Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Koninckx heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister-president, in het recente nummer van de Verkeersspecialist stonden de resultaten van een onderzoek van de heren De Mol en Lauwers van het Instituut voor Duurzame Mobiliteit van de universiteit van Gent, over de veiligheid van rotondes, meer bepaald voor zwakke weggebruikers. Dat onderzoek was eigenlijk gebaseerd op twee andere studies: één over het wegwerken van zwarte punten en een ander van de heren Vereeck en De Brabander.
Het onderzoek van het Instituut voor Duurzame Mobiliteit was eigenlijk een reactie op eerdere cijfers van het steunpunt Verkeersveiligheid, dat zes maanden geleden stelde dat sommige rotondes binnen de bebouwde kom de onveiligheid van de fietsers met 80 percent deed toenemen. Er was wat commotie. Sommigen dachten dat het niet goed was rotondes aan te leggen. De heren De Mol en Lauwers beweren en bewijzen dat dit een foute redenering is.
Een tweede element dat belangrijk is, is dat in het vademecum over het aanleggen van een rotonde duidelijk gestipuleerd staat dat een rondpunt met een aangrenzend fietspad, onveilige rotondes zijn voor zwakke weggebruikers. Enkel rotondes met gemengd verkeer of met een totaal vrijliggend fietspad zouden mogen worden aangelegd.
We stellen echter vast dat, ondanks dat vademecum, toch nog rotondes binnen de bebouwde kom worden aangelegd met een aangrenzend fietspad. We weten vooraf al dat daardoor een onveilige situatie wordt gecreëerd. De cijfers van het steunpunt tonen dat ook aan.
Mevrouw de minister, hoe komt het dat er toch nog altijd dergelijke rotondes mogen worden aangelegd en ontworpen? Kunnen die rotondes niet worden opgenomen in een investeringsprogramma om ze aan te passen en minder onveilig te maken? Het vademecum voor de aanleg van rotondes dateert van 1995 of 1997. Ondertussen zijn er nieuwe inzichten ontstaan over de aanleg van rotondes. Moet het vademecum niet worden aangepast? Is het niet mogelijk om de ontwerpers en degenen die de rotondes aanleggen te verplichten de raadgevingen van het vademecum te volgen? Indien dat niet gebeurt, kunnen de subsidies dan niet geweigerd worden?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik heb dat artikel ook gelezen. Dergelijke rotondes zijn, zeker in het verleden, vaak aangelegd omdat het ons toen aan de nodige kennis ontbrak.
Ik zou dit even willen aanvullen. In de praktijk is het meestal geweten wat moet gebeuren. Om duistere redenen, zoals het verdwijnen van parkeerplaatsen, wordt echter vaak een compromis gezocht.
Een aantal rotondes zijn in verleden omwille van een gebrek aan kennis op dergelijke wijze aangelegd. Vanaf het einde van de jaren 90 moet elk project evenwel door een provinciale auditcommissie worden beoordeeld. Op bepaalde ogenblikken blijkt deze auditcommissie van de in het reeds aangehaalde vademecum voorgeschreven regels af te wijken. Voor die afwijkingen worden steeds uitvoerige motiveringen opgesteld. Ik kan enkel vaststellen dat dit gebeurt.
De heer Koninckx vraagt zich af of we de aanleg van rotondes niet in een investeringsprogramma kunnen opnemen. Heel wat rotondes zijn al opgenomen in het investeringsprogramma voor de zwarte punten. Indien gewenst, kan ik hem de cijfers bezorgen. Indien een zwart punt wordt aangepakt, komen de rotondes automatisch ook aan bod.
Het gaat hier dan om twaalf rotondes.
Er staan er nog meer op stapel.
De bevoegdheid voor het reeds vermelde vademecum deel ik met minister Van Brempt. Het zou, zoals de heer Koninckx suggereert, wenselijk zijn dit vademecum eens opnieuw te bekijken. Ook zijn suggestie inzake de afwerkingsmogelijkheid zal ik nader bekijken. Alvorens hier met luide trom iets aan te kondigen, zal ik dit evenwel eerst met de leden van de provinciale auditcommissies bespreken.
Ik zou nog een bijkomende suggestie naar voren willen brengen. In feite komt de provinciale auditcommissie te laat in het spel. We zouden er eigenlijk in moeten slagen bij de aanvang van elk ontwerpproces een bewaker van de verkeersveiligheid in te schakelen. Die bewaker zou moeten beletten dat nog van de regels wordt afgeweken. Eens een ontwerp is voltooid en de studies zijn uitgevoerd, is het voor de provinciale auditcommissie in feite te laat om nog correcties te kunnen doorvoeren. Mij lijkt het beter iemand van bij het begin over de veiligheid van elk ontwerp te laten waken.
De heer Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik vind dit een ontzettend interessante discussie, die vooral de evolutie in het denken van de verkeersdeskundigen aantoont. Ik herinner me levendig de discussies die tien tot twaalf jaar geleden over de aanleg van rotondes zijn gevoerd. Toen is ons verteld dat de fietspaden bij de rotonde moesten aansluiten. Op vele plaatsen zijn dan ook dergelijke rotondes aangelegd. De geesten evolueren en de ervaring leert ons nieuwe inzichten. Momenteel liggen in Vlaanderen enorm veel rotondes die volgens de heer Koninckx gevaarlijk zijn. Ik vraag me af wat de minister daaraan wil doen.
Deze rotondes zijn overigens niet enkel door het Vlaamse Gewest aangelegd. De steden en gemeenten worden ook met dit probleem geconfronteerd. In sommige gevallen zijn ze zelfs gesubsidieerd om dergelijke rotondes aan te leggen. Ik zou graag horen wat de minister hiervan denkt, maar ik zal het haar niet kwalijk nemen indien ze er niet in slaagt mij vandaag een volledig antwoord op deze vraag te geven.
Mevrouw de minister, ik zou hier trouwens nog een bijkomend probleem willen aanhalen. Ik lees elke dag over de steeds groter wordende verantwoordelijkheid van de burgemeesters en over de dagvaardingen die tegen hen worden uitgevaardigd. Ik zit hier als burgemeester van een gemeente waarin zich rotondes met aangesloten fietspaden bevinden. Volgens de heer Koninckx zijn deze rotondes levensgevaarlijk. Ik hoor dit, maar ik kan niet onmiddellijk iets doen. Een rechter zou evenwel kunnen oordelen dat ik hiervan op de hoogte ben. Ik lees elke dag over de dagvaarding van burgemeesters in verband met analoge gevallen. In de recentste editie van het tijdschrift van de VVSG staat hierover overigens een interessant artikel. Hoe reageert u, als vertegenwoordigster van de toezichthoudende overheid, op dit gegeven?
Mijnheer Vermeiren, u hebt een punt. De tijdsgeest en de regels evolueren. Sinds het einde van de jaren 90 worden al deze zaken heel goed nagegaan. Als u in uw eigen gemeente infrastructuurwerken uitvoert, is er wel een of andere commissie die er een oordeel over velt of er haar licht over laat schijnen. De studie heeft een beetje de bedoeling om erop te wijzen dat we alle regels van de kunst moeten toepassen bij de aanleg van nieuwe rotondes. Ik heb daarnet gezegd dat het vademecum opnieuw zal worden bekeken. Voor onze eigen wegen vertrouw ik op het oordeel van de auditcommissie die wordt voorgezeten door een onafhankelijke auditor die zijn licht autonoom op de zaak kan laten schijnen. Ik kan dan ook niet anders dan ervan overtuigd zijn dat alle rotondes die zijn aangelegd na adviezen van de auditcommissie degelijk en volgens de regels van de kunst zijn aangelegd.
Mevrouw de minister, het probleem is dat de auditcommissie niet alleen verkeersveiligheid in ogenschouw neemt. Er zijn andere dingen die een rol spelen. De heer Vermeiren heeft gelijk dat men in de problemen kan komen als niet alle regels van de kunst zijn gevolgd voor het aanleggen van een veilige rotonde. De verantwoordelijkheid kan dan inderdaad een delicaat punt vormen.
Het vademecum is fundamenteel goed. Er moeten enkele kleine aanpassingen aan gebeuren. Het beangstigt me dat er nog rotondes worden aangelegd met aangrenzende fietspaden binnen de bebouwde kom, wetende dat het gevaarlijke kruispunten zijn voor de zwakke weggebruiker. Dat zou moeten worden vermeden.
Het incident is gesloten.