Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, wie door de hoofdingang naar buiten kijkt, ziet het Warandepark liggen. Ik heb het ten behoeve van de heer Gabriels precies nagerekend zodat ik geen historische fouten maak: 177 jaar en 2 maanden geleden vonden daar de zogenaamde gevechten met de Hollanders plaats. Althans, dat wou men ons laten geloven. Die Hollanders waren natuurlijk de soldaten van het regeringsleger van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Daar zaten nogal wat Vlamingen bij. Aan de andere kant stonden de zogezegd Belgische patriotten. Dat was in werkelijkheid een nogal internationaal allegaartje gesteund door Frankrijk met wapens, officieren en vrijwilligers.
We kennen de trieste afloop van dat verhaal. Dat Verenigd Koninkrijk der Nederlanden dat binnen de EU en op wereldvlak een belangrijke factor zou geweest zijn, werd opgesplitst. De Vlamingen werden tweederangsburgers in de Belgische staat en moesten decennialang een ontvoogdingsstrijd leveren. Het valt op dat de Franse invloed in België een soort constante was in de Belgische politiek, terwijl Nederland zich na 1831 afgekeerd heeft van Vlaanderen en België. Het heeft de Vlaming op geen enkele manier gesteund in zijn ontvoogdingsstrijd. Integendeel, we leerden Nederland helaas kennen als het land met het opgestoken vingertje dat over elk probleem ter wereld een mening had behalve over de Vlamingen in België. Daar hadden ze nooit een mening over, daar hielden ze zich angstvallig buiten.
Daar kwam recent verandering in, ik heb het niet over de jongste weken en maanden. Ik verwijs naar het interessante standpunt van de heer Postma eind jaren negentig. Hij stelde Vlaanderen voor als een aantrekkelijke bruid voor Nederland. Zeker met de huidige politieke crisis in België, zien we, gelukkig maar en een beetje verrassend tegelijk, dat de Nederlandse interesse voor Vlaanderen en voor de positie van de Vlaming enorm is toegenomen.
Dat bleek, naast verschillende krantencommentaren en opiniestukken, onder meer uit een recente opiniepeiling. Ik weet dat u daar veel belang aan hecht, want u liet vorig jaar een nulmeting doen over de beeldvorming van Vlaanderen in Nederland. Welnu, die opiniepeiling sluit daarbij aan. Het goede nieuws is dat 80 percent van de Nederlanders ons leuk vindt, en 45 percent ziet zelfs een unie tussen Vlaanderen en Nederland zitten.
Dat is een spiegel van de opiniepeiling die in Frankrijk werd gehouden, waar een meerderheid van de Fransen een aanhechting van Wallonië ziet zitten. Persoonlijk sta ik daar met gemengde gevoelens tegenover, want enerzijds spreekt het hart, anderzijds spreekt het verstand, dat zich afvraagt hoe dat dan precies moet. Ik zie zelf geen mooie formule om Vlaanderen te laten opgaan in Nederland. We willen geen perifere provincie worden, we willen ook geen tweeledige federatie, we zitten er al in een, en die werkt niet zo goed. Een nauwe samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland moet kunnen.
Mijnheer de minister, dit zijn belangrijke feiten. Die opiniepeiling kunt u niet zomaar naast u neerleggen. Nederland is onze bevoorrechte partner. De Vlaamse vertegenwoordiging in Den Haag is vorig jaar versterkt. Wat is uw standpunt hierover?
In het Nederlandse Dag en in de Gazet van Antwerpen lees ik dat de mens Bourgeois wel een standpunt heeft, maar de politicus niet, of was het omgekeerd? Moeten we op dat elan niet verdergaan? De Beneluxverdragen worden opnieuw onderhandeld. Moeten we daar niet van afstappen? Moeten we niet meer een bilaterale Vlaams-Nederlandse samenwerking uitbouwen?
Minister Bourgeois heeft het woord.
In tegenstelling tot wat u denkt, heb ik niet gereageerd op die enquête. Ik werd wel heel lang telefonisch geïnterviewd door een journaliste van Dag. Tot mijn verrassing heb ik vastgesteld dat mijn interview zeer onvolledig en slecht is weergegeven. Het was inderdaad ten persoonlijken titel. Aan de Gazet van Antwerpen heb ik geen interview gegeven. Het is me ook niet bekend dat daarin iets van mij is verschenen.
De Vlaamse Regering zal aan de hand van die opiniepeiling geen nieuw beleid ontwikkelen. Voor ons beleid verwijs ik naar de strategienota, die u kent, die succes heeft en waarop we voortwerken. Daaruit zijn geregelde ambtelijke contacten op topniveau voortgevloeid, die leiden tot goede vooruitgang in de betrekkingen en tot deblokkering van dossiers. De minister-presidenten en de buitenlandministers ontmoeten elkaar elk jaar.
Voor de rest verwijs ik naar de beleidsbrief die we momenteel in de commissie bespreken, waarvan u voorzitter bent. Die enquête geeft geen aanleiding tot een nieuw beleid. De strategienota Nederland wordt heel goed ontvangen in Nederland en in Vlaanderen. Daarin staat inderdaad dat Nederland onze prioritaire partner is, en daar handelen we ook naar.
Het is alsof de Belgische crisis zich op een andere planeet afspeelt. U zegt dat dit allemaal niet aan de orde is, dat u gewoon verder doet. De Belgische crisis is voor ons toch een gigantische opportuniteit.
Enkele weken geleden vroeg ik u of u niet een diplomatiek offensief bij de ambassades zou opstarten om de Vlaamse standpunten beter bekend te maken. U zegt dat dat niet nodig is, dat het allemaal voldoende aan bod komt. We zien dat er in volle Belgische crisis een grote belangstelling voor Vlaanderen ontstaat in Nederland, en u zegt dat we goed op koers zitten en gewoon voortdoen. U laat hier kansen liggen.
De contacten tussen Wallonië en Frankrijk worden steeds intenser. Als minister van Buitenlands Beleid moet u nu de contacten met Nederland nauwer aanhalen.
Mijnheer Van Overmeire, u kunt toch niet ernstig menen dat de Nederlandse regering aan de hand van een of andere enquête plots in dialoog wil gaan met de Vlaamse Regering om totaal nieuwe wendingen in ons beleid te brengen!
Wij voeren een zeer intens beleid van samenwerking met Nederland. We doen dat volgens een strategie en met goed gevolg. We gaan op die weg verder, maar niet aan de hand van een enquête. Het lijkt mij overigens ook onwaarschijnlijk dat er een officieel Franstalig regeringsstandpunt komt op basis van een in Frankrijk gehouden enquête. Wij gaan ons beleid ook niet wijzigen op basis van zo'n enquête.
U zegt dat we gebruik moeten maken van de huidige situatie. U bent lid van een politieke partij. Waar wacht u op om initiatieven te nemen om eindelijk ook eens mee te spelen?
Mijnheer de minister, dat is niet ernstig. Dit is een gigantische opportuniteit, maar blijkbaar wilt u daar niet op inspelen. U speelt de bal door naar een oppositiepartij, dat is natuurlijk geen manier van werken.
Zowel de minister-president als uzelf ziet niet in hoe de Belgische crisis een opportuniteit voor Vlaanderen kan zijn. U wilt die kans niet grijpen, u doet gewoon verder alsof er niets aan de hand is. Dit is ontzettend jammer. U laat hier ongelooflijk veel kansen liggen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.