Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bex heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, leden van de regering, dames en heren, het waren de VVSG, de intercommunale voor afvalverwerking EcoWerf, de steden Genk en Torhout en de gemeente Herent die als partij zijn opgetreden in de procedure bij de Raad van State die werd ingezet door de FEE, de beroepsfederatie van importeurs en fabrikanten van elektronische en elektrische apparatuur. Met deze procedure voor de Raad van State hebben ze geprobeerd om het ministerieel besluit van juli 2005 nietig te laten verklaren. Dat besluit regelde op welke manier gemeenten via hun containerparken zouden worden vergoed voor de prestaties die ze leveren in het kader van de aanvaardingsplicht.
Ik verwijs naar de vraag die de heer Van Dijck daarnet stelde met betrekking tot de financiële middelen van de gemeente. Indien we consequent de aanvaardingsplicht zouden toepassen en de gemeenten zouden vergoeden voor datgene wat ze doen in het kader van die aanvaardingsplicht, dan zou heel wat geld naar de gemeenten stromen.
Nu de procedure is afgelopen en de Raad van State heeft geoordeeld dat het MB niet nietig te verklaren is, zitten we met het probleem dat het besluit moet worden toegepast. De MBO met betrekking tot wit- en bruingoed, gekend als AEEA, is geschreven, maar de vraag is of die als basis kan dienen om verder te gaan en de gemeenten effectief te vergoeden.
De totstandkoming van de MBO was al een echte processie van Echternach. Er zijn heel wat procedures tussengeslopen, wat alles achteruit heeft gesteld. We weten dat er een zeer belangrijke lobby vanuit Europa actief is om dit voorbeeld in Vlaanderen zo ver mogelijk op de lange baan te schuiven omdat het misschien wel consequenties zou kunnen hebben voor meerdere landen en federaties van fabrikanten in Europa.
De MBO is er nu wel, maar enerzijds zijn er voorstellen om de teksten van de MBO wat transparanter te maken, en anderzijds zou er toch weer verzet komen van de kant van de producenten tegen de manier waarop de MBO op dit ogenblik uitvoerbaar is. En last but not least kunnen we de MBO alleen voor Vlaanderen toepassen. En van de federatie van de bedrijven horen we bovendien dat ze bij voorkeur met een MBO werken die door de drie gewesten wordt aanvaard.
Dan is er nog het grote meningsverschil tussen Vlaanderen en Wallonië, zo zegt men mij. Vlaanderen wil de MBO als zodanig laten passeren, terwijl Wallonië nog een reeks tuchtprocedures wil invoeren precies om die gemeenten die de MBO niet correct toepassen, te kunnen sanctioneren. Dat is mooi, maar de zaken blijven zo wel aanmodderen. Intussen blijven sommige gemeenten van inkomsten verstoken.
Mijn vraag aan de minister is de volgende. Hoe gaan we zo vlug mogelijk trachten deze procedures af te wikkelen zodat de gemeenten krijgen waar ze recht op hebben, namelijk een vergoeding van de prestaties die ze verrichten in het kader van de aanvaardingsplicht?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik deel uw vreugde wat de procedure betreft. Mijn voorganger, Kris Peeters, heeft op 18 juli 2005 een besluit uitgevaardigd waarbij een vergoedingsregeling is afgesproken voor de gemeenten die op containerparken afvalmaterialen aanvaarden die onder de aanvaardingsplicht vallen. Tegen dat besluit is een procedure voor de Raad van State opgestart. Een aantal gemeenten, waaronder de uwe en de mijne, zijn daarin tussengekomen. Deze procedure is nu beëindigd, maar staat volledig los van het verdere verloop van de nieuwe MBO.
Het beëindigen van deze procedure brengt met zich mee dat de nieuwe MBO daadwerkelijk bestaat. Het besluit kan toegepast en uitgevoerd worden. Het is volledig opgenomen in de nieuwe MBO. In het ontwerp dat is goedgekeurd, staat dat de vergoedingsregeling moet worden toegepast zoals in het uitvoeringsbesluit is geschreven. Dat betekent dat nu moet worden gewacht op de definitieve goedkeuring van de nieuwe milieubeleidsovereenkomst.
Ik heb de procedure voor u meegebracht. Er is een akkoord. Het dossier ligt nu bij de Inspectie Financiën. We wachten op het terugsturen van het dossier. Twee weken geleden is er nog contact geweest tussen het kabinet van mijn voorganger en de Inspectie Financiën met de vraag wanneer het dossier terugkomt. We verwachten het binnenkort terug.
De tweede stap zal de principiële goedkeuring zijn door de Vlaamse Regering. Als dat achter de rug is - en ik hoop dat het binnenkort kan gebeuren - gaat de MBO in openbaar onderzoek en moet er nog advies komen van de Minaraad en de SERV en een tweede vaststelling door de Vlaamse Regering. Pas dan kan het dossier naar het Vlaams Parlement komen. Ik hoop dat het dit jaar zeker nog kan worden geregeld, al kan ik er geen termijn op plakken. Wat mij betreft, gebeurt dat liever gisteren dan morgen, want ik ben samen met u getuige geweest van de moeilijke totstandkoming van de MBO. Ik heb er goede hoop op dat het dossier nu zijn normale gang kan gaan.
Ik dank de minister voor haar antwoord en haar optimisme. Mijn vaststelling blijft wel overeind dat deze MBO een ware processie van Echternach heeft doorlopen. Ik heb het al gezegd. Mijn grote vrees blijft bestaan. Het is al de zesde maal dat ik over de MBO voor Recupel op dit podium sta, dat is al heel wat. We zullen over een paar weken zien of de procedure inderdaad vlot verloopt.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Gaat u voor deze MBO alleen met Vlaanderen koers varen of gaat u, zoals de bedrijfsfederaties het vragen, wachten op een overeenstemming tussen de verschillende gewesten? Dat voert ons alweer heel wat maanden later. De gemeenten moeten dan ook weer heel wat maanden op hun geld wachten.
Ik hoop dat de MBO die nu bij de Inspectie van Financiën is, de procedure kan doorlopen, en dan is Vlaanderen bevoegd. Ik houd me aan de tekst die voorligt, en ik hoop dat hij kan worden goedgekeurd.
Het incident is gesloten.