Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 46 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Dewinter bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Dewinter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, onze fractie wou vandaag een vraag stellen over de uitspraken van Vlaams minister Anciaux naar aanleiding van de uitspraken van gewezen minister-president Leterme waarin de RTBF vergeleek met Radio Mille Collines.
U hebt me geantwoord dat deze vraag niet kon worden gesteld omdat ze niet gerelateerd zou zijn aan het beleid van de minister. Ik maak al twintig jaar deel uit van dit parlement, al dan niet rechtstreeks verkozen, en het moet me van het hart dat dit alles me wat bevreemdt. Het Reglement maakt geen enkel gewag van die interpretatie als zouden we slechts vragen mogen stellen die beleidsgerelateerd zijn. Dat is uw persoonlijke interpretatie. Als een minister een politieke uitspraak doet die invloed heeft op het functioneren van deze regering, aangezien hij de cohesie opnieuw in het gedrang brengt, moet het mogelijk zijn die minister ter verantwoording te roepen en hem daarover te ondervragen. Als we niet meer in staat worden gesteld om ministers hier te ondervragen over hun politieke uitspraken in interviews, op weblogs en dergelijke, wat is dan nog in hemelsnaam onze taak? We moeten ons daarover bezinnen en ons ernstige vragen stellen over de interpretatie die u geeft over wat al dan niet kan bij het stellen van mondelinge vragen aan ministers.
Zeker als oppositiefractieleider ben ik daar misschien extra gevoelig voor, maar ik wil op geen enkel moment een vrijgeleide geven aan ministers om zich te verschuilen achter deze interpretatie om dan in de media maar hun ding te doen, terwijl we hen hier daarover op geen enkel ogenblik tot de orde kunnen roepen. We kunnen hen dan niet meer ondervragen en kunnen er ook geen kritiek meer op leveren. We moeten dan vaststellen dat de betrokkene zijn ding doet, zonder dat hij ter zake politiek kan worden bestraft in het parlement. Dat is een interpretatie die ik voor uw rekening laat, maar waarmee ik alleszins niet akkoord kan gaan.
Ik wil hierover niet in discussie gaan. Dat staat ook zo in het Reglement: het is nu eenmaal de taak van de voorzitter om daarover te beslissen.
U mag zich daarover bezinnen. Ik bezin me voortdurend over de wijze waarop actuele vragen worden gesteld. Ik wil daar zelfs over discussiëren in het Uitgebreid Bureau, maar dan moet het een discussie zijn over actuele vragen in het algemeen, en niet over deze vraag.
De vraag die u wilde stellen aan minister Anciaux was niet gerelateerd aan het Vlaamse beleid. U had het over Radio Mille Collines, vervolgens over de weblog van minister Anciaux. Er werden een aantal bedenkingen gemaakt over de RTBF. Dan kwam u terug op de Vlaamse resoluties die hier vorige week aan bod zijn gekomen en vervolgens had u bedenkingen bij de cohesie van de Vlaamse Regering.
Volgens mij is dat niet het onderwerp voor een actuele vraag. Dat is mijn taak. Dat was ook de taak van mijn voorganger, en die heeft dat altijd op dezelfde wijze geïnterpreteerd.
Mevrouw de minister, dit neem ik niet. Dit is een parlement waar vragen mogen worden gesteld en discussies mogen worden gevoerd. U zegt doodleuk dat dit zo is en niet anders. Er mag niet worden gediscussieerd over wat ministers in de pers verklaren. Hier zijn al vragen gesteld over de uitlatingen van minister Anciaux op diens weblog, en nu mag dat plots niet. Dat is willekeur.
Als er dan doodleuk wordt gezegd dat er niet over gediscussieerd wordt, wat is dit hier dan? Is dit een parlement? Wat is dit hier?
Ik stel voor om te doen wat de heer Dewinter in zijn brief aanhaalt: in het Uitgebreid Bureau van gedachten wisselen over het principe.
Mevrouw de voorzitter, ik dacht dat het parlement zijn eigen agenda samenstelde.
Mevrouw de voorzitter, u bezit inderdaad het prerogatief om ons voorstellen te doen over de agenda, maar als het parlement het niet met u eens is, dan hebben wij het recht om de agenda bij motie van orde te wijzigen.
Ik stel aan het parlement voor om de agenda te wijzigen. Ik stel voor dat vragen over politieke uitspraken van ministers hier behandeld kunnen worden. Als dat niet meer kan, dan scheppen we een gigantisch precedent, want dan kan in de toekomst elke minister om het even wat verklaren in interviews, in de pers of op weblogs, zonder dat wij de kans krijgen om de minister te interpelleren, te ondervragen en desnoods politiek te sanctioneren. Nochtans is dat het voorrecht van het parlement. Ik laat me wat dat betreft niet monddood maken. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik begrijp dat de regering een probleem heeft qua cohesie. Ik begrijp dat wegens die problemen bepaalde fracties nu al oppositie voeren binnen de meerderheid.
Mevrouw de voorzitter, het is niet uw taak om de regering te helpen om vragen van het parlement te weigeren. Het is uw taak om het controlerecht en het open debat in dit parlement mogelijk te maken, ook als het om netelige kwesties gaat die de meerderheid kunnen hinderen.
Mijnheer Dewinter, ik denk dat de heer Anciaux zelfs niet weet dat dit debat hier en nu wordt gevoerd. (Rumoer)
De minister moet verantwoording afleggen. De minister heeft niets te willen in dit huis.
Mijnheer Dewinter, ik stel voor dat u een voorstel doet inzake een bespreking over deze thematiek, maandag in het Bureau. We zullen er dan over discussiëren.
Mevrouw de voorzitter, ik wil dit niet maandag in het Bureau bespreken. Ik vraag een schorsing. Ik wil een onmiddellijke bijeenkomst van het Bureau. Dit precedent is te belangrijk voor de toekomst. U moet goed begrijpen dat we dit niet kunnen aanvaarden. Ik richt me ook tot de collega's van de meerderheid. (Opmerkingen van de heer Ludo Sannen)
Mijnheer Sannen, morgen zit u misschien wel in de oppositie. Wie weet zit u er nu al in. (Gelach)
Als we dit principe aanvaarden, dan kunnen we niet meer debatteren, kunnen geen vragen meer worden gesteld en kunnen we niet meer interpelleren over politieke uitspraken. Dit is een manifest politieke uitspraak, gedaan door de betrokken minister terwijl hij - hopelijk - over zijn volle verstandelijke vermogens beschikte.
Wat zitten wij hier nog te doen? Wat is onze taak hier nog?
De heer Daems heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik zit nog geen twintig jaar in het parlement en ik kan me dus niet beroepen op zo'n lange ervaring. Ik spreek me niet uit over de inhoud van de vraag, want die ken ik niet. Ik vind wel dat hier een belangrijk precedent wordt geschapen.
Ook in het verleden zijn er al debatten geweest over ontvankelijkheid, bijvoorbeeld toen de heer Glorieux aan de minister-president vragen wou stellen over zijn houding tegenover uitspraken over het kernenergiebeleid vanuit de federale overheid. In het verleden hebben we ook vragen gehad van onze voormalige collega, mevrouw Van Hecke. Ze wou een vraag stellen over bepaalde uitspraken van federaal minister Louis Michel. Ze vond die uitspraken deontologisch onverantwoord. De vraag werd toen ontvankelijk verklaard.
Ik vind het heel belangrijk dat we een duidelijke lijn bepalen. Uitspraken van een minister over andere bevoegdheidsdomeinen gewoon onontvankelijk verklaren, vind ik een heel gevaarlijk precedent.
De heer Sannen heeft het woord.
Ik vind dat we twee dingen uit elkaar moeten halen. Het is het prerogatief van de voorzitter om te oordelen of een actuele vraag wordt aanvaard of niet. En het is het prerogatief van het parlement om punten bij hoogdringendheid aan de agenda toe te voegen. Dat moet gebeuren op een welbepaalde manier: met een stuk, een motie, een resolutie. Het is heel gevaarlijk om de weigering van de voorzitter om een bepaalde vraag te stellen, hier plotseling te corrigeren en de vraag wel te stellen in het parlement. (Rumoer bij het Vlaams Belang)
Ik heb dat nog nooit meegemaakt. (Opmerkingen van de heer Filip Dewinter)
Mijnheer Dewinter, dat hebt u ook nog nooit meegemaakt, want daarmee wordt het prerogatief ondergraven dat we aan de voorzitter hebben gegeven.
Of we dat prerogatief opnieuw in vraag moeten stellen, dat is een andere vraag. Dat is een discussie die in het Bureau moet worden gevoerd.
Ik heb er geen enkel probleem mee dat, als u hier iets wilt aankaarten, u dat doet op basis van een stuk. Als u een punt bij hoogdringendheid aan de agenda wilt toevoegen, dan kunnen we dat hier bespreken. Dat is het prerogatief van het parlement, maar het dient niet om een actuele vraag die niet aanvaard werd, toch opnieuw op de agenda te plaatsen, want daarmee nemen we de mogelijkheid af van de voorzitter om in de toekomst een oordeel te vellen over de relevantie van een vraag. Dien een motie in of een resolutie, en plaats die op de dagorde! (Rumoer bij het Vlaams Belang)
De heer Caluwé heeft het woord.
Volgens het Reglement is dit het prerogatief van de voorzitter. Ik vind het echter niet evident dat vragen geweigerd worden. We mogen dat niet als een evidentie gaan beschouwen. Het recht van de volksvertegenwoordigers om vragen te stellen is van groot belang. Ik vind het een goede suggestie om daar in het Bureau over te praten en uit te zoeken wat we daarmee doen. Het is niet goed om nu te improviseren.
Dames en heren, ik stel voor om de vergadering even te schorsen.
- De vergadering wordt geschorst om 14.17 uur.
- De vergadering wordt hervat om 14.20 uur.
Dames en heren, ik stel voor het voorstel dat werd geformuleerd door de heren Sannen en Caluwé en door mezelf over te nemen. Dan zullen we dit thema op de agenda van het Uitgebreid Bureau van komende maandag zetten.
Het incident is gesloten.