Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de verspreiding van antisemitische boodschappen via satellietzenders die ook in Vlaanderen te ontvangen zijn en mogelijke maatregelen hiertegen
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de voorbije dagen is heel wat aandacht besteed aan satellietzenders die in Vlaanderen antisemitische en anti-Westerse haatboodschappen verspreiden. Dit is overigens geen nieuw gegeven. Het gaat in eerste instantie om de Libanese zender Al-Manar, die banden met de Sjiitische Hezbollah heeft. Het gaat ook om zenders als Sahar TV, Al-Alam uit Iran, Al-Iqra uit Saoedi-Arabië en dergelijke.
Er is in feite niets nieuws onder de zon. Begin 2006 heeft de Nederlandse minister van justitie, de heer Donner, een onderzoek naar deze zenders besteld. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft hij tevens contact opgenomen met de Franse maatschappij Eutelsat. Eutelsat heeft hierop de Hezbollah-zender Al-Manar en een andere zender van zijn satellieten verwijderd.
Het tijdschrift Joods Actueel heeft onlangs aandacht aan deze zaak besteed. De minister heeft in een interview verklaard dat dergelijke uitzendingen volgens ons Mediadecreet niet kunnen. Het gaat hier om een overtreding van de artikelen 61 en 96 van het Mediadecreet. De minister heeft tevens opgemerkt dat hij eigenlijk vrij machteloos staat. Indien de betrokken programma's niet via Europese satellieten, die in de handen van Europese bedrijven zijn, worden uitgezonden, kan hij niet ontzettend veel doen.
Er zijn een honderdtal Arabische zenders. Volgens de daarnet vermelde Nederlandse studie zijn een tiental van deze zenders problematisch. Ze bezondigen zich aan overtredingen van een aantal wetten, met inbegrip van ons Mediadecreet.
Die worden ondertussen allemaal uitgezonden via Arabische of Aziatische satellieten, met alle gevolgen van dien. U hebt terecht gezegd dat u uw uiterste best zult doen om daar iets aan te verhelpen. Hoe denkt u dat te doen? Hoe denkt u dit soort zenders weg te houden uit Vlaanderen en bij uitbreiding uit heel Europa?
Ik wil een oplossing aanreiken die zich niet situeert bij de satellieten hoog boven ons, maar iets meer down to earth bij de ontvangers. Ik denk dan aan de grote paraboolantennes. Ik nodig u uit om in Antwerpen-Noord, Borgerhout of bepaalde wijken in Brussel te komen kijken. Aan bepaalde flatgebouwen hangen er muren van paraboolantennes. Misschien zit daar een mogelijkheid. Via een ander beleid van taksen of technische ingrepen zoals decoders kan ervoor worden gezorgd dat er beperkingen kunnen worden opgelegd op wat nog ontvangen kan worden.
Daarnaast is er het preventieve luik. De overheid zou aan de doelgroepen die dit soort zenders actief en intensief bekijken, een boodschap kunnen verspreiden waarbij duidelijk wordt gemaakt dat dit in ons land via de mediadecreten niet kan en dat dit soort televisie niet wordt geapprecieerd. Misschien zijn dit mogelijkheden om een en ander te doen, want uw bevoegdheden ter zake zijn eerder beperkt.
De heer Schoofs heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, deze materie sleept al een tijdje aan. Dergelijke zenders die antisemitische boodschappen verspreiden, komen al sinds 2004 in de actualiteit. De heer Dewinter heeft er al enkele opgenoemd. Dit is brandend actueel geworden sedert de studie van een onderzoeksjournalist van het Joods Actueel, die stelt dat dergelijke zenders ongebreideld hun haatdragende boodschappen de wereld blijven insturen.
Het was de heer Marinower die destijds in het federale parlement de kat de bel aanbond. Hij ondervroeg daarover toenmalig minister van Justitie Onkelinx. Mevrouw Onkelinx heeft toen reeds beloofd om daarover in overleg te treden met de gemeenschappen. Ik citeer: "Nous allons inviter les Communautés pour les obtenir dans une démarche allant dans ce sens."
Mijnheer de minister, vandaag staat in de krant dat u toch enigszins verrast bent over deze berichtgeving. Dit is geen nieuws, maar het verdient wel opvolging. Het is wel lang wachten vooraleer we effectief kunnen vaststellen dat daar verbod tegen uitgevaardigd wordt. Laat me duidelijk zijn, ik stel deze vraag vanuit een bezorgdheid tegenover alle onverdraagzaamheid en intolerantie. Ik hoop dat dit in dit halfrond consequent wordt gedragen. Ik weet dat het niet eenvoudig is om op te treden. Op het internet is het mogelijk om heel snel dergelijke zenders terug te vinden. We zijn zelfs zo ver dat mensen ook in Vlaanderen boodschappen capteren, televisiezenders capteren om deze dan met een druk op de knop op het internet te brengen. Het gemak waarmee dergelijke zenders bereikbaar zijn voor mensen die onverdraagzaamheid in hun hart dragen, moet ook onze bezorgdheid wegdragen.
En er is natuurlijk ook het veiligheidsaspect. We mogen het niet overroepen, maar evenmin onderschatten. Het is inderdaad bewezen dat het aanzet tot daden van haat en eventueel ook tot terrorisme. Ik lees in de krant dat u deze zenders, indien nodig, uit de ether zou halen. Ik vond dat persoonlijk nogal vrijblijvend. De vraag is of er nog onderzoek voor nodig is.
Mijnheer de minister, was er in 2006 hierover al een contact tussen u en de minister van Justitie? Wat is uw standpunt hierover? Wat gaat u nog voorts onderzoeken?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, het is inderdaad bekend dat er een aantal Arabische satellietzenders antisemitische programma's uitzenden, die oproepen tot haat. Het hoeft geen betoog dat dit strijdig is met de wetgeving. Het is strijdig met het Vlaams Mediadecreet. De Vlaamse mediadecreten verbieden programma's die aanzetten tot haat op grond van godsdienst, geslacht, nationaliteit of ras.
Het is ook strijdig met de Europese regelgeving. Dat is zonneklaar. Er is tegen opgetreden in Frankrijk en in Nederland. De heer Dewinter heeft erop gealludeerd. Het ging om de meest bekende zender, namelijk Al Manar, een Libanese Hezbollah-zender. Er is opgetreden, maar de zender is niet uit de lucht gehaald. Er is wel een einde gemaakt aan het gebruik van Franse en respectievelijk Nederlandse satellietcapaciteit. In Frankrijk werd dat uitdrukkelijk gemotiveerd op grond van het feit dat de zender antisemitisch is en oproept tot haat. In Nederland werd een pragmatische redenering aangevoerd: daar baseerde men zich op het feit dat het ging om een satellietzender die geen EU-licentie had. Nederland heeft een einde gesteld aan het gebruik van de satellietcapaciteit. Er is daarmee een einde gekomen aan het uitzenden, het mogelijk ontvangen van deze satellietzender, en ook van andere.
Ik heb nog eens de footprint van Al Manar meegebracht. U zult op het internet zien dat Al Manar uitzendt over het hele Europese grondgebied, noordelijk Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Het zijn heel krachtige zenders die buiten Europa zijn opgesteld en waarmee we met onze Vlaamse wetgeving niks tegen kunnen ondernemen. Ik heb intussen onderzocht of er materiële banden zijn die ons toelaten om op te treden. Dat is niet zo. Ik heb uiteraard geen frequentie aan deze zender toegekend. Er is ook geen binnenlandse satellietcapaciteit die hier wordt gebuikt. Er is ook geen uplink naar die satellieten. Met de mediadecreten kunnen we daartegen niets ondernemen.
Ik ontvang maandag op mijn kabinet het Forum van de Joodse Organisaties die me een dossier zullen bezorgen over dat soort programma's. Er is onderzoek naar verricht. Er is op het Vlaams niveau naar mijn weten tot nu toe geen klacht ingediend. De VRM is daarover niet geadieerd. Ik ben ook niet door de minister van Justitie gecontacteerd. In tegenstelling tot wat de heer Marinower destijds aankondigde, is mij daarover tot nu toe geen enkele vraag gesteld.
Ik ga het dossier eerst bekijken. Er blijven twee maatregelen over die wellicht kunnen worden genomen. Er is eerst de federale wetgeving. Mevrouw Onkelinx heeft destijds gezegd dat de gemeenschappen bevoegd zijn. Er is natuurlijk ook de federale antiracismewetgeving die verbiedt om daden te stellen die strijdig zijn met de beginselen die aan de wetgeving ten gronde liggen.
Het zou dus kunnen, maar ik zeg niet dat het ook effectief gebeurt. Ik wacht het dossier in. Als blijkt dat dergelijke programma's ook op publieke plaatsen worden uitgezonden, waar derden toegang tot hebben, dan denk ik dat ik als jurist mag stellen dat de antiracismewetgeving van toepassing is. Op basis van die wetgeving kan men dan van daderschap worden beticht. Dat is dan een zaak voor het parket en het openbaar ministerie. Als men me een dossier bezorgt dat eventueel aanleiding kan geven tot de instelling van een onderzoek, dan kan ik de federale minister van Justitie contacteren.
Ik ben van plan om in dat verband ook de Sloveense voorzitter van de Europese Unie te contacteren. Ook het nieuwe EU-verdrag schrijft het respect voor de fundamentele grondbeginselen, de mensenrechten, de menselijke waardigheid en de grondrechten voor, ook in de internationale betrekkingen. De EU wil die waarden en beginselen ook in onze internationale betrekkingen hanteren en zelfs propageren.
Dit is al ter sprake gekomen op een van de voorbereidende vergaderingen van een ministerraad van de EU. Ik heb niet genoeg tijd gekregen om te weten te komen of daaraan enig gevolg is gegeven. In elk geval zal ik, als het dossier zwaar genoeg weegt, het Sloveense voorzitterschap vragen om dit te agenderen. Ik moet dat vragen; beslissen kan ik niet. Ik vind dat in dergelijke dossiers de EU als geheel moet optreden. Met de satelliet kan men geheel Europa coveren zonder daarvoor operatoren in Europa zelf te moeten inschakelen. Men moet daarvoor niet over uplinks beschikken. Dit moet een punt van discussie zijn in onze internationale betrekkingen; met de Arabische overheden die de licenties verlenen. Maar eerst voer ik daarover volgende maandag een gesprek met het Forum van Joodse Organisaties. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Ik vind uw antwoord laattijdig, weinig krachtig en ook wat naïef. Al dat overleg op Europees niveau en het inroepen van allerlei wetten zal uiteindelijk weinig indruk maken op pakweg Hezbollah, Iran of Syrië. Ze liggen niet echt wakker van uw pogingen tot overleg en dergelijke.
Ik blijf erbij dat, gezien het wettelijke en ook praktische onvermogen om dat soort van uitzendingen via Aziatische en Arabische satellieten aan banden te leggen, u aan het andere eind van de keten moet optreden. U moet bij de ontvangers ingrijpen. We weten waar de paraboolantennes massaal hangen. We weten in welke wijken; in welke concentratiegebieden met heel veel Arabische en islamitische vreemdelingen. We weten dat 90 percent van die paraboolantennes illegaal zijn geplaatst. Dat is zo in Antwerpen, in mijn stad waar we het probleem al herhaaldelijk in de gemeenteraad hebben aangekaart, en dat is in Brussel en elders ook zo. Die plaatsing is niet in overeenstemming met de wetgeving, want er is geen bouwvergunning voor verleend, enzovoort. Daar kan men op ingrijpen.
Die paraboolantennes zijn schilden tegen integratie. Ze zijn wapens tegen integratie. U moet daar iets aan doen. Als u dat zou doen, dan is al een gedeelte van het probleem opgelost. Alleen maar peroreren over Europese en andere overlegstructuren die moeten protesteren bij de Arabische landen zal zelfs binnen tien jaar nog niet tot resultaten hebben geleid. Als we ons daartoe beperken, dan blijft het bij een discussie over het geslacht der engelen.
Doe iets aan datgene wat u kunt doen en pas dus de wet toe op de paraboolantennes die daar niet hangen om naar Disney Channel te kijken maar die daar hangen om net dat soort van zenders te kunnen ontvangen. Schakel die illegale paraboolantennes in massa uit. Pas de wet toe. Belast dat. Taxeer dat. Wees er streng op. En dan heb je het probleem reeds voor een groot deel bij de wortel aangepakt op een realistische en, ik kan het u verzekeren, een efficiënte manier. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de minister, ik wil niet meedoen aan een opbodspelletje van intolerantie tegen intolerantie. Ik denk dat we er hier net weer een staaltje van gehoord hebben. (Applaus bij de meerderheid)
Maar ik denk wel dat we de ernst van de situatie onder ogen moeten blijven zien en dat we intolerantie en onverdraagzaamheid in zijn algemeenheid moeten trachten te bevechten. Het is maar twee minuten googelen en je bent bij het antisemitisch praatje van de dag. Die dingen moeten we echt wel onder ogen zien. We moeten ze in nieuwe wetgevende en decretale initiatieven en in samenspraak met de federale regering aanpakken. Ik juich het toe dat u op het Europese vlak stappen wilt zetten. Ik denk dat de tijd gekomen is om verregaande decretale en wetgevende maatregelen te nemen.
Ik wil eindigen met een voorbeeld waaruit blijkt dat het antisemitisme in onze maatschappij niet ver weg is. Het is een voorval dat onlangs in een Brugs café is voorgevallen. Een joodse professor kwam binnen en nam zijn hoed af waardoor zijn keppeltje zichtbaar werd. De man werd prompt buitengezet. Ik denk dat we duidelijk komaf moeten maken met zulke dingen. Dit is niet meer van deze tijd. (Applaus bij CD&V, Open Vld en de N-VA)
De heer Decaluwe heeft het woord.
Ik kan het antwoord van de minister volledig onderschrijven. De heer Dewinter speelt zijn rol en gooit alles op een hoopje. Er is een groot verschil tussen satellietontvangers, de programma's, de content die men via die satellieten krijgt, bouwvergunningen. Wij zijn er geen voorstander van om alle schotelantennes weg te doen. Men treft er ook de mensen mee die gewoon kijken om nog eens in contact te komen met het thuisland. U hebt op een aantal punten misschien gelijk dat het de integratie vertraagt. Maar op een kleine minderheid na, kijkt het grootste deel van de allochtone gemeenschap gewoon naar VRT en VTM.
Als u schotelantennes gaat verbieden, gaat u ook TV Vlaanderen verbieden, het derde platform dat in ontwikkeling is. Ik denk dat u zelfs geen juridische rechtsgrond hebt om dit te doen. En als men vaststelt dat er paraboolantennes zijn zonder bouwvergunning, dan moet men pv's opmaken en dan geldt de wet.
Een tweetal maanden geleden is deze problematiek aan bod gekomen in de Europese Raad, maar men heeft er blijkbaar geen conclusies uit getrokken. Ik denk dat uw stap om het aan te kaarten bij het Sloveense voorzitterschap, een belangrijke stap is om er een dossier van te maken en de Europese collega's ervan te overtuigen om niet alleen eensgezind op te treden maar ook de Arabische wereld ervan te overtuigen dat dit niet meer kan. Misschien heeft de heer Dewinter gelijk dat men niet onder de indruk zal zijn. Maar men moet dit probleem vanuit Europa op wereldniveau brengen. Het probleem zit niet zo simplistisch in elkaar als de heer Dewinter het voorstelt. We moeten alle juridische stappen nemen om die onverdraagzame zenders uit de lucht te halen.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mijnheer de minister, mevrouw de voorzitter, ik val hier van mijn stoel over hoe eenvoudig en simpel men hier bepaalde dingen voorstelt en hoe men raakt aan fundamenten van onze democratie en onze samenleving.
Als ik hoor dat er een taks of een verbod zou moeten komen op schotels, vraag ik mij af hoe men dat gaat uitleggen in Europa, waar televisie zonder grenzen de discussie is van de voorbije jaren. Dan aanvaardt men absoluut niet dat dit aan de gang is en stelt men voor om ons op te sluiten.
Mijnheer Dewinter, ik kan u ook de voorbeelden geven van landen die schotels en de toegang tot internet verboden hebben. Ik praat niet over de inhoud van wat wordt uitgezonden, want ik ben het fundamenteel oneens met wat bepaalde Arabische zenders in de lucht sturen. Maar Irak en Iran waren de eerste landen met een schotelverbod, omdat de landen beïnvloed zouden kunnen worden door verkeerde meningen uit het Westen. China is een land waar er invloed is op de ontvangst van televisie op het internet. Ik kan zo heel wat staten opsommen.
Ik ga ervan uit dat we nog altijd de democratie en het vrije verkeer genegen zijn, wat trouwens in onze Grondwet staat en ook in de Europese wetgeving, waar ieder het recht heeft om meningen te kunnen ontvangen, welke mening dan ook. Wat ik hier hoor, vind ik dan eigenlijk heel straf.
Mijnheer Schoofs, waarom stelt u die vraag aan minister Bourgeois? Waarom contacteert u Karel De Gucht niet? Ik dacht dat hij toch een buitenlands mandaat heeft. Misschien kan hij eens praten met de buitenlandse partners, want dit is een Europees en internationaal verhaal. Misschien moet u dan eens met de Amerikanen gaan samenzitten, want zij hadden zelfs al problemen met Al Jazeera, wat nog een brave zender is, vergeleken met de andere zenders die extremisme uitzenden.
Als men dan een bevolking, in de breedste zin van het woord, verbiedt om vrije informatie te vergaren, is men zo antidemocratisch bezig dat ik van mijn stoel val. Ik zou dat nooit kunnen aanvaarden.
Mijnheer Dewinter, gaat u het dan ook maar eens uitleggen - de taksen en het verbieden van schotels - aan de Nederlanders, de Duitsers en de Britten die allemaal via een schotel kijken. TV Vlaanderen is opgestart om meer zenders uit te zenden en de Vlaamse cultuur binnen Europa te verspreiden. Ga daar maar uitleggen dat het allemaal niet meer mag in Vlaanderen. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer Schoofs, u zegt - misschien goedbedoeld - dat er een nieuwe wetgeving moet komen, maar ik verzoek u om daarvoor ideeën aan te reiken. Naar mijn bescheiden mening hebben we een sluitende Vlaamse wetgeving. Alleen zullen we morgen geen Vlaamse decreten maken die van toepassing zijn in Noord-Afrika of het Midden-Oosten, dat weet u ook. Onze wetgeving is een omzetting van de Europese richtlijnen.
Mijnheer Dewinter, ik val van mijn stoel als ik u bezig hoor. U zegt dat ik sta te peroreren, maar als iemand staat te peroreren zonder enige grond, bent u dat toch.
Ik reageer niet te laat. Niemand heeft dit dossier aangekaart: de minister van Justitie niet en er is geen enkele vraag over gesteld. Er kwam onderzoeksjournalistiek bij te pas om een dossier samen te stellen. De eerste keer dat ik daarover vragen krijg, zoek ik op wat we kunnen doen. We hebben geen materiële aanknopingspunten om een einde te maken aan het doorsturen, doorzenden of uplinken. De federale wetgeving is in bepaalde gevallen van toepassing, dat is volgens mij heel duidelijk, maar voor de rest moeten we Europees optreden.
Maar als u nu zegt dat ik de satellietschotels moet verwijderen of dat we ze moeten belasten, vertelt u - excuus - absolute nonsens. Dat is strijdig met het Europese verdrag. Als we dat morgen invoeren, gaan we in tegen het Europese vrije verkeer. Maar dan treft u ook de vele tienduizenden Vlamingen van allochtone en autochtone afkomst, want TV Vlaanderen heeft al meer dan 50.000 abonnees die via de satelliet kijken.
Als er bouwovertredingen zijn - dat weet u heel goed -, moet u zich niet tot mij richten, maar moet u dat lokaal aanpakken.
Ik denk dat hier een taak weggelegd kan zijn voor de Europese Unie, die zegt een gemeenschap van waarden te zijn, niet alleen intern, maar ook extern. U zegt dat ze niet onder de indruk zullen zijn van Vlaanderen dat een standpunt inneemt. Ik maak me niet de illusie dat, als de Vlaamse minister daar iets over zegt, dat wordt gehoord door die satellietzenders.
Maar als de EU dat wel opneemt in bilaterale akkoorden en handelsakkoorden, dan kan dat wel een effect sorteren. Als u een andere werkbare oplossing hebt die niet van enige grond ontbloot is, geef ze me dan, maar u biedt ze me niet aan. Er zijn twee sporen: desgevallend optreden op grond van de racismewetgeving in de gevallen waar mensen in Vlaanderen en België die beelden publiek of aan derden verspreiden, ofwel via Europa optreden. Excuseer, maar al de rest is absolute demagogie.
Mijnheer de minister, ik stel voor eens te kijken hoe het er in het buitenland aan toe gaat. Ik stel ook vast dat sommigen, waaronder u en bepaalde collega's, horen wat ze graag willen horen, maar niet horen wat ik zeg. Pleit ik voor een verbod op paraboolantennes? Ik dacht niet dat ik dat heb gezegd. Ik zeg dat paraboolantennes zich in groten getale concentreren in bepaalde wijken waarvan we allemaal weten wie daarvan gebruik maakt en waarom men daarvan gebruik maakt. Ik heb de ervaring in Antwerpen en we hebben het debat daarover al herhaaldelijk gevoerd in het Antwerpse: in die wijken zijn meer dan 90 tot 95 percent van die paraboolantennes illegaal geplaatst en werd er geen bouwvergunning voor verleend. Indien men zou willen, zou men via een simpel optreden die paraboolantennes kunnen verwijderen en ze zouden wellicht niet eens meer terugkeren. Dat is heel wat anders dan een verbod op paraboolantennes. Ik neem aan dat u dat graag in mijn mond zou leggen, maar ik spreek dat niet uit. Ik zeg: pas de wet ter zake toe. De wet wordt in die wijken niet toegepast, en dat weten we allemaal, maar men durft, wil en kan ter zake niet optreden. Dat is de realiteit.
Mijn tweede punt is dat we voor de antennes, die in groten getale precies door die doelgroep voor dat soort van doeleinden worden gebruikt, desnoods andere middelen moeten toepassen, bijvoorbeeld taksen heffen.
Dat mag gewoon niet! U herhaalt uzelf. Ik ben minister van Media, ik ben geen minister van Ruimtelijke Ordening. Richt u tot de bevoegde overheid. Herhaal niet uw argumenten die niet ter zake doen.
U gaat met de minister van Justitie en met Europa praten, maar met onze eigen minister van Ruimtelijke Ordening gaat u niet praten. Als u zou doen wat men bijvoorbeeld ook heeft gedaan in Nederland en in andere Europese landen, dan zou men tot de conclusie komen dat het woud van paraboolantennes zou verdwijnen. Ik zal u eens meenemen naar bepaalde Brusselse, Gentse, Antwerpse en andere wijken - u komt daar wellicht niet veel, komende vanuit Izegem - waar bepaalde gevels van flatgebouwen één paraboolantenne zijn, waarvan het overgrote deel illegaal geplaatst is. De paraboolantennes in die omstandigheden zijn schilden tegen integratie. Daar kunt u zeer gemakkelijk iets aan doen, maar daarvoor moet u de politieke wil hebben. Die is er in bepaalde steden en blijkbaar ook bij de Vlaamse Regering niet. Men steekt zich dan weg achter vrije meningsuiting. Men zegt dat we een verbod willen. Wij willen niets. We willen dat u de wet ter zake toepast zodat de betrokkenen kijken, zoals het overgrote deel van ons dat doet, via de kabel, naar Vlaamse en Europese zenders. Dat zouden we willen, in plaats van dat ze kijken naar de zenders van Arabië, Iran, Hezbollah en aanverwanten, via illegaal geplaatste paraboolantennes. Het is niet zo moeilijk maar er moet een beetje politieke wil ter zake zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de minister, ik noteer dat u destijds niet op de hoogte bent gebracht door uw federale collega van Justitie. We mogen ons ook niet verschuilen achter een pingpongspelletje van wie wat moet doen. Ik sta ten volle achter uw mening en uw initiatief ter zake dat u een aantal stappen zult zetten. Ik denk echter dat we overleg moeten plegen met de federale overheid omdat er lacunes in de decreetgeving en de federale wetgeving zijn, zodat die niet op elkaar aansluiten, en omdat er nog blinde vlekken zijn die het mogelijk maken om niet gevat te kunnen optreden.
Alleszins dank ik u voor uw uitvoerig antwoord en uw initiatief ter zake.
Het incident is gesloten.