Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over een samenwerkingsakkoord inzake de overheveling van de Plantentuin van Meise
Actuele vraag over de overdracht van de Plantentuin van Meise
Verslag
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, dames en heren, het dossier van de Plantentuin van Meise werd deze ochtend in een krant samengevat met de weinig flatterende titel 'De schande van België'. Op de webstek van de Plantentuin van Meise kan je dagelijks het verval van het complex van kweek- en collectieserres volgen aan de hand van fotomateriaal.
Het dossier van de Plantentuin sleept al heel lang aan zoals het een processie van Echternach betaamt. Gisteren was het weer prijs omdat de directeur van de Plantentuin opnieuw een van de collectieserres heeft moeten sluiten omdat die volledig is scheefgezakt en op instorten staat. Daardoor dreigt de collectie marantaceëen verloren te gaan.
Zoals we weten, werd de overheveling van de Nationale Plantentuin van Meise geregeld in het Lambermontakkoord van 2000. Zeven jaar later zijn we nog geen stap verder bij de uitvoering omdat een samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse overheid en de Franstalige tegenpartij nog steeds ontbreekt. Dat is absoluut geen kritiek op de Vlaamse overheid, wel integendeel. U en uw kabinet hebben er alles aan gedaan om dat akkoord tot stand te brengen en de zaak te deblokkeren. Het aantal vragen en interpellaties is niet bij te houden, maar het blijft maar aanslepen. Anderhalve maand geleden leek het er even op alsof alles rond zou zijn, maar werd de ondertekening te elfder ure afgeblazen door de Franstalige tegenpartij omwille van een aantal punten en komma's, weet ik veel. Ik hoor ook dat dit gebeurd is omwille van de aanloop naar de federale verkiezingen.
Ik vermoed - en ik niet alleen - na al die jaren een zekere mate van politieke onwil. Meise ligt in de Vlaamse Rand en het is duidelijk dat men de overheveling niet zonder slag of stoot wil realiseren. Als er politieke onwil in het spel is, dan weten we allemaal dat elk woord, elk punt goed genoeg is om de zaak te blokkeren en te laten verrotten, want dat is er gaande. Hier wordt zelfs bijna een politiek van de verschroeide aarde toegepast want we weten allemaal dat de Plantentuin vroeg of laat zal worden overgedragen naar Vlaanderen. De vraag is alleen wat er uiteindelijk nog van zal overblijven.
Het drama is dat Vlaanderen wel degelijk wil investeren. Men heeft dat een jaar geleden trouwens al gedaan. Als zaakwaarnemer heeft minister Moerman meer dan anderhalf miljoen euro geïnvesteerd om dringende onderhouds- en herstellingswerken te laten uitvoeren. Minister Bourgeois staat klaar om er een toeristisch info- en onthaalcentrum te bouwen om de tuin in te schakelen in het concept van de Groene Gordel. Vlaanderen wil dit domein beheren als een goede huisvader, maar kan en mag dat voorlopig niet doen.
We hebben hier al vaak gehoord "we zijn er bijna", maar we hebben er steeds aan moeten toevoegen "maar nog niet helemaal". Hoe staat het met de eindfase van de uitvoering van de overdracht? Welke timing ligt momenteel voor zodat de Plantentuin eindelijk op een goede manier kan worden beheerd?
De heer Gatz heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, de nieuwe staatshervorming is nog niet in zicht en de oude is nog niet voltooid: dat is de context van het probleem waarover we het hier hebben. Eind november heb ik u vanop deze tribune daarover al een vraag gesteld. De volgende ochtend zou u overleggen met minister Arena. Geen nieuws is goed nieuws, zo denken we dikwijls, maar in deze was dat niet het geval. Tot mijn scha en schande moet ik samen met mijn collega's en de hele Vlaamse bevolking vaststellen dat het met de Plantentuin van Meise van kwaad naar erger gaat.
Op dit moment is er een noodsituatie, want er staat een serre op instorten. Dat is niet enkel een Belgische of Vlaams-Waalse aangelegenheid, want de Plantentuin moet internationale verplichtingen inzake het botanische beheer van de diversiteit op aarde nakomen. Vorige keer hadden we het over een aantal knelpunten zoals de overdracht van de gebouwen, de samenstelling van de nieuwe raad van bestuur, de samenstelling van de wetenschappelijke raad, de blijvende aanwezigheid van Franstalige personeelsleden in de overgedragen instelling, en last but not least, de volle eigendom of het vruchtgebruik van de collectie door Vlaanderen. Dat laatste is natuurlijk het allerbelangrijkste.
Mijn vragen liggen voor de hand. Mogen we hopen dat er op korte termijn een doorbraak komt? Wat zijn de knelpunten? Wat zijn de nog te realiseren randvoorwaarden? En wat doen we in afwachting? De heer Demesmaeker zei hier al dat minister Moerman een tijdje als zaakwaarnemer is opgetreden. Voor het onderhoud van enkele serres en de werking van de stookketels heeft ze 2 miljoen euro geïnvesteerd, want de verwarming is natuurlijk van cruciaal belang voor de Plantentuin. Komen er nieuwe inspanningen? En zo ja, is dat een goede zaak? Enerzijds ben ik geneigd om op de noodkreet van de directeur van de Plantentuin in te gaan. Anderzijds kunnen we niet blijven de rol van zaakwaarnemer op ons nemen. De tegenpartij beseft goed dat we tot dat laatste moreel verplicht zijn, en houdt verder de overdracht tegen. Kunt u een stand van zaken en een perspectief voor een doorbraak schetsen?
De heer Dehaene heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, ik zal niet in herhaling vallen. Ik vrees dat dit probleem het gevolg is van eerder gemaakte slechte afspraken. Ik hoop dat er in een volgende ronde van de staatshervorming over wordt gemaakt dat soortgelijke situaties zich niet meer kunnen voordoen. Het belang van de Plantentuin moet niet meer worden benadrukt. De Plantentuin herbergt zeldzame planten, maar is ook afgezien daarvan voor de streek erg belangrijk. Ik herinner me nog mijn jaarlijkse uitstap als scholier naar de Plantentuin. Ik heb daar zeer mooie herinneringen aan, en niet alleen omdat het park mooi is.
Wat kan de Vlaamse Regering ondernemen? Het is duidelijk dat er een communautair spelletje wordt gespeeld. In de kranten wordt zelfs gesuggereerd dat dit dossier tijdens de onderhandelingen over een nieuwe staatshervorming opnieuw op tafel zal liggen. In afwachting van een ondertekend akkoord verneem ik graag of Vlaanderen middelen heeft opzijgezet of kan opzijzetten om werken uit te voeren. Wat houdt ons tegen om dat te doen? Wat houdt ons tegen om in de meerjarenbegroting in middelen te voorzien? Men zegt dat we gedurende tien jaar 5 miljoen euro zullen nodig hebben. Dat zijn geen kleine bedragen.
Ik spreek me er niet over uit of dit een terecht bedrag is. Maar het lijkt me toch nuttig om even te polsen naar wat we vandaag al kunnen doen in afwachting van het samenwerkingsakkoord.
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik wil me eerst en vooral aansluiten bij de drie heren die vandaag een vraag stellen en ook bij diegenen die vroeger een vraag stelden, namelijk de heer Glorieux, mevrouw De Wachter en de heer Van Hauthem.
De situatie van de Nationale Plantentuin is bijzonder jammer. Wat vandaag in de media is gekomen over het serrecomplex, is maar een deel van de problematiek. Ook het kasteel van Boechout bevindt zich in een lamentabele toestand. Morgen is er een bijeenkomst van de Europese Volkspartij en van staats- en regeringsleiders. Het gebouw is compleet verkommerd, het is jammer dat de mogelijkheden niet correct benut kunnen worden.
Ik zie twee aspecten in de vraagstelling. Enerzijds de toestand van de serre en wat er de komende weken en maanden mee kan gebeuren. En anderzijds de stand van zaken van het samenwerkingsakkoord.
Minister Moerman is verontschuldigd omdat ze op handelsmissie is in China. Ik zal u het antwoord van minister Moerman overbrengen. In afwachting van het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap over de overheveling, heeft minister Moerman vorig jaar reeds het initiatief genomen om de overdracht proactief voor te bereiden zodat de toestand van de goederen niet zou verslechteren. Vorig jaar was er een slechte werking van onder meer de stookketels naast de dringende vernieuwing van het dak en wandbeglazing van een aantal serres die voor het grote publiek toegankelijk zijn. In het kader van een zaakwaarnemerschap hebben we toen besloten om reeds een aantal initiatieven te nemen en middelen vrij te maken voor een aantal specifieke instandhoudingswerken aan de stookketels en serres. Deze werken worden gefinancierd vanuit de begrotingsprovisie voor rationeel energieverbruik. Vanuit die kredieten worden de stookketels vervangen. Het gaat over een bedrag van ongeveer 1,8 miljoen euro. De werken aan de serres zijn intussen gestart. Dit zijn dus allemaal werken in het kader van het zaakwaarnemerschap.
In afwachting van een samenwerkingsakkoord heeft de Vlaamse Regering ook de nodige beslissingen genomen voor het statuut van de Plantentuin. Het zou een extern verzelfstandigd agentschap worden, met een zekere beheersautonomie. Dat is goed voor de aard van de activiteiten die er plaatsvinden. Er is ook een verdeelsleutel afgesproken voor de budgettaire lasten binnen de Vlaamse begroting. Gegeven de huidige bevoegdheidsverdeling van de Vlaamse Regering is dat een afspraak tussen de ministers Moerman, Peeters en Van Mechelen. Er zijn tussen hen ook al afspraken gemaakt over de werkings- en personeelskosten van de Plantentuin.
Ook in andere serres zijn er problemen, onder meer in die die gefotografeerd is voor de kranten. Ook voor die serres, die niet toegankelijk zijn voor het publiek, zijn we bereid om in het kader van het zaakwaarnemerschap het nodige te doen opdat de toestand van het patrimonium niet nog zou verslechteren. Minister Moerman zal daarvoor het nodige doen. Uiteraard zullen we binnen de Vlaamse Regering, conform de afgesproken verdeelsleutel, in de nodige extra middelen voorzien. Maar we zijn bereid om op basis van het overleg van 20 juli 2006, onze verantwoordelijkheid op te nemen voor de serres die niet toegankelijk zijn voor het publiek.
Minister Moerman is van plan om zeer binnenkort een overlegbijeenkomst te organiseren. Er is eerdaags al een overleg gepland met de directie van de Plantentuin. We zullen uiteraard datgene wat vandaag in de actualiteit gekomen is aan de agenda toevoegen.
Voor de stand van het samenwerkingsakkoord, moet ik verwijzen naar de antwoorden die eerder gegeven zijn aan de heren Gatz en Demesmaeker.
We hebben vanuit de Vlaamse Regering alles gedaan om het samenwerkingsakkoord formeel te kunnen afsluiten. In november was er overleg met het kabinet-Arena, om het princiepsakkoord, dat zowel door de Vlaamse Regering als de regering van de Franse Gemeenschap werd goedgekeurd, op 23 en 30 september 2005, in technische termen te vertalen.
Zoals toen werd gesteld, dienden nog een aantal punten uitgeklaard te worden, onder meer op het vlak van de personeelsadministratie, de aanwezigheid van anderstalig personeel. Begin februari - dat is toch al een tijdje geleden - werd nog bijkomende informatie opgevraagd door de Franse Gemeenschap bij de directie van de Plantentuin. Op 20 april was er ook overleg met de Franse Gemeenschap. Daar bleek dat het kabinet Arena nog altijd vragen had met betrekking tot het personeelsstatuut en de inventaris van een aantal planten van een aantal herbaria. Dat is natuurlijk technische materie die niet direct tot het samenwerkingsakkoord behoort. Ik heb begrepen dat er op het kabinet Arena ook wat personeelswissels waren en dat voert men ook aan als element van vertraging. Ik betreur dat er ondertussen zoveel vertraging is opgelopen, met alle schadelijke gevolgen.
Op 26 april is de afspraak gemaakt dat, op basis van bijkomende informatie en het overleg van 26 april, het kabinet-Arena ons een tekstvoorstel zou overmaken. Het is mijn indruk dat men misschien geoordeeld heeft dat het voor 10 juni niet de ideale moment was om, vanuit Franstalig perspectief, tekstvoorstellen inzake het samenwerkingsakkoord over te maken. Ik betreur dat.
Ik wil nog eens herhalen dat we van bij de aanvang van deze legislatuur - en op aangeven van de parlementsleden die daarover vragen hebben gesteld - echt alles hebben gedaan om dit dossier te deblokkeren. De krachtlijnen van het samenwerkingsakkoord werden opgenomen in wederzijdse regeringsbeslissingen van 23 en 30 september 2005. We hebben een financiële regeling uitgewerkt binnen de Vlaamse Regering en een verdeelsleutel vastgelegd tussen de verschillende bevoegde ministers - Natuur, Monumenten en Wetenschapsbeleid. Alles is bij ons in gereedheid gebracht.
Ondertussen treden we op als zaakwaarnemer, om de ergste toestanden te voorkomen en te verhelpen. Ook voor de serres die niet voor het publiek toegankelijk zijn, is minister Moerman bereid om, samen met andere collega's, haar verantwoordelijkheid op te nemen. Maar om de zaak goed aan te pakken, zouden we de afspraken die vorig jaar en in 2005 zijn gemaakt, moeten honoreren.
Ik roep minister Arena van de regering van de Franse Gemeenschap op om te proberen snel tot besluiten te komen. Het gaat over een nationale plantentuin, die omwille van de staatshervorming staat te verkommeren. Ik vind dat we ons dat, als verantwoordelijke politici, niet kunnen permitteren.
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor het antwoord. Ik hoor graag dat de Vlaamse overheid opnieuw bereid is om de ergste nood te lenigen, in het kader van het zaakwaarnemerschap.
Ik zou willen aandringen om dat zeer snel te doen, want het gaat hier om een levende collectie die zeer kwetsbaar is. Het is zeer waardevol genetisch materiaal dat een beschermd milieu nodig heeft. Het is een kwestie van dagen voor zo'n collectie onherroepelijk verloren kan zijn. Ik zou willen vragen om er zeer snel werk van te maken, maar daar heb ik wel het nodige vertrouwen in.
Ondertussen is het natuurlijk wachten op dat samenwerkingsakkoord. In dat verband heb ik nog een bijkomende vraag. Is er een nieuwe datum voor overleg met het kabinet-Arena gepland, om dit voor eens en voor altijd af te ronden?
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor het antwoord.
In de rechtspraak bestaat er zoiets als een redelijke termijn. Ik denk dat we dat ook kunnen overplaatsen op politieke onderhandelingen. Zeven jaar is lang en heeft de redelijke termijn overschreden. Ik zal in deze context niet het misplaatste woord onverwijld gebruiken, maar het duurt te lang.
Mijnheer de minister-president, als u de goede sfeer met uw Franstalige tegenhanger wilt behouden, is dat uw goed recht, maar ik denk dat het nuttig zou zijn om bijkomende onderhandelingsmaterie te creëren. U kunt aan uw Franstalige tegenhanger zeggen dat, als zij op een redelijke termijn niet tot een akkoord willen komen, pro rata ook de factuur van de zaakwaarnemingskosten door hen betaald zal moeten worden.
Wij kunnen er niet voor blijven opdraaien - we zullen dat doen, het is onze morele plicht - en de tegenpartij met de vingers zien draaien om rustig alle onderhandelingen te vertragen. Ik geef u dat mee als suggestie. U voert de onderhandelingen, niet het parlement, maar het lijkt me nuttig de druk een beetje op te voeren.
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor het antwoord. Ik ben blij dat de Vlaamse Regering haar verantwoordelijkheid opneemt en de goederen zal beheren als een goede huisvader. Ik sluit me aan bij mijn collega's die vragen om zo snel mogelijk de nodige ingrepen te doen.
Als bijkomende suggestie wil ik u meegeven dat u misschien kunt laten onderzoeken wat de meerkost is van het laten aanslepen van het dossier. Ik kan me inbeelden dat, als we 7 jaar geleden de renovatiewerken hadden gedaan, we nu geen meerkosten zouden hebben. We moeten op een of andere manier proberen de meerkosten te verhalen op degenen die de verantwoordelijkheid voor de vertraging dragen.
De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, het is al in de inleidende beschouwingen gezegd dat de gang van zaken in dit dossier een grote schande is, maar ze was evengoed voorspelbaar. Het dossier is op een moedwillige manier geblokkeerd, zowel door de federale overheid, die aanvankelijk alleen nog instandhoudingswerken heeft bekostigd en sedert 2004 weigerde om eender wat te bekostigen, als door de Franse Gemeenschap.
We hebben het gehad over de onwil om een samenwerkingsakkoord af te sluiten ter zake. Dit is volgens mij een zeer doelbewuste strategie vanwege de Franstaligen, zowel in de federale overheid als in de Franse Gemeenschap, die alles te maken heeft met de situatie in de Vlaamse Rand. De laatste keer dat hierover een actuele vraag is gesteld, namelijk op 29 november, bent u misschien wat voorbarig geweest toen u zei dat wat dringend moest gebeuren met betrekking tot de instandhouding, ook gebeurde. Uit het voorbeeld dat vandaag het nieuws heeft gehaald, blijkt dat dat niet helemaal correct is.
U hebt ook gezegd dat het ontwerpsamenwerkingsakkoord klaar was en zou worden besproken met Waals minister-president Arena. U hebt daar inderdaad pogingen toe ondernomen. Ik heb toen gezegd: "De ervaring met de Franse Gemeenschap bij dergelijke onderhandelingen leert dat ze vaak op het laatste ogenblik nog met een of ander bezwaar of argument voor de pinnen komt, waardoor de besprekingen worden opgeschort."
Dat is in dit geval duidelijk opnieuw gebeurd. Het is ook niet de eerste keer. We hebben dat meegemaakt met het dossier van het faciliteitenonderwijs. We hebben het gisteren opnieuw kunnen meemaken bij de bespreking in de Commissie voor Buitenlandse Aangelegenheden over een interpretatieve verklaring bij het UNESCO-verdrag betreffende de bescherming en bevordering van cultuuruitingen. Daar doet zich opnieuw net hetzelfde voor: de Franse Gemeenschap zegt toe om samen te werken, maar trekt zich dan op het laatste moment terug. Nu maken we dat opnieuw mee met de Plantentuin.
Het is nogal duidelijk dat men het dossier van de Plantentuin van Meise opnieuw op de tafel wil gooien bij de komende communautaire besprekingen, om ons nog maar eens een prijs te doen betalen voor iets waarvoor we in 2001 al hebben betaald. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, het is zeer spijtig dit vandaag te moeten vaststellen. Ik ben wel tevreden te zien dat de heer Dehaene zich ondertussen heeft gevoegd bij het team van verdedigers van de Plantentuin.
Ik heb een zeer zwaar déjà-vugevoel. De heren Gatz en Demesmaeker hebben reeds aangehaald dat het niet de eerste keer is dat we in de plenaire vergadering debatteren over dit dossier. Ik heb sterk het gevoel dat dit stilaan een symbooldossier wordt. Ongeveer 3 jaar geleden kreeg de eerste serre zware problemen. We hebben ondertussen nog een probleem met serres gehad, waarbij onder meer minister Moerman actie heeft ondernomen om tegemoet te komen aan de problemen van die serre. Vandaag zijn er opnieuw zware problemen met de infrastructuur van het mooie domein.
Het is lovenswaardig dat de Vlaamse Regering heel wat moeite doet om iets te doen aan de prangende problemen die er rijzen, maar nu zou er een structurele oplossing voor dit dossier moeten komen. We hebben het hier nu al zovele malen over gehad. Mijnheer de minister-president, ik hoop dat u de garantie kunt geven dat we binnen enkele maanden niet opnieuw dezelfde vragen moeten stellen als 3 jaar geleden. Het is hoog tijd voor een structurele oplossing. Wanneer is het overleg met de Franse Gemeenschap gepland? Hoe zit het nu met dat samenwerkingsakkoord?
Wij willen nu echt wel de garantie dat dit hele dossier wordt opgelost. De parlementsleden die hierover een betoog houden, kennen het dossier zeer goed. Ze komen vaak ook uit die regio. Ik kan u verzekeren dat we beschaamd zijn om daar te komen en dit vast te stellen. De mensen die er werken, doen wat met heel veel vreugde, maar ze moeten vaak vaststellen dat ze niet worden gehoord met betrekking tot de problemen waarmee ze te maken krijgen. Ik wil de garantie vragen dat dit dossier structureel wordt opgelost, zodat we u hier binnen enkele maanden niet dezelfde vragen hoeven te stellen.
Er is vandaag al een eerste poging tot contact geweest. Ik zal de volgende uren contact hebben met minister-president Arena, om te zien waar de beloofde initiatieven blijven.
Mevrouw De Wachter, wat die garanties betreft: om te dansen, moet men met twee zijn, althans bij klassieke dansen. Om een samenwerkingsakkoord af te sluiten, heb ik mevrouw Arena nodig. Ik kan nog altijd geen samenwerkingsakkoord afsluiten met mezelf. Ik kan me alleen sterk maken dat we - sinds 2004, niet voordien - alles hebben gedaan en alles doen wat moet worden gedaan. Diegenen die altijd hoog opgeven van la Belgique en de federale loyaliteit, hebben echter tot nu toe blijkbaar het initiatief niet genomen om een essentieel onderdeel van die federale loyaliteit, namelijk het uitvoeren van gemaakte afspraken qua bevoegdheidsverdeling, na te komen. Ik hoop dat dit niet te maken heeft met kwade wil. Ik zal daar de eerstvolgende uren een beter zicht op hebben.
U gaat op bezoek in die streek. Morgenavond vindt daar een topbijeenkomst van Europese politici plaats. Het gaat over mensen van de EVP, die de gewoonte hebben te vergaderen in het kasteel van Boechout. Ze vragen me soms, zeker als het mooi weer is, hoe het zit met dat park. Mij bekruipt dan ook een gevoel van schaamte. Maar nogmaals, het is de verantwoordelijkheid van de Franse Gemeenschap om te doen wat we hebben afgesproken, niets meer en niets minder. Op 29 november 2006 hebben we het hier gehad over de voor het publiek toegankelijke serres. Nu gaat het over een serre die niet toegankelijk is voor het publiek. Wij hebben correct uitgevoerd wat toen was aangekondigd, namelijk het verzorgen van de dringende instandhoudingswerken en het oplossen van het probleem van de stookketel in de voor het publiek toegankelijke serres.
Wat het probleem van de verwaarlozing door de federale overheid betreft, het kan zijn dat er wat communautaire onwil is, maar het is wel een algemeen gegeven. Mensen die meer ervaring hebben dan ik zelf, die federaal in de oppositie zit, zullen beamen dat, ook met betrekking tot andere gebouwen en infrastructuren die het voorwerp uitmaken van een bevoegdheidsoverdracht, de Vlaamse overheid soms goederen overgedragen krijgt die te wensen overlaten qua investeringen en instandhouding. Ik ben minister van Landbouw en heb bijvoorbeeld vastgesteld dat het belangrijke onderzoeksinstituut in Merelbeke zich echt in een lamentabele toestand bevindt. Nu zullen we via een masterplan trachten de noodzakelijke investeringen te doen. We kampen daar echter met een achterstand van 10 à 15 jaar. Toen de federale overheid voelde dat dit zou worden overgedragen naar het gewest, was er sprake van minder investeringen en werd dit budgettair minder prioritair. Daar betalen we nu natuurlijk de tol voor.
De gevraagde garanties kan ik dus niet geven. De bal ligt in het kamp van minister-president Arena. Deze Vlaamse Regering heeft alles gedaan wat ze kon, tot en met het juridisch betwistbare zaakwaarnemerschap. De heer Gatz en nog iemand verwezen ernaar. De vraag is of we iets kunnen verhalen. Zowel wat het samenwerkingsakkoord als wat het snel optreden bij onheil betreft, zelfs op het randje van onze mogelijkheden, hebben we het nodige gedaan. We staan klaar om loyaal uit te voeren wat is afgesproken. Ik hoop hetzelfde van minister-president Arena.
Ik sluit me aan bij uw analyse, mijnheer de minister-president. U legt de verantwoordelijkheid waar ze gelegd moet worden en effectief ligt, namelijk bij de Franse Gemeenschap. Ik hoor graag dat u heel binnenkort contact opneemt met mevrouw Arena om de zaak te proberen deblokkeren. De Plantentuin van Meise is zeer belangrijk voor Vlaanderen, de Vlaamse Rand en in internationale context. Vlaanderen wil dit goed beheren en staat klaar om dat te doen, laat ons dat dan ook doen zonder te moeten opboksen tegen de politiek van de verschroeide aarde.
Het incident is gesloten.