Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de verkeersveiligheid op de E313.
Het debat is geopend.
De heer Schoofs heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, beste collega's, de ongevallen en de verkeersellende op de E313 blijven aanhouden. Op twee weken tijd werden we geconfronteerd met vijf ongevallen, een aantal ervan met een dodelijke afloop. De situatie is alarmerend genoeg om er hier in dit parlement een gedachtewisseling over te houden.
Mevrouw de minister, in de pers werden een aantal opmerkingen gemaakt en daarbij kwamen een aantal verkeersdeskundigen aan het woord. Ik heb begrepen dat u vanmorgen een spoedvergadering had met het oog op het extra bestuderen van een aantal maatregelen. Het was een heel nuttige beleidsdaad om de koppen bij elkaar te steken. Op de vergadering waren de mensen van de administratie Wegen en Verkeer, of AWV, de mensen van de politie en de mensen van de lokale besturen aanwezig.
Ik hoor tegenstrijdige berichten van de verkeersdeskundigen. Ik had graag uw mening gehoord. Vanochtend konden we in het radiojournaal horen dat 90 kilometer per uur volgens Touring geen afdoende maatregel is en dat de snelheidsbeperking zeker niet als een permanent afdoende maatregel kan worden ingevoerd. Ik kan ook wel begrijpen dat door de opeenstapeling van feiten en ongevallen heel wat oplossingen worden aangereikt die in de praktijk niet altijd een oplossing zullen zijn. Ik hoop dat u daar dadelijk een woordje meer uitleg bij kunt geven.
Wat me de voorbije dagen alleszins opviel in de pers, is dat een aantal maatregelen worden vooropgesteld die niet op korte termijn realiseerbaar zijn, maar toch de oplossing zouden kunnen vormen. Onder meer Willy Miermans, een verkeersdeskundige, heeft geopperd om de autosnelweg op termijn fundamenteel aan te pakken in plaats van de bestaande infrastructuur uit te breiden tot driemaal twee rijstroken. Hij stelt dat tweemaal drie rijstroken voor deze autosnelweg niet afdoend zou zijn. Hij heeft een heel origineel voorstel gedaan om driemaal twee rijstroken aan te brengen met een wisselstrook in de richting van Antwerpen in de ochtendspits.
Ik denk dat dat op lange termijn een afdoende maatregel zou kunnen zijn. Maar dan blijft overeind: de problemen op korte termijn. Er is al uitvoerig over geïnterpelleerd: we blijven kampen met het probleem van de haakse op- en afritten. Zeker bij de opritten komt er nog het nevenverschijnsel dat vrachtwagens onvoldoende snelheid kunnen halen en zodoende slecht kunnen invoegen, met de nodige hinder. De verkeerslichten aan het einde van de afritten zijn blijkbaar nog niet voldoende afgestemd op het onderliggende wegennet. Ze maken een snelle afvoer van het verkeer onmogelijk. Ondanks de inspanningen bevindt zich nog steeds aanschuivend verkeer op de afritten, dikwijls ook op de pechstrook op de autostrade zelf.
Ik heb het al gezegd: het vrachtwagenverkeer vormt wellicht een van de oorzaken van de escalatie. De E313 staat genoegzaam bekend als de autostrade met het drukste vrachtverkeer van Vlaanderen. Ik neem aan dat in de opmaak van een plan op korte termijn rekening gehouden wordt met deze factor. Ik zie en hoor van politie en AWV klachten, niet alleen over het gebrek aan infrastructurele maatregelen maar ook aan politioneel toezicht. De politiepost Grobbendonk met name zou er niet in slagen bij de wegenpolitie het volledige dienstrooster naar behoren in te vullen. Hij zou ook veelal ingeschakeld worden voor andere taken en voor misdrijven gekoppeld aan de snelwegen. Mevrouw de minister, hebt u inzake politietoezicht al contact gezocht met uw federale collega van Binnenlandse Zaken? Zult u daar een verhoging van het toezicht bepleiten?
Heel veel camions bevinden zich op de rechterrijstrook. Ze rijden bumper aan bumper en vormen voor de andere weggebruikers een ondoorzichtige muur naar de afritten. Langs de E313 staan de afritten regelmatig aangekondigd: afrit op 1600, 800 en 400 meter. Door de vele vrachtwagens die te weinig afstand nemen, zijn deze borden onvoldoende zichtbaar. Op 1600 meter staat ook links van de snelweg een bord, maar niet op 800 en 400 meter. Mevrouw de minister, hebt u al laten onderzoeken of de ongevallen in de buurt van op- en afritten daarmee te maken hebben? Is al onderzocht of de weggebruikers daar zelf over klagen? Er zijn heel wat meldingen over gevaarlijke manoeuvres bij de afritten. Doordat de borden te laat worden opgemerkt, wordt er over korte afstand snel ingevoegd, waardoor ongevallen voorkomen.
Klopt het dat een aantal op- en afritten al aangepast en verlengd zijn? Zo ja, welke? Welke blijven een probleem?
Ik krijg daar twee tegenstrijdige berichten over. Men zegt dat ze aangepast zijn; anderen zeggen dat ze nog niet allemaal aangepast zijn. Er doen zich blijkbaar nog problemen voor bij de afritten van Geel-Oost en Geel-West.
Blijkbaar is er ook nog een probleem met het bijstellen van de lichten op die op- en afritten. Zijn die al aangepast om het verkeer sneller af te voeren naar het onderliggende wegennet? Mevrouw de minister, welke maatregelen hebt u op korte termijn gepland om de problemen van de laatste weken op te lossen? Welke oplossingen hebt u voor ogen op langere termijn?
De heer Huybrechts heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, het is een spijtige zaak dat we hier voor de zoveelste keer in de plenaire of de commissiezitting het onveiligheidsprobleem - niet het onveiligheidsgevoel - van de E313 moeten aankaarten. Mevrouw de minister, in 2006 en 2007 hebben de heer Frans Peeters en ikzelf bij herhaling minister-president Peeters over deze materie ondervraagd.
Dagelijks gebeuren er dodelijke ongevallen op de E313 met alle mogelijke menselijke drama's en ecologische en economische schade tot gevolg. De structurele files groeien enorm aan omdat er steeds meer ongevallen gebeuren. Het aantal voertuigen nam in de periode 2003 tot 2006 met 10 percent toe, terwijl het aantal ongevallen met ongeveer 40 percent steeg.
Die ongevallen hebben verschillende oorzaken, onder meer onaangepaste snelheid, weersomstandigheden, onvoldoende grote veiligheidsafstand, wegwerkzaamheden en onaangepaste afritcomplexen. Ik geef het toe, het is een mix van allerlei structurele problemen. Ook het structurele onderhoud van onze wegen laat veel te wensen over. Er zijn nu eenmaal te weinig middelen om in een structureel onderhoud te voorzien. De E313 is een van de oudste, maar ook een van de slechtst onderhouden snelwegen in ons land.
Minister-president Peeters heeft in het verleden terecht opgemerkt dat we de achterstand van tientallen jaren niet in een keer kunnen wegwerken. Volgens het laatste rapport van de afdeling Wegenbouwkunde heeft Vlaanderen een investeringsachterstand van zomaar eventjes 255 miljoen euro. Vlaanderen investeert in wegeninfrastructuur nog altijd beduidend minder dan de andere Europese landen zoals Nederland en Frankrijk. In Vlaanderen gaat het over 1 percent van het BBP, in Nederland en Frankrijk over 3,2 percent van het BBP voor het wegenonderhoud.
Ik citeer minister-president Peeters in antwoord op een vraag om uitleg op 2 mei 2006: "Ik doe ook alles om daar de nodige budgetten voor vrij te maken, maar binnen de Vlaamse regering vragen natuurlijk ook andere collega's bijkomende budgetten." Vlaanderen schenkt jaarlijks honderden miljarden aan Wallonië, maar de noodzakelijke budgetten voor het noodzakelijke onderhoud van ons eigen wegennet hebben we niet.
Bovendien zit de E313 duidelijk boven de grenzen van zijn capaciteit. Op 27 februari 2007 antwoordde minister-president Peeters dat de E313 zijn limieten heeft bereikt, zo niet overschreden, en dat we aan de overcapaciteit van de E313 dringend moeten voortwerken met andere maatregelen.
Daarom verbaast het mij, mevrouw de minister, dat ik vandaag in Gazet van Antwerpen moet lezen dat u er zelfs niet aan denkt om middels ingrijpende structuuraanpassingen de capaciteit en de veiligheid van de E313 te verhogen.
Het is duidelijk dat steeds meer en steeds langere structurele en incidentele files een negatieve invloed hebben op mobiliteit, verkeersveiligheid en het milieu. Het scenario van een uitbreiding van het aantal rijvakken van twee naar drie moet mijns inziens wel degelijk op zijn haalbaarheid onderzocht worden. U zou kunnen onderzoeken of een derde rijvak, bijvoorbeeld voor vrachtwagens, niet wenselijk of nuttig kan zijn.
U hebt daarnet een persconferentie gegeven. Ik betreur dat u daarvoor dit actualiteitsdebat niet afgewacht hebt. Ik had graag geweten of u - naast het aanpakken van de onveilige op- en afritten op de E313, naast mogelijke oplossingen met betrekking tot snelheidsverlaging, waarschuwingsborden en bumperrijden - het idee om het aantal rijvakken van twee naar drie te verhogen, gaat laten onderzoeken, dan wel of u dit voorstel sowieso gaat afschieten.
Mevrouw de minister, volgens verschillende instanties is dit de enige structurele oplossing om het aantal dodelijke ongevallen en monsterfiles op de E313 te doen afnemen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega's, de situatie op de E313 is inderdaad al vaak besproken in de commissie Mobiliteit en Openbare Werken. Minister-president Peeters heeft, toen hij nog bevoegd was voor Openbare Werken, een aantal oplossingen naar voren geschoven. Hij verklaarde dat de op- en afritten heraangelegd zouden worden en dat er waarschuwingsborden zouden komen. Het Vlaams Verkeerscentrum heeft op zijn vraag zelfs een heus simulatiemodel voor deze snelweg gebouwd.
Dat zijn allemaal goede en interessante maatregelen, maar een element dat tot op heden nog nooit aan bod is gekomen, is de factor van de maximumsnelheid. De heer Keppens heeft gisteren de knuppel in het hoenderhok gegooid door het voorstel te lanceren om de maximumsnelheid tijdens de spitsuren te verlagen naar 90 kilometer per uur. Hij werd daarin onder meer bijgetreden door specialisten van het Instituut voor Mobiliteit. Ik was erg verheugd met dat voorstel.
De heer Keppens zegt: "De problemen op de E313 hebben niet alleen te maken met een infrastructureel probleem of met onverantwoord rijgedrag van de weggebruikers. We doen gewoon de eenvoudige vaststelling dat te veel vrachtwagens en auto's tegelijkertijd door dezelfde smalle deur willen. Door de vele manoeuvres die dat tot gevolg heeft en door de grote snelheidsverschillen tussen auto's en vrachtwagens, krijg je zware ongevallen. Daarom moet de maximumsnelheid verlaagd worden. Zo krijg je immers een betere spreiding van de verkeersstroom en zullen er minder grote snelheidsverschillen zijn tussen de manoeuvrerende voertuigen, met een kleinere kans op ongevallen tot gevolg."
Mevrouw de minister, collega's, het beeld van de smalle deur waar te veel verkeer door wil, doemt niet alleen op wanneer ik aan de E313 denk. Dezelfde situatie doet zich voor op de Brusselse ring, de Antwerpse ring, de verkeerswisselaar van de E314 en de E40 in Bertem, de verkeerswisselaar in Sint-Stevens-Woluwe en de verkeerswisselaar van de E40 en de E17 in Gent. Dat zijn geen willekeurige voorbeelden. Op die vijf plaatsen, goed voor ongeveer 300 van de 1800 kilometer autosnelwegen in Vlaanderen, vallen twintig percent van het aantal doden en zwaargewonden op onze autosnelwegen. Ik ben ervan overtuigd dat aangepaste snelheidsregimes ook daar het antwoord kunnen zijn op de veiligheids- en doorstromingsproblemen.
Een aantal specialisten sterkt mij in die overtuiging. In het maartnummer van het tijdschrift Verkeersspecialist schreven zij in een artikel met de veelzeggende titel 'Killing speed, saving lives' dat er op het vlak van snelheidsregimes een slordig beleid gevoerd wordt, terwijl snelheid net zo'n belangrijke factor is om de veiligheid op onze snelwegen te kunnen garanderen.
Ik geef een drietal sprekende voorbeelden. Waarom mag er 120 kilometer per uur worden gereden op de Brusselse ring en 100 kilometer per uur op de Antwerpse ring? Ik heb die vraag al gesteld aan minister Van Brempt en volgens haar bestaat daar geen enkele verantwoording voor. Waarom mag het verkeer dat vanuit Antwerpen op de E17 komt, op het viaduct van Gentbrugge 90 kilometer per uur rijden terwijl wat verder ter hoogte van de verkeerswisselaar met de E40 opnieuw 120 kilometer mag worden gereden? Waarom mag op de verkeerswisselaar in Bertem, bij het oprijden van de E40 vanuit Leuven, 120 kilometer per uur worden gereden terwijl links de vrachtwagens vanuit Luik tegen 90 kilometer per uur rijden? Aan de overzijde van dezelfde verkeerswisselaar mag maar 70 kilometer per uur worden gereden.
Wanneer verkeersspecialisten zeggen dat die mikmak aan snelheidsregels volslagen onduidelijk is, dan vraag ik me af hoe de weggebruiker daarover denkt.
Mevrouw de minister, ik ben van mening dat we de zaken in een breder perspectief moeten zien. Verkeersonveiligheid is geen acuut probleem dat zich momenteel stelt op de E313. Het is een chronisch probleem dat zich voordoet op het hele Vlaamse autosnelwegennet.
Op de Nederlandse en Duitse autosnelwegen vallen er respectievelijk 3,2 en 3,7 doden per miljard afgelegde voertuigkilometer. In Vlaanderen bedraagt dat cijfer 7,5. Het verkeersrisico ligt in Vlaanderen dus meer dan dubbel zo hoog.
Mevrouw de minister, onze fractie is verheugd over uw daadkracht inzake de E313. We zijn echter ook vragende partij voor een totaalaanpak voor het volledige autosnelwegennet. Die aanpak ontbreekt op dit moment. Een aanpassing van de snelheidsregimes met behulp van dynamische signalisatie is noodzakelijk op alle verkeerswisselaars en ringwegen. De snelheid beperken in functie van de omstandigheden is één ding, de handhaving is echter een ander paar mouwen. Ook daar moet in geïnvesteerd worden.
Tot slot heb ik nog een bedenking bij de reactie van Touring, die pleit voor een capaciteitsuitbreiding van de E313. Ik denk niet dat dit wegvak in het lijstje van de missing links is opgenomen. Ik stel dan ook voor, mevrouw de minister, dat u zich concentreert op de prioriteiten die wel op die lijst staan.
De beste manier om de E313 te ontlasten, is een goede ontsluiting van de Antwerpse haven via spoor en binnenvaart. Ook met een derde rijvak zullen we ons op termijn vast rijden, met opnieuw dezelfde problemen inzake verkeersonveiligheid tot gevolg. Extra rijstroken aanleggen als antwoord op het verkeersveiligheidsprobleem is even verstandig als geld bijdrukken om de armoede op te lossen.
Mevrouw de minister, ik besluit met een aantal concrete vragen. Bent u bereid om dynamische signalisatie te plaatsen en variabele maximumsnelheden op te leggen op alle verkeerswisselaars en ringwegen van onze autosnelwegen? Tegen wanneer kan dat? Hoe zit het met de uitvoering van het programma voor de plaatsing van digitale camera´s langs autosnelwegen? Waar en wanneer worden ze geplaatst? Vanaf 1 januari 2008 geldt een permanent inhaalverbod voor vrachtwagens op tweevakswegen. Mogen we ervan uitgaan dat deze maatregel zonder uitzonderingen zal worden toegepast?
Wat is uw standpunt over het voorstel van Touring om een derde rijvak aan te leggen op de E313? (Applaus bij sp.a-spirit)
De heer Daems heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik zal proberen zo weinig mogelijk in herhaling te vallen. Ik wil een nieuwe invalshoek geven op dit dossier. Dit debat toont aan dat we tegen de grenzen aanbotsen van ons logistieke kunnen.
Er zijn al een aantal transporteconomische analyses gemaakt. Ik denk echter dat een ervaringsdeskundige die regelmatig de E313 neemt van De Kempen naar Antwerpen of omgekeerd, perfect ziet wat er aan de hand is.
We botsen tegen een Atlantische muur van metalen dozen op vrachtwagens die van Antwerpen naar het Ruhrgebied rijden en omgekeerd. Dat is een trend die de afgelopen tien jaar enorm is toegenomen.
Iets wat ook enorm toeneemt maar niet zo zichtbaar is, is het feit dat het aantal camions ook 's nachts toeneemt. Onlangs was ik op bedrijfsbezoek in Geel. In het kader van de milieuvergunning doet het bedrijf geluidsmetingen. Het is ongelooflijk hoe de stijgende trend van het achtergrondlawaai van de camions die dan op de E313 rijden, zichtbaar is.
Collega's, mevrouw de minister, dit is nog maar het begin. Zoals we hier al een paar keer hebben gezegd, draait het Deurganckdok nog niet op volle capaciteit. Als we de dromen van de Vlaamse Regering en van het havenbedrijf willen vervullen, komt daar nog heel wat bij.
We moeten het niet hebben over de punten waar we het grosso modo over eens zijn. De Boudewijnsnelweg heeft te korte op- en afritten, automobilisten rijden roekeloos, vrachtwagenchauffeurs respecteren het inhaalverbod niet enzovoort. We moeten hier niet met een beschuldigende vinger wijzen.
Ik zou liefst het debat wat willen opentrekken en de vraag stellen of de keuze voor Vlaanderen Distributieland nog wel de goede keuze is. Mijnheer de minister-president, moeten we niet een ander soort Vlaanderen in Actie hebben en ons de vraag stellen of de economische meerwaarde niet onmiddellijk teniet wordt gedaan door, bijvoorbeeld, de economische schade, door de milieuschade veroorzaakt door de verhoogde CO2-uitstoot en door de onnoemelijke menselijke ellende veroorzaakt door het toenemend aantal slachtoffers op de E313? Mevrouw de minister, dat is de eerste en ook meest essentiële vraag.
Mijn tweede vraag gaat over het debat over de extra rijstrook. Voka heeft zonet een reactie in die richting gelanceerd. Touring heeft dat ook gedaan. Mijn fractieleider zou zeggen dat dit een antwoord van de twintigste eeuw is op een probleem van de eenentwintigste eeuw. We moeten dit debat zo snel mogelijk in de kiem smoren. Zoals ook is gebleken uit het voorbeeld van de autostrade van Leuven naar Brussel, vermindert een extra rijstrook het probleem hier en daar. Uiteindelijk nemen die elders echter enkel toe.
Mijnheer Daems, bent u dan ook tegen het mogelijk onderzoek van het nut en de wenselijkheid van een derde rijstrook? Zelfs dat is voor u onaanvaardbaar.
Ik ben inderdaad van mening dat het niet zo opportuun is om opnieuw geld te steken in grote transporteconomische analyses over een extra rijstrook. Uit de opgedane ervaring kunnen we afleiden dat dit dweilen met de kraan open is. Problemen worden dan van het ene zwarte punt naar het andere verplaatst.
U wilt dus zelfs geen onderzoek laten uitvoeren over de verkeersveiligheid?
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mijnheer Daems, nu overdrijft u toch. Een van de meest succesvolle voorbeelden van een uitbreiding van het aantal rijstroken is het stuk tussen de Franse grens en Waregem. Toen er nog twee rijstroken waren, was het levensgevaarlijk om er te rijden. Toenmalig minister van Openbare Werken Bossuyt heeft er toen voor gezorgd dat een extra rijvak werd aangelegd. Automobilisten kunnen nu op een vlotte, veilige manier de op- en afrit in, bijvoorbeeld, Waregem nemen.
Ik pleit dan ook om minstens een onderzoek te laten uitvoeren. Tussen Kortrijk en Frankrijk is er echt vooruitgang geboekt qua verkeersveiligheid.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mijnheer Decaluwe, dat is een ander debat. Het gaat hier over de verzadiging van een autosnelweg. De heer Daems vraagt zich terecht af of een derde rijstrook in combinatie met een Deurganckdok dat een rendement geeft dat we ervan verwachten, voldoende zal zijn om de steeds maar vergrotende logistieke stroom op te vangen.
De maatschappelijke, economische en ecologische kostprijs van die optie zou veel hoger kunnen liggen dan de economische meerwaarde of de bijkomende tewerkstelling. Dit is de essentiële vraag.
Ik dacht dat we vandaag een debat over de verkeersveiligheid op de E313 zouden voeren.
De tekst die hier op de banken ligt, is slechts een samenvatting van de vraag die de heer Daems wil stellen. Zijn vraag beperkt zich niet tot de verkeersveiligheid. Indien het Vlaams Parlement de problematiek van de E313 als een uiting van de toename van het vrachtwagen- en containerverkeer van de Antwerpse haven naar het Ruhrgebied tot een vraag over verkeersveiligheid zou beperken, zou dit in mijn ogen kortzichtig zijn. Zoals uit de door de heer Daems ingediende tekst blijkt, gaat het hier om een ruimer debat. Hier geldt een 'freedom of speech'. Het heeft geen zin dit debat tot een debat over verkeersveiligheid te verengen. We voeren hier een debat over de toekomst van Vlaanderen.
De heer Penris heeft het woord.
Zoals hier al door anderen is aangestipt, voeren we hier een debat over verkeersveiligheid. Ik ben bereid een ruimer debat te voeren, maar dit zouden we dan best op een ander tijdstip en in een andere context doen. Hier en nu gaat het in de eerste plaats om de verkeersveiligheid.
Mevrouw Vogels, indien u zich om de toename van het vrachtverkeer in oostelijke richting bekommert, kunt u best een grote voorstander van de IJzeren Rijn worden. U wilt een milieuvriendelijke modal shift. De IJzeren Rijn kan hiervoor zorgen.
Mijnheer Penris, ik wil dit even rechtzetten. Volgens u zijn wij tegenstanders van de IJzeren Rijn. Het moet voor iedereen duidelijk zijn dat wij ongelooflijke voorstanders zijn van een modal shift. Indien in een aantal regio's de nodige flankerende maatregelen worden genomen, verdedigen wij de IJzeren Rijn. We mogen evenwel geen nieuwe problemen creëren.
Ik wil eveneens nog even reageren op de uitspraken van de heren Decaluwe en Koninckx. Het is mijn bedoeling het debat te verruimen. Verkeersveiligheid is uiteraard immens belangrijk. De persoon die gisteren is gestorven, was een motorrijder uit mijn eigen gemeente. Dit heeft me natuurlijk erg aangegrepen. Indien we een studie zouden laten uitvoeren, zouden we best ook laten bestuderen voor welke economische visie en voor welke visie op logistiek, mobiliteit en distributie we best zouden kiezen.
Ik vind dat we een foute keuze maken. We trekken voluit de kaart van Vlaanderen als distributieland. We nemen ons voor te proberen nog meer containers langs de haven van Antwerpen naar Parijs, het Ruhrgebied of waar dan ook te vervoeren.
Mijnheer Daems, u blaast warm en koud tezelfdertijd. In de loop van de vorige legislatuur heeft het Vlaams Parlement een mobiliteitsplan behandeld. De groenen, die toen deel van de Vlaamse Regering uitmaakten, hebben dit plan uitdrukkelijk gesteund. Tijdens de behandeling van dit plan is voluit de kaart van de grote bijdrage aan de distributie- en transportsector getrokken.
Ik wil me hier niet over een specifiek geval uitspreken. Naast de verkeersveiligheid, lijkt een goede afhandeling van de mobiliteitsproblematiek in Vlaanderen en in de Antwerpse regio me ingebakken in het concept van de Oosterweelverbinding. Indien u hier tegen bent, moet u ook een aantal andere projecten in vraag durven stellen.
De heer Sannen heeft het woord.
Ik vind het gevaarlijk het acute probleem dat zich op dit ogenblik met betrekking tot de E313 stelt, in een groot debat te verdrinken. Ik onderschrijf de bekommernissen van de heer Daems. Indien we de logistiek in Vlaanderen verder willen uitbouwen, moeten we dit op een slimme manier doen. De huidige saturatie van de E313 kan evenwel niet op korte termijn worden teruggeschroefd. We moeten vanuit de invalshoek van de verkeersveiligheid nagaan hoe we de E313 op dit ogenblik veiliger kunnen maken. Het aanleggen van een derde rijvak is geen antwoord op de logistieke uitdagingen, die Vlaanderen heeft. Een derde rijvak kan misschien wel op sommige plaatsen een antwoord zijn om de problemen inzake de verkeersveiligheid op de E313 te verminderen. Bovendien zouden we die bijkomende ruimte kunnen gebruiken voor busbanen op de autostrade.
Het onmiddellijk en totaal uitsluiten van een mogelijke derde rijstrook vind ik een kortzichtige benadering. Een derde rijstrook als antwoord op de logistieke discussie is echter ook een verkeerde benadering.
Ik wil mijn verhaal afmaken met een laatste vraag die momenteel erg actueel is. U hebt allicht ook de brief gekregen of gezien van de voorzitter van het directiecomité van de NMBS, de heer Haek, waarin hij aan Vlaanderen vraagt om te stoppen met investeren in de zogenaamde megatrucks, de lange vrachtwagens. Hij geeft daar een aantal zeer goede redenen voor. Ik wil een stukje uit zijn brief voorlezen: "Dit type wegvervoer zal een nieuwe vraag teweegbrengen en het fenomeen van de rijdende stapelplaats op Europese wegen verscherpen. Allicht zullen we naar een omgekeerde modal shift gaan van spoor naar weg." Hij geeft daar een aantal argumenten voor. Hij wijst ook op "de externe kosten van deze megatrucks, met name de toxische emissies, meer congestie en meer ongevallen terwijl de huidige externe kosten nog steeds niet worden betaald door de gebruiker maar door de hele maatschappij". Mevrouw de minister, wat is uw standpunt daarin, gezien de belangrijke demarche die de NMBS in dezen doet met het schrijven aan Vlaamse actoren?
Ik stel vast dat het probleem nogmaals wordt verruimd naar iets wat niets te maken heeft met de actuele problematiek op de E313.
Dat heeft er wel mee te maken.
Dat is stof voor een ander debat. Ik begrijp uw argumenten, maar ze hebben niets te maken met de acute problemen op de E313. We moeten erin slagen om nu concrete oplossingen te vinden op korte termijn voor het verkeersveiligheidsprobleem. De rest kan in een ander groter debat aan bod komen.
Ik ga daar volledig mee akkoord. Ik heb tijdens de inleiding van mijn betoog gezegd dat we het er mee eens zijn dat de op- en afritten een probleem vormen. Ze zijn verouderd, te kort en moeten worden aangepakt. We zijn het ermee eens dat het inhaalverbod niet wordt gerespecteerd en dat er beter op moet worden toegezien. Ik hoor van de minister een aantal positieve berichten. We kunnen het misschien wel eens geraken over het feit dat we moeten gaan naar een snelheidsverlaging op de E313, nét uit veiligheidsoverwegingen zoals u stelt.
Mevrouw de voorzitter, ik ga akkoord met de heer Koninckx. Mijnheer Daems, u sleurt er van alles bij. We moeten geen lessen krijgen van de NMBS inzake goederenverkeer. Het is net die instelling die tijdens de voorbije tien jaar het goederenverkeer op een systematische manier heeft afgehouden van het eigen spoor. Het was de politiek van Vlaanderen om meer te investeren in binnenvaart. We kennen de problematiek betreffende het spoor. De heer Haek moet ons geen lessen geven. Als hij iets wil doen, dan moet hij meer investeren in Vlaanderen op een normale manier. Zo zullen de spoorwegen een ongelooflijke bijdrage leveren aan het wegnemen van de problemen met verkeersstromen op onze snelwegen.
Het is jammer dat de heer Schouppe niet meer in ons midden is, want dat zou ook een interessant debat opleveren. (Applaus bij Groen!)
De heer Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, dit onderwerp is al meermaals behandeld in de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie. De vorige en huidige minister van Openbare Werken hebben reeds een antwoord geformuleerd op de dringende maatregelen die kunnen worden getroffen op korte termijn. Daar zijn onder andere bij de op- en afritten, de te korte in- en uitvoegstroken, het omliggende wegennet dat onvoldoende is uitgerust waardoor de afritten niet vlug genoeg kunnen worden ontruimd, de files van 500 meter of langer die soms op de pechstrook staan. Dat alles vormt een reëel gevaar voor de verkeersveiligheid.
Hier is trouwens al gezegd dat verkeersveiligheid een acuut probleem is. Het is een topprioriteit. Het zou verstandig zijn om te onderzoeken wat er nog meer kan worden gedaan dan de maatregelen die u en uw voorganger hebben aangekondigd. Ik denk dan onder meer aan de verkeerslichtenbeïnvloeding en aan de verlenging van de op- en afritten en de invoegstroken. U verwees ook naar de 'fly-overbrug' in Geel-West, die vanaf 2009 een belangrijke rol zal spelen in de beheersing van de verkeersstromen op de E313. Dat project mag niet worden uitgesteld, want het gaat over een zeer belangrijk verkeersknooppunt van de Antwerpse Kempen.
Ik pleit ook voor een dynamisch verkeersbeheer. We moeten voluit kiezen voor telematica. Incidenten en files moeten onmiddellijk aan de gebruikers van de E313 worden gemeld. Tijdens piekuren en bijzondere weersomstandigheden kunnen snelheidsbeperkingen een belangrijke factor zijn ter bevordering van de verkeersveiligheid. Alle mogelijke maatregelen moeten we in ogenschouw nemen. We mogen niet a priori bepaalde mogelijkheden verwerpen. Verkeersdeskundigen kunnen ons daarbij helpen. Ik ga ervan uit dat u voldoende omringd bent om op een doortastende manier op korte termijn oplossingen aan te reiken om het aantal verkeersongevallen te verminderen. Statistieken tonen aan dat er in de afgelopen dertig dagen 56 ongevallen zijn gebeurd, met in totaal 24 gekwetsten en 3 doden.
Dat veroorzaakt onnoemelijk menselijk leed, en wegens de files, ook economische en ecologische schade. Uren stond men er in de file. Hulpdiensten moeten permanent in staat van paraatheid zijn om te kunnen interveniëren. Gemiddeld gebeuren er twee ongevallen per dag. Men kan niet verantwoorden dat daaraan niet wordt geremedieerd. Ik vraag dan ook uitdrukkelijk dat u niets onverlet laat om ingrijpende maatregelen te nemen. Op korte termijn moet het aantal verkeersongevallen met gekwetsten betekenisvol naar omlaag. En er moet aandacht uitgaan naar capaciteitsbevorderende maatregelen, want ze kunnen de verkeersveiligheid vergroten. Ik begrijp dat dit niet op korte termijn kan. Er moeten allerlei procedures en spelregels worden gerespecteerd. Het is evenwel nodig dat we capaciteitsbevorderende maatregelen nemen, want ze vergroten de doorstroming en kunnen de verkeersveiligheid bevorderen.
Ik besluit met een vraag: welke maatregelen zult u op korte termijn nemen? Als ik zeg 'op korte termijn', dan bedoel ik zo mogelijk vandaag nog. Het kan niet snel genoeg gaan als het over verkeersveiligheid gaat.
Ik deel uw mening en wil onmiddellijk een suggestie doen. Ik vraag de minister om vandaag of morgen al een eerste maatregel te nemen. In Nederland en Frankrijk staan op plaatsen waar veel files kunnen ontstaan, zoals bij ons dagelijks op de E313, auto's met grote tekstboodschappen klaar. Die auto's worden ongeveer 500 meter achter de staart van de file opgesteld, en ze schuiven met die staart van de file mee naar voren of naar achteren. Onze borden, die op bruggen aankondigen dat een 'file mogelijk' is, worden door niemand nog bekeken. Zo'n goed verlichte voertuigen die 500 meter achter de staart van de file de chauffeurs waarschuwen, kunnen veel leed voorkomen.
Dank u wel voor de suggestie, maar ik denk dat ze gericht is aan de minister. Ik kan ze alleen maar ondersteunen in afwachting van andere maatregelen voor een dynamisch verkeersbeheer.
Maar u sprak over vandaag, dat is een maatregel voor vandaag.
Juist, want ik vind dat er geen uitstel meer getolereerd kan worden.
Ik vroeg ook welke maatregelen u zou nemen om te komen tot duurzame oplossingen om de structurele tekortkomingen van de E313 te verhelpen: maatregelen die te maken hebben met de op- en afritcomplexen en die eventueel capaciteitsverhogend kunnen werken.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik ben in dit debat misschien de vreemde eend in de bijt omdat ik de zware opdracht heb mijn collega de heer Peumans te vervangen die dit dossier opvolgt.
Anderzijds wil ik mij wel degelijk in dit debat mengen want het is op zich al een vreemde vaststelling dat een van de eerste verkeersslachtoffers op de E313 in 1958 mijn eigen vader was. Ongevallen zijn dus van alle tijden. Maar ik treed de heer Peeters bij: elke dode op onze wegen is er een te veel; elke zwaargekwetste die levenslang de gevolgen moet dragen van een ongeval, is er ook een te veel. Dat moet ons hoofdaandachtspunt zijn, los van natuurlijk economische en andere belangen. Het menselijk leed staat voorop.
De andere sprekers hebben reeds uitvoerig het probleem geschetst: te veel verkeer op een weg met veel vrachtverkeer en slechts twee rijstroken. We moeten ons dan ook de vraag stellen wat precies het probleem is en welke oplossingen er kunnen komen.
Ik ga zo dadelijk in op de maatregelen die onmiddellijk genomen worden. Maar sta me toe ook even te verwijzen naar de studie die door toenmalig minister Peeters gemaakt is naar aanleiding van een schriftelijke vraag van de heer Peumans. In die studie wordt een onderzoek gevoerd naar het fileprobleem en de vele ongevallen op deze autosnelweg. Ik zou willen verwijzen naar bladzijde 9 van deze studie. Ik wil me nog niet uitspreken over een rijstrook erbij of niet, maar ik wil toch wijzen op het feit dat de files op deze weg niet alleen opgebouwd worden door de flessenhals aan de Antwerpse ring. De studie zegt ook het volgende: "Op basis van het begintijdstip van de files per wegvak kunnen er echter een aantal files worden waargenomen waarbij dit niet het geval is of met andere woorden die met zekerheid verder stroomopwaarts van Antwerpen zijn ontstaan, onafhankelijk van de file nabij Antwerpen." Men geeft cijfers waarbij in een bepaalde periode structurele files ontstaat ter hoogte van Massenhoven, structurele files ter hoogte van Herentals-Industrie, waardoor toch wel duidelijk aangetoond wordt dat deze snelweg te veel verkeer te werken krijgt en dit niet aankan.
Er zijn natuurlijk een aantal structurele zaken die deze weg bijkomend gevaarlijk maken. Ik meen te weten dat hieraan gewerkt wordt. Er is reeds gesproken over te korte op- en afritten, maar wat ik nog gevaarlijker vind, is dat onze afritten niet tijdig ontruimd kunnen worden en dat men soms honderden meters op de pechstrook moet aanschuiven. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de rotonde van Lummen, waar twee autostrades elkaar kruisen en waar men zich twee kilometer voor Lummen op de pechstrook moet begeven om de afrit richting Genk of Brussel te kunnen nemen.
Het zijn zaken die aantonen dat het probleem wordt aangepakt.
Natuurlijk heb ik ook begrip voor elementen die door collega's werden aangebracht, want we moeten inderdaad streven naar een modal shift. We liggen parallel aan het Albertkanaal en er zijn spoorwegen, alleen de ontsluiting van Antwerpen ontbreekt. Dat is inderdaad een ander debat, maar op lange termijn moeten die elementen worden meegenomen.
Mevrouw de minister, voor de korte termijn is er ondertussen voldoende geweten over het overleg dat u gevoerd hebt. Daaruit blijkt dat u kort op de bal wilt spelen en met alle betrokkenen oplossingen wilt zoeken.
Onze fractie is het ermee eens dat we naar aangepaste snelheden gaan. Laat het wel heel duidelijk zijn dat het aangepaste snelheden moeten zijn die afhankelijk zijn van weersomstandigheden en omstandigheden op de weg. Dynamische verkeerssignalisatie is meer mogelijk, waardoor we tijdig kunnen ingrijpen en files aangeduid kunnen worden. Niet alleen ongevallen veroorzaken files, maar files veroorzaken ook ongevallen. We zitten dus in een spiraal, waarbij het ene het gevolg is van het andere en het andere de oorzaak van het ene.
Dat moet zeker zo snel mogelijk worden meegenomen. Voorbeelden op andere plaatsen tonen aan dat trager rijden er soms voor zorgt dat men meer verkeer kan verwerken. Mevrouw de minister, dat denkspoor willen wij mee bewandelen. Het is, zoals ook door collega's werd aangehaald, niet onmiddellijk onze bevoegdheid, maar ik denk dat u echt moet aandringen op veelvuldiger controles.
Ik ben een leek in dit debat, maar naar aanleiding van de discussie over het inhaalverbod van vrachtwagens bij regenweer, stonden de kranten vol berichten over buitenlandse chauffeurs die zich afvragen waarom ze het verbod zouden respecteren, want in Vlaanderen en België worden ze toch nauwelijks gecontroleerd. Het optreden van de wegbeheerder is zeer belangrijk, om aangepaste snelheden in te voeren, maar we moeten ook op een dynamische manier omgaan met het afwikkelen van het verkeer, zorgen voor de nodige controles en ingrijpen waar nodig.
Mijn fractie is vragende partij om verder onderzoek in te stellen over hoe we tot een betere afwikkeling van het verkeer op deze belangrijke as, de E313, kunnen komen in de toekomst.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, als hekkensluiter van dit debat wil ik een uiteenzetting houden namens Lijst Dedecker.
Het debat is nu actueel, als ik mij niet vergis, omdat er eigenlijk te veel doden en gewonden vallen op korte termijn op die E313. Helaas moeten we in onze maatschappij dan altijd vaststellen dat dergelijke feiten een discussie versnellen of actueler maken. We zijn een regio met verkeersdeskundigen en de nodige kennis, ook in dit huis, maar alles gebeurt dan zo plotseling. Er staan altijd plotseling files.
Ik kijk al jaren met stijgende verbazing naar de manier waarop de mobiliteit wordt aangepakt. Ik denk dat iedereen hier de wegen wel kent en weet dat op 20 jaar tijd de files heel wat groter zijn geworden. Op de E19, toen ik vroeger naar het leger reed met de wagen, stond er een file vanaf Peutie, dan werd het vanaf Zemst, dan Mechelen-Zuid, Mechelen, Mechelen-Noord, Kontich en nu maak ik het zelfs mee dat er vanaf Antwerpen-Zuid al file is tot aan de Brusselse ring.
Wat komt daar nu nog bij? Vroeger rees de vraag of je nog wel op tijd zou aankomen op het werk, maar tegenwoordig moet men de vraag stellen of men nog wel levend aankomt op het werk. Vorig jaar heb ik het zelf kunnen meemaken in het verkeer. Men kan er niets aan doen, want plotseling is er een dergelijk feit.
Ik denk dat we dat niet oplossen met een kort of snel actualiteitsdebat, om dan een paar regels in de kranten te krijgen en de burger gerust te stellen door te zeggen dat we betrokken partij zijn en erover nadenken.
Een goed mobiliteitsbeleid bestaat volgens ons uit een evenwichtige mix van maatregelen om enerzijds het verkeersaanbod te verminderen en anderzijds de doorvoercapaciteit te verhogen. De socialistische collega's leveren de verantwoordelijken voor alles wat vliegt, rijdt en spoort, met als resultaat dat we met z'n allen steeds meer stilstaan. Dat is geen mobiliteitsbeleid maar een immobiliteitsbeleid.
Lijst Dedecker vindt investeringen cruciaal om de economische groei te ondersteunen, de verzadiging in het verkeer tegen te gaan en de verkeersveiligheid te verhogen. Ongeveer 44 percent van het aantal ongevallen heeft te maken met weginfrastructuur. Een snelheidsbeperking is een hapklare brok. Ik hoor daarover de afgelopen uren tegengestelde meningen. Eenzelfde debiet zal de concentratie aan voertuigen per kilometer doen toenemen en de tussenafstand tussen de opeenvolgende voertuigen doen afnemen. Vrachtwagens kunnen nu al op de normale uren de 50 meterregel niet respecteren: er zijn er gewoon te veel. Ik vraag me af of het nu zo moeilijk is. De E313 is volgens heel wat experten, die door anderen weer worden tegengesproken, aan een derde rijstrook toe, vooral tussen Lummen en Wijnegem. Dat de op- en afritten langer moeten zijn, hebben we al vernomen. Dat gaat puur om de veiligheid. Dat heeft trouwens ook te maken met het feit dat de E313 een internationale weg is die aan de Europese normen moet voldoen.
Ik wil deze discussie niet langer rekken dan nodig. Dat er maatregelen nodig zijn, wisten we al lang. Als je de discussies in de parlementen volgt, zeg je: laten we daar nog maar eens een paar maanden of jaren over discussiëren. We denken dat inzake wegeninfrastructuur bijkomende rijstroken noodzakelijk zijn omdat de autosnelwegen tot nu toe de slagaders van onze economie zijn. Er moeten fysiek gescheiden rijstroken komen op de grote transitassen in plaats van vrije busbanen. Misschien ligt het aan mij, maar als ik die vrije busbanen voorbijrijd in druk verkeer, zijn die altijd leeg, zonder bussen. De verleiding is dan heel groot om die lege rijstrook dan toch maar te benutten, want daar betaal je trouwens wegentaks voor. Maar dat is een heel andere discussie die we nog zullen aankaarten. De vrije busbaan op de E313 ligt daar ook maar wat te liggen. Ze zou zeer nuttig kunnen zijn voor de andere weggebruikers als er veel verkeer is. Misschien moeten we daar ook eens naar kijken, mevrouw de minister.
Meer openbaar vervoer heeft de files nog geen millimeter ingekort. Mevrouw de minister, ik heb geen vraag voor u, maar ik dring aan op ingrijpende en structurele maatregelen. Ik reken daar op. Ik geloof in uw vooruitziendheid, uw slagkracht en uw jonge dynamiek als minister zodat u met een oplossing zult komen binnen een jaar, waarbij de problemen op de wegen tot het verleden behoren. Dat zou pas fijn zijn.
Mijnheer Verstrepen, u weet toch ook dat waar de vrije busbaan eindigt, waar de snelweg E34 vanuit Turnhout samenkomt met de E313, vier rijstroken bij elkaar komen: twee uit Turnhout en twee uit Hasselt en Lummen. Het heeft totaal geen zin om daar een derde rijstrook bij te leggen als je verderop die verkeersstroom niet kunt verwerken. Dat lost het probleem niet op. Ik zie niet goed in waarom u nu op die vrije busbaan schiet en u de verleiding groot acht om daarop te rijden, terwijl u weet dat u verderop toch maar twee rijstroken hebt om verder te rijden. Die vrije busbaan laten innemen door ander verkeer, komt de mobiliteit totaal niet ten goede.
De heer Sauwens heeft het woord.
De heer Verstrepen heeft een punt. Het adagium dat men met het versterken van het openbaar vervoer de oplossing zal vinden voor de files, zoals we al lang horen van de socialistische ministers, werkt niet. Het blijkt uit een enquête van de bevolking in de grote steden in Vlaanderen. Weet u hoeveel percent van de bevolking nu en dan gebruik maakt van het openbaar vervoer? In Hasselt, de stad waar het aanbod versterkt is met een factor vier, gebruikt slechts 9 percent van de bevolking de bus. Waarom is dat?
We moeten tot een globale structurele benadering komen. Een provincie zoals Limburg met 800.000 inwoners heeft vrijwel geen openbaar vervoer van kwaliteit. De spoorwegen hebben deze provincie altijd achtergesteld.
Heel veel mensen zijn voor hun verplaatsing aangewezen op de eigen wagen, omdat er geen alternatief is. De gratis bussen kunnen dat niet opvangen. Heel veel mensen maken dus inderdaad gebruik van die bestaande autosnelwegen. De heer Verstrepen heeft zeker een punt: we moeten durven denken aan het wegwerken van de missing links. Dat staat trouwens in het regeerakkoord. Het verbreden van de bestaande trajecten is inderdaad een element dat moet worden onderzocht. We doen grote investeringen in onze havens en halen zo tienduizenden vrachtwagens per week terug naar hier. Dan moeten we een algemeen mobiliteitsmodel hebben dat dit kan opvangen. Ik heb onze minister van Mobiliteit daarover ondervraagd in de commissie, aan het begin van deze zittingsperiode. Het enige antwoord dat we van haar krijgen, gaat steeds maar over het versterken van het openbaar vervoer.
Het is goed dat Vlaanderen investeert in openbaar vervoer, maar het is hoog tijd dat we de missing links in de bestaande wegeninfrastructuur wegwerken. We kunnen geen logistiek knooppunt willen zijn, en dat nog willen versterken, en nog meer investeren in de havens, als we aan de andere kant alleen het openbaar vervoer versterken. Zeker vanuit Limburgs perspectief is het dus hoog tijd voor structurele maatregelen, die capaciteitsverhogend kunnen werken waar er knelpunten en flessenhalzen zijn.
Mijnheer Sauwens, ik dank u voor uw betoog.
Mijnheer Koninckx, het verbaast me een beetje dat u niet begrijpt waarom die verleiding zo groot is. Ik circuleer veel rond Antwerpen. Ik woon daar ook. Het is nogal lastig dat iedereen daar stilstaat. Laten we menselijk zijn: als we dan op die rijstrook staan, en voor ons zien we een volledige rijstrook leegstaan, en het is geen pechstrook, dan is de verleiding toch groot om ons af te vragen waarom we die niet zouden mogen nemen. Het punt is inderdaad, zoals u zegt, dat we ons iets verder dan weer vastrijden, maar daarmee onderschrijft u net dit betoog. De E313 in de buurt van Antwerpen is een levensgevaarlijke zone geworden, van welke kant men ook komt. We moeten dan ook nog rijstroken gaan kruisen. Mensen komen dan inderdaad van die route van Turnhout. Mensen moeten dan over die busbaan. Als er een actie is in het Wijnegem Shopping Center staan ze ook aan de rotonde van Wommelgem aan te schuiven. Zo ver is het gekomen: als de mensen gaan winkelen, dan zorgt dat voor files die even levensgevaarlijk zijn als de ongevallen die er nu gebeuren aan die op- en afritten. Hoe lang moeten we wachten? Tot er superkoopjes zijn en we allemaal stilstaan? Dat lijkt me niet de oplossing.
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte leden, ik dank alle sprekers voor hun boeiende uiteenzettingen. Dat bewijst alleszins dat de E313 vrijwel niemand in dit halfrond onberoerd laat.
Deze ochtend heb ik inderdaad vergaderd met een aantal mensen van het Agentschap Wegen en Verkeer van de provincie Antwerpen en ook van mijn eigen agentschap. Er waren ook mensen aanwezig van de federale wegpolitie, net als mensen van het Verkeerscentrum Antwerpen. Die vergadering was gisteren gepland. Deze namiddag heeft er terzake een korte briefing plaatsgevonden. Dat was gisteren ook al aangekondigd. Het leek me dan ook een beetje te gek om te wachten tot 2 uur.
Excuseer, mevrouw de minister, was het dan niet mogelijk om even te wachten tot het actualiteitsdebat hier gedaan was? Ik vind dat een elementaire vorm van beleefdheid.
Dat is uw mening, en u hebt daar recht op. Het is het ene of het andere: ofwel zegt u dat ik niets doe, ofwel doe ik iets, maar dan is het niet goed, omdat ik het te snel doe. (Applaus bij CD&V)
Een paar uur wachten wil niet zeggen: niets doen. U hebt het parlement voor willen zijn en de primeur aan de pers willen geven.
Mijnheer Huybrechts, wilt u nu eigenlijk zeggen dat ik moet wachten om te vergaderen over deze problematiek met de verantwoordelijken tot er in dit parlement een debat is gevoerd? Neen toch?
De vergadering was boeiend. Voor ik tot de essentie kom en de maatregelen op korte en lange termijn toelicht, wil ik de weg eerst nog even situeren. De E313 is een van de oudste snelwegen van ons land en dateert van het einde van de jaren vijftig. Het klopt dat de standaard waarmee de weg werd ontworpen niet meer voor 100 percent beantwoordt aan de huidige verkeersstromen en verkeerssituatie. Dat komt vooral tot uiting ter hoogte van de op- en afritten: ze zijn veelal kort, de afstand tussen de autosnelweg en de aansluiting op het onderliggende wegennet is te kort, ze zijn smal en ze werden uitgevoerd met scherpe bochtstralen.
De eerste 10 kilometer, dat is de sectie Antwerpen-Ranst, heeft een profiel van tweemaal drie rijstroken en een pechstrook, en vormt het gezamenlijke wegvak E34-E313. De sectie Ranst-Luik heeft slechts twee rijstroken en een pechstrook. In de richting van Antwerpen werd, zowel op het gezamenlijke stuk E34-E313 als op de sectie Massenhoven-Ranst, de pechstrook vervangen door een voorbehouden rijstrook voor autobussen.
Niemand zal betwisten dat de E313 een belangrijke schakel vormt in het hoofdwegennet als oost-westverbinding voor het langeafstandsverkeer, als achterlandverbinding voor de Antwerpse haven, als verbinding met het Duitse Ruhrgebied en als ontsluiting van de Kempen met de grootstedelijke gebieden Antwerpen en Brussel.
Er werden al heel wat cijfers genoemd. We hebben ze deze morgen uiteraard ook bekeken. De E313 moet dagelijks verkeersvolumes verwerken van circa 40.000 voertuigen per rijrichting en dat op twee rijstroken in de sectie Ranst-Luik. Op de autosnelweg rijdt veel vrachtverkeer: 25 tot 35 percent van het totale aantal, maar uiteraard neemt een vrachtwagen meer plaats in dan een gewone wagen. Het komt erop neer dat ongeveer de helft van de capaciteit van de snelweg ingenomen wordt door het vrachtverkeer.
Uit een studie waar mijn voorganger, de huidige minister-president Kris Peeters, opdracht toe gegeven heeft aan het Verkeerscentrum Antwerpen en die werd afgerond in november van vorig jaar, blijkt dat de verkeersaangroei op de E313 eenzelfde toename kent als op de andere autosnelwegen in Vlaanderen. Het gaat om een toename met 5 percent tijdens de laatste drie jaar.
Vooral het wegvak in de Antwerpse Kempen, de sectie Ranst-Geel, is congestiegevoelig. Die gevoeligheid wordt zowel veroorzaakt door structurele files, vooral in de richting van Antwerpen, als door incidentele files. De kleinste verstoring leidt tot een grote verkeersimpact. Uit de studie blijkt dat de verkeerscongestie in vergelijking met de voorbije jaren frequenter voorkomt en ook sneller en dieper stroomopwaarts aangroeit.
Ook over de ongevallen werden hier al cijfers meegedeeld. Ze gaan over de problematiek van de wachtrijen, de kleine bochtstralen op de uitritten en de lage invoegsnelheden vanaf de opritten. De ongevalcijfers van de autosnelwegpolitie zijn duidelijk. Het aantal ongevallen kent een stijgende lijn, vooral voor wat de categorie stoffelijke schade betreft. De heer Peeters heeft de meest recente cijfers aangehaald.
Ook de conclusies over de oorzaken van de ongevallen zijn hier al door heel wat sprekers vermeld, maar ik probeer ze toch nog even samen te vatten. Een van de oorzaken van de recente ongevallen is het onbeveiligd inrijden op de filestaart. De beperkte restcapaciteit van de autosnelweg geeft aanleiding tot files bij het kleinste incident. Een groot aandeel van het vrachtverkeer neemt de totale capaciteit van de rechterrijstrook in beslag. Dat zijn de voornaamste oorzaken.
Uiteraard werden al eerder maatregelen genomen. Het is niet zo dat we vandaag pas de problematiek onderzoeken. Hier en in de bevoegde commissie werden al heel wat debatten over het onderwerp gevoerd.
In het recente verleden zijn er maatregelen genomen in Geel-West, Herentals-Oost, Herentals-Industrie, Herentals-West en Massenhoven. Op elk van die complexen zijn de opritten verlengd van 150 naar 400 meter. Dat is uitgevoerd tussen 9 mei en 4 juni van dit jaar op alle opritten, behalve de oprit Massenhoven, dat was op 18 augustus. Er is een snelheidsreductie op de afritten zelf tot maximum 50 kilometer per uur en die wordt gradueel afgebouwd van 90 naar 70 naar 50. Die borden werden in de eerste week van juni geplaatst.
Op korte termijn worden volgende maatregelen uitgevoerd. In de eerste plaats wordt de uitstroom op de uitritten verbeterd door het plaatsen en optimaliseren van verkeerslichten die dynamisch regelbaar zijn en dus meer groentijd geven op het moment van files. Daardoor wordt het verkeer sneller weggeleid van de autosnelweg. Ik geef een stand van zaken. Op afrit 23 Geel-West in de richting Antwerpen zijn de lichten aanwezig, de groentijd wordt geoptimaliseerd en in de komende weken gefinaliseerd. In Herentals-Oost zijn de werken in uitvoering. Voor Herentals-Industrie is het verkeersplan in opmaak. Voor Herentals-West zijn geen dynamische lichten gepland. Voor Massenhoven zijn de werken in uitvoering. De beslissing tot het al dan niet plaatsen van die lichten is genomen door de Provinciale Commissie Verkeersveiligheid (PCV) en die beslissing dateert van 14 november 2006. De PCV volgt de resultaten van de ingrepen op. Er kan worden bijgestuurd of uitgebreid.
De bochtstralen op de uitritten zijn heel scherp. Er wordt gezocht naar een manier om daaraan te werken. De slijtlaag in de korte bochten wordt heraangelegd en onmiddellijk verbeterd. Dat komt de wegligging van de voertuigen ten goede zodat het aantal ongevallen op de afritten ook beperkt kan worden.
Een vroegere en betere aankondiging van de files zou heel wat ongevallen kunnen verhelpen. Uit het onderzoek blijkt dat de kleine helft van de ongevallen veroorzaakt wordt doordat de chauffeurs een nakende file niet opmerken. Op dit ogenblik staan er dergelijke borden vanaf Herentals-West in de richting van Antwerpen. De actuele ongevallen situeren zich in de onbeveiligde zone voor Herentals-West bij onverwachte files. Om deze situatie te beveiligen worden bijkomende borden geplaatst. Die zullen de file detecteren en aankondigen op een voorafstand van 1500, 1000 en vervolgens 500 meter. Er komen 30 van die bijkomende borden over een afstand van 15 kilometer, vanaf halverwege tussen Geel-West en Herentals-Oost.
Het agentschap beschikt inderdaad reeds over enkele mobiele karretjes, zoals de heer Koninckx opmerkt. Ik heb vandaag gevraagd of die karren - tot de definitieve borden er staan - kunnen worden ingezet.
Aanvankelijk dacht ik dat we hier met een tweespalt geconfronteerd zouden worden. Toen ik de mededelingen las, kreeg ik de indruk dat een aantal mensen zou vragen om een statische 90 kilometer per uur in te voeren. Iedereen is het erover eens dat een dynamisch verkeersmanagement in de richting van Antwerpen absoluut noodzakelijk en dringend is.
Aansluitend op de maatregelen die ik heb aangekondigd, wordt een definitieve uitrusting gepland voor dynamisch verkeersmanagement in de richting van Antwerpen, naar analogie van degene die werd geplaatst tussen Antwerpen en Ranst. De uitrusting zal bestaan uit portieken met rijstrooksignalisatie om de 1.500 meter. Deze mogelijkheid verdient de voorkeur, ook op een statische snelheidswijziging. Ze laat toe de snelheid te harmoniseren in functie van de verkeersafwikkeling of -intensiteit op een bepaald moment. De uitvoering van de dynamische verkeersafwikkeling zal worden gepland. In de komende maanden volgt ook nog een debat dat E313-overschrijdend is.
Op de langere termijn hebben sommigen hier verwezen naar de werken voor het complex Geel-West. Het is van belang dat die werken kunnen worden uitgevoerd. Op de hele lange termijn hebben sommigen de mogelijke aanleg van een derde rijvak aangehaald. Het is vrij duidelijk dat hierover een studie moet worden uitgevoerd en dat de discussie over de totale verkeersafwikkeling van die druk bevraagde zone moet gaan. In de totale visie moeten we rekening houden met de maximale inzet van de vervoersmodi. Als uit het debat en overleg blijkt dat een derde rijstrook gewenst is, dan zullen de nodige procedures moeten worden ingezet om dat te realiseren.
Op het overleg van deze morgen waren mensen van de wegpolitie aanwezig. Ze hebben vorige week aangekondigd dat ze verhoogde controles uitvoeren op het bumperen, op de afstand tussen de vrachtwagens. Ik ga ervan uit dat ze dat zullen voortzetten. De handhaving is een bevoegdheid van de federale minister. Ik ben ervan overtuigd dat we hierover een gesprek kunnen voeren of de gepaste maatregelen nemen.
De heer Daems vroeg een standpunt over de megatrucks. Net voor het zomerreces werd een resolutie goedgekeurd die een proefproject met randvoorwaarden aankondigde met ecocombi´s. Voorafgaand zou er een studie zijn over de impact op de verkeersveiligheid. We wachten op de resultaten van die studie. Een van de belangrijke randvoorwaarden om een proefproject op te starten was uiteraard dat de modal shift niet mocht worden omgekeerd.
Ik heb geprobeerd op de meeste vragen in een notendop te antwoorden. Vergeef me als ik niet volledig was, ik heb mijn best gedaan. (Applaus bij CD&V, sp.a-spirit en N-VA)
Mevrouw de minister, u geeft enkele zaken aan die de vraagstellers als mogelijke oorzaken hebben aangestipt. Als antwoord op korte termijn hebt u aangehaald dat de op- en afritten werden verlengd. Daar moeten we niet onmiddellijk heil van verwachten. Ik verwacht wel iets van de verlenging van het groene verkeerslicht, dat voor een versnelde afvoer naar het aansluitende wegennet moet zorgen.
Inzake de politie blijf ik op mijn honger zitten. De politie geeft toch al langer signalen over haar beperkte bezetting om toezicht te houden op de E313. Bent u daarvan op de hoogte gesteld? Hebt u daarover overleg gepleegd of zult u dat doen met de minister van Binnenlandse Zaken? U moet niet alleen toezicht laten houden op het bumperen, maar ook op het roekeloze rijgedrag en het niet gebruiken van de richtingaanwijzers bij het veranderen van rijstrook. Die signalen krijg ik van de politie. Er is bijkomende aandacht nodig om daarop toe te zien.
Ik heb nog één vraag die u niet beantwoord hebt. Gaat u ook onderzoek doen naar bijkomende signalisatie voor de duidelijke aanduiding van de afritten? Door de vele vrachtwagens is het moeilijk om aan de rechterkant de borden te zien die een afrit aankondigen. Daardoor veranderen veel automobilisten laattijdig van rijstrook en doen ze vaak roekeloze manoeuvres om alsnog de afrit te halen - een afrit die tijdens de spitsuren vaak al vol staat met aanschuivende auto's. Gaat u het idee onderzoeken om aan de linkerkant bijkomende verkeersborden te plaatsen die een afrit aankondigen?
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik heb nog een aantal vragen. Voor de handhaving verwijst u naar de federale minister die bevoegd is voor de politie. Ik meen toch te weten dat u en minister Van Brempt 2,5 miljoen voorzien hebben voor het plaatsen van digitale flitspalen langs de autosnelwegen. Waar en wanneer zullen we die flitspalen zien verschijnen? Er staan er nu al aan de Kennedytunnel en op het viaduct van Gentbrugge, maar bijvoorbeeld nog niet langs de E313. Gaat u daar ook digitale flitspalen plaatsen? Daar hebt u de politie niet zozeer voor nodig.
Gaat u het permanente inhaalverbod voor vrachtwagens op autosnelwegen met twee maal twee rijstroken, dat ingaat vanaf 1 januari 2008, in Vlaanderen implementeren zonder uitzonderingen? Gaat u de principes van het dynamische verkeerbeheer - met dynamische signalisatie en het variabiliseren van de maximumsnelheden - enkel toepassen op de E313, of bent u ook bereid om te bekijken of dat niet op het hele Vlaamse autosnelwegennet toegepast kan worden? Het probleem van de verkeersonveiligheid is immers geen exclusief probleem van de E313, maar van het hele snelwegennet.
Mevrouw de minister, ik ben tevreden met uw antwoord. Het is niet omdat er vandaag een actualiteitsdebat gevoerd wordt dat er in het verleden geen aandacht geweest is voor de E313. Uw voorganger en uzelf hebben reeds verschillende maatregelen genomen die al in uitvoering zijn.
Het verheugt mij dat u aankondigt dat er werk zal worden gemaakt van een dynamisch verkeersmanagement. Ik zou met aandrang willen vragen dat dit versneld gebeurt. Daar is immers een heel dringende behoefte aan. Ik volg ook de suggestie van de heer Koninckx om de mobiele karretjes, die reeds in het bezit zijn van de administratie, al in te schakelen op de E313.
Ik ben ook blij dat u een studie aankondigt over de middelen die ingezet moeten worden op middellange termijn. U haalt terecht aan dat er een globale visie ontwikkeld moet worden op de mobiliteit in deze regio. Dat verheugt mij enorm, omdat daar in het verleden veel te weinig aandacht voor geweest is, met de gekende gevolgen.
Mevrouw de voorzitter, ik zal een actualiteitsmotie indienen.
Mevrouw de minister, ik ben verheugd te horen dat u de mogelijkheid van een derde rijstrook op zijn minst gaat laten onderzoeken. Misschien kunt u best uw kabinet daar eens over inlichten. Maar dat moet u zelf beslissen.
Hoe gaat u de investeringsachterstand in wegeninfrastructuur, die volgens de afdeling Wegenbouw het niet geringe bedrag van 255 miljoen euro bedraagt, trachten weg te werken? Hebt u daarvoor, in samenspraak met uw collega-ministers en de minister-president, al beleidsinitiatieven genomen?
Mevrouw de voorzitter, ook ik kondig een actualiteitsmotie aan.
Mevrouw de minister, ik hoor hier allerlei elementen de revue passeren: studies, flitspalen, controles, inhaalverbod enzovoort. Blijkbaar wordt er geschoten op alles wat beweegt. Voorlopig ben ik tevreden met uw aankondiging dat u het idee van de derde rijstrook wilt onderzoeken.
Ik wil nog even aanstippen dat er een angstgevoel bestaat in het verkeer. Uit studies blijkt dat een van de grote angsten van mensen is achteraan in een file op de autosnelweg te worden aangereden. Ik ben geen bordenexpert en ik heb dan ook mijn twijfels bij die dynamische borden. Pas wanneer u dat angstgevoel bij automobilisten kunt wegnemen, hebt u echt uw best gedaan.
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben tevreden met het aspect inzake het dynamisch verkeersmanagement. U zegt dat de studie die u aankondigt in een algemeen kader moet worden geplaatst. Maar wat bedoelt u daar precies mee? Welk kader hebt u voor ogen? De vraag is niet alleen hoe we tot een goede mobiliteitsafwikkeling komen maar ook wat er in de toekomst op ons afkomt. Ik heb het dan bijvoorbeeld over het toenemende vrachtvervoer op de weg, dat vooral afkomstig is uit de haven van Antwerpen.
Ik zie echter nog een ander probleem. Wanneer deze regering zou doorgaan met de creatie van de missing link noord-zuid in de Kempen, die aansluiting zoekt bij het knooppunt Geel-West, het zwartste punt op de E313, dan moet ook deze extra complexiteit mee in ogenschouw worden genomen. Ik vraag u dan ook, mevrouw de minister, om iets ruimer te kijken en na te gaan hoe we ruimtelijk kunnen omgaan met de inrichting van onze bedrijventerreinen en onze logistieke centra en poorten om te vermijden dat er opnieuw congestie wordt gecreëerd door een foute ruimtelijke inplanting van een logistieke zone.
Ik ben bereid tot elk overleg met mijn federale collega, maar het is duidelijk dat de handhaving een federale bevoegdheid is.
Wat de signalisatie betreft, wil ik nagaan of en hoe de afritten duidelijker kunnen worden aangeduid.
Mijnheer Vandenbroucke, het is inderdaad zo dat er op dit moment op twee plaatsen digitale flitscamera's zijn geplaatst. Samen met minister Van Brempt heb ik beslist om alleen nog digitale flitscamera's aan te kopen en te plaatsen. Zij zijn veel beter beheerbaar. Die camera's moeten prioritair worden ingezet op de gevaarlijk punten. Momenteel is een werkgroep bezig met het uitwerken van een heel concreet plan waaruit moet blijken waar die camera's best kunnen worden geplaatst en welke prioriteitenlijst er zal worden gevolgd voor de plaatsing in de toekomst.
Wat het permanent inhaalverbod betreft, weet ik heel goed welke reglementering op ons afkomt. Op dit ogenblik wordt nagegaan waar dit verbod wel en niet zou gelden. Daar moet op relatief korte termijn meer duidelijkheid over komen.
Mijnheer Huybrechts, ik stel samen met u vast dat de vraag naar infrastructuurwerken enorm groot is. Uit de begroting van de vorige jaren blijkt dat ook de inspanningen die onder meer op budgettair vlak worden geleverd, enorm zijn.
We zijn heel concreet bezig met het oplossen van een aantal missing links. We zullen er tegen eind van dit jaar in slagen om 300 van de 800 zwarte punten op te lossen. De investeringen liggen nu al hoog maar moeten in de toekomst nog worden opgetrokken.
Wat het onderzoek naar een derde rijstrook betreft, herhaal ik wat ik net heb gezegd. Ik heb letterlijk gezegd dat de discussie over een mogelijke aanleg grondig gevoerd moet worden. In het geval van een positief standpunt zijn er heel wat procedures vereist.
Het is niet zo dat er na een beslissing zo maar met de aanleg kan worden gestart. U weet even goed als ik dat allerhande ruimtelijke procedures en trajectprocedures doorlopen moeten worden. We moeten streven naar een globale visie op onze toekomstige mobiliteitsafwikkeling. De visie zet in op de verschillende modi. Uiteraard moet daarbij rekening worden gehouden met de ruimtelijke impact en beslissingen die in deze regio zullen worden genomen. (Applaus bij de meerderheid)
Actualiteitsmoties
Door de heer Peeters, door de heren Huybrechts en Penris en door mevrouw Vogels werden tot besluit van dit actualiteitsdebat actualiteitsmoties aangekondigd. Ze moeten om 16.30 uur zijn ingediend. Het parlement zal zich daar nadien over uitspreken.
Het incident is gesloten.