Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de benoeming van een operationeel directeur voor de Herculesstichting
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Keulen.
De heer Stassen heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik heb medelijden met u want u krijgt een heel moeilijke vraag voorgeschoteld. Mijnheer de minister-president, de vraag gaat over goed bestuur, dat u niet toepast.
Ik probeer het kort samen te vatten in het kader van een actuele vraag. Er gaat heel veel geld - misschien terecht - naar onderzoek en ontwikkeling in Vlaanderen. Dat gaat samenvattend via twee grote stromen: het IWT voor toegepast onderzoek aan de ene kant, en het FWO, het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, laat ons zeggen universiteiten, aan de andere kant.
Wat heeft de Vlaamse Regering gedaan? Ze heeft het Vlaams Parlement eind vorig jaar via een amendement van het programmadecreet een nieuwe instelling laten oprichten: de Herculesstichting om middelzware tot zware onderzoeksinfrastructuur te financieren. Ik ben geen expert. Mevrouw de voorzitter, u kent dat beter als gewezen bevoegd minister. Ik denk dat het systeem perfect had kunnen worden geïntegreerd binnen het IWT of het FWO.
Ik denk dat de mensen die dit volgen, het beter kunnen uitleggen dan ik. Ik denk dat er een consensus over bestaat.
Normaal gezien, als er een fundamentele verandering komt inzake de organisatie van het wetenschappelijke onderzoek door het invoeren van een derde instelling, zoals de Herculesstichting, wordt om advies gevraagd.
U weet dat minister Moerman houdt van mythische figuren: naast Hercules heeft ze ook al geopteerd voor Methusalem en Odysseus.
De Herculesstichting werd opgericht, maar er werd nooit advies gevraagd aan het IWT noch aan de Vlaamse raad voor wetenschappelijk onderzoek. Dat advies kwam er post factum. Toen het programmadecreet al in het Staatsblad verschenen was, heeft men ontdekt dat er stoemelings een nieuwe instelling werd opgericht die de ondersteuning van de zware onderzoeksinfrastructuur zal betoelagen. Toen dat werd ontdekt, heeft men een vrij zwaar en negatief advies opgesteld. Dat is niet gebruikelijk. U kunt natuurlijk opmerken dat het IWT enkel de eigen instelling verdedigt, maar ik denk niet dat het IWT vaak dergelijke bewoordingen gebruikt. Het heeft een sterk punt.
Mijnheer de minister, ik weet niet of u het advies hebt gelezen, maar in twee bladzijden wordt brandhout gemaakt van ongeveer alles wat de Herculesstichting met zich meebrengt: de oprichting die stoemelings gebeurde zonder dat iemand op de hoogte werd gebracht; de rationale, die in vraag worden gesteld omdat iedereen ervan uitgaat dat de instelling niet nodig was omdat alles ook binnen de huidige structuren mogelijk was geweest, en de vaststelling dat vooraleer een aantal uitvoeringsbesluiten verschenen bij het programmadecreet dat de Herculesstichting opricht, er al een operationeel directeur werd aangesteld. De directeur werd dus zomaar aangesteld door de Vlaamse Regering, zonder open sollicitatieprocedure. Men kende de directeur uit een vorig leven. Ik wil me er hier helemaal niet over uitspreken of de heer Luwel al dan niet een goede kandidaat is, want dat weet ik niet en het is niet mijn taak om me daarover uit te spreken.
Het is heel raar dat een instelling van dat kaliber stoemelings wordt opgericht, zonder dat vooraf advies wordt gevraagd aan het IWT en aan de Vlaamse raad voor wetenschappelijk onderzoek. Toen er wel een advies kwam, bleek dat vernietigend te zijn. Ook wat de administratie schrijft over een aantal zaken, is vrij straffe kost. Bovendien heeft de Vlaamse Regering heel snel een operationeel directeur aangesteld, vooraleer de uitvoeringsbesluiten werden goedgekeurd.
Ik stel me de vraag waarom dit zo moest gebeuren. Waarom moest de Herculesstichting als een aparte EVA worden opgericht? Ik heb daar geen enkele argumentatie voor teruggevonden, ook niet in de oprichtingsakte of in de uitvoeringsbesluiten die ondertussen werden goedgekeurd. Waarom werd er een operationeel directeur aangesteld zonder open sollicitatieprocedure?
De heer Dedecker heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, de heer Stassen is al uitgebreid en gedetailleerd op de zaak ingegaan. Het verwondert me alleen een beetje dat u zal antwoorden, mijnheer de minister, want de vraag gaat over goed bestuur en over bestuurlijk beleid. Ik had minister Bourgeois hier verwacht om samen met minister Moerman te antwoorden.
Uiteraard heeft de heer Stassen gelijk. Het gaat zelfs niet over een politieke tussenkomst, maar over het feit dat kan worden geciteerd uit brieven en uit rapporten van mensen die het kunnen weten. Zo is er het advies van de raad van bestuur van het IWT. Dat is nog niet zo oud, het dateert van 19 april 2007. Daarnaast is er ook het advies van het departement Economie, Wetenschap en Innovatie van 25 april 2007. Ik zal u het volgende kleine paragraafje niet onthouden.
"Ik wil erop wijzen dat dit voorstel niet conform is met de basisprincipes van het beter bestuurlijk beleid. Volgens artikel 4 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid kan maar tot verzelfstandiging overgegaan worden wanneer onder meer voldaan is aan de voorwaarden van voldoende massa aan uitvoeringstaken. Dit is duidelijk niet het geval voor de Herculesstichting. De Herculesstichting zal ongeacht een eventuele toename van de jaarlijkse beschikbare subsidies" - ik heb in mijn vorige tussenkomst al gezegd dat we te maken hebben met een subsidieregering - "in de toekomst slechts betrekking hebben op een marginaal gedeelte van de uitvoering van het beleid voor wetenschap en innovatie. Het schept ongewenste precedenten. Het kan ook uigevoerd worden door andere reeds bestaande instituten zoals het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek of het IWT."
Het tweede deel van het rapport - ik heb het dan over het advies van de raad van bestuur - is te complex en ondoelmatig. Wie een aanvraag indient, moet aan dertien kafkaiaanse criteria beantwoorden. Er zijn dan nog allerhande subcriteria. Mijnheer Stassen, u hebt gelijk wat de procedure voor de benoeming van de nieuwe directeur aangaat. We lijden hier stilaan aan de Waalse PS-ziekte. Als er al geen instituten zijn om directeurs te benoemen, zullen we de instituten wel uitvinden.
Ik citeer nog even: "Men moet zich vragen stellen bij de gehanteerde procedure voor de aanduiding van operationeel directeur. De vacature werd niet bekendgemaakt. De aanstelling is op geen enkele vorm van beoordeling gebaseerd. Er werd zelfs niet gedefinieerd over welke competenties de operationeel directeur diende te voldoen voor het uitoefenen van zijn functie. Dit is in strijd met alle principes van behoorlijk bestuur."
En wij doen maar voort. Wij krijgen ook de ziekte van het cliëntelisme. Dat iemand wordt aangeduid uit de eigen kaste, kan ik goed begrijpen. Mevrouw de voorzitter, u kent Marc Verwilghen waarschijnlijk zeer goed. Hij was in een vorig leven uw adjunct-kabinetschef. Het is wel verontrustend dat iedereen hiermee akkoord gaat. De benoemingscarrousel kan prachtig op gang komen. De heer Verwilghen zit nu in de accreditatiecommissie die het universitair onderwijs moet beoordelen. Hij schuift op. Zo gaat het bestuurlijk beleid goed vooruit. Het zijn zelfs geen politieke opmerkingen die ik maak. Ik citeer gewoon uit rapporten van bestaande instellingen. Ik had daar graag wat meer uitleg over gekregen.
Minister Keulen heeft het woord.
Ik vervang hier minister Moerman, die zich op een economische missie in Vietnam bevindt. Dat kan gebeuren als men minister van Buitenlandse Handel is.
Mevrouw de voorzitter, ik vind het onderwerp van deze actuele vraag enigszins vreemd. Ik ontzeg de parlementsleden hun soevereine recht niet om vragen te stellen. Ik had begrepen dat er een interpellatie was geagendeerd in de commissie. Over dit onderwerp werd weken geleden in de media al bericht. We hebben de traditie te agenderen wat recent in de media aan bod is gekomen.
Ik tracht te antwoorden aan de hand van wat mij ter beschikking is gesteld door de diensten van minister Moerman.
De Herculesstichting is gestoeld op een beslissing van de hele Vlaamse Regering, en meer bepaald op de ministerraad van 30 maart 2007. Dat betekende de operationalisering van de Herculesstichting. Er is daarvoor in december 2006 een decreet goedgekeurd. Het feit dat men heeft gekozen voor een privaatrechtelijk EVA, mijnheer Stassen, is gebeurd door middel van een meerderheidsamendement. De fractie Groen! heeft er zelf zijn goedkeuring aan verleend.
Het tweede element betrof de aanstelling van een operationeel directeur van de stichting. Wat doet deze directeur? Hij houdt zich inderdaad bezig met het genereren en aantrekken van financiering voor zware en halfzware onderzoeksinfrastructuur. Het gaat de facto over machinerie. Ik denk aan deeltjesversnellers en zo meer. Er is een aparte entiteit voor nodig, precies om dat geld voor te bestemmen voor de aanwending van onderzoeksinfrastructuur en niet voor andere zaken. Om die reden wordt het niet aan het IWT toegewezen of aan het FWO.
Deze stichting staat wel precies in het midden. Aan de ene kant heb je het IWT, dat vooral met het bedrijfsleven werkt, en aan de andere kant het FWO, dat vooral georiënteerd is op de universiteiten. De stichting werkt met de beide en het is ook duidelijk de intentie om dat in de toekomst te blijven doen. De raad van bestuur van de Herculesstichting is immers voor de helft samengesteld uit vertegenwoordigers van het IWT en voor de helft uit vertegenwoordigers van het FWO.
Dat men gekozen heeft voor een privaatrechterlijke EVA, heeft alles te maken met het feit dat men ook PPS'en wil opzetten. Om private financiers aan te trekken is een privaatrechterlijke EVA het geschikte instrument, wil je dat van meet af aan een kans op slagen geven.
Nu even wat retroacta, om het goede dat achter die beslissing schuilgaat, met de oprichting van de Herculesstichting, nog eens te illustreren. In het verleden werden geen structurele investeringen verricht. Er werd enkel op ad-hocbasis gewerkt. Om die reden dreigde Vlaanderen een ernstige achterstand op te bouwen ten opzichte van de rest van Europa. Wegens de grote en urgente nood heeft men gekozen voor een generiek financieringskanaal voor investeringen in middelzware en zware infrastructuur, voor zowel het toegepaste als het fundamentele onderzoek, respectievelijk in de schoot van het IWT en het FWO. Vanaf 2007 heeft men in de begroting middelen ingeschreven voor een Herculesinitiatief.
Wat betreft de aanwervingsprocedures gelden de principes van het kaderbesluit BBB niet in het geval van een privaatrechterlijke EVA. Men probeert de wetgeving hier niet te omzeilen. Het is overigens ook de beslissing van de hele regering om die operationeel directeur aan te stellen. Men kleurt dus niet buiten de lijnen. In dit geval gelden de principes van het kaderbesluit BBB niet.
Dezelfde werkwijze is overigens gehanteerd toen een topman voor bijvoorbeeld de GIMV aangesteld is. Ook toen gebeurde dat buiten de procedures van het kaderdecreet BBB, maar ook toen was dat perfect wettelijk.
Mijnheer Stassen, de betrokken operationeel directeur, de heer Luwel, is ook nooit verbonden geweest aan het kabinet-Moerman. Ook op dat vlak is er dus geen enkele link naar de persoon in kwestie.
De reden waarom deze actuele vraag vandaag gesteld is, is de volgende. Ik had de kwestie een tiental dagen geleden aangekaart. De eerstvolgende mogelijkheid om minister Moerman daarover te ondervragen zou pas na Hemelvaart zijn, omdat zij in het kader van haar functie in het buitenland zit. Voor een belangrijk dossier als dit, waar heel veel over te vertellen valt, vond ik dat nogal lang.
Mijnheer de minister, gelooft u nu echt wat u zelf verteld hebt? U weet dat de uitleg die u zonet gegeven hebt, met haken en ogen aan elkaar hangt. U hebt een gat ontdekt bij de investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, met name bij de zware tot middelzware onderzoeksinfrastructuur. Gaat u dáárvoor een nieuwe instelling oprichten? Nota bene een EVA, waarvan de Vlaamse Regering gezegd heeft dat men goed moest nadenken vooraleer er nog een op te richten. Voor dat ene - weliswaar belangrijke - deeltje gaat men nu een EVA oprichten, in de wetenschap dat dat perfect kon binnen de structuren, met een soort schot in een van de twee organisaties, zodat men een gegarandeerd systeem had voor de middelzware tot zware infrastructuur.
De argumentatie is knap gevonden en u hebt het goed gebracht, maar u weet dat ze niet klopt. Ik kende die argumentatie ook wel. Ik heb ze ook gelezen in het dossier.
U zou gezegd hebben dat we volgens de letter van de wet voor die EVA-structuur niet hoeven te werken met een open vacature. Stelt u zich voor dat u dat morgen zou doen bij de VRT. Dit parlement zou op zijn kop staan, en terecht. En dan heb ik het niet over de kwaliteit van die persoon, daar wil ik me niet over uitspreken. Die persoon is weggeplukt uit Den Haag. Hij heeft vroeger nog gewerkt op het kabinet van de toenmalige minister van Onderwijs en Wetenschapsbeleid, mevrouw Vanderpoorten. U weet zeer goed dat die beslissing haaks staat op de filosofie van het Beter Bestuurlijk Beleid.
Ook het IWT gebruikt termen die normaal niet worden gebruikt door een administratie. Het IWT weet heel goed wat het schrijft en denkt daar vooraf goed over na. U moet dus een samenhangende argumentatie geven.
Mevrouw de voorzitter, minister Keulen heeft hier geantwoord in de plaats van minister Moerman, en hij beseft dat zijn antwoord met haken en ogen aan elkaar hangt. Op basis van de elementen waarover ik beschik, wil ik deze vraag opnieuw indienen bij de betrokken minister. Ik vraag me af hoe zij zal uitleggen waarom Hercules een afzonderlijke stichting moest zijn en waarom er zo snel iemand aan het hoofd moest komen. We kunnen de discussie alleen ten gronde voeren met de minister die de politieke verantwoordelijkheid draagt voor dit dossier.
Mijnheer de minister, ik wil nog een korte aanvulling geven want blijkbaar bent u niet goed ingelicht. We zouden de Herculesstichting beter de Pandorastichting noemen. Ik citeer nogmaals: "Ook kan men maar voor een privaatrechtelijke vormgegeven verzelfstandiging kiezen wanneer dezelfde voordelen niet kunnen worden bereikt met een publiekrechterlijke verzelfstandiging." Deze afweging is zelfs niet gebeurd. De middelen die daarvoor ter beschikking zouden worden gesteld, komen pas vrij bij de begroting van 2007. Ik treed de heer Stassen dan ook bij wanneer hij het heeft over de snelheid waarmee deze stichting is opgericht en over de snelheid waarmee men mensen heeft benoemd.
Er zijn nog heel wat andere opmerkingen, onder meer over de zware onderzoeksfactuur. U zegt dat alleen voor dit deel van de onderzoeken een afzonderlijk mechanisme moet worden opgericht. Welnu, dan is er in de toekomst nog heel wat werk aan de winkel voor wat de innovatie betreft.
De Herculesstichting zal, ongeacht een eventuele toename van de jaarlijks beschikbare subsidies, ook in de toekomst slechts betrekking hebben op een marginaal gedeelte van de uitvoering van het beleid voor wetenschap en innovatie. Het is absoluut onverantwoord om voor een dergelijk beperkt aantal taken een nieuwe rechtspersoon te creëren.
Mijnheer de minister, u hebt niet geantwoord op de vraag over de gehanteerde procedure want er was geen procedure. U zegt alleen dat dit vroeger ook is gebeurd voor de GIMV. Dankzij dit predecent kunt u dus in de toekomst doen wat u wilt wanneer het politieke benoemingen betreft.
Mevrouw Merckx heeft het woord.
Ik heb het moeilijk met enkele zaken. Niemand kan beweren dat dit zomaar stoemelings is gebeurd. Het is niet aan mij om de minister te verdedigen, maar dit stond in de beleidsbrief en is bovendien in het parlement besproken. De vraag waarom er geen adviezen waren, hadden we misschien beter op dat moment gesteld.
Nu deze adviezen er zijn, is het helemaal geen teken van goed parlementair werk om daar zo maar uit te citeren. Mevrouw de voorzitter, normaal gezien hadden we deze terechte interpellatie geagendeerd in de commissie. De stelling dat minister Moerman daar niet beschikbaar voor is, moet ik toch wel tegenspreken. Minister Moerman is altijd beschikbaar voor de commissie. Door een samenloop van omstandigheden is er deze en volgende week een probleem.
Uit de bespreking is gebleken dat de aanwezige parlementsleden - en beide heren heb ik niet gezien in de commissie - dit wel een vooruitgang vonden ten opzichte van strategische ad-hocbeslissingen over eenmalige infrastructuur. (Opmerkingen van de heer Jean-Marie Dedecker)
Neen, mijnheer Dedecker, dat was in december.
Het was ook goed en logisch dat voor dit soort van investeringen een samenwerking wordt beoogd tussen het IWT en het FWO. Misschien is de oplossing nog niet de perfecte. Daarover was echter wel een uitdrukkelijk akkoord in de commissie.
Lees ik nu dat het een logge structuur is en dat men zich zorgen maakt over de beheerskosten van deze stichting? Ik had gehoopt om, samen met de collega's die wel aanwezig waren, een debat te kunnen voeren met de minister.
Ik ben graag bereid het punt opnieuw te agenderen op vraag van de heer Stassen. De voorwaarde is dan wel dat de heer Dedecker tijd maakt om aanwezig te zijn.
Mevrouw de voorzitter, deze zaak is nu als een actuele vraag geagendeerd omdat de heer Dedecker geen tijd vrij wil maken om deel te nemen aan een commissievergadering en zijn argumenten naar voor te brengen op het gepaste moment. Het is gemakkelijk om achteraf te zwaaien met adviezen en er uit te citeren. Andere zaken heb ik van de heer Dedecker niet gehoord.
Ik ben bereid het punt opnieuw te agenderen op voorwaarde dat de heer Dedecker de tijd neemt om naar de commissievergadering te komen.
Ik dank mevrouw Merckx. Haar houding is moedig. Ze is voorzitter van de commissie. Ze kent de materie. Wat ze zegt, is toch heel belangrijk. Ze zegt dat over deze materie al uitgebreid van gedachten is gewisseld in de commissie met de parlementaire specialisten, die blijkbaar deze aanpak wel zagen zitten.
Daarnaast zijn er dan collega's die op de tribune van hun oren komen maken. Blijkbaar waren ze niet aanwezig op het ogenblik dat het inhoudelijke debat moest worden gevoerd.
U zegt dat we hier van onze oren maken. Dat is het democratische gehalte van uw partij. Ik kwam hier niet van mijn oren maken. Ik kom hier citeren uit rapporten van commissies en instellingen die met de materie te maken hebben. Ze werden niet gevraagd.
U hebt eerst in uw goed bestuur uw zaken opgericht, uw mensen benoemd, uw politieke benoemingen verricht. Daarna hebt u aan de andere instituten gevraagd om hun oordeel te vellen.
Mevrouw Merckx, het klopt dat ik in mijn partij niet voldoende mensen heb om alle commissievergaderingen te volgen. U hebt zelfs niet voldoende mensen om in de federale regering te discussiëren over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. U moet daar de minister-president naartoe sturen. (Rumoer)
Het is nog altijd een democratisch recht om hier vragen te stellen aan de regering. Ik maak gebruik van dat democratisch recht.
Mijnheer Dedecker, ik had wel het woord. U hebt me onderbroken. U zou met gezag die woorden kunnen uitspreken als u de moeite zou doen om naar de commissie te gaan, om met de specialisten van gedachten te wisselen en tijd te maken om u te verdiepen in de materie. (Opmerkingen van de heer Jean-Marie Dedecker)
Het is natuurlijk heel gemakkelijk een actuele vraag te stellen. U voert een nummertje op voor de pers. U tracht gedurende enkele minuten de show te stelen. De inhoud interesseert u niet. (Opmerkingen van de heer Jean-Marie Dedecker)
Mijnheer Dedecker, ik heb het woord. Het is al de tweede keer dat u mij onderbreekt. Iemand aan het woord laten, hoort ook bij de elementaire beleefdheid. U hebt die niet.
Moet ik u drie keer onderbreken?
Neen. U moet zich houden aan de regels. Als parlementslid hebt u ook een voorbeeldfunctie.
De reden waarom exclusief is gekozen voor een stichting, is dat we de middelen willen voorbestemmen voor onderzoeksinfrastructuur om te vermijden dat het IWT of het FWO die centen ook voor andere zaken zouden gebruiken.
Het verhaal van het kaderbesluit BBB en het feit dat we ons niet aan de regels zouden houden die we zelf opleggen, klopt niet. In deze gelden die regels niet.
Ten slotte, mijnheer Luwel is een uitermate deskundige persoon. Die benoeming een politieke benoeming noemen, met alle pejoratieve bijklanken die daarbij horen, is onterecht. Mijnheer Luwel zal zijn verantwoordelijkheid ernstig en deskundig opnemen, zoals hij ook in het verleden zijn verantwoordelijkheden altijd ernstig en deskundig heeft opgenomen.
Mijnheer Keulen, u moet zich niet kwaad maken. Wij stellen pertinente vragen over de noodzaak van deze organisatie, de manier waarop ze is opgericht en wordt gemotiveerd, en de manier waarop haar secretariaat is samengesteld. Wij stellen duidelijke, pertinente vragen over de uitvoering van een bepaald beleid. Wij kunnen heel goed hard maken waarom we die vragen nu stellen: er zijn heel wat twijfels over deze organisatie. Als u het argument gebruikt dat we het daarmee zeker zullen doen, dan dien ik morgen een voorstel van decreet in om een aparte EVA op te richten om de nodige ecologiesteun toe te passen op onderzoek en wat weet ik allemaal niet. Dan kun je daar weer een nieuwe baas aanstellen. Dat leidt tot een versnipperd beleid. Het was nu juist de verdienste van onder meer de vorige ministers van Onderwijs en van Onderzoek en Ontwikkeling dat ze de versnippering, die voor een deel door de heer Van den Brande was aangericht, gedeeltelijk ongedaan maakten.
Nu doet u hetzelfde. Daarover discussiëren we nu. Ik verwijt mevrouw de minister niet dat ze hier vandaag niet aanwezig is. Ik stel alleen maar vast dat er door omstandigheden drie weken zijn voorbijgegaan sinds ik deze vraag heb gesteld. Ik vond het een aangename discussie en ik vind dat we deze discussies met de specialisten, de goede commissievoorzitter en de minister in kwestie moeten kunnen blijven voeren. Zij zal mij in elk geval moeten overtuigen van de noodzaak van deze organisatie, de noodzaak van deze aparte EVA en het feit dat daar - los van zijn bekwaamheid, daar wil ik niet over oordelen - iemand is aangesteld, zomaar uit het niets, zonder dat daarvoor een procedure werd gevolgd. Deze discussie wil ik, als het door het Bureau wordt toegestaan, binnen enkele weken opnieuw voeren.
Ik treed de heer Stassen bij en ik wil mevrouw Merckx wat sussen: mijn tussenkomsten zijn gebaseerd op rapporten van 19 en 26 april. Ze zijn niet zo oud, in december bestonden ze nog niet. Ik vind dat we als parlementslid het democratische recht van de kleintjes om ook iets te zeggen, moeten verdedigen. Dit moet een tribune blijven. Bedankt overigens, dat er eindelijk nog een beetje animo en een klein beetje debat is.
Het incident is gesloten.