Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mijnheer de minister, het is wellicht niet mijn vraag die u uit het buitenland heeft teruggeroepen maar ik ben toch blij dat u hier aanwezig bent en hoop dat u niet te moe bent.
Mijn bezorgdheid gaat uit naar het feit dat de consolidatie van het kabellandschap in Vlaanderen al jaren aan de gang is. Vanmorgen las ik in de krant dat Telenet het sluitstuk binnen heeft en nu de overname van Interkabel overweegt. Er zijn concrete, onder meer financiële afspraken gemaakt. Er zou een aanbod zijn van 300 miljoen euro. Dat betekent dat Telenet in de nabije toekomst een monopoliepositie zal innemen op de kabel en 2,5 miljoen Vlaamse kijkers zal bereiken.
Twee weken geleden vroeg het BIPT om het monopolie van het kabellandschap open te stellen voor concurrentie. We weten immers uit het verleden dat monopoliesituaties van zowel overheidsbedrijven als privébedrijven vaak weinig rekening houden met de consument. De consument dreigt het kind van de rekening te worden.
Mijnheer de minister, hoe staat u tegenover de idee van het BIPT om concurrentie op de een of andere manier mogelijk te maken op de kabel? Hoe zult u de belangen van de consumenten behartigen of beschermen? Hoe zult u de nodige concurrentie kunnen garanderen?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw Hermans, ik dank u voor het feit dat u bezorgd bent over mij. Dat is echter niet nodig. De tweede bezorgdheid van u, als liberaal en mediadeskundige, begrijp ik niet. Door deze operatie ontstaat juist meer concurrentie. Zeg me eens waar Telenet en Interkabel elkaar nu beconcurreren! Ze doen dat helemaal niet. Ze hebben elk een apart verzorgingsgebied en kunnen elkaar niet beconcurreren, met alle gevolgen van dien.
We hebben daarover karrenvrachten klachten ontvangen. Mensen begrijpen niet dat één straat of één dorp verder de interactiviteit, de verrijkte inhoud, de digitale toepassingen wel mogelijk zijn en bij hen niet.
Voor de concurrentie is het dus een goede zaak. In Vlaanderen zijn er nu drie, en eind 2008 vier, gelijkwaardige digitale spelers en aanbiedingen van digitale televisie: de kabel in heel Vlaanderen, Belgacom tv en televisie via de satelliet. De drie beconcurreren elkaar op het scherp van de snee. Ik verwijs naar de advertenties van de afgelopen weken. U moet zich dus geen zorgen maken over de concurrentie op dat vlak.
Het is een goede zaak voor de kijker. Vlaanderen is een kabelland. Een derde van de kabelkijkers kan geen gebruik maken van interactiviteit, kan geen gebruik maken van verrijkte inhoud, kan geen gebruik maken van video on demand, van tv op aanvraag, zoals Net gemist. De kijker ziet reclame voor Net gemist maar kan er geen gebruik van maken. De kijker zal dus tevreden zijn.
Als iemand van het ene gebied naar het andere verhuist, zal hij zich geen nieuwe decoder moeten aanschaffen. Ik mag hopen dat er zo snel mogelijk één toepassing zal zijn.
Het is ook een goede zaak voor de omroepen. De belangrijkste omroepen in Vlaanderen hebben daar in geïnvesteerd. U kent de toepassingen van de VRT. Tot nu toe renderen die inspanningen veel minder, omdat een derde van de kabelkijkers er geen gebruik van kan maken.
Wat nu gebeurt, is een goede zaak. Ik zal daar niet tegen optreden, wel integendeel. Ik wil de twee partijen feliciteren voor het feit dat eindelijk een einde is gekomen aan de juridische discussie, die al zo lang aansleept. Indien ze verder hadden geprocedeerd, waren we nog eens voor tien jaar vertrokken met korte gedingen, procedures ten gronde, beroepsprocedures, cassatie enzovoort. Er is nu een goede regeling tot stand gekomen tussen de partijen. We zijn daar niet bij betrokken. Iedereen, zowel de concurrentie, de kijker als de omroepen, zal daar wel bij varen.
Mijnheer de minister, ik ben ervan overtuigd dat u voor een groot deel gelijk hebt. De kijker gaat er op vooruit. Ik ben ook blij dat de juridische slag, die al jaren bezig is tussen de twee partners, achter de rug is. Ik ben enkel bekommerd om de consument. We hebben getracht bepaalde monopolies in ons land te doorbreken, de concurrentie mogelijk te maken. Ik ben bekommerd om de kost die hiermee gepaard gaat voor de consument. Ik hoop dat de garantie kan worden gegeven dat dit binnen de Europese context betaalbaar blijft en dat we in België niet met hogere of bijna onhaalbare tarieven worden opgescheept. Ik weet dat onze situatie heel specifiek is. In tegenstelling tot andere landen was heel Vlaanderen al bekabeld. Dat neemt niet weg dat ik ongerust ben over de prijszetting.
De heer Marginet heeft het woord.
Mijnheer de minister, ondanks uw geruststellende woorden in verband met de, volgens u, positieve rol van de concurrentie voor de consument, delen we toch de bekommernis van mevrouw Hermans. We weten natuurlijk ook niet wat de toekomst brengt. We hebben echter vastgesteld dat Telenet zo goed als een monopolie heeft op de markt.
Interkabel slaagde er vroeger niet in dezelfde service en dezelfde kwaliteit van diensten als Telenet te bieden. Het leveren van die diensten zou voor de consumenten in die regio's een kwalitatief voordeel kunnen opleveren.
Ik onderschrijf de zorg van mevrouw Hermans over de prijssetting. Volgens haar zou de nieuwe situatie het concurrentiële aspect aanwakkeren. We vrezen evenwel dat het quasi-monopolie Telenet ertoe zal brengen de eigen prijzen op te drijven. We mogen Telenet natuurlijk niet op voorhand veroordelen. Ik hoop dat het antwoord van de minister klopt. De minister moet de ontwikkelingen opvolgen en, indien iets zou mislopen, met de betrokkenen in debat treden.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik kan het antwoord van de minister volledig onderschrijven. Ik zou mevrouw Hermans en de heer Marginet eraan willen herinneren dat het Vlaams Parlement twee jaar geleden unaniem een motie heeft goedgekeurd waarin de Vlaamse Regering wordt gevraagd om, in het belang van de consument, naar een geïntegreerde samenwerking inzake interactieve digitale televisie te streven. Door de beslissing die nu is genomen zal het verhaal van de bakjes ten einde lopen. Iedereen die voor kabel kiest, zal een welbepaalde digibox krijgen. Nu heb ik in Kortrijk een digibox van Telenet. Mijn schoonouders, die in Harelbeke wonen, hebben een digibox van een zuivere intercommunale. Indien een van ons beiden zou verhuizen, moeten we die digibox teruggeven. Op dit vlak is de recente ontwikkeling een goede zaak voor de consument.
Er wordt hier naar mogelijke monopolies verwezen. Er is in feite de facto al een monopolie. In Kortrijk beschikken mensen die een kabelaansluiting wensen slechts over een enkele keuzemogelijkheid. In de kranten wordt naar Electrabel en de elektriciteitsmarkt verwezen. Dit klopt niet. Vroeger kon de burger inderdaad slechts bij een enkele afnemer elektriciteit verkrijgen, maar nu is het mogelijk via de kabel, via een satellietontvanger, via een digitale decoder en binnenkort misschien zelfs via een vierde medium naar de televisie te kijken.
Wat de prijszetting betreft, wil ik erop wijzen dat Telenet zijn tarieven niet zomaar kan aanpassen. Aangezien de goedkeuring van de prijzencommissie hiervoor vereist is, heeft de overheid nog steeds enige inspraak.
De moraal van het verhaal is dat de minister achter de schermen hard heeft gewerkt. Deze ontwikkelingen zijn een goede zaak voor de Vlaamse consument. Uiteindelijk zal het kabellandschap de kijker ten goede komen. Na de uitspraken in eerste aanleg hebben de zuivere intercommunales besloten dat verder procederen enkel ten nadele van de consument zou zijn.
De heer De Kort heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de uitspraken van de heer Decaluwe kunnen kloppen ten aanzien van de consumenten. We hebben vorige week over een mogelijke vergoeding van 600 miljoen euro voor de lokale besturen gedebatteerd. De vraag is nu of de lokale aandeelhouders van Telenet de juiste vergoeding hebben ontvangen.
De positie van de zuivere intercommunales in het televisielandschap komt onder druk te staan. Hebben de gemeentelijke aandeelhouders de opdracht gegeven deze operatie uit te voeren? Zij kunnen immers drie beslissingen nemen, met name toetreden tot een volwaardige commerciële marktspeler, volledig verkopen of hun activiteiten gedeeltelijk laten overnemen. Blijkbaar is voor die laatste mogelijkheid gekozen.
De vraag is of hun activiteiten voldoende naar waarde zijn geschat. Een jaarabonnement kost de klant 140 euro. Interkabel heeft 820.000 klanten. Telenet heeft 170 miljoen euro geboden om de activiteiten van Interkabel gedurende 38 jaar over te nemen. Indien we de deling maken, blijkt dat Telenet 207 euro per klant betaalt. Telenet verdient deze investering op twee jaar tijd terug. Ik stel me vragen over de positie van de lokale aandeelhouders. Dit dossier hoort niet in de beslotenheid thuis. Een markttoetsing had de werkelijke marktwaarde van de aandelen van de lokale aandeelhouders moeten verduidelijken.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik onderschrijf wat de heer Decaluwe heeft gezegd. Ik vind het verbazingwekkend dat er plots over een monopolie wordt gesproken. Er is satelliet, kabel, DVB-H en 3G-netwerken. Er zijn meer distributiekanalen dan ooit om televisie te kijken. Ik snap niet waar het Vlaams Belang en Open Vld die monopoliesituatie plots halen. Ik zou het nog kunnen begrijpen als ze het over een duopolie zouden hebben, maar ook dan moet er een correctie worden aangebracht.
Alles wordt ook op een hoopje gegooid. De kabel blijft eigendom van Interkabel. Ik heb er moeite mee dat de politiek wordt gevraagd om prijszetting te organiseren ten opzichte van privébedrijven. Er wordt gevraagd of er gegarandeerd kan worden dat de prijzen niet zullen stijgen. Als er concurrentie is, dan zullen de prijzen volgens mij nog verder dalen in plaats van stijgen. Het feit dat de intentie bestaat om een privébedrijf een prijszetting te geven inzake toegang tot brede media, vind ik vreemd. Dat zit op een ander niveau.
De uitdaging is om de kabel en de distributiekanalen open te gooien. Mijnheer Decaluwe, de discussie over de boxen is weg, alsook de vraag van veel Vlamingen over het pakket van Telenet inzake interactiviteit. Nu komt er een omgekeerde discussie. Ik vind dat zeer vreemd en een niet zo liberaal standpunt.
De heer Vandenbossche heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik kan de heer Decaluwe en de minister volgen in hun redenering. Het was bijna logisch dat we tot dergelijke constructie zouden komen. Ofwel bleef men juridisch met elkaar in de clinch gaan, ofwel kwam het tot een beperkte overname van de kabel. Er is inderdaad geen monopolie op het vlak van de distributie, want er bestaan verschillende systemen naast elkaar. Ik vind het een goede zaak dat we naar eenvormigheid gaan in de boxen. Ik maak me geen zorgen over de prijszetting, maar wel over de consument. Er komt al een nieuwe lading boxen aan. Om naar HD over te schakelen, zal een nieuwe digibox nodig zijn. Er is inderdaad keuze, maar de consument vindt er zijn weg niet in terug. Ik weet dat dit niet meteen de bevoegdheid is van de minister van Media, maar het zou goed zijn als de facturen van alle betrokken distributiebedrijven leesbaar zouden worden. Voor sommige facturen moet men al hogere studies hebben gedaan om te kunnen begrijpen waarvoor men aan het betalen is.
Er is geen monopolie, want er zijn verschillende distributiesystemen. Er bestaat ook discussie over het gebruik van de kabelinfrastructuur ten opzichte van de telefonie. Er wordt gezegd dat er concurrentie moet zijn op het vlak van infrastructuur. Deze discussie wil ik hier niet openen.
Er moet duidelijkheid komen voor de consument, want die blijft maar boxen opstapelen. Straks moeten de mensen weer koterijen - waar we tegen zijn - achter hun huizen bouwen om alle boxen erin te krijgen!
De heer Caron heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de kabel is destijds aangelegd door de gemeenten en de Vlaamse overheid. We mogen niet vergeten dat ze die zelf aan de privésector hebben verkocht.
Er is geen monopolie. Dat is door de vorige sprekers voldoende gezegd. De concurrentie speelt op basis van verschillende technologieën. Het gaat over breedband, over telefoonkabel, satelliet en straks DVB-T.
Dat moet er blijven. Ik deel uw bezorgdheid, mevrouw Hermans. Er mag geen sprake zijn van een monopolie. Dat is er ook niet. Straks is er sprake van vier spelers. De Vlaamse consument krijgt qua prijszetting en kwaliteit het goedkoopste en het beste als het gaat over televisie- en radiosignalen.
Diezelfde kabel wordt natuurlijk ook gebruikt voor het internet en voor de telefonie. We moeten misschien denken aan een toekomstperspectief dat de technologie van vandaag overstijgt. Dat is de televisie van de toekomst, die via computerplatformen zal worden gebracht, en niet meer via de klassieke beeldbuis. We moeten garanties hebben, ook voor onze economie, dat die datastromen maximaal aan de goedkoopste voorwaarden kunnen worden verspreid. Het lijkt me nuttiger en zinvoller om over die lange termijn na te denken dan over een valse monopoliediscussie.
Er zijn gaandeweg nog andere elementen toegevoegd aan het debat. Er is een enorme evolutie aan de gang van de toestellen zelf. Zoals ik al heb gesteld in mijn beleidsbrief: de integratie met pc en internet komt er aan. Volgend jaar zal die integratie er zijn in één toestel, maar dat is gewoon een technische evolutie, los van ons beleid.
Ik deel dus de terechte zorg van de heer Vandenbossche. Alleen stel ik vast dat er steeds meer sprake is van geïntegreerde tv-toestellen, die zowel HD hebben als van een decoder voorzien zijn. Ik hoop dus dat ook hier een klein beetje stabiliteit ontstaat. Zo ben ik ook blij dat de Europese Commissie kiest voor DVB-H als etherstandaard, zodat ook daar versplintering vermeden wordt.
De vraag van de heer de Kort is van een andere aard. Die zaak behoort bijna tot de bevoegdheden van de minister van Binnenlands Bestuur. Het is alleszins een zaak van de aandeelhouders. De gemeenten die aandeelhouder zijn bij de zuivere intercommunale moeten oordelen of het voorliggende akkoord goed is. Ik spreek me daar niet over uit. Ik herhaal het: ik ben blij met dit akkoord.
Mevrouw Hermans en de heer Marginet slaan de bal mis. Er zijn momenteel in Vlaanderen twee monopolies - geen duopolie, geen oligopolie - inzake kabelkijken, elk voor een bepaald gebied. De verdeling is als volgt: een derde en twee derde. Voor de consument verandert er uit het oogpunt van mededinging niets, er komt alleen maar verbetering. Al dat aanbod komt er immers bij. Die concurrentie zal niet ontstaan via het ingrijpen van de overheid, maar precies omdat we het geluk hebben nu over zoveel verschillende platformen te beschikken om digitaal interactief tv te kunnen kijken. Er is de kabel: bijna heel Vlaanderen is bekabeld. Er is ADSL. Er is satelliet-tv. Vanaf eind 2008 zullen mensen ook via de ether digitaal tv kunnen kijken, met onze analoge switch-off.
Ik begrijp dat men de consument belangrijk vindt en dat men zich daar zorgen over maakt. Die concurrentie woedt op het scherp van de snee. Mevrouw Hermans, ik was even in het buitenland, maar ik weet goed welke advertenties er de jongste weken zijn gepubliceerd.
Mijnheer Decaluwe, ook mijn fractie deelde die bezorgdheid. Ook wij wilden een uniform systeem, waarbij mensen niet zouden worden verplicht om al die toepassingen in koterijen op te stapelen, zoals u stelde, mijnheer Vandenbossche. Dat hebben we bereikt. Daar ben ik het helemaal mee eens.
Toch was ik ongerust over de consument. Er zijn inderdaad alternatieven. Er zijn verschillende platformen om tv te bekijken, maar de kabel is momenteel het meest verspreid in Vlaanderen. Ik hoop van harte dat mijn ongerustheid voor de toekomst onterecht zal blijken.
Het incident is gesloten.