Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Roegiers heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, zaterdag had in Parijs een grote conferentie plaats naar aanleiding van de Internationale Dag van het Verantwoord Toerisme. Iedereen weet, en u in de eerste plaats, mijnheer de minister, dat Toerisme wereldwijd een explosieve groei kent.
Op dit ogenblik reizen ongeveer 842 miljoen mensen naar andere landen. Verwacht wordt dat dit aantal in 2020 meer dan verdubbeld zal zijn, tot ongeveer 1,6 miljard reizigers.
Een van de conclusies op de conferentie van zaterdag was dat tien percent van de toeristen zijn bestemming kiest op basis van het seksaanbod in het land van bestemming. Dat is gigantisch veel. Dat zou betekenen dat in 2020 ongeveer 16 miljoen mensen een reis boeken op basis van het seksaanbod in het land van bestemming. Een van de gevolgen is dat het sekstoerisme wereldwijd het meest winstgevende illegale circuit is na drugs- en wapenhandel.
Minstens even zorgwekkend is de vaststelling dat de vraag naar kinderen en jongeren voor de seksindustrie alsmaar toeneemt. Volgens berekeningen zouden op dit ogenblik wereldwijd ongeveer drie miljoen kinderen in het sekstoerisme zitten. Men verwacht dat er per jaar ongeveer een miljoen kinderen bij komen. Dat is een beangstigende vaststelling.
Mijnheer de minister, u hebt ter zake een dubbele bevoegdheid, enerzijds als minister van Ontwikkelingssamenwerking - vooral kinderen uit het zuiden blijken het slachtoffer te zijn van de seksindustrie - en anderzijds als minister van Toerisme. Kan er door de Vlaamse Regering een campagne opgezet worden of kunnen er andere maatregelen uitgewerkt worden die reizigers erover informeren dat seks met kinderen uiteraard strafbaar is en dat ze ook een verantwoordelijkheid dragen als ze weet hebben van medereizigers die aan dergelijke illegale praktijken deelnemen?
Op dit ogenblik is er een affichecampagne gestart in de treinstations en in de luchthaven van Zaventem, met de slogan 'Roep ook op reis onverschilligheid een halt toe'. Mijn suggestie is om, naar analogie van de toeristische sector in Frankrijk, reizigers die een reis boeken in een reisbureau een folder mee te geven waarin een aantal zaken aangehaald worden. U kunt daarin het voortouw nemen, mijnheer de minister. U zou een gesprek kunnen opstarten met de toeristische sector. Misschien hebt u zelf al andere initiatieven in petto. Plant u een campagne of denkt u andere maatregelen te kunnen of te moeten nemen?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Roegiers, u hebt terecht verwezen naar het Reisbureaudecreet van 2 maart. Een van de artikelen daarin zegt dat er een gedragscode opgelegd zal worden aan de vergunninghouders. Het ontwerp van de gedragscode is klaar en moet nog advies krijgen van de nog op te richten adviescommissie, in het licht van de uitvoeringsbesluiten van het decreet. In de gedragscode zijn een aantal bepalingen opgenomen omtrent duurzaam toerisme, maar ook met betrekking tot de strijd tegen illegale praktijken. Dit zal opgelegd worden aan alle vergunninghouders.
Ik zal aan de adviescommissie vragen om dat nog eens speciaal uit te werken in het licht van wat op de conferentie gezegd is. Er moet specifieke aandacht zijn voor deze vorm van illegaliteit en er moeten maatregelen rond uitgewerkt worden.
Op 19 maart 2007 heb ik een positief antwoord gegeven op de vraag van de Wereldtoerismeorganisatie van de Verenigde Naties of ik akkoord ga met een mondiale ethische code inzake toerisme. De Wereldtoerismeorganisatie had die vraag gesteld aan alle ministers van Toerisme in de wereld. Ik heb daar positief op geantwoord en gezegd dat ik het nodige zou doen om die code toe te passen. De code bevat heel specifieke normen en waarden die gerespecteerd moeten worden: respect voor de rechten van de mens, respect voor de gelijke rechten van man en vrouw, respect voor de rechten van kwetsbare groepen zoals kinderen, de strijd tegen alle mogelijke vormen van misbruik, onder andere misbruik van kinderen.
Die code is dus gedetailleerd. Ik heb aan Toerisme Vlaanderen de opdracht gegeven om dit volledig uit te werken. Er zijn een aantal maatregelen mogelijk zoals het voeren van sensibiliseringscampagnes en het verspreiden van folders. Daarnaast moet Toerisme Vlaanderen actief inwerken op de toeristische sector, de reisorganisatoren, de reisleiders, de gidsen en de brede maatschappelijke sector. Eventueel kan worden samengewerkt met de vliegtuigmaatschappijen, de spoorwegmaatschappijen en andere actoren om mensen te sensibiliseren en te waarschuwen. Dit staat los van het strafrechtelijke aspect, dat een federale bevoegdheid is.
Wat onze bevoegdheid betreft, zijn er twee sporen die we kunnen bewandelen en die effectief kunnen bijdragen tot de strijd tegen het sekstoerisme en tegen het misbruik van minderjarige kinderen. Het eerste spoor is de gedragscode, waarvan het ontwerp klaar is. Een tweede mogelijkheid is de uitwerking van de ethische mondiale code die is voorgesteld door de Verenigde Naties.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt blijk gegeven van de verantwoordelijkheid die u daarin wilt nemen. Het is goed dat er samen met Toerisme Vlaanderen wordt nagedacht over mogelijke sensibiliserende maatregelen. Uw antwoord stemt me tevreden.
Tot slot wil ik met een cijfer aantonen dat er wel degelijk een probleem is. Vorig jaar zijn in ons land ongeveer 2 miljoen reizen geboekt. Als de cijfers van die 10 percent kloppen, dan betekent dit dat 200.000 mensen op zoek waren naar sekstoerisme. Dus, alle hens aan dek!
Mevrouw Merckx heeft het woord.
Tien jaar geleden werd de wet op de mensenhandel in het federale parlement goedgekeurd. Dat was de kroon op het werk van een parlementaire onderzoekscommissie die zich over de problematiek van de mensenhandel en dus ook van het sekstoerisme had gebogen. Door die wet is het mogelijk om misbruik en uitbuiting van mensen, ook in het buitenland, te vervolgen. Door de extraterritorialiteit loont het de moeite om feiten, ook wanneer die in het buitenland plaatsvinden, te melden en te bestraffen.
Mijnheer de minister, u verwijst naar de regelgeving van de reisbureaus. Het ontbreekt in geen geval aan wetgevende instrumenten om in dergelijke zaken op te treden. Alles draait rond sensibiliseren en het wijzigen van de mentaliteit. We moeten de slachtoffers steunen, alsook diegenen die zich inzetten voor een positieve mentaliteitswijziging. De wetgeving is er. Gelukkig zijn de bakens die België heeft uitgezet, ook op internationaal vlak opgevolgd. We mogen niet moraliseren, maar we moeten wel informatie verstrekken. Dit is dus niet alleen een zaak van de minister van Toerisme maar van de hele regering. De vraag van de heer Roegiers zou ook kunnen worden gericht aan de coördinerend minister voor kinderrechten. Niets is universeler dan kinderrechten.
Mijnheer de minister, ik ben blij dat u deze problematiek internationaal wilt blijven opvolgen maar ik hoop dat er evenzeer binnen de Vlaamse Regering, meer bepaald door de minister van Welzijn en de coördinerend minister voor kinderrechten, een tandje wordt bij gestoken.
Mevrouw Merckx, ik dank u voor uw bijkomende bedenkingen. Ik heb al gezegd dat wat ik doe, binnen mijn takenpakket valt. Het decreet op de reisbureaus voorziet niet in strafsancties, wel in administratieve sancties. Die kunnen leiden tot de sluiting of tot de intrekking van de vergunning. Strafrechtelijke beteugeling van gemeenrechtelijke misdrijven waarvoor ook buiten de grenzen kan worden vervolgd, blijft onverkort mogelijk.
Ik neem alle mogelijke maatregelen om de sector te sensibiliseren en samen te werken. U stelt voor om mijn collega's daarbij te betrekken. Ik zal daar rekening mee houden.
Mijnheer de minister, ik dank u nogmaals voor uw antwoord. Ik dank ook mevrouw Merckx voor haar inbreng en steun. Ik hoop dat we binnen afzienbare tijd in de commissie kunnen nagaan welke maatregelen genomen zijn. Het gaat immers om een belangrijk onderwerp.
Het incident is gesloten.