Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Demeulenaere, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, beste collega's, het ontwerp van decreet brengt wijzigingen aan het decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, het zogenaamde 'aanvullingsdecreet' en het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, het zogenaamde 'Structuurdecreet'.
Tijdens de bespreking in de commissie geeft de minister in zijn toelichting weer dat de aanleiding voor deze wijzigingen betrekking hebben op de vernietiging van een aantal bepalingen uit het aanvullingsdecreet in verband met de sectorale programmatie binnen het Vlaams Onderhandelingscomité voor het hoger onderwijs door het Arbitragehof. Het Arbitragehof oordeelt in het arrest dat de verschillende behandeling van de afvaardiging van de besturen en de afvaardiging van de representatieve vakorganisaties, waarbij de vakorganisaties een ontwerp van cao moeten goedkeuren en de besturen hierover enkel een advies kunnen geven, in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Om binnen het VOC een nieuwe cao voor het hoger onderwijs te kunnen afsluiten, was een decreetswijziging noodzakelijk. Anticiperend op deze uitspraak werden in augustus en september 2006 over Cao II Hoger onderwijs besprekingen gevoerd, waaraan de besturen van de universiteiten, hogescholen en associaties als volwaardige partner hebben deelgenomen. Dat heeft uiteindelijk geleid tot een principieel akkoord over Cao II Hoger onderwijs op 11 september 2006. Van deze noodzaak is gebruik gemaakt om de bepalingen in het aanvullingsdecreet betreffende het VOC te wijzigen en van het VOC "opnieuw een volwaardig onderhandelingscomité te maken," aldus de minister.
Omdat het Arbitragehof een aantal bepalingen in verband met sectorale programmatie heeft vernietigd in het aanvullingsdecreet, is er momenteel geen wettelijke basis voor het afsluiten van een cao binnen het VOC. Vandaar dat dit wijzigingsdecreet noodzakelijk is. Conform het oordeel van het Arbitragehof krijgt de afvaardiging van de besturen betreffende sectorale programmatie dezelfde rechten als de afvaardigingen van de representatieve vakorganisaties. Door de gelijke behandeling van de besturen en de representatieve vakorganisaties is de opdeling van het VOC in subcomités overbodig geworden, zodat enkel het VOC op zich als onderhandelingsorgaan overblijft. Daarbij is eveneens een inhoudelijke en technische verbetering aangebracht, onder meer aan de artikelen over de samenstelling van de delegaties, en is het uitvoeringsbesluit van 21 januari 2005 in het decreet geïntegreerd.
Daarnaast was er ook een betere regeling nodig voor de personeelsaangelegenheden in de associaties en meer bepaald voor de medezeggenschap betreffende personeelsaangelegenheden in de associaties. Dit voor wat betreft de wijzigingen aan het structuurdecreet. In tegenstelling tot de medezeggenschapsorganen binnen de universiteiten en hogescholen waarvoor een uitgebreide decretale regeling bestaat, laat de decreetgever in het structuurdecreet de associaties vrij om de procedures van overleg in personeelsmateries, na overleg met de vakorganisaties, zelf vast te leggen. In praktijk bleek deze regeling te vrijblijvend om volwaardige medezeggenschap te garanderen. Net zoals het nu al het geval is voor de medezeggenschap binnen de hogescholen en universiteiten, is er voor de associaties nood aan in de wetgeving vastgelegde basisbeginselen betreffende de structuur en de werking van een medezeggenschapscomité in de associaties.
In het structuurdecreet wordt hiermee een meer uitgebreide regeling over de medezeggenschap in personeelsaangelegenheden in de associaties opgenomen. De regeling bevat, aldus de minister, de minimale regels over de structuur en de werking van het medezeggenschapscomité. Deze regels zijn geënt op de bepalingen die voor het VOC en de hogeschoolonderhandelingscomités gelden.
Naast de bevoegdheid over de interne regelgeving van de associatie heeft het medezeggenschapscomité het recht op informatie over verschillende materies met betrekking tot de associatie. De afvaardiging van het personeel in het medezeggenschapscomité van de associatie wordt getrapt samengesteld uit afgevaardigden die zetelen in de medezeggenschapsorganen van de instellingen die deel uitmaken van de associatie.
Een bijkomende voorwaarde is dat deze afgevaardigden geen mandaat in een beslissingsorgaan van de associatie mogen bekleden. De nadere regels over de werking van het medezeggenschapsorgaan worden vastgelegd in een werkingsreglement dat met een eenparig akkoord wordt aangenomen.
Voor de medezeggenschap in studentenaangelegenheden dient de associatie de toepassing van de bepalingen betreffende de medezeggenschap inzake onderwijsaangelegenheden van het aanvullingsdecreet van 19 maart 2004 te verzekeren. De minister benadrukt dat dit ontwerp van decreet zich beperkt tot die materies waarvoor dringend een wijziging van de regelgeving noodzakelijk is en waarover er een duidelijke visie bestaat hoe dit moet gebeuren. Dit kan misschien een aanzet zijn tot een verdere hervorming van de medezeggenschap van het personeel in het hoger onderwijs met het oog op een gecoördineerde versie van het syndicaal statuut in het Vlaamse onderwijs op langere termijn.
Als enige spreker merkt de heer Tavernier op dat in het voorontwerp een artikel 17 stond dat als gevolg van het advies van de Raad van State werd geschrapt. Door de schrapping wordt het ontwerp van decreet vereenvoudigd. Hij wijst erop dat het advies van de Raad van State wel degelijk zinvol kan zijn en door de minister soms moet worden gevolgd. In die zin is het nuttig om de Raad van State voldoende tijd te geven om ontwerpen van decreet te verbeteren. Het ontwerp van decreet tot regeling van een aantal dringende maatregelen betreffende de medezeggenschap van het personeel in het hoger onderwijs in Vlaanderen werd in commissie niet geamendeerd en werd aldus unaniem aangenomen met 11 stemmen. (Applaus)
Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Ik wil mevrouw Demeulenaere danken voor het uitstekende verslag.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter: Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2006-07, nr. 1222/1).
De artikelen 1 tot en met 17 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.