Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, leden van de regering, vorige week hebben ons twee berichten bereikt uit de chemiesector. Enerzijds was er het tussentijds verslag van de rondetafel Chemie en anderzijds een herstructureringsgolf in de Antwerpse chemie, die tot een verlies van ongeveer 300 banen heeft geleid. Die herstructurering bewijst dat niet alleen zogenaamd regressieve sectoren maar ook sterke sectoren onderhevig zijn aan wereldwijde ontwikkelingen en dat ze staan voor rationalisering van productieprocessen en nieuwe uitdagingen. Het komt er dan ook op aan dat Vlaanderen sterk genoeg investeert in deze industriesectoren opdat ze klaar zouden staan om op een flexibele manier om te gaan met deze golf van herstructureringen.
De Vlaamse Regering heeft daar proactief op gereageerd door enkele jaren geleden voor zogenaamde sterk vertegenwoordigde sectoren in Vlaanderen rondetafels op te stellen. Een kwart van de industriële productie komt uit de chemiesector, 170.000 Vlamingen werken erin, er is een omzet van 40 miljard euro per jaar en er wordt ongeveer 1,5 miljard euro in geïnvesteerd. Het is duidelijk dat we deze sector niet aan zijn lot mogen overlaten.
De resultaten zijn er en de rondetafel schuift twaalf prioritaire acties naar voor. Er zijn er een aantal voor de federale overheid, vooral de kostencomponent rond de belastingen op ploegenarbeid en de vennootschapsbelasting. Er zijn toch ook actiepunten die duidelijk Vlaamse materie zijn. Ik denk dan aan innovatiesteun, bedrijventerreinen, de logistiek en de infrastructuur.
Mevrouw de minister, hoe evalueert u de resultaten van het tussentijdse verslag? Wat zijn voor u de prioriteiten en binnen welk tijdsbestek ziet u acties van de Vlaamse Regering?
Een tweede vraag gaat over een van de twaalf prioritaire punten: de verhoging van het budget van het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT-Vlaanderen). Dat verwelkomen we. Toch horen we vertegenwoordigers van chemiebedrijven - en ook van bedrijven uit andere sectoren - dat het IWT-Vlaanderen wel goed werk aflevert, maar dat de procedures moeilijk en zwaar zijn. Voor kleinere bedrijven zou het erg moeilijk zijn om zonder dure consultancybureaus de procedures met succes te doorlopen. Bovendien bevorderen die procedures de transparantie en efficiëntie van de besluitvorming niet. Soms ziet men er zelfs tegen op om een aanvraagdossier in te dienen.
Is het op korte termijn mogelijk om die procedures te evalueren? Ik zie dat minister Bourgeois hier aanwezig is. Zou een administratieve vereenvoudiging niet op zijn plaats zijn?
Minister Moerman heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, u stelt morgen in de commissie een specifieke vraag over de farmaceutische sector, die een onderdeel van de chemische sector is. Ik zal morgen exhaustief antwoorden op alle aspecten van het twaalfpuntenprogramma en de evaluatie, en me hier beperken tot een niet-exhaustief antwoord op uw twee centrale vragen.
Wat de prioriteiten en de actiepunten betreft, begin ik met de niet-Vlaamse. In tegenstelling met de automobielsector, waarover we ook een rondetafel hebben georganiseerd, zijn de loonkosten in onze chemiesector nog altijd 2 percent hoger dan in de Duitse chemiesector. De Duitse chemie is ons referentiepunt, want bij ons zijn veel filialen van Duitse moederbedrijven gevestigd. We remediëren daaraan met een lastenverlaging: de niet-doorstorting van een deel van de bedrijfsvoorheffing op vergoedingen voor ploegenarbeid. We willen het niet-doorgestorte aandeel optrekken, van 10,7 percent vandaag naar misschien wel 15,6 percent.
Hetzelfde geldt ook voor het onderzoekspersoneel. Er is in de chemische sector een schier onuitputtelijk onderzoeksveld. Laat ons de bestaande aftrek voor onderzoekspersoneel - 25 percent voor bepaalde masterdiploma's - uitbreiden. Dat kan horizontaal, door meer diploma's in aanmerking te laten komen, of verticaal, door het percentage op te trekken. Dat zijn dus fiscale maatregelen, en die zijn een federale aangelegenheid. Ik wil ze toch vermelden, want het zijn erg belangrijke maatregelen, die steeds opnieuw op die rondetafels ter sprake gekomen.
De innovatiebudgetten van het IWT zijn opgetrokken. De budgetten voor bedrijfsprojecten zijn dit jaar met 17 miljoen euro verhoogd; volgend jaar komt daar nog 20 miljoen euro bovenop.
Sinds midden 2007 is een Europese wetgeving op chemische stoffen van kracht: de zogenaamde REACH-maatregel (verordening inzake de Registratie, Evaluatie, en Autorisatie van Chemische stoffen). Bedrijven die verschillende producten maken, en ook de kleine en middelgrote bedrijven, hebben het niet gemakkelijk om REACH te implementeren. Dat vereist een grote inzet van mensen en middelen. Daarom ontwikkelen we een competentienetwerk om kleine en middelgrote ondernemingen te helpen REACH te implementeren.
Wat de infrastructuur betreft, wordt een studie gerealiseerd over de uitbouw van het pijpleidingennetwerk in Vlaanderen. Zo'n netwerk zorgt voor een snelle en veilige manier van vervoer van de goederen.
De arbeidsmarkt is een vierde aspect. U had het over herstructureringen. Misschien zullen er in de toekomst nog volgen, want het gaat tegenwoordig erg snel. We mogen evenwel niet vergeten dat op dit ogenblik in de chemische sector alleen 1.500 vacatures niet worden ingevuld. Er is een tekort aan arbeidskrachten, en we proberen daaraan te remediëren. We proberen kinderen al in de lagere school te wijzen op wat chemie is, hoe noodzakelijk het voor ons leven is en hoe aantrekkelijk het kan zijn om die wetenschap te studeren. Die actie loopt in 600 basisscholen.
In het kader van de competentieagenda die in Vlaanderen wordt uitgewerkt, zijn er veel bedrijfsstages zowel voor leerlingen als voor leerkrachten. Er worden een nieuw type onderzoeksbeurs gecreëerd, de Baekelandbeurs, waar het bedrijfsleven de onderzoekstopic op doctoraal niveau zal definiëren. En er is een overlegplatform voor associaties van hogescholen en universiteiten en de industrie.
Het tweede deel van uw vraag ging over het IWT en de zware procedure voor het verkrijgen van subsidies. Ik heb bij een externe werkgroep een doorlichting besteld van het volledige innovatie-instrumentarium in Vlaanderen. De resultaten daarvan zouden medio deze maand beschikbaar moeten zijn. Bovendien is er binnen het IWT een bevraging naar de perceptie van het IWT bij de bedrijven. En ze hebben een werkgroep die zich bezighoudt met de vragen naar administratieve vereenvoudiging. Want het kan inderdaad altijd beter. Men vertelde me dat de concrete aanleiding hier een krantenartikel was van 29 september waarin een bepaalde persoon zich had beklaagd over de procedures. Ik ben voor transparante procedures op administratief vlak maar we mogen ons niet op basis van één individueel geval tot algemene conclusies laten verleiden. Maar er wordt permanent gewerkt om de administratieve last zoveel mogelijk in te perken, zeker voor de kmo's.
Dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik denk dat het toch een bekommernis van ieder van ons moet zijn om de budgetten niet alleen ter beschikking te stellen, maar er ook voor te zorgen dat ze op een eenvoudige manier op de juiste plaats terechtkomen. Dat geldt niet alleen voor het IWT maar ook voor de andere premiesystemen. U hebt daar in het recente verleden al initiatieven voor genomen maar ik wil toch benadrukken dat dit een blijvend aandachtspunt moet zijn. Eenvoudige, transparante procedures leiden er ook toe dat bedrijven sneller een beroep zullen doen op die instrumenten. Want uit enquêtes blijkt ook af en toe dat bedrijven niet weten welke mogelijkheden er allemaal zijn ondanks publiciteitscampagnes.
De heer Gabriels heeft het woord.
In opvolging van de vroegere rondetafelconferenties over chemie, zijn we verschillende keren naar het hoofdkwartier van Bayer geweest om met de hoofdverantwoordelijken over hun strategie te spreken. Ik denk dat het belangrijk is dat we niet alles door een Vlaamse of Antwerpse bril bekijken, maar ook af en toe eens met de Duitse directie gaan discussiëren om te luisteren naar hun visie op langere termijn. Het was toen enorm leerrijk en ze stonden heel erg open voor onze suggesties.
U hebt daarin gelijk en ik kan u ook geruststellen. Ik heb al met een aantal mensen van de hoofdkwartieren contact gehad en ik ben ook de vertegenwoordiger - de enige van ons land - van de overheid in de High Level Group on Chemicals, de Europese rondetafel onder auspiciën van de Europese Commissie, waar ook een aantal topmensen van de chemische industrie inzitten.
We moeten inderdaad niet alles vanuit Antwerpse hoek bekijken. We moeten natuurlijk wel heel veel aandacht hebben voor Antwerpen. Maar uiteindelijk is de chemische cluster - zoals gisteren nog aan bod is gekomen op een congres van de European Countries Biologists Association in Berlijn - niet Antwerpen maar Antwerpen en de drie R's: Antwerpen, Rotterdam, Rijn-Ruhr. Vandaar dat we ook lid zijn van het Europese Chemical Regions Network. We zullen dus echt niet eng vanuit Antwerpse of Vlaamse bril de zaken bekijken.
Het incident is gesloten.