Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Glorieux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, dames en heren, op dit moment vindt in Bali een ontzettend belangrijke klimaatconferentie plaats. Er wordt gepraat over de maatregelen en engagementen die de deelnemers zullen nemen om vanaf 2012, na het aflopen van de Kyotonormen, de CO2-uitstoot terug te dringen. Alle wetenschappers die naam waardig zijn het erover eens dat dit absoluut noodzakelijk is. Men is het er ook over eens dat de maatregelen die vanaf 2012 moeten worden genomen, veel drastischer en ingrijpender moeten zijn dan alle maatregelen die tot nu toe al genomen werden.
Vorige week, tijdens het debat hier, mijnheer de minister-president, hebt u gemeend mijn fractievoorzitter te moeten terugfluiten. De heer Daems zei dat in Bali een immens belangrijke klimaattop plaatsvond, terwijl ons land of Vlaanderen niet eens een standpunt heeft. U beweerde toen dat ons land wel een standpunt heeft, en dat we ons volmondig inschrijven in de doelstellingen van de Europese Unie. Die doelstellingen houden in dat we tegen 2020 onze CO2-uitstoot met 20 percent reduceren, ons energieverbruik met 20 percent doen dalen en het aandeel hernieuwbare energiebronnen optrekken tot 20 percent. Op zich zijn dat inderdaad zeer lovenswaardige doelstellingen waar we volledig achter kunnen staan.
Maar wat blijkt nu? Op dezelfde dag dat u dat hier kwam vertellen, hebt u op het Overlegcomité met de federale overheid en met de andere gewesten verzet aangetekend. U vond de Europese doelstellingen plots niet meer haalbaar. Ik heb hier het verslag van het Overlegcomité van 5 december. "Het comité neemt akte van de uiteenzetting van de minister-president van de Vlaamse Regering volgens dewelke de door de Europese Commissie voorgestelde methodologieën om de uitstoot van CO2 met 20 percent te verminderen en om een aandeel van 20 percent hernieuwbare energiebronnen te bereiken niet haalbaar zijn voor België. Een lineaire aanpak en een verdeling volgens het bruto binnenlands product per hoofd zouden tot onhaalbare doelstellingen leiden."
Mijnheer de minister-president, ik weet dat u geregeld gebruik maakt van het voortschrijdend inzicht, maar dat u op één en dezelfde dag een totaal verschillende boodschap de wereld instuurt, dat vind ik zeer eigenaardig. De Europese doelstellingen zijn één zaak, maar op de koop toe heeft de Europese Commissie gesteld dat de rijkste landen de zwaarste lasten op hun schouders zouden moeten nemen. Verder is op de Europese Lentetop gesteld dat de Europese Raad beslist dat met betrekking tot de bijdrage van de lidstaten een gedifferentieerde aanpak nodig is die gebaseerd is op billijkheid en transparantie.
Hoe vullen landen als Frankrijk, Nederland en Duitsland dit in? Bondskanselier Merkel heeft gezegd dat ze zich inschrijft in de Europese doelstellingen, maar in plaats van 20 percent te reduceren, zal ze 40 percent CO2-uitstoot reduceren. Minister-president Balkenende heeft gezegd dat hij in Nederland 30 percent willen reduceren. De Franse president Sarkozy wil ook 30 percent reduceren. En wat zegt de minister-president van een van de rijkste regio's van Europa, wat zeg ik, van de wereld? Hij zegt: "Nous, on a déja donné." Die 20 percent is voor ons zelfs niet haalbaar.
Mijnheer de minister-president, wat is nu het standpunt van de Vlaamse Regering? Vorige week hebt u in het Vlaams Parlement beweerd dat we ons inschrijven in de Europese doelstellingen 20-20-20, terwijl u op dezelfde dag tijdens het Overlegcomité met de federale overheid en de andere gewesten uw staart intrekt en zegt dat die doelstellingen niet haalbaar zijn voor ons land en er verzet tegen aantekent. Dat is geen ernstige manier van doen. Wat is het standpunt van de Vlaamse Regering hierover?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, het is perfect mogelijk om de twee uitspraken die ik heb gedaan met elkaar in overeenstemming te brengen en er ook nog een zinnige toelichting bij te geven. Op een top zoals die nu in Bali aan de gang is, is het perfect mogelijk en gebruikelijk dat Europa een gezamenlijk standpunt inneemt. Europa heeft unilateraal gekozen voor de 20-20-20, en is zelfs bereid om tot 30 percent CO2-reductie te gaan als de rest volgt.
Ik heb er als minister van Leefmilieu op de Europese Raad hard voor gepleit dat Europa het debat zou leiden en heel duidelijk zou zeggen dat we voor 20-20-20 gaan, en als de rest meegaat, zelfs tot 30 percent gaan. Ik was daar een grote voorstander van en blijf dat ook. Het is heel normaal dat dit standpunt in Bali wordt verdedigd, en dat het Belgische standpunt in de voorbereidingen in het Europese standpunt is ingebracht.
Mijnheer Glorieux, toen uw fractievoorzitter me vroeg naar het Belgische standpunt in Bali, heb ik gezegd dat dit het Europese standpunt is en dat dat de normale gang van zaken is. Het is Europa dat spreekt en standpunten inneemt op dergelijke toppen. We hebben toegestaan dat Europa dat doet en we hebben dat ook goedgekeurd.
U verwees naar de Lentetop, maar uw citaat is onvolledig. "De Europese Raad beslist dat met betrekking tot de bijdrage van de lidstaten een gedifferentieerde aanpak nodig is die gebaseerd is op billijkheid en transparantie…" Dan bent u gestopt met citeren, maar het vervolg is ook heel belangrijk: "… en rekening houdt met de nationale omstandigheden en de relevante referentiejaren voor de eerste verbintenisperiode uit hoofde van het protocol van Kyoto."
De Lentetop heeft beslist voor de positie van Europa een duidelijke keuze te maken voor de 20-20-20, maar ook om rekening te houden met de nationale omstandigheden, de startpositie en het potentieel van de lidstaten. Mijnheer Glorieux, u hebt me geciteerd en opnieuw onvolledig. U hebt gezegd dat de minister-president van Vlaanderen is tussengekomen. Dames en heren, zo merkt u dat de minister-president heel belangrijke punten aanbrengt op het Overlegcomité. Dat de heer Glorieux dat allemaal opvolgt, is hartverwarmend. Hij zei: "… niet haalbaar voor België en strijdig met de conclusies van de voorbije Europese Lentetop. Een lineaire aanpak en verdeling volgens bruto binnenlands product per hoofd zouden tot onhaalbare doelstellingen leiden."
Mijnheer Glorieux, zo hebt u me geciteerd. Ik heb gezegd dat we ons nog altijd inschrijven in wat beslist is op de Lentetop. We willen de volledige uitvoering van wat daar is opgenomen.
Ik heb gezegd dat men rekening moet houden met onze situatie en ons beperkte potentieel - een kleine kustzone, geen gebergte voor goedkope waterkracht, geen grote vlaktes zonder bewoning voor grote windturbineparken, de marginale kostenlast enzovoort. Men moet daar rekening mee houden als men de verdeling doet binnen Europa.
Op 23 januari gaat de Europese Commissie een concreet voorstel doen. Via de media zijn al een aantal voorstellen de wereld ingestuurd. Ik heb daarom verwezen naar wat wij beslist hebben op de Lentetop. Wij doen het maximale, ook al insinueert u dat wij dat niet doen. Het moet echter wel realistisch blijven. Dat is verstandig groen, mijnheer Glorieux. (Opmerkingen van de heer Jos Stassen)
De heer Tobback maakt geen deel uit van deze Vlaamse Regering en is momenteel minister van lopende zaken, mijnheer Stassen. Ik wil nogmaals benadrukken dat ik samen met mijn collega's maximale inspanningen wil doen om de 20-20-20 op Europees niveau te bereiken, maar dat men ook rekening moet houden met wat wij op de Lentetop beslist hebben én met de beperkingen waar wij in Vlaanderen mee geconfronteerd worden.
Mijnheer de minister-president, ik vind dit antwoord beschamend. Vlaanderen heeft een historische ecologische schuld af te lossen inzake de uitstoot van broeikasgassen. Per hoofd van de bevolking behoren wij tot de grootste uitstoters van CO2 van de hele wereld. De landen die de effecten van de klimaatopwarming het meest zullen voelen, zijn arme landen in de Derde Wereld. Die landen hebben niet alleen het minste schuld aan de CO2-uitstoot, maar hebben tegelijk de minste middelen om zich te beschermen, waardoor ze de effecten het meest zullen voelen. Daarom is dit een kwestie van solidariteit en van internationale rechtvaardigheid.
Frankrijk, Duitsland en Nederland zijn blijkbaar wel in staat om nu al verder te gaan dan de Europese doelstellingen. Zij streven naar 30 en 40 percent CO2-reductie. In Vlaanderen zegt men echter dat men zijn best zal doen om zo dicht mogelijk bij die 20 percent te raken, maar dat men zijn economie toch niet te veel pijn wil doen.
Ik heb de voorpagina van De Tijd van vorige week bij. In het hoofdartikel staat dat Mittal een massa extra uitstootkredieten eist, zo niet wordt de staaloven drie jaar vroeger gesloten dan gepland. Dat is met andere woorden een aflopend verhaal. Op dezelfde pagina staat echter nog een klein artikel, getiteld 'Hansen wil tot 430 miljoen ophalen': "De Antwerpse tandwielkastenbouwer Hansen Transmissions wil met zijn beursgang op de London Stock Exchange tot 430 miljoen euro ophalen. Hansen Transmissions ontwerpt en produceert tandwielkasten en aandrijvingen voor grote windturbines." Dat zijn de bedrijven van de toekomst, mijnheer de minister-president.
U spreekt over de marginale kostenlast die mee in rekening moet worden genomen. Onze grootste kostenlast zal echter zijn dat wij niet volop de kaart trekken van een daadkrachtig klimaatbeleid en van hernieuwbare energiebronnen, omdat u vooraf al zegt dat die 20 percent reductie voldoende is voor de hele EU en dat wij zelf minder inspanningen moeten doen. Op die manier schakelt u zich in in een klassiek economisch verhaal, dat een aflopend verhaal is, en niet in een toekomstgericht economisch verhaal. U geeft onze bedrijven niet de kans om bij de eersten te zijn die zich die nieuwe technologieën eigen zullen maken. In de plaats daarvan zullen wij over enkele jaren als laatste van de klas moeten aansluiten, en zullen wij enkel de overschotjes mogen oprapen.
Ik betreur dat hier eens te meer te kennen wordt gegeven dat een doortastend klimaatbeleid geen prioriteit is van deze regering. (Applaus bij Groen!)
Ik hoef geen lessen te krijgen van Groen!, zeker niet als ik bekijk wat wij de afgelopen drie jaar hebben gerealiseerd inzake onder andere hernieuwbare energie. Minister Crevits zet dat beleid nu verder.
Verder heb ik u niet gehoord toen dit op de Lentetop werd beslist. U hebt toen niets gezegd. U hebt het misschien niet gelezen of u bent er niet bij stil blijven staan. Ik vraag nu enkel dat bij de verdeling van de 20 percent, of van de 30 percent als daar een akkoord over bestaat, rekening wordt gehouden met de situatie in Vlaanderen.
Mijnheer de minister-president, u zegt dat deze regering de afgelopen drie jaar zoveel gepresteerd heeft op het vlak van hernieuwbare energie.
Meer dan in de zes jaar voordien.
Dat is absoluut niet het geval. Toen paars-groen in 1999 aan de macht kwam, was net een tijdperk achter de rug waarin uw partij, de toenmalige CVP, in Vlaanderen langer aan de macht was geweest dan de communistische partijen in de Sovjet-Unie. Op dat ogenblik was er inzake hernieuwbare energie nog niets gebeurd in Vlaanderen. Pas toen is er een beleid tot stand gekomen om hernieuwbare energie in te voeren met als doel 6 percent hernieuwbare energie te halen tegen 2010. Toen u aan de macht kwam in 2004, na amper vijf jaar paars-groen beleid, werd duidelijk dat die 6 percent met de vingers in de neus zou worden gehaald. In plaats van een tandje bij te steken, vond u dat er verder niets meer hoefde te gebeuren. En nu zegt u dat het niet mogelijk is om 20 percent hernieuwbare energie te halen tegen 2020. Met het beleid dat u voert, waarbij u voortdurend op de rem gaat staan, zullen we dat inderdaad niet halen.
We hebben al meer gerealiseerd dan u.
Het incident is gesloten.