een renovatiepremie of een verhuurtoelage voor de zogenaamde bescheiden verhuurders.
Zo draagt ook een energiezuinige woning bij tot de betaalbaarheid van het wonen. Minder energiekosten betekent ook meer geld voor de bewoners. Daarom moet in de Vlaamse huurwetgeving worden opgenomen dat in elk huurcontract de energieprestatienorm van de woning moet worden geattesteerd.
Het voorliggende voorstel van bijzondere wet zal Vlaanderen toelaten te controleren hoe de distributienetbeheerders bijvoorbeeld hun kosten doorrekenen aan klanten. Het spreekt vanzelf dat de VREG over voldoende decretale middelen en mogelijkheden zal moeten beschikken om forse stijgingen van de distributietarieven, zoals we dit jaar nog gekend hebben, niet meer kunnen plaatsvinden in de toekomst.
Vlaanderen kan voortaan ook de hotelkosten in een rusthuis reguleren. Dat maakt het mogelijk om de dagprijzen onder controle te krijgen. Vlaanderen kan, naar het voorbeeld van de thuiszorg, een maximumfactuur invoeren voor de niet-medische kosten in de residentiële ouderenzorg. Rusthuizen moeten immers betaalbaar blijven.
Met de bevoegdheid voor rijopleidingen en -examens kunnen we de verschillende leerwegen die leiden tot het behalen van het theoretisch en praktisch rijbewijs, zelf doelmatig en sociaal organiseren. Het rijbewijs op school bijvoorbeeld, waar minister Van Brempt mee is gestart, zullen we nu helemaal kunnen uitvoeren.
Vlaamse wegcontroleurs kunnen het zwaar vervoer controleren op afstand.
Ik onderbreek de heer Sannen omdat ik vind dat de meerderheidspartijen enorm hun best doen om de vis te verdrinken. Ze zijn nu al aan het plannen wat ze met de spreekwoordelijke borrelnootjes zullen doen.
U hebt heel lang in de federale regering gezeten. Was de rijopleiding toen misschien niet sociaal? Mijn vraag is waar voor u de lat ligt. U zegt eventjes dat u wat meer gewild had. Hoeveel wilt u eigenlijk? Ik zie dat u daarin verschilt van uw coalitiepartners. Ik vind dat u als meerderheidspartij nog altijd gebonden bent aan het Vlaamse Regeerakkoord en aan de nota van de minister-president die hij voorgelegd heeft op het Octopusoverleg. Ik neem aan dat het een nota is namens de hele Vlaamse Regering en niet alleen namens CD&V, de N-VA en Open Vld. U moet toch met mij tot de conclusie komen, dat zowel wat de eerste als de tweede fase betreft - en daarover hebben we nog altijd geen engagement dixit Jean-Luc Dehaene - dat die nota nog mijlenver afstaat van deze nota van de Vlaamse Regering.
Ik had daarover eens graag de mening van de meerderheidspartijen gehoord. Ook de heer Caluwé spreekt hier wel over het stadion van Club Brugge dat al dan niet met een winkelcentrum kan worden gebouwd, maar hij zwijgt in alle talen over wat er in die tweede fase eigenlijk moet gebeuren.
Ik vraag me af waar de grote verklaringen blijven van de CD&V-voorzitter die gezegd heeft dat men niet in een regering zou stappen zonder grote staatshervorming. Nu zegt hij dat men eruit stapt als er geen tweede fase komt. Dat zijn praatjes voor de vaak.
Ik zou van de meerderheidspartijen willen weten waar de lat ligt in het licht van de nota die de minister-president op het Octopusoverleg voorgesteld heeft en waarvan ongeveer niets meer overblijft.
De lat is voor onze fractie of wij bij elke stap die we vooruitzetten in de staatshervorming in de richting gaat van de nota die door de Vlaamse Regering is vastgelegd. Elke stap die positief en goed is, zullen we ondersteunen hoe klein of hoe groot ook. We zullen aan elke stap constructief meewerken, vanuit de oppositie of vanuit de meerderheid. Dat heb ik ook aan het begin van mijn betoog reeds gesteld. Ik hoop dat die tweede staatshervorming er komt, maar ben er net als u niet zeker van. Dat hebben trouwens alle fracties hier gezegd.
Ik ben nu de opportuniteiten van dit akkoord aan het formuleren. In het Vlaams Parlement moeten we het hebben over de inhoud van de nieuwe mogelijkheden die Vlaanderen zal krijgen. Ik vind het merkwaardig dat jullie nooit over de inhoud willen praten, jullie hebben enkel interesse voor de concrete invulling van het Vlaamse beleid, zo is het wel gemakkelijk om oppositie te voeren. (Applaus bij sp.a-spirit)
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik ga volledig akkoord met de heer Sannen dat we het over de inhoud moeten hebben. We moeten uiteraard de wetteksten afwachten. Sp.a zit met een been in de meerderheid en met het andere in de oppositie, en ik heb daar alle begrip voor. U zit echter hier in de meerderheid. We hebben gisteren in de commissie voor Openbare Werken een discussie gevoerd over het verkeerveiligheidsplan. De sp.a-minister heeft daar een pleidooi gehouden voor het oprichten van een Vlaamse politie. Ik wil daar wel eens de mening van dit parlement over horen. Open Vld heeft zich daartegen verzet. De meerderheid moet eerst nagaan wat ze met de nieuwe bevoegdheden zal doen. Daarna kunnen er voorstellen worden gedaan in plaats van telkenmale à la carte nu al voorstellen te doen.
Minister Van Brempt heeft het woord.
Ik zou zeggen: "Mijn broek zakt nu af, maar ik heb gelukkig een rok aan." Mijnheer Decaluwe, als het moet, vragen we het verslag van de commissie op. Ik heb gesproken over Vlaamse wegcontroleurs en toch niet over een Vlaamse politie. Dat is een heel essentieel verschil! Het gaat niet over ideeën die worden gelanceerd, maar over bevoegdheden die overgeheveld worden. We zullen verplicht zijn om die bevoegdheid uit te voeren. Als alles zal zijn goedgekeurd, zullen we bevoegd zijn voor de controle op de rij- en rusttijden van vrachtwagenchauffeurs. Vandaag gebeurt de controle van de rij- en rusttijden gedeeltelijk door federale inspecteurs van de FOD Mobiliteit. We zullen die ofwel moeten overnemen ofwel Vlaamse ambtenaren moeten opleiden en in dienst nemen om de controle te doen van de rij- en rusttijden. Hetzelfde geldt voor de andere bevoegdheden. Dus ja, het korps dat vandaag al bestaat voor de controle van het Aslastendecreet, zullen we moeten uitbreiden. Ik vind dat mijn woorden deftig moeten worden geciteerd.
Ik heb daarnet gehoord dat er kritiek is op het feit dat we nu al moeten zeggen wat we met die bevoegdheden zullen doen. Het omgekeerde zou bijzonder raar zijn. We zijn al jaren met verkeersveiligheid bezig in dit parlement en in de Vlaamse Regering. De 70 kilometer per uur is een mooi voorbeeld. We zijn al jaren vragende partij dat de federale overheid een initiatief neemt voor de 70 kilometer per uur op gewestwegen. Door het njet van de andere kant van het land, hebben we dat niet kunnen doen en staan er duizenden borden langs onze wegen. Het is niet meer dan normaal dat we bij een bevoegdheidsoverheveling een visie hebben over wat we ermee gaan doen. Het zou bijzonder kortzichtig zijn als die visie er niet was en we niet nu al bezig waren met de voorbereidingen.
Het verhaal is een beetje anders, maar we zullen het verslag erop nalezen. Op maandagmorgen is er een akkoord en dan al horen we op de radio bepaalde verklaringen. Op dinsdagmiddag is ongeveer alles al uitgewerkt. Hoe kunt u dat weten zonder zeker te zijn dat er op dit punt een akkoord zou worden gevonden? Ik vind het ondoordacht dat u gisteren à la carte voorstellen hebt gedaan.
Ik zal u zeggen waarom, mijnheer Decaluwe. We hebben uiteraard de pen mee vastgehouden. Iedereen hier heeft dat gedaan. De onderhandelingen zijn toch niet in het luchtledige gebeurd? Het zou gek zijn dat de Vlaamse kabinetten niet mee de pen vasthouden als het gaat over bevoegdheden die de onze worden.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik ben voor een Vlaamse politie. Ik vraag me wel af waar we mee bezig zijn. De meerderheid lijkt wel een stel kinderen dat blij is omdat het een nieuw speelgoedje heeft gekregen, maar wel uit het oog verliest dat er in de zak van Sinterklaas meer zit. Jullie lijken wel kinderen wier vader hen een auto heeft beloofd, maar uiteindelijk maar een Matchbox krijg. Dat gebeurt er vandaag.
Men discussieert nu over prullen - bijvoorbeeld of er een Vlaamse politie komt. Daar gaat het eigenlijk niet over. Dit debat draait rond de vraag of we op basis van het regeerakkoord, onze resoluties en de nota die de regering in het Octopusoverleg heeft ingebracht, bereid zijn om Vlaamse middelen te investeren om de federale begroting in evenwicht te brengen. Is datgene wat op communautair vlak voorligt, voldoende om dat te doen? Ligt de lat hoog genoeg? Dat is de essentie. Daarover moeten we het hebben, en niet over een of ander detail dat als bliksemafleider moet fungeren, in de hoop zo de vis te verdrinken.
De berg heeft een muis gebaard, en we zijn aan de vivisectie van de muis bezig. Daar zijn we mee bezig, in plaats van het over de essentie te hebben. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Als politici hebben we de gewoonte om over zaken waarvoor we bevoegd zijn een meerderheidsakkoord af te sluiten en op basis daarvan een regering te vormen. Over de zaken waarvoor we niet bevoegd zijn, kunnen we wensen uiten. Denk maar aan de resoluties. Eens er bevoegdheden bijkomen, is het logisch dat er een bijlage bij het regeerakkoord wordt geschreven. Het kan dan niet dat elke minister een deelaspect in zijn portefeuille krijgt en er dan naar eigen goeddunken mee doet wat hij of zij wil. Ik denk dat daarover een consensus bestaat, en dat is ook het enige wat ik hier wou zeggen.
De heer Koninckx heeft het woord.
De heer Dewinter heeft het over de geboorte van een muis. Ik heb alle bevoegdheden opgelijst die Vlaanderen nu verwerft. U zult begrijpen dat ik het hier nu even alleen over de verkeersveiligheid heb. Vanaf nu zijn we bevoegd voor educatie, opleiding, het afnemen van examens, de infrastructuur, de weginrichting, de plaatsing van signalisatie- en verkeerstekens, de handhaving, de administratieve boetes en de inning ervan, het toezicht op de technische eisen van de voertuigen, enzovoort.
Men kan blijven zeuren en zeggen dat het niet genoeg is. Misschien is het niet echt genoeg. Toch moeten we onder ogen zien dat we een aantal bevoegdheden hebben gekregen. Nu is het moment aangebroken om de handen aan de ploeg te slaan en onze bevoegdheden zo goed mogelijk uit te voeren. Als we inzake verkeersveiligheid alle bevoegdheden goed willen uitoefenen, dan hebben we nog veel werk voor de boeg. Het had meer kunnen zijn. Daat zal voor later zijn. Maar over dit pakket van nieuwe mogelijkheden mogen we niet meewarig spreken.
Misschien is de heer Decaluwe gefrustreerd omdat het geen auto is geworden, maar wij zijn tevreden dat we ons nu al met de fiets kunnen verplaatsen. In elk geval heb ik het gevoel dat wij hier nog de enigen zijn die opkomen voor de stappen die vooruit zijn gezet. De frustratie van de heer Decaluwe is zo groot dat hij verhalen opdist die eigenlijk met deze zaak niets te maken hebben.
Ik heb het dan nog niet gehad over onze nieuwe mogelijkheden inzake extra kinderopvang en de opportuniteiten voortvloeiende uit de overdracht van het Participatiefonds. Mijnheer Gatz, ik wil toch benadrukken dat niets ons belet om nu al na te denken over de invulling van de nieuwe bevoegdheden. Dat lijkt me een taak voor dit parlement. Daarover moeten we hier debatteren; het andere debat wordt in de Kamer gevoerd. Ik wou in dat verband een voorzet geven, want voor ons draait het allemaal om de inhoud.
Mijnheer Sannen, ik ben blij dat u zegt dat we het debat in het parlement zullen voeren. Er zijn ministers die dat, al dan niet te goeder trouw, anders gedaan hebben. Wij zullen daarover de discussie aangaan in het parlement en in de commissies, en daarna zal er een toevoeging aan het regeerakkoord volgen. Dat is een normale procedure.
Collega's, voor de verkeersveiligheid hebben wij de commissie voor Openbare Werken, ook voor wat nu federale bevoegdheden zijn. Die zouden overgeheveld kunnen worden naar de gewesten. Daarover hebben we het al vaak gehad. Het komt niet uit de lucht vallen. Het is dus niet zo dat we niet weten wat we met de verkeersveiligheid moeten doen.
Daarnaast stel ik vast dat de Vlaams Belangfractie verkeersveiligheid onbelangrijk vind. (Rumoer)
In een land waar nog altijd veel te veel verkeersdoden vallen en wij in dat verband niet onze eigen politiek kunnen voeren, is een federalisering van de verkeersveiligheid een van de pluspunten van een staatshervorming. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Mijnheer Gatz, wij hebben bijvoorbeeld ook voorstellen over de pachtwetgeving. Dit is een ideale kans. Doordat de pachtwetgeving naar Vlaanderen zou worden overgeheveld, kunnen wij een inhaaloperatie doen in het verwerven en beschermen van bijvoorbeeld voldoende bos- en natuurgebieden. Wij halen nog lang niet de 10.000 hectare bijkomend bos die ons beloofd zijn.
Mijnheer de minister-president, ik wil niet verder doorgaan op alle mogelijkheden en kansen die het decreet biedt. Laat het echter duidelijk zijn: de Vlaamse Regering moet niet alleen waken over het proces van de staatshervorming, maar moet zich evenzeer voorbereiden op de concrete invulling van dit nieuwe beleid voor Vlaanderen. Vlaanderen doet het niet sowieso beter, maar kan het nu wel beter doen door de grotere coherentie in de bevoegdheidspakketten voor Vlaanderen.
U kunt in elk geval op onze fractie rekenen. Wij zullen op een constructieve manier meewerken om de concrete invulling van dit nieuwe beleid gestalte te geven. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren ministers, collega's, als er in Vlaanderen iets misloopt, zeggen we nogal gemakkelijk dat we niet alle hefbomen in handen hebben om er een beleid voor te voeren. 'Indien we bevoegd waren en zelf de hefbomen hadden, zouden we het echt wel beter doen', klinkt het dan.
Ik verwijs naar het historische debat over het betaalbaar wonen in Vlaanderen. Ik vond dat een heel merkwaardig debat. Er werd erkend dat we al twintig jaar bevoegd zijn voor sociale huisvesting, dat we maar 6 percent sociale woningen hebben en dat er 70.000 mensen op de wachtlijst staan. Maar, zo werd er gezegd, als we de bevoegdheid krijgen over de huurwetgeving, zullen we dat allemaal oplossen.
Ik stel vast dat er in de meerderheid absoluut geen eensgezindheid bestaat over wat men met de nieuwe bevoegdheden gaat doen. Er is misschien nog wel een akkoord mogelijk over verkeersveiligheid, maar het wordt mijns inziens bijzonder moeilijk om in deze regering een akkoord te bereiken over de nieuwe bevoegdheden inzake Wonen.
Ik ben erg benieuwd, minister Keulen. Krijgen we een plafonnering van de huurprijs? Krijgen we een decreet op de huurrichtprijzen? Zult u middelen inschrijven? U hebt immers wel een wet, maar geen middelen.
Minister Keulen heeft het woord.
Mevrouw Vogels, wij gaan ervoor zorgen dat het voor verhuurders en investeerders opnieuw interessant wordt om een aanbod aan huurwoningen te creëren. Vandaag is het rendement voor die mensen volledig weg. Huurder en verhuurder zijn elkaars lot- en bondgenoot. Op die manier creëren we een aanbod voor de huurder.
Dit kan door bijvoorbeeld een gevoelige uitbreiding van de huursubsidie te bewerkstelligen. In 2003, toen u in de regering zat, was er een bedrag van 10 miljoen euro voorhanden. Vandaag is dat 30 miljoen euro, mevrouw Vogels. We moeten ervoor zorgen dat huurders betaalbaar kunnen huren. Dat is maar één van de maatregelen die mogelijk zijn en waar al concreet aan is gewerkt. We zullen in samenspraak met het parlement ervoor zorgen dat zowel de belangen van de huurder als van de verhuurder, elkaars lot- en bondgenoten, gediend zullen worden.
Ik vind het vrij veel blabla en een beetje weinig boemboem.
Dat is een dooddoener die u heel vaak hanteert.
Hij is ook heel vaak toepasbaar. Ik ben benieuwd naar wat uit de doos van Pandora te voorschijn zal komen en kijk samen met de tienduizenden mensen die niet het geld hebben om een kwalitatieve woning te betalen, uit naar de deus ex machina die de Vlaamse Regering gaat bedenken om eindelijk een coherent woonbeleid te voeren. U zou trouwens hetzelfde kunnen zeggen. Ik luisterde deze morgen toevallig naar het populaire consumentenprogramma Peeters & Pichal. Het ging over de staat van onze wegen. Voor de gewestwegen zijn we al 20 jaar bevoegd. In vergelijking met de rest van Europa is de staat van deze wegen miserabel. Iedereen weet wanneer hij of zij in België aankomt, niet door een of ander bord, maar gewoon door de staat van het wegdek.
We hebben nu ook verkeersveiligheid onder onze bevoegdheid. Het is niet omdat men verkeersveiligheid als bevoegdheid heeft, dat het wegenpark in orde is. Alles heeft te maken met de prioriteiten die in de rijkste regio of een van de rijkste regio's van Europa worden gesteld. Men kan dat realiseren met meer bevoegdheden.
Over de staat van de wegen wordt er elk jaar een rapport gepubliceerd. Dat de wegen miserabel zouden zijn, is op zijn zachtst gezegd, populistisch uitgedrukt. De laatste cijfers kennen we. We hebben ze in de commissie besproken. We hebben ook een voorstel van resolutie ingediend. Zeggen dat de wegen miserabel zijn, is ietwat uit de bocht gaan.
Mocht mevrouw Vogels het rapport Helleven om de twee jaar goed volgen, zou ze zien dat deze investeringsregering stap voor stap een inhaalbeweging aan het uitvoeren is. Ze moet ook weten dat de vorige legislatuur, waarin Groen! mee in de regering zat, er alles aan heeft gedaan om het budget voor openbare werken te minimaliseren ten voordele van het openbaar vervoer. Dat is de harde realiteit. En nu komt u ons de les spellen dat het onze schuld is. Het is in feite die van jullie. Wij doen een inhaalbeweging, jullie hebben het gat gewoon groter gemaakt.
Twee van de drie huidige partners zaten ook in de vorige regering. Bij mijn weten had Groen! niet de bevoegdheid Openbare Werken. Dit is een beetje te goedkoop voor een partij die voor de rest alle jaren in de regeringen heeft gezeten. Twintig jaar zijn we bevoegd voor het onderhoud van onze eigen gewestwegen. Van deze 20 jaar zat u 15 jaar mee in de regering.
Ik wil terugkomen op het Octopusakkoord. Vandaag start de internationale milieubeweging Friends of the earth 'The Big Ask'. Zij stelt hier, net als in Groot-Brittanië, veel ambitieuzere doelstellingen te willen realiseren. Ze wil dat door een klimaatwet, die zoals in Groot-Brittannië duidelijk afdwingbare milieudoelstellingen oplegt. Ik kan zeggen dat mijn federale collega Tinne Verstraeten vandaag al een voorstel van klimaatwet heeft neergelegd in het federale parlement. Dankzij de groene onderhandelaars Magda Aelvoet en Marcel Cheron is er in het Octopusakkoord inderdaad een substitutie extra large gekomen, mijnheer Decaluwe. Dat wil zeggen dat België - en u kunt dat nu graag hebben of niet - een partner is als er moet onderhandeld worden over Europese richtlijnen of als er onderhandeld moet worden in het kader van Kyoto of Bali.
België zal nu ook de mogelijkheid hebben om in te grijpen als de gewesten die de meeste bevoegdheden hebben, niet doen wat moet gedaan worden om de internationale bepalingen te halen. Ik zeg dit maar om te illustreren dat wij als Groen! constructief hebben meegewerkt aan het Octopusakkoord. Wij zijn geen oude Belgen die zweren bij het status quo, maar voor ons is de staatshervorming ook geen doel op zich. We willen de toekomst voorbereiden en niet het verleden herstellen. Voor ons moet een staatshervorming leiden tot beter bestuur en moet ze voortbouwen op de interpersoonlijke solidariteit tussen alle mensen in dit land, of men nu in Vlaanderen, Brussel of Wallonië woont, en thuis Nederlands, Frans, Turks, Chinees of Arabisch spreekt.
Gisteren ontving ik een geboortekaartje van buren van wie ik weet dat ze actief zijn binnen CD&V. Het is een mooi en schattig kind. Ik vroeg me af of het misschien niet is geconcipieerd in de feestnacht na de verkiezingen. Het is immers negen maanden geleden dat Vlaanderen naar de stembus trok. De vraag is nu wat er gedurende negen maanden is gebeurd in dit land. Degenen die de verkiezingen hebben gewonnen, CD&V-N-VA, hebben het land tijdens de voorbije negen maanden in een soort communautaire wurggreep gehouden.
Mevrouw Vogels, het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering hebben gedurende die negen maanden wel gewerkt.
Ik heb de indruk dat sinds negen maanden de Wetstraat 16 is omgebouwd tot een soort van Big Brotherhuis waar de bewoners onder het alles ziende oog van de camera's elkaar uitschelden en pesten. Over politiek wordt gepraat in termen van vette vis, sardienen en borrelnootjes. Met andere woorden, wat heeft CD&V-N-VA gedurende die negen maanden gedaan met het mandaat dat het van de kiezer heeft gekregen? Ze hebben ons belachelijk gemaakt in het buitenland en ze hebben de antipolitiek gevoed.
Mevrouw Vogels, wat heeft men aan de andere kant gedaan gedurende die negen maanden?
Men heeft oppositie gevoerd, voor zover dat kon en mocht in een interim-regering. Mensen vragen zich steeds vaker af waarom ze nog politici nodig hebben. We zitten al negen maanden zonder regering en toch blijft alles draaien. De politiek is dus overbodig. Mijnheer Van Rompuy, u doet daar altijd goed aan mee door te beweren dat dit huis evenmin interessant is. U voedt de antipolitiek.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw Vogels, u voert een antipolitiek. U zegt dat er gedurende negen maanden niets is gebeurd. CD&V-N-VA heeft 30 percent van de stemmen gehaald op basis van een programma dat we in dit Vlaams Parlement gedurende acht jaar hebben verdedigd. We hebben gepleit voor meer autonomie in België op sociaal-economisch en fiscaal vlak. Men is nu inderdaad al negen maanden aan het onderhandelen met de Franstaligen, die daar niet van willen weten. Om hervormingen te kunnen doorvoeren, is een tweederde meerderheid nodig in het parlement.
Dat wist u negen maanden geleden toch ook?
Had u gedacht dat men gedurende negen maanden in een institutionele crisis zou terecht komen? Dat beschikt u over een glazen bol. De vraag die nu aan de orde is, is of dit Vlaams Parlement in staat is om de zaken waar we acht jaar voor gevochten hebben, te realiseren op het federale vlak door middel van een staatshervorming.
Deze poging is een eerste waarbij een aantal stappen worden gezet, die niet de essentie zijn van wat we willen. In het akkoord van de Raad van Wijzen is beslist dat er een tweede pakket moet komen, waar de regering haar lot aan verbindt. Wanneer er op 21 juli geen tweede pakket komt over onder andere de arbeidsmarkt en de fiscaliteit, dan is er voor CD&V-N-VA geen regering meer. Dat is een zeer verregaand engagement. We hebben negen maanden gevochten om te realiseren wat we aan de kiezer hebben voorgehouden en wat dit Vlaams Parlement heeft gevraagd.
Het lot van de federale regering zal op 21 juli opnieuw gebonden zijn aan die essentiële overdracht van bevoegdheden, waar wij negen maanden voor gevochten hebben maar die u blijkbaar niet belangrijk vindt en probeert te ridiculiseren. U probeert aan antipolitiek te doen door een hervorming die noodzakelijk is voor het land voor te stellen als iets belachelijks. (Applaus bij CD&V)
De heer Daems heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, wat is het resultaat? U liep met vlag en wimpel voorop en hebt de strijd gevoerd. Wat is het resultaat dat vandaag voorligt?
CD&V had onmiddellijk in de regering kunnen stappen, maar we hebben negen maanden lang gevochten om de zaken waarmee we naar de kiezer zijn gegaan, te realiseren. Zaken waarvan het Vlaams Parlement heeft gezegd: "We moeten meer arbeidsmarktbevoegdheid hebben om dat te kunnen waarmaken op een democratische manier via een tweederdemeerderheid in het parlement." Dat hebben we gedaan.
Mijnheer Van Rompuy, u zegt dat u woord hebt gehouden, maar dat is niet waar. U bent samen met de N-VA naar de kiezer gegaan met de mededeling dat vijf minuten politieke moed Brussel-Halle-Vilvoorde zouden splitsen, met de belofte dat er een volwaardige fiscale autonomie zou zijn voor 2009 en met het vooruitzicht dat u niet in een federale regering zou stappen zonder een volwaardige staatshervorming. De deadline is bekend, dat is 23 maart. Dan zou de heer Leterme aan de macht komen, dan zou de volwaardige staatshervorming een feit zijn. Vandaag breekt u die belofte, u schuift de deadline vooruit. Daardoor is er geen enkel akkoord over het communautaire. Wat u wel weet, en dat is de enige zekerheid die CD&V drijft, is dat op 23 maart de heer Leterme premier wordt. De kiezer zal u afstraffen omdat u uw woord niet hebt gehouden.
U had de mogelijkheid om naar aanleiding van het aantreden van de heer Leterme als premier nog een maand te onderhandelen. Waarom doet u dat niet? Waarvan hebt u schrik? U hebt negen maanden met de voeten van de burger gespeeld. Dat kan nog wel een maand langer? Waarom kan het niet meer? Waarom kunnen de wijzen nu plots waar Leterme en co op negen maanden niet in geslaagd zijn? Waarom moet er nu plots een minimalistische eerste fase door de strot van dit en andere parlementen worden geduwd? Omdat de heer Leterme premier moet worden, ten koste van om het even wat. U hebt al uw principes overboord gegooid en u hebt geen woord gehouden. Daar zal de kiezer u voor afstraffen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Groen! klaagt aan dat we negen maanden bezig zijn geweest. Indien Groen! de verkiezingen had gewonnen, dan zou ongetwijfeld hetzelfde gebeurd zijn als in 1999, toen we op één maand tijd een regering hadden, maar die niets realiseerde van waar we acht jaar voor hebben geijverd.
Mijnheer Caluwé, gaan we die toer op?
U hebt niet graag dat ik dat zeg, nietwaar? We hebben daar zes maanden keihard voor onderhandeld en zijn niet prompt in de regering gestapt. Dit is de eerste stap, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat het tweede pakket wordt gerealiseerd over drie maanden. Wordt dat pakket niet gerealiseerd, dan verlaten we de regering.
Mijnheer Caluwé, dat pakket zal uw premier moeten realiseren. Ik hoop dat hij erin slaagt.
Mijnheer Van Rompuy, ik heb voor de verkiezingen ook andere zaken gehoord van uw partij. Ik heb uw grote voorman horen zeggen dat er 2 miljard euro extra kwam voor de laagste uitkeringen, dat de lage pensioenen zouden worden opgetrokken. Wat zie ik in het begrotingsakkoord? Het is schandelijk. Voor het optrekken van de laagste pensioenen en uitkeringen wordt er 300 miljoen euro te beschikking gesteld, maar dat bedrag moet worden bespaard door het beter tewerkstellen van de werklozen. Dit is puur cynisme.
Als ik in Deurne op de tram stap, dan vragen de mensen mij daarnaar, en niet wanneer de grote staatshervorming of de vette vissen komen. Die mensen kunnen geen vette vis meer kopen. Daar gaat het om.
Dat is ook een belofte van uw regering, en daar zal de kiezer u ook voor afstraffen. (Applaus bij Groen!)
Ik vind het schandelijk dat u hier durft zeggen dat dit spelletje nog een tijdje zal doorgaan en men er nog drie maanden mee voort zal gaan.
Noemt u dat een spelletje? Dat onderscheidt ons. Mevrouw Aelvoet is ook in die Raad van Wijzen gekomen. Ik denk met heimwee terug aan Jos Geysels, die hier gedurende jaren heeft gezegd dat ook voor Groen!, dat heeft meegewerkt aan de Sint-Michielsakkoorden, de deelstaten op een aantal terreinen meer bevoegdheden kunnen krijgen, om een beter beleid te kunnen voeren. Als u dat een spelletje noemt of dat belachelijk vindt, is dat uw interpretatie. Maar dat is het verschil tussen ons en u. Wat wij gezegd hebben, willen we ook realiseren.
U bent vijf jaar in een regering verantwoordelijk geweest voor het milieu. Wat hebt u daar bereikt? U nam dat blijkbaar niet echt au sérieux, want anders had u een paar maanden moeten negotiëren voor u met paars in de regering terechtkwam om uw groene programma te realiseren. U bent er in drie weken ingestapt. In 2003 bent u er dan uit gesmeten, niet alleen door de kiezer, maar ook door de anderen, omdat u niet genoeg uw programma had waargemaakt in een akkoord.
Zet die geschiedenis eens op uw website. Het gaat hier over het Octopusakkoord, mijnheer Van Rompuy en niet over de voorbije acht jaar. (Opmerkingen bij CD&V)
U moet de vis niet verdrinken. Toen we in de regering zaten, hebben we een wet gestemd in verband met de uitstap uit de kernenergie. Ik ben benieuwd wat daarmee gebeurt. Dat is iets dat we gerealiseerd hebben.
Ik blijf het schandelijk vinden dat u hier zegt dat dit nog drie maanden doorgaat. Wij zijn serieus. Magda Aelvoet heeft mee dit eerste akkoord bereikt. Met wie? Met Dehaene, Verhofstadt en Vande Lanotte. Die hebben een vertrouwensbasis geschapen. Die was er, maar nu blijkt dat het prille vertrouwen direct in vraag wordt gesteld, in de eerste plaats door CD&V en zeker door N-VA. N-VA stelt een motie van wantrouwen, gelooft eigenlijk niet dat die tweede fase er komt en blijft aan de zijlijn staan.
CD&V begint meteen te dreigen, en als het zijn zin niet krijgt, stapt CD&V niet in een regering. Op die manier onderhandelt men niet. Er is een basis van vertrouwen gecreëerd, maar u gooit dat weg, onder druk van N-VA, die zoals de voorbije negen maanden kiest om aan de zijkant stokebrand te spelen. N-VA wil niet meestappen in een regering.
Johan Vande Lanotte zei deze morgen op de radio - en als ik het goed begreep, was hij bezig om te solliciteren om mee te regeren op federaal niveau en de N-VA te vervangen - dat het is zoals een atleet die naar de Olympische Spelen gaat, maar alleen als hij zeker is dat hij kan winnen. Dat is een mooi beeld om te zeggen wat N-VA vandaag doet. Het is in feite een motie van wantrouwen tegen de kartelpartner. Wat mij betreft, bestaat dat kartel niet meer. Ik hoop dat de volgende maanden zullen gaan over dingen waar de mensen echt van wakker liggen: de koopkracht, het leefmilieu, de verhoging van de pensioenen.
Leg maar eens uit aan de kiezer hoe u dat gaat realiseren. U bent bezig met het doorschuiven van alle lasten naar de komende generaties. Door dit soort knoeiwerk zullen onze kinderen onze pensioenen moeten betalen, want we zijn niet aan het sparen voor morgen.
Ik vind dit een onverantwoord beleid en vind het een schande dat u vandaag al bezig bent met opnieuw eisen en veto's te stellen en elk vertrouwen dat was opgebouwd, opnieuw onderuit te halen. (Applaus bij Groen!)
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ministers, collega's, als voorlaatste spreker zou ik me even tot mevrouw Vogels willen richten. Mevrouw Vogels, ik heb heel veel respect voor het groene gedachtegoed, dat weet u. Maar ik vind de manier waarop u onze partij hier schoffeert een reden om mijn houding ten opzichte van Groen! ook eens te herzien.
Tijdens de regeringsonderhandelingen hebben wij altijd de vijf resoluties die hier in het parlement zijn goedgekeurd op de onderhandelingstafel gebracht. Niets meer en niets minder.
Daar was een vrij grote meerderheid voor. U zet de geschiedenis naar uw hand, mevrouw Vogels, en dat is natuurlijk uw goed recht.
Mevrouw de voorzitter, eergisteren hebben wij kennis genomen van een tweefasige staatshervorming, waarvan alleen de eerste fase bekend is en waarvan de tweede fase, die voor de N-VA veel belangrijker is, tot nu toe een grote onbekende blijft. In de tekst staat: "Het tot stand brengen van meer homogeniteit en een grotere coherentie van bevoegdheden op elk bevoegdheidsniveau, zal worden voortgezet in de tweede fase."
Wat in de eerste fase staat, is voor eenieder van ons bekend. Is het een grote stap voorwaarts? Neen. Is er meer homogeniteit en coherentie ten aanzien van de gewesten en de gemeenschappen? Ja. Is er voldoende homogeniteit en coherentie? Neen. Kortom, er zitten een aantal positieve elementen in deze fase. Nu worden tenminste punten bespreekbaar gemaakt die, ere wie ere toekomst, in de tijd van Hertoginnedal totaal onbespreekbaar waren. Ik heb een aantal vergaderingen op Hertoginnedal meegemaakt. Ik heb de woordjes 'non' en 'neen' daar heel vaak horen uitspreken, als het maar enigszins rook naar een toewijzing naar de gewesten en de gemeenschappen. Dat is al een klein lichtpuntje.
Er zitten ook een aantal dingen in die voor ons onaanvaardbaar zijn, bijvoorbeeld een federale kieskring of een investeringsdesk, wat een van de liefhebberijen schijnt te zijn van onze huidige eerste minister. Dat mag natuurlijk, maar voor ons betekent dat de klok terugzetten. Eigenlijk is dat een manier om een aantal dingen te herfederaliseren.
Mijnheer Sannen, natuurlijk hadden wij van de Raad van Wijzen veel meer verwacht. Ik dacht dat er eindelijk een huiswerk zou worden afgeleverd waarvan iedereen tevreden zou zijn.
Mijnheer Peumans, ik vind het zeer gemakkelijk wat u zegt. U hebt een aantal maanden onderhandeld. We hebben allemaal kunnen lezen hoe het gelopen is. Nu gaat u een akkoord beoordelen waar u geen enkele verdienste aan hebt. Op het Vlaams Belang na, is uw partij de enige die daar geen verdienste aan heeft. Ik vind dat beschamend.
Mijnheer Stassen, als we zo gaan redeneren, dan mogen we over vele dingen waar we niet bij betrokken zijn, onze mening niet meer geven. Dan kunnen we beter een en ander opdoeken.
Uw bestaansreden is toch de staatshervorming! U neemt geen enkele verantwoordelijkheid en u komt ze hier nu afschieten!
Het afgeleverde huiswerk is niet af, en ik zeg dat niet alleen. In de perscommentaren zegt men ook dat het niet af is, dat het te vaag is en dat er een heleboel voorwaarden in zitten. Onze corebusiness is de staatshervorming en we hebben volkomen het recht om deze tekst te beoordelen. Deze tekst biedt voor de N-VA onvoldoende garanties op een goede staatshervorming. Is dat duidelijk, mijnheer Stassen?
De tweede fase is veel belangrijker, ook voor de mensen, want dat wordt nogal eens vergeten. Ik denk aan het arbeidsmarktbeleid, het gezondheidsbeleid, het gezinsbeleid, het openbare ambt en, heel belangrijk, de werkgelegenheid. Niet alleen wij maar ook een aantal werkgeversorganisaties vraagt fiscale en financiële autonomie.
Mijnheer Peumans, mij is iets niet duidelijk. U hebt enige kritiek. U zegt dat bepaalde dingen onaanvaardbaar zijn, ik denk aan de investeringsdesk. Wil dit zeggen dat jullie dit akkoord niet zullen goedkeuren?
Die vraag moet u in het federale parlement stellen. Wij hebben het akkoord niet ondertekend.
In de tekst staat: "Dit zal onder meer het geval zijn". Dat betekent dat we over een aantal bijkomende bevoegdheden en, heel duidelijk, niet over een herfederalisering spreken. Doet men dit laatste toch - en alle Vlaamse partijen hebben hier een verantwoordelijkheid - dan doet de verwezenlijkingen van vijf staatshervormingen teniet.
De houding van de N-VA ligt overigens in dezelfde lijn die de Volksunie destijds heeft gevolgd. Stap voor stap bouwen we aan een autonoom Vlaanderen. Zoals ik daarnet al heb verklaard, hebben de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement sinds de verkiezingen van juni 2007 binnen het Belgisch staatsbestel perfect gefunctioneerd. Ik heb andere tijden gekend. Wat de autonomie betreft, hebben we al veel gerealiseerd. Ik geef toe dat we nog lang niet zijn waar we moeten zijn.
Bij het aantreden van de regering-Leterme zullen we ons op het federale bestuursniveau onthouden. Dit lijkt me een duidelijk antwoord. We ontmoeten alvast vooruitgang. Dat mag ook worden gezegd. Gedurende zes maanden was niets bespreekbaar. Nu is er bereidheid om te praten. De vraag is waarover kan worden gepraat. Dit geldt vooral voor de tweede fase.
We onderschrijven het voornemen te onderhandelen. Hoewel 21 juli nogal een stomme datum is, blijft dit voor ons de deadline. De fractieleider van CD&V heeft mevrouw Vogels, die het niet goed had gehoord, daarnet duidelijk gezegd dat dit duidelijk de einddatum is om de intenties met betrekking tot de tweede fase in de praktijk te brengen. Op dat ogenblik zal de N-VA beslissen of ze al dan niet tot de federale regering kan toetreden.
Ik herhaal dat het resultaat van de vergaderingen van de Raad van Wijzen, waar ook mevrouw Aelvoet en de heer Cheron deel van uitmaakten, mager is. (Rumoer)
Dacht dan iemand dat we dit nu opeens een fantastische staatshervorming zouden vinden? (Rumoer)
Mijnheer Peumans, de dag dat uw partij er niet meer bij was, hebben anderen de problemen opgelost.
Mijnheer Stassen, er is nog niet veel opgelost. U moet het akkoord maar eens aan de vijf resoluties van het Vlaams Parlement toetsen. Met betrekking tot het arbeidsmarktbeleid, het gezondheidsbeleid, het gezinsbeleid en dergelijke is nog helemaal niets opgelost.
Mijnheer Peumans, u slaagt in iets wat tot op heden nog maar zelden is gelukt. U bent een beetje zwanger. U bent niet helemaal zwanger. In feite weet u het zelf niet goed.
Wat is het nu? Het resultaat is mager. Het akkoord voldoet niet en is te vaag. Uw partij zal zich in de Kamer van Volksvertegenwoordigers onthouden. Op het Vlaamse bestuursniveau gaat uw partij wel akkoord. U bent bereid geld te zoeken om de federale begroting in evenwicht te houden. Kunt u niet zeggen waar het eigenlijk om gaat? U wilt, het koste wat het kost, dat minister Bourgeois lid van de Vlaamse Regering blijft. Dat is wat u wilt. De rest interesseert u niet. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Tijdens de stemming in de Kamer van Volksvertegenwoordigers zal uw partij zich onthouden, maar eigenlijk staat uw partij wel achter het akkoord. Uw partij wil geen deel van de federale regering uitmaken, maar u weet het ook niet zo goed. In het Vlaams Parlement bent u alvast voor het akkoord. Wat een onduidelijkheid. Ik heb nog nooit een dergelijke spreidstand gezien. Kunt u me eens uitleggen hoe u beide zaken met elkaar kunt verzoenen? Ik weet het niet meer. U bent een beetje zwanger en u beseft het zelf niet.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik raad de heer Peumans aan niet te proberen iets aan de heer Dewinter uit te leggen. Mijn ervaring leert me dat hij veel zaken niet wil begrijpen. Ik neem aan dat de heer Dewinter al de kans heeft gehad om kennis van de beslissing van de Vlaamse Regering te nemen. Indien hij dit zou hebben gedaan, zou hij dergelijke beweringen niet doen.
De beslissing van de Vlaamse Regering is consistent en ligt in de lijn van het standpunt van mijn partij. De Vlaamse Regering heeft een voorwaardelijke beslissing genomen. Die beslissing is afhankelijk van de realisatie van het tweede pakket. De Vlaamse Regering zal die realisatie controleren en evalueren. In feite moeten we hier vooral over de beslissing van de Vlaamse Regering debatteren.
Blijkbaar zitten we hier met een nieuw medisch fenomeen. Het was me niet bekend dat mannen zwanger kunnen worden.
Ik wilde tot slot naar de beslissing van de Vlaamse Regering verwijzen. Indien we echt aan die ministerpost in de Vlaamse Regering vasthielden, hadden we best anders gereageerd. Zoals minister Bourgeois net heeft verklaard, zal dit geld niet zomaar worden overgedragen. Ik zal ter informatie een stuk van de beslissing van de Vlaamse Regering voorlezen.
Die luidt als volgt: "De Vlaamse Regering is, onder de uitdrukkelijke voorwaarde van de concrete uitvoering van de afgesproken staatshervormingspakketten 1 en 2, bereid mee te werken om tot een sluitende federale begroting 2008 te komen, en daarvoor samen met de andere gewesten en gemeenschappen een inspanning te leveren om de gevraagde 360 miljoen euro gezamenlijk te reserveren en dus op regionaal vlak voorlopig niet uit te geven." Ik benadruk dat woordje 'reserveren'. Ik vervolg: "Dit biedt ons ook de gelegenheid zelf financiële reserves aan te leggen voor toekomstige betalingen. De Vlaamse Regering is ook bereid de gevraagde reservering door te voeren op conjunctuurprovisie ten gunste van haar Toekomstfonds." Minister Van Mechelen kan dat allemaal beter uitleggen dan ik, maar dit lijkt me duidelijk. Ten slotte "wil de Vlaamse Regering meewerken aan de werkgroep om de problematiek van de pensioenbijdrage voor regionale ambtenaren te bespreken, samen met de andere entiteiten, en naar een akkoord op dit vlak te streven. De Vlaamse Regering zal het geheel regelmatig evalueren en waakzaam erop toezien dat ook de engagementen inzake een verdere staatshervorming correct worden uitgevoerd."
Misschien is het goed dat minister Van Mechelen in de commissie eens een uiteenzetting geeft over de betekenis van dit verhaal, want sommigen binnen het Vlaams Belang lijken dat nog steeds niet te hebben begrepen. Ze denken dat Vlaams geld terug naar de federale overheid gaat, maar dat is dus duidelijk niet de bedoeling.
Mijnheer Peumans, als ik het goed begrijp, heeft de Vlaamse Regering deze beslissing voorwaardelijk genomen: het eerste en het tweede pakket moeten worden gerealiseerd. Ik heb geen enkele inhoudelijke kritiek gehoord van de Vlaamse Regering op dat eerste pakket. Alleen van u heb ik daarnet wel kritiek gehoord: zo is de investeringsdesk onaanvaardbaar voor u. Wil deze investeringsdesk tot stand komen, zal de Vlaamse Regering een samenwerkingsakkoord tot stand moeten brengen met de federale regering. Bent u dan bereid daaraan mee te werken?
U weet dat die investeringsdesk een beetje een recuperatie door België is. We hebben heel duidelijke bevoegdheden op het gebied van buitenlandse handel en buitenlands beleid, terwijl hier de bevoegdheid die bij de gewesten berust impliciet wordt teruggeschroefd. Wij zeggen heel duidelijk dat we het daar niet mee eens zijn.
Ik heb dat niet gelezen in de beslissing van de Vlaamse Regering.
Het gaat niet over de beslissing van de Vlaamse Regering. Ik begrijp trouwens uw opmerking in dat verband niet. De beslissing van de Vlaamse Regering heeft louter en alleen betrekking op de bijdrage die ze moet leveren aan het in evenwicht houden van de federale begroting. Dat moet ik u allemaal niet uitleggen, mijnheer Sannen. Dat is iets heel anders dan het punt van de investeringsdesk. Dat gaat over de wijze waarop men zich in het buitenland profileert met betrekking tot investeringen die in België moeten gebeuren.
Ik dacht dat de beslissing van de Vlaamse Regering inhield dat ze vindt dat die eerste fase van de staatshervorming nog onvoldoende is, dat ook die tweede moet worden verwezenlijkt, en dat ze onder die voorwaarde bepaalde middelen niet zal uitgeven en zo kan meewerken aan het federale begrotingsevenwicht. Dat betekent dus wel dat de Vlaamse Regering ervan uitgaat dat dat eerste deel ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Dat eerste deel houdt nu eenmaal een dergelijke investeringsdesk in. Ik heb daar geen enkele kritiek op gehoord van de Vlaamse Regering. Wil dat tot stand komen, dan zal er een samenwerkingsakkoord moeten komen met de Vlaamse Regering. Ik ga ervan uit dat ook de N-VA-minister in de Vlaamse Regering daaraan wil meewerken.
Minister van Mechelen heeft het woord.
Wat de vraag van de heer Peumans betreft, ben ik natuurlijk beschikbaar. Ik wil toch proberen een en ander op een rijtje te zetten. Als de Vlaamse Regering vandaag zegt, op voorwaarde van de uitvoering van pakket 1 en pakket 2 van de staatshervorming, bereid te zijn 50 percent van de conjunctuurprovisie te reserveren in het Toekomstfonds, dan voeren we eigenlijk het begrotingsbeleid uit dat we nu al 5 jaar aan het voeren zijn. Mijnheer Dewinter, in het begin van het jaar leggen we een conjunctuurprovisie aan ten bedrage van 1 percent van de economische groei. Als die uiteindelijk niet moet worden ingezet voor een tegenvallende conjunctuur, stort de Vlaamse Regering die bij wijze van spreken automatisch in een Toekomstfonds. Dit geld wordt dus gereserveerd. We bouwen zo middelen op - vandaag meer dan 500 miljoen euro - voor het ogenblik dat we voor uitdagingen komen te staan waarvoor we cash nodig hebben. Dat is dus een normaal en weldoordacht begrotingsbeleid.
Die 360 miljoen euro is een gezamenlijk overschot van alle gemeenschappen en gewesten van dit land. We gaan een inspanningsverbintenis aan. Op het einde van dit jaar zullen waarschijnlijk, zoals vorig jaar, de beleidskredieten voor 100 percent vastliggen, maar de betaalkredieten zullen niet voor 100 percent zijn aangewend. We verbinden ons ertoe die betaalkredieten niet weg te werken naar andere uitgaven, maar die te zullen reserveren in eigen fondsen, waardoor we de toekomst voorbereiden.
Dit is eigenlijk de enige wijze waarop we op lange termijn een duurzaam begrotingsbeleid in Vlaanderen kunnen voeren. De resultaten daarvan worden met de dag zichtbaarder. Voor de allerlaatste keer: dit heeft niets te maken met geld aan de federale regering geven. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega´s, toen ik de trap opkwam, schoot me te binnen dat er in het najaar is gestemd over Brussel-Halle-Vilvoorde. In de beeldspraak van de N-VA, dacht ik toen aan een vette vis. Maar nu ik hier sta is het helemaal duidelijk: de snelle splitsing die we zullen krijgen, zal die zijn van het kartel van de N-VA en CD&V. Dat is de dikke vis waar de heer De Wever op wacht.
Wie kan er nog een touw aan vastknopen? Mijnheer de minister-president, vorige week zien we de Vlaamse Regering met weinig enthousiasme reageren op de vraag van de federale kwartaalpremier om 500 miljoen te leveren om zijn begroting in evenwicht te houden. ?Dat kan?, zei u toen, heel vrijblijvend, ?maar dan moeten er wel ernstige voorstellen komen voor de staatshervorming.? En u gaf voorbeelden: de lijst van de Octopuswerkgroep. Een stevige lijst, met als sluitstuk dat de Noordzee voortaan bij Vlaamse grond aansluit, en dat Brussel er geen zaken mee heeft. Vervolgens is het weekend en komt de Raad van Wijzen met voorstellen op de proppen.
Ofwel heeft de raad door de gevestigde leeftijd een Alzheimerprobleem. Dat zie je als je de voorstellen vergelijkt met wat we allemaal willen. Ik heb een kopie bij van een krantenartikel. Wat u beloofd hebt, is een lange lijst, wat er verworven is, een heel klein deeltje. De grootste boterham blijft nog te onderhandelen. Ofwel, mijnheer de minister-president, hebben de wijzen uw nota met de resoluties van het Vlaams Parlement niet eens in handen genomen. Uw nota aan de Octopusgroep was nochtans een goede samenvatting van de staatshervorming waarvoor Vlaanderen opteert.
In elk geval kan wat ervan uw dossier overblijft, worden samengevat op een post-itje van 5 op 5 centimeter. Het past juist op dat briefje van klein formaat, voor op de koelkast met enkele boodschappen die we nog bij de kruidenier moeten halen. Ik wil de bevoegdheden, waarover hier straf wordt gedaan en waarbij wordt gevraagd naar de invulling, opsommen, maar ik heb geen zin in mierenneukerij. Het gaat over heel kleine dingetjes.
Er is misschien nog een andere uitleg: u, mijnheer de minister-president, rijdt niet voor de Vlaamse Regering zoals het hoort, maar voor CD&V. CD&V wordt nu geleid door Etienne Schouppe, een boegbeeld van de oude CVP. En in de Raad van Wijzen had Jean-Luc Dehaene het voor het zeggen, niet u en ook niet uw voorganger, de heer Leterme. Die kon op dat moment ook niet veel zeggen. Ik hoor u niet in het communautaire debat. En JONGCD&V mag nog wat kwekken. Jongeren doen dat al eens graag. Maar maakt zich even belachelijk.
Uw partners in het kartel kunnen dat best in hun oren knopen. CD&V wordt nu geleid door mensen die het kartel met de N-VA zo snel mogelijk willen doen springen om hun plaats te ruilen voor sp.a. Ik voorspel u dat dat sneller zal gebeuren dan de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde.
Dat brengt ons naar de komedie die nu wordt opgevoerd in de regering. Daarin zitten ministers van de N-VA en van Spirit, die met uw regering blijven meestemmen, ook om het communautair gedrocht te steunen. Maar tegelijk trekken hun partijvoorzitters van leer tegen het akkoord. Dat is geen Alzheimer zoals de Raad van Wijzen, maar schizofrenie. Sommigen zouden zeggen: tjeventruken, maar zo ver durf ik niet gaan. Denkt u nu echt dat de Vlamingen zo tureluurs zijn, en dat ze dat allemaal begrijpen?
U was er als de kippen bij om een nieuwe voorzet te geven aan de federale regering door miljoenen Vlaams geld te reserveren voor de federale begroting. Ook de juiste bedragen zouden interessant zijn. Ik vermoed dat u die wel zult vermelden, zodat we weten welk cadeau gereserveerd wordt voor de Franstalige medeburger.
Kunt u verduidelijken hoeveel de federale regering exact vraagt aan de deelstaten? Ik zou die cijfers graag krijgen.
Ten slotte wil ik nog even vooruitkijken. In die fase staan heel veel woorden en vage omschrijvingen. Waar gaat die tweede fase ons in de staatshervorming brengen? Op dit moment is er een zogezegd akkoord over die staatshervorming maar u weet dat dat een leugentje om bestwil is. Het eerste pakket is marginaal en garanties voor het tweede zijn er helemaal niet.
En hier zegt u dat u dan niet gaat deelnemen aan de regering. De heer Van Rompuy herinnert zich plotseling de strategie wel. U hebt nochtans op uw website en in de pers verklaard dat u het allemaal niet meer wist en niet meer zag zitten. Maar plots moet ik hier dan horen dat u het allemaal wel wist. Ofwel bent u een waanzinnig acteur ofwel bent u superschizofreen, u weet immers niet meer wat u zegt of schrijft, trouwens niet voor het eerst.
Ik heb de laatste maanden altijd gezegd dat het verschrikkelijk moeilijk zou zijn en dat ik heel pessimistisch was of die grote staatshervorming kon worden onderhandeld met de Franstaligen. Dat is ook uitgekomen.
Ik ben ook niet optimistisch voor 21 juli. Dat zal een heel moeilijke opdracht zijn. CD&V heeft bij monde van voorzitter Schouppe laten weten dat er tegen 21 juli een regeerverklaring moet komen van de regering Leterme, als ze start, waarin elementen van die grotere staatshervorming - arbeidsmarkt, fiscaliteit - concreet in wetteksten zullen moeten worden gegoten. Het is dus een bijzonder zwaar engagement dat CD&V neemt. Ook de heer Leterme verbindt zich daartoe als hij premier wordt. Je kunt toch niet duidelijker zijn dan dat?
Maar u beschuldigt mij van hoera-optimisme terwijl ik zeg dat de deadline 21 juli is en dat het heel moeilijk zal zijn om te onderhandelen met de Franstaligen. Ik ben heel bezorgd.
Ik ben ook bezorgd over uw visie daarop. Ik zie welke resultaten er tot nu toe zijn. De grote overwinnaar van de verkiezingen slaagt er niet in om een regering te vormen. De grote overwinnaar van de verkiezingen heeft een pak beloftes gedaan en slaagt er niet in om na acht maanden een van die beloftes in te vullen. De grote overwinnaar is erin geslaagd om datgene aan de Vlaming terug te geven wat de Vlaming had afgestraft bij de vorige verkiezingen namelijk de verliezer terug op de troon zetten. Laten we eerlijk zijn: een regering met een premier die u jarenlang heeft bekampt. U slaagt er alleen maar in om die verliezer terug op de plaats te zetten met een interim-regering en een schizofrene houding van uw kartelpartner. Dat zijn absoluut mooie resultaten.
En u vraagt nu dat wij uw woord zouden geloven dat: "eventueel deelaspecten van stukjes in de toekomst zouden kunnen worden onderhandeld". U zegt hier doodleuk dat u dan niet deelneemt aan het bestuur. Met alle respect, maar dat gelooft u zelf toch niet?
Er zijn alleen maar grote lijnen vastgelegd en voor de zomer moet dat tweede pakket goedgekeurd worden. En de wijze waarop Reynders en Milquet het eerste pakket minimaliseren - want we luisteren waarschijnlijk niet genoeg naar de Franstalige pers - laat niets aan de verbeelding over. De tweede fase belooft superhachelijk te worden. Alles bevindt zich in die zouvorm. Dat is het kluitje en het riet, de rest van het verhaal kent u.
Na al die maanden van onderhandelingen is het duidelijk. Sommigen beweerden dat de Franstaligen het begrepen hebben. Inderdaad, ze houden ons en iedereen verder aan het lijntje. Ik vraag me af waarom u dan geen onderhandelingen start met de andere deelstaten. Het Vlaams Regeerakkoord somt letterlijk alle bevoegdheden en hefbomen op waarover Vlaanderen wil beschikken en de Vlaamse Regering maakt zich bovendien sterk dat ze alle middelen zal aanwenden om de overdracht van bevoegdheden te realiseren.
Ik vraag me soms af of u als minister-president gewoon een medewerker bent van de CD&V op het federale niveau. Ik vind dat een minister-president in dit huis een sterk signaal zou moeten geven en dan niet in de huidige onderdanige, ietwat nederige maar toch aimabele stijl. Ik vraag me af wanneer u iets fatsoenlijks zal zeggen in dit verhaal.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, leden van de regering, dames en heren, na zes maanden in de loopgraven lijkt het alsof de acteurs eindelijk het nut hebben ingezien om tot een gesprek te komen waarbij elkeen een stap naar elkaar heeft gezet. Van een patsituatie met een weigering om mekaars standpunt te willen begrijpen, zijn ze ertoe gekomen om naar elkaars verzuchtingen en angsten te luisteren en deze te begrijpen. Het is in die zin een teken van de wil tot dialoog die er nog bestaat binnen de politieke klasse. Men kan het akkoord bestempelen als borrelnootjes of als kruimels, maar het blijft toch een bewijs dat er samen aperitief werd genomen of dat er gegeten werd. Het is een begin, maar er is effectief ook geen resultaatverbintenis voor de toekomst. Alles is hiermee nog niet opgelost, verre van.
In de buitenlandse kranten wordt toch al gezegd dat er eindelijk weer een zekere stabiliteit is in België. Ik verwijs naar een artikel in Le Monde van vandaag. CD&V kan het dan misschien spijtig vinden dat wat Leterme in zes maanden niet heeft bereikt, Verhofstadt in twee maanden wel heeft gedaan.
Uit het akkoord wil ik een punt lichten dat met de nodige verantwoordelijkheidszin zal moeten worden aangepakt: de verkeerveiligheid. Het mag geen verkeersonveiligheid worden. Het is duidelijk dat in Vlaanderen met een wegennet dat vooral omgeven is door bebouwing en in Wallonië met meer open ruimte, de maximumsnelheid anders kan liggen om eenzelfde veiligheid te bereiken. Nu men op Europees niveau naar eenvormige regelgeving gaat, moet men hier geen verwarring scheppen door belangrijke of ingrijpende regionale verschillen te maken. Ik heb dan ook enkele bedenkingen en vragen. De invoering van het inhaalverbod voor vrachtwagens op de autosnelwegen bij regenweer heeft voor veel moeilijkheden gezorgd bij buitenlandse truckers. De Brusselse ring blijkt niet het statuut van autosnelweg te hebben en valt onder de mogelijkheid van een gedifferentieerde regelgeving. Daarom moet er een gesprek worden aangegaan met de andere partners en gewesten om tot eenvormigheid te komen opdat de verkeersveiligheid wordt bevorderd en er geen verkeersonveiligheid wordt gecreëerd.
Langsheen de taalgrens blijven er secundaire wegen die haasje over doen op talrijke plaatsen. Ook hier is overleg nodig. Ook het halen van een rijbewijs wordt een Vlaamse bevoegdheid. Hetzelfde geldt voor de technische controle. Volgens mij kunnen er problemen rijzen bij de toepassing ervan in Brussel. Zal het in Vlaanderen goedkoper zijn om de auto te laten keuren of zal men zich in Brussel laten inschrijven om slechts om de twee jaar naar de keuring te gaan?
De transfers die voortvloeien uit de akkoorden zouden ook gevolgen kunnen hebben voor de toepassing van de taalwetgeving. Ik hoop dat dit niet tot problemen leidt. Ik wil geen slapende honden wakker maken. Maar in de faciliteitengemeenten zouden er problemen kunnen rijzen met de procedure voor onteigeningen, de regels voor de huurcontracten, de regelgeving voor het rijbewijs en de erkenning van rijscholen. Ik zal hieromtrent waakzaam blijven.
Ten slotte: ik vind het substitutierecht een goede zaak. Want het komt enkel de gewesten en gemeenschappen toe om de internationale verplichtingen na te komen voor materies waarvoor ze materieel en territoriaal exclusieve bevoegdheid bezitten. Inzake inbreuken op het internationale en Europese recht is in principe de federale staat aansprakelijk. Ik denk dan onder meer aan de Kyotonormen en andere milieuaangelegenheden.
We beleven een ogenblik in onze politieke geschiedenis waarin de nood groot is om een dialoog te realiseren en om aan de verzuchtingen van de bevolking tegemoet te komen. De bevolking wordt geconfronteerd met prijsstijgingen en een vermindering van de koopkracht. Er moest dus dringend een federale begroting komen om maatregelen mogelijk te maken. Ik vind het bijgevolg jammer dat de minister-president zijn akkoord op budgettair vlak deed afhangen van het bereiken van een communautair akkoord. Ik noem dat chantage.
We moeten er alles aan doen om de opnieuw op gang gebrachte dialoog tussen de gemeenschappen gaande te houden. We mogen niet stoken om af te breken wat aan de overzijde van de straat wordt opgebouwd.
De heer Caron heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw en heren ministers, collega's, het akkoord is ondermaats. Het is weinig, hoewel er ons zo veel is voorgespiegeld. Tien maanden of driehonderd dagen lang hebben wij en de volledige bevolking geluisterd naar de ambitieuze communautaire boodschap van het Vlaams kartel. Er werden spierballen gerold. Dagelijks zweerden jullie trouw aan een ambitieuze staatshervorming. Op jullie website hebben jullie het in dat verband over gezondheidszorg en gezinsbeleid, werkgelegenheid, mobiliteit met inbegrip van de NMBS, een eigen beleid wat betreft de personenbelasting enzovoort. In uw programma staat er dit: "CD&V zal niet toetreden tot een federale regering indien in het regeerakkoord geen duidelijke afspraken worden opgenomen over de realisatie van deze Vlaamse verzuchtingen."
Uw partij, mijnheer Van Rompuy, zou niet voor minder gaan, en het kartel uiteraard ook niet. Vandaag echter stellen we vast dat de bocht is genomen. U bevindt zich ver weg van uw eigen programma, want u gaat voor minder dan het minimum. Na driehonderd dagen gepalaver krijgen we twee opgewarmde hapjes voorgeschoteld: de huurwetgeving en de verkeersveiligheid. Moeten we ons tevreden stellen met iets wat amper lijkt op een voorgerecht? Op een echt voorgerecht moeten we nog vijf maanden wachten. Er was zogezegd slechts vijf minuten politieke moed voor nodig. Maar straks zijn we een jaar verder, en zijn we nog niet zeker dat er iets lekkers op tafel komt. Het lijkt wel een fanfare van honger en dorst.
Nochtans kwam vorige week de Vlaamse Regering stevig uit de hoek. De minister-president stelde voorwaarden aan een eventuele bijdrage aan een gezondere federale begroting. Hij koppelde het afstaan van Vlaams geld aan een communautair akkoord. Dat was geheel terecht. Ik heb ook begrepen dat de Vlaamse Regering voor de tweede fase dezelfde voorwaarden stelt. Als dat niet het geval zou zijn, dan zou men zich openlijk moeten afvragen of de Vlaamse regeringspartijen die straks in de federale regering zullen zitten het Vlaamse regeerakkoord niet schenden.
Collega's van de N-VA, wij geloven niet in uw 'arithmétique hollandaise'. Hoewel de Vlamingen in de kamer niet eens een meerderheid zullen hebben in de nieuwe federale regering, blijven CD&V en N-VA dit verdedigen door de N-VA-volksvertegenwoordigers even niet mee te tellen als Vlamingen als het op een meerderheid aankomt. Welke partij castreert zijn eigen vertegenwoordigers?
Dit akkoord, collega's, lijkt in de verste verte niet op een vette vis en heeft niets van een communautaire big bang of een copernicaanse revolutie. Het is hooguit een voetnoot in de vaderlandse geschiedenis.
Yves Leterme, de topruiter van de CD&V, verliet een jaar geleden de Vlaamse stal om in de Belgische stoeterij orde op zaken te stellen. Ik heb sindsdien al veel gekke sprongen gezien, maar weinig meer. Als je een vermoeid of kreupel paard over de balk laat springen, moet je de balk laag genoeg hangen. Anders raakt het paard er niet over. Na maanden proberen is het eindelijk gelukt, maar daarvoor moest de balk wel bijna op de grond gelegd worden. Intussen staan de springgrage pony's van de N-VA ontgoocheld weer op stal.
De 800.000 kiezers van het Vlaamse kartel hebben vandaag weinig reden om te applaudisseren. Ze zullen de volgende keer wel twee keer nadenken.
Komt er nog wel een tweede fase? Als je na 10 maanden geen knopen kunt doorhakken, waarom dan wel na 12 of 14 maanden? Op deze manier lukt het wellicht niet. Wil men echt een grote staatshervorming realiseren, dan moeten de gemeenschappen en gewesten samen aan tafel gaan zitten, elkaar diep in de ogen kijken en afspreken wat ze nog samen willen doen en wat niet meer. Dat is een gesprek van gemeenschap tot gemeenschap. Al de rest is bezigheidstherapie en stoerdoenerij, die ons alleen maar een brede waaier aan culinaire termen opleveren.
De voorbije tien maanden bleven we op onze honger zitten. Voor een dergelijk mager akkoord moest Vlaanderen zijn minister-president niet naar de Wetstraat sturen.
Mijnheer Caron, het wordt voor mij alsmaar moeilijker om het te begrijpen. Hebt u nu gezegd dat spirit geen voorstander is van het helpen delgen van de federale putten met Vlaams geld? Die inconsequentie heb ik vandaag bij nogal wat meerderheidspartijen gehoord. Men knalt het akkoord - terecht - compleet af, maar men durft er de gevolgen niet aan vast te knopen die noodzakelijk zijn in deze Vlaamse Regering.
Spirit doet hier net hetzelfde als N-VA. Men noemt het akkoord slecht, vaag en ontoereikend maar men wil wel een inspanning doen vanuit de Vlaamse Regering om de federale begroting in evenwicht te houden. Daar gaat dit debat over. Wees consequent, heb de moed van uw overtuiging en zeg tegen uw minister dat u de meerderheid verlaat als de Vlaamse Regering dat doet. Die consequentie is er echter niet bij de N-VA, en blijkbaar al evenmin bij spirit. Dat maakt heel uw betoog zeer ongeloofwaardig. (Applaus bij het Vlaams Belang)
In de eerste plaats is er binnen de Vlaamse Regering een akkoord rond de uitdrukkelijke voorwaarden voor het helpen delgen van de federale putten.
Ten tweede zitten wij niet in de federale regering. Er is een akkoord voor de eerste en de tweede fase. Wanneer dat nodig is, zullen wij onze afweging van de feiten maken.
Mevrouw Moens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, heren ministers, collega's, hier staan we dan weer. Er is eindelijk een akkoord. Eindelijk hebben de Nederlandstalige en Franstalige excellenties elkaar gevonden. Eindelijk is de zware bevalling achter de rug. Dat nieuws kan men dezer dagen zeer uitgebreid in alle media vernemen. De burger weet echter niet meer wie of wat hij moet geloven. Hij gelooft al lang niets of niemand meer.
Binnenkort zou de interim-regering Verhofstadt III de pijp aan Maarten geven en zou Leterme I geboren worden.
Of zal de jonge spruit zeggen, we hebben het zo vaak gehoord voor, tijdens en na de verkiezingen: ?Wij stappen niet in een regering zonder grote staatshervorming.? Waren dit wijze woorden of was het een illusie? Het blijkt een illusie te zijn, een goedkope kopie van een Copperfieldact.
Het gaat hier om een staatshervorming in pakjes. Het eerste pakje bevat een deel van de verkeerswet, enkele aspecten van de telecommunicatie, de Ikeawet, een aantal aspecten van de sociale economie, een deeltje van het prijzenbeleid, een stukje van het energiebeleid en last but not least het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten. Wij noemen dit bitter weinig. De Franstaligen noemen dit marginaal en zijn in hun nopjes omdat ze de Vlamingen weer eens bij de neus hebben genomen.
Tegen de zomer komt er een tweede pakje. Iedereen kent de inhoud ervan. Het beloofde pakje echter is zoek geraakt.
Ik ga nog wat dieper in op één aspect van het eerste verworven pakje, meer bepaald de verkeerswet of beter gezegd een deel van die wet. De oorspronkelijke eis was de splitsing van het Verkeersboetefonds. Wij moeten het echter stellen met een deeltje van de verkeerswet. Ik geef een voorbeeld. Alle verkeersborden op de gewestwegen zouden verdwijnen. Op de gewestwegen zou men nog 70 kilometer per uur mogen rijden. Waar de situatie het toelaat, zou men 90 kilometer per uur morgen rijden. Op die plaatsen zouden borden moeten worden geplaatst. Besluit: het 70-kilometerperuurbord moet weg om te worden vervangen door een 90-kilometerperuurbord op een andere plaats.
Door het innen van administratieve boetes kan men meer investeren in verkeersveiligheid. Niemand is ertegen dat daar meer in geïnvesteerd wordt. Met de oorspronkelijke eis, de splitsing van het Verkeersboetefonds, had de minister nog meer kunnen investeren in die veiligheid.
Wat is de meerwaarde van de rijopleiding? Het rijexamen blijft federaal. Men kan dit eigenlijk vergelijken met een student die in Gent studeert maar zijn examen moet afleggen in Brussel.
Momenteel is het project ´Rijbewijs op school´ bezig. Wat is het verschil tussen vroeger en nu? Volgens de bevoegde minister kan dit initiatief nu verder worden uitgewerkt. Zou het anders misschien stopgezet worden? Wij vragen het ons af.
We maken ons nog altijd grote zorgen over de eensgezindheid binnen de Vlaamse Regering. Zijn zij wel twintig handen op één buik? Ik lees op de website van minister Anciaux van 13, 24 en 26 februari: ?De staatshervorming in fases is één grote komedie. Men start met koude, klamme borrelnootjes zonder smaak, zonder zicht. Brussel-Halle-Vilvoorde wordt natuurlijk iets om vlak voor de verkiezingen van 2009 nog even op te voeren, kwestie van stoer aan de Vlaamse campagne te kunnen beginnen.?
Wie gelooft deze mensen nog? Zelf ben ik diep ontgoocheld en beschaamd. Zoveel onzin maakt me opstandig. Extreem- en populistisch rechts heeft het nog nooit zo op een dienblad voorgeschoteld gekregen. Dit moet stoppen.
Citeert u nog altijd collega Anciaux? Of zijn het uw woorden?
Ik citeer nog altijd uit de website van minister Anciaux. De vraag is of de minister misschien een plasstop deed toen zijn collega's binnen de Vlaamse Regering beslisten om in te stemmen met een staatshervorming in fasen, en Vlaams geld geen bestemming te geven teneinde de rekening op het federale niveau te laten kloppen. Of zat hij misschien nog in Afrika? Het is allemaal mogelijk.
En dan is er nog die andere Vlaamse minister.
De Vlaamse kiezer is niet dom, mevrouw de voorzitter. De Vlaming zal de loze beloften wel onthouden. Daar zullen wij voor zorgen. In juli 2009 zullen de meerderheidspartijen heel waarschijnlijk kraantjeswater drinken en misschien kan die populistische partij wel enkele van de beste flessen champagne ontkurken.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik heb zeer aandachtig naar dit actualiteitsdebat geluisterd. Het heeft zowel hoogtes als laagtes gekend. Er zijn sommige tussenkomsten die ik helemaal niet kan plaatsen, maar het debat is wel belangrijk. Een staatshervorming en de vraag naar meer bevoegdheden zijn niet om mee te lachen. We vragen dit voor 6 miljoen Vlamingen, hun kinderen en kleinkinderen. We moeten een beleid kunnen voeren dat welzijn en welvaart garandeert. Dat wordt van ons verwacht. We moeten alles doen om dat te realiseren. De staatshervorming en de bijkomende bevoegdheden zijn daarbij essentieel. Er moeten geen politieke spelletjes worden gespeeld, geen goedkope populistische uitspraken worden gedaan. Iedereen draagt hierin zijn verantwoordelijkheid en iedereen zegt wat hij of zij denkt te moeten zeggen, maar bepaalde uitlatingen zijn hier niet op zijn plaats.
We hebben als Vlaamse Regering een duidelijk project. Het is een project dat tot 2020 reikt. We hebben duidelijke krijtlijnen getrokken. We hebben op 18 mei 2005 op basis van de resoluties en op basis van het Vlaams regeerakkoord een duidelijke marsrichting aangegeven. Ik heb in het Octopusoverleg deze marsrichting namens de collega's van de Vlaamse Regering en namens jullie ook, toegelicht.
Vorige week is hier ook een debat gehouden over de fasering, de pakketten en de houding van de Vlaamse Regering. Het is de eerste keer in de geschiedenis dat de Vlaamse Regering stelt te willen tegemoet komen aan de federale regering en aan de federale begroting een bijdrage te willen leveren, maar daar moet iets tegenoverstaan. Het moet voor ons een win-winsituatie zijn. Het is de eerste keer dat we hebben gezegd dat de discussie over de staatshervorming niet for granted moet worden genomen. Het is niet zomaar een discussie om leuk bezig te zijn, het is voor ons essentieel. We hebben duidelijk gezegd dat we antwoorden willen. We willen antwoorden over de pakketten, over de timing van de pakketten. We wachten op deze antwoorden alvorens tegemoet te komen aan de wensen van de federale minister en de federale premier.
Dit heeft effect gehad, want ze zijn er een heel weekend en een nacht mee bezig geweest om na te gaan hoe ze daar een antwoord op konden geven. Het antwoord is gekomen, pakket één is toegelicht, op pakket twee kom ik zo dadelijk terug.
De heer Peumans heeft de beslissing van de Vlaamse Regering bijna letterlijk voorgelezen. Dat was de eerste vraag die hier werd gesteld. Voor de rest zijn hier niet zoveel vragen gesteld. Er is 360 miljoen euro gevraagd aan de drie deelstaten. Aan Vlaanderen wordt gevraagd om 80 miljoen euro van de conjunctuurprovisie naar het Toekomstfonds over te dragen. Aan iedereen wordt 29 miljoen euro gevraagd voor de pensioenen van de ambtenaren.
De Vlaamse Regering heeft beslist dat we positief antwoorden onder de voorwaarde dat zowel het eerste als het tweede pakket wordt gerealiseerd. Het bedrag van 360 miljoen euro zullen we niet geven als het eerste en het tweede pakket niet geconcretiseerd worden. Ik kan niet duidelijker zijn. Die beslissing is voorwaardelijk genomen in de Vlaamse Regering. We zullen niet met onze voeten laten spelen. Er wordt gesproken over 21 juli, maar voor mijn part is dat 15 juli. Als jullie 21 juli wensen is dat voor mij niet gelaten. De voorwaardelijkheid van ons engagement voor de federale begroting is een eerste belangrijk element. Wij betonneren onze reserve.
De Vlaamse Regering noch het Vlaams Parlement zal lijdzaam toezien. De Vlaamse Regering zal waakzaam zijn en een en ander concreet opvolgen. Het meest concrete is pakket één. Daar werden allerlei benamingen aan gegeven. We hebben met onze actie van vorige week getracht het eerste pakket te maximaliseren. Het is wat het is. Het komt er nu voor de Vlaamse Regering op aan om dat pakket maximaal in te vullen in het belang van de Vlamingen. Daar ligt onze verantwoordelijkheid. We moeten het juiste beleid voeren op basis van dat eerste pakket. Dat is niet min. We zullen er de komende weken en maanden samen hard aan moeten werken.
Het tweede is het zwaarste, maar ook vaagst geformuleerde pakket. Als ik zeg dat we een antwoord moeten bieden op de uitdagingen van de toekomst, dan heeft dat te maken met arbeidsmarktbeleid, met fiscaliteit, met gezondheidszorg en gezinsbeleid. Het tweede pakket is inderdaad vaag, maar het is onze verantwoordelijkheid om daar concrete antwoorden op te geven.
Met het verwijt dat we moeten zeggen hoe het arbeidsmarktbeleid concreet moet worden georganiseerd, heb ik het heel moeilijk. We moeten er alles aan doen om dat concreet en hard te maken. Dat is niet eenvoudig. Het is vrij complex en technisch. We moeten ervan overtuigd zijn dat we beter worden van wat we vragen. De Vlamingen, de bedrijven, alle actieven moeten er beter van worden. We moeten de krapte op de arbeidsmarkt oplossen.
Hetzelfde geldt voor de andere domeinen. Dus er is nog heel veel werk om dat te concretiseren.
Natuurlijk zal het duidelijk worden als we die datum bereiken. Maar ik kan u verzekeren dat, als er geen concrete elementen op tafel liggen, ook wat het tweede pakket betreft, ons engagement om de federale begroting 2008 te ondersteunen, ophoudt. Dan zullen we zien wat er gebeurt.
Ik ben niet verantwoordelijk voor de federale begroting. Tijdens sommige uiteenzettingen ging het hier precies om een debat over de federale begroting. Dat is interessant, maar die discussie moet men hier niet voeren, daar zijn andere plaatsen voor. Maar we zijn wel verantwoordelijk om te realiseren waar we in geloven en waarvoor we concrete voorstellen hebben. Collega's, daar gaat het over.
Ik weet zeer goed wat ik heb gezegd op de Octopuswerkgroep. Ik weet zeer goed dat zowel in het eerste als het tweede pakket niet alles zit wat we hebben gevraagd. We gaan door, we blijven vragen stellen en we zullen blijven druk uitoefenen, met alle instrumenten die we hebben. We hebben een instrument gebruikt dat blijkbaar toch efficiënt is: onze budgettaire positie, onze mogelijkheid om loyaal te zijn met het federale niveau, maar met heel duidelijke vragen en eisen. Dat mag u vragen en verwachten van de minister-president en de ministers van de Vlaamse Regering. We zullen er alles voor doen om dat ook te realiseren. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik wil drie opmerkingen maken. Ik ben ontgoocheld in het debat, omdat de meerderheidspartijen - en dat is uiteraard een zwaktebod - geprobeerd hebben om de vis te verdrinken. Ze hebben de lof gezwaaid en het wierookvat bovengehaald over de eerste fase van dit lamentabele akkoord. Uiteindelijk hebben ze niet geantwoord op de essentiële vraag waar dit debat over gaat.
Mijnheer de minister-president, u bent daar wel dieper op ingegaan. U had blijkbaar wel begrepen wat de essentie van dit debat was: moeten wij als Vlaamse Regering, naar aanleiding van dit akkoord en met een gebrek aan garanties, er ons nu al toe verbinden om inspanningen te doen om de federale begroting in evenwicht te houden. Dat is de essentie van het debat van vandaag, niets anders.
Ik ben ontgoocheld over de inconsequente houding van de N-VA en Spirit, twee Volksuniemetastasen, die nu als appendixpartij hun ding doen. Zij vertellen uiteindelijk ongeveer hetzelfde verhaal: het is niet goed genoeg, we hebben geen garanties, het is niet duidelijk en veel te vaag, maar ze gaan toch maar de inspanning van de Vlaamse Regering steunen. Het is het een of het ander. Als ze die consequentie niet kunnen opbrengen, hebben zij niet de moed van hun overtuiging en handelen ze niet in overeenstemming met het standpunt dat ze hebben ingenomen.
Mijnheer de minister-president, u hebt de spierballen nog eens gerold. U hebt dat tijdens het weekend ook nog eens gedaan. Maar de hamvraag is niet wat u zult doen als het niet is wat u ervan verwacht. De hamvraag is wat u ervan verwacht. Op basis van welke concrete en duidelijke criteria zult u uiteindelijk een evaluatie maken van die tweede fase? Op welke basis zult u een beoordeling maken van die tweede fase? De mededeling dat het moet gaan over arbeidsmarktbeleid, over fiscaliteit en gezondheids- en gezinsbeleid, is vrijblijvend en gratuit. Wat zijn de noodzakelijke criteria om de inspanningen die u vandaag doet om de federale begroting in evenwicht te houden, te behouden? Vertel het me eens. Niet in grote bevlogen verklaringen, maar concreet. Er zijn al zo veel lijstjes gemaakt. Maak er nu ook eentje en zeg ons op basis van welke criteria u op 15 juli een standpunt zult innemen.
Ik heb tot slot nog een opmerking, mijnheer de minister-president. U geeft de federale regering onder leiding van de heer Leterme het voordeel van de twijfel. Ik begrijp volkomen uw standpunt want hij is uw partijgenoot. Mijnheer de minister-president, de prijzen worden echter uitgedeeld aan de meet, op het einde van de koers en niet als de koers nog niet is gestart. Dat zou u als fervent wielerfanaat moeten weten. Men heeft nauwelijks het startschot gegeven en u bent er al met uw boeket bloemen en uw grote beker, in plaats van te wachten tot de coureurs zijn aangekomen. Dan kunt u misschien bloemen en een beker uitreiken. Maar door nu al alles wat u hebt, in de weegschaal te werpen, zijn uw federale collega's uiteraard gerustgesteld en tevreden. Zo houdt u geen enkel middel meer over, met uitzondering van de zoveelste dreiging van 'indien, dan zullen we'.
U zou beter wachten en op het einde van de rit de prijzen uitdelen. Dat was geloofwaardiger geweest. Dat had ervoor gezorgd dat men blijvend schrik van u en uw regering zou hebben. Dat had ervoor gezorgd dat u in de loop van de komende maanden nog in staat zou zijn geweest om te wegen op de besprekingen. Nu weet men dat u een watje bent, dat u nu reeds alle middelen en wapens uit handen geeft. U staat ontwapend aan de zijlijn te roepen, terwijl men aan de overkant de buit al lang binnen heeft. Dat is de grote strategische fout die deze regering heeft gemaakt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de minister-president, u kunt conceptueel geschiedenis schrijven. Wanneer zou dat gebeuren? Als een machts- en regeerpartij zoals de uwe, eens voor de eerste keer niet zou deelnemen aan de macht, terwijl het kan. Dat zou geschiedenis zijn. Ik kijk daar echt naar uit.
U zegt heel stoere dingen over het tweede pakket. De realiteit is altijd anders. De realiteit is hoeveel punten in het tweede pakket effectief moeten worden verwezenlijkt. Ik vraag heel concreet welk minimum er nodig is opdat u tevreden bent en mee in de regering stapt. Is dat Brussel-Halle-Vilvoorde? Fiscale autonomie? Ik heb het lijstje liggen. Ik zou een poll kunnen maken van wat er moet inzitten. Ik verwacht hetzelfde van u. U vertrekt met honger. U krijgt nu een menukaart van het tweede pakket met de goede menu's. Nu wil ik weten welk menu u kiest. Als u dat niet zegt, kunt u met stoere borst vertellen wat u wilt.
Mevrouw de voorzitter, een watje met een stoere borst is een contradictio in terminis. Ik moet nogmaals onderlijnen dat wat in de resoluties en in het regeerakkoord staat, een voldoende toetssteen is voor het tweede pakket. Het komt er nu op aan om dat heel concreet te maken. Wat vragen wij inzake arbeidsmarktbeleid? Er zijn de resoluties en een aantal uitspraken, maar we moeten dat nu hard maken zodat het kan werken in de praktijk. De volgende weken zullen we alles moeten inzetten om dat te formuleren. Ik heb al honderd keer gezegd dat de toetssteen de resoluties en het Vlaams regeerakkoord zijn.
Ik ben minister-president van de Vlaamse Regering en ben niet verantwoordelijk voor de federale regeringsformatie.
Er is ons gevraagd een bijdrage tot de federale begroting te leveren. We hebben in de voorwaardelijke wijs toegezegd. Duidelijker kan ik niet zijn. Een andere mogelijkheid is te weigeren en niets te doen. In dat geval zou de federale karavaan verder trekken en zouden we niets meer in handen hebben.
Het gaat hier om een tactisch manoeuvre. We kunnen hierover van mening verschillen. Volgens mij is het belangrijker te verklaren dat we bepaalde stappen onder bepaalde voorwaarden zullen zetten. Indien die voorwaarden niet worden nageleefd, kunnen we onze reserveringen intrekken en onze bijdrage niet leveren. Volgens sommigen is dit geen efficiënte werkwijze. Mij lijkt de strategie van de Vlaamse Regering net een efficiënte strategie. Op 15 juli 2008, de ultieme datum, zullen we zien wat het resultaat is. Ik veronderstel dat we tussen vandaag en die datum nog een paar keer op dit onderwerp zullen terugkomen.
Actualiteitsmotie
Door de heren Dewinter en Van Hauthem werd tot besluit van dit actualiteitsdebat een actualiteitsmotie ingediend. Ze zal worden gedrukt en rondgedeeld.
Het Parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het debat is gesloten.