Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de reactie van de Europese Commissie op de toepassing van soepeler bemestingsnormen in Vlaanderen in afwachting van een beslissing betreffende het derogatieverzoek
Verslag
De heer Wymeersch heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, volgens de laatste berichten zouden wij, niet u, problemen hebben met Europa in verband met het nieuwe Mestdecreet. Ik zeg 'wij' omdat het nieuwe Mestdecreet voortgekomen is uit een voorstel van decreet, ingediend door het parlement en goedgekeurd door het parlement.
We hebben tijdens de bespreking van het Mestdecreet altijd de kritiek geuit dat wij aan de ene kant te veel een carte blanche gaven aan de regering en naar ons aanvoelen te veel afhankelijk waren van uitvoeringsbesluiten, en dat u aan de andere kant te veel vertrouwen had in de derogatie die zou worden toegekend door Europa.
Nu heeft de totstandkoming van het nieuwe decreet wel wat voeten in de aarde gehad. Het was het eerste en belangrijkste ding dat u wilde aanpakken. Het heeft bijna drie jaar geduurd voor het parlement tot stemming kon overgaan. U hebt gezegd dat u dat zeer zorgvuldig hebt aangepakt: dat u in confrontatie bent gegaan met Europa, regelmatig hebt afgetoetst wat kon en wat niet kon. Het verwondert me dan dat vandaag blijkbaar een en ander niet zou kunnen. Wij hebben altijd gesteld dat er blijkbaar vanuit de meerderheid enige stokken in de wielen werden gestoken en dat dat de reden geweest zou kunnen zijn dat een en ander zo lang heeft geduurd.
Een paar weken geleden - en het zal straks ook weer gebeuren - bent u vanop deze tribune en daarna in de commissie, de mantel uitgeveegd door de heer Martens. Ik heb met enige schroom, zonder het te sterk te laten opvallen, geprobeerd de verdediging van u op te nemen. Ik denk dat dit vandaag opnieuw zal gebeuren. Ik bedoel het eerste element, het tweede iets minder.
U weet ondertussen dat ik een slecht karakter heb, mijnheer de minister, maar het volgende valt me op. Het gaat over een voorstel van decreet ingediend door de drie meerderheidsfracties in dit parlement. Ze waren het ermee eens dat u in ruime mate carte blanche zou krijgen en dat u zich in uw decreettekst sterk zou baseren op de aanvraag en de toekenning van de derogatie. Dat wisten alle indieners van het voorstel van decreet. Dat is bij het opstellen van het voorstel van decreet waarschijnlijk ook uitgebreid ter sprake gekomen binnen de werkgroepen en bij de parlementsleden die het voorstel op papier hebben gezet.
Met mijn slecht karakter kan ik me niet van de indruk ontdoen dat, op het ogenblik dat het voorstel op papier werd gezet, bepaalde instanties Europa ervan op de hoogte hebben gebracht dat op zijn welwillendheid een beroep zou worden gedaan, maar dat zij het daar eigenlijk niet mee eens waren. Een paar weken geleden is die verwittiging trouwens ook gegeven. Ik heb u er een drietal weken geleden in de commissie op gewezen dat zou kunnen gebeuren wat er momenteel aan het gebeuren is.
Mijnheer de minister, u bent er manifest ingetuind om uiteindelijk toch met een nieuw Mestdecreet naar dit parlement te komen. Ik kan het woord bijna niet over mijn lippen krijgen, maar waarschijnlijk ligt dat aan uw naïviteit ter zake. U hebt u laten misleiden door een aantal van uw partners in de strijd voor een nieuw Mestdecreet. Als we de pers mogen geloven, wordt u vandaag geconfronteerd met het feit dat Europa dwars gaat liggen. De Europese instanties laten uitschijnen dat ze nog eens goed moeten nadenken over die derogatie en dat het laatste woord daar nog niet over is gezegd. Ook zou een derogatie, als die er komt, ten vroegste eind 2007 worden toegekend. U hebt echter tegen Vlaamse boeren gezegd dat ze al gerust vanaf begin 2007 de derogatie mogen toepassen die u hebt aangevraagd. U bent ter zake iets te ver gegaan. Dat is net de kritiek die de heer Martens van op deze tribune en in de commissie op u heeft gegeven. Het is iets te opvallend om niet opvallend te zijn. Vandaag worden we met die feiten geconfronteerd.
Wat klopt er nu van al die berichten? Als u dan toch dit Mestdecreet hebt opgesteld na een regelmatige toetsing samen met Europa, dan zou het logisch moeten zijn dat Europa in algemene lijnen akkoord kan gaan met dit voorstel van decreet, dat ondertussen decreet is geworden. Wat is uw reactie daarop? Niet onbelangrijk is wat er op het terrein gebeurt. U weet dat de diverse landbouworganisaties die Vlaanderen rijk is, de landbouwers op het terrein tot voorzichtigheid hebben aangemaand. Toch hebben sommige landbouwers in goed vertrouwen de derogatie in de praktijk toegepast. Zij zullen eventueel worden geconfronteerd met boetes of andere maatregelen. Hoe zult u dit opvangen? Het is immers - jammer genoeg, zou ik bijna zeggen - de Vlaamse Regering die daarvan de oorzaak is.
Als ik de pers mag geloven en er blijkt dat het nieuwe decreet nog niet van kracht is, is het dan niet zo dat de landbouwers kunnen, mogen en moeten terugvallen op het oude Mestdecreet?
De heer Martens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte leden, in de kwaliteitskrant De Tijd van vorig weekend stond inderdaad te lezen dat de Europese Commissie zou hebben gewaarschuwd voor valse beloften aan onze Vlaamse landbouwers. Hen zou immers zijn voorgespiegeld dat ze nu al gebruik mogen maken van de soepelere bemestingsnormen die u hebt aangevraagd bij de Europese instanties en waarover in het beste geval in het najaar een beslissing zou kunnen vallen.
Er zouden ook nog meningsverschillen bestaan over de gevraagde uitzonderingen en daarover zou nog overleg plaatsvinden tussen de Europese Commissie en uw kabinet. Ondertussen groeit de onzekerheid bij de landbouwers. Zij weten niet meer of en onder welke voorwaarden ze al dan niet nu al van de soepelere bemestingsnormen gebruik mogen maken.
De Mestbank had een informatiepakket beloofd ter begeleiding van de verzamelaanvraag, die alle boeren moeten indienen bij de Mestbank tegen 2 mei 2007. Daarin zouden zij hun aanvraag voor een derogatie kenbaar moeten maken. In het informatiepakket zou staan hoe men die aanvraag moet doen, onder welke voorwaarden men van de derogatie gebruik kan maken en welke consequenties er eventueel verbonden zijn aan het toepassen van de derogatie als Europa die achteraf niet of in mindere mate toestaat. Tenzij ik verkeerd ben ingelicht, is dat informatiepakket nog steeds niet beschikbaar, terwijl de boeren hun aanvraag dus volgende week woensdag moeten indienen.
In "Boer en Tuinder" lees ik dat het blijkbaar de Boerenbond was die geen genoegen nam met de inhoud van het informatiepakket. Ik citeer: "De Mestbank heeft zich voorbereid op een communicatieronde te velde, maar na het inkijken van de informatiebundel die verspreid zou worden, ontdekte de Boerenbond echter nog heel wat onduidelijkheden. Na een afgedwongen overleg met de Mestbank werden sommige zaken bijgestuurd, maar het is duidelijk dat de Mestbank de ruime toepassing van de derogatie niet genegen is. De vraag is nu welk verhaal de Mestbank zal communiceren." Verderop in het blad van de Boerenbond staat: "Te velde is de onduidelijkheid zeer groot."
U merkt dat er heel wat onzekerheid leeft bij de boeren. Dat is begrijpelijk. Europa beslist dat de bedrijfstoeslag verminderd wordt voor landbouwers die de Europese milieurichtlijn niet naleven. Hun Europese subsidies worden met andere woorden afgeroomd. Dit kan veel problemen veroorzaken voor onze Vlaamse boeren.
Mijnheer de minister, u hebt zelf een schoonheidsprijs gewonnen, waarvoor mijn felicitaties. Maar het persbericht dat u de wereld hebt ingestuurd en de manier waarop u de derogatie nu al laat toepassen, verdienen geen schoonheidsprijs. Dat is tegen de letter en de geest van het decreet dat we hier gestemd hebben. We hebben toen afgesproken dat derogatie verantwoord en nodig kan zijn, maar slechts kan worden toegepast na de instemming van de Europese Commissie.
Welke kritiek heeft Europa exact geuit? Klopt het dat de Europese Commissie een rechtzetting eist van de persmededeling waarmee u de soepelere bemestingsnormen heeft afgekondigd en dat ze wil dat aan de Vlaamse boeren duidelijk wordt gemaakt dat de toepassing ervan zal leiden tot een korting van hun Europese subsidies? Waar blijft het informatiepakket van de Mestbank dat al tegen de paasvakantie was beloofd, als ik het Vlaams Informatiecentrum over Land- en Tuinbouw mag geloven?
Mevrouw de voorzitter, collega's, het heeft veel voordelen dat het hoofdkwartier van de Europese Commissie in Brussel is, maar het betekent ook dat men volgt wat hier gebeurt en wat in kranten verschijnt. Wat hier besproken wordt, krijgen wij binnen een aantal dagen vanuit Europa op ons bord.
Wij hebben een hele weg afgelegd voor het mestdecreet. We hebben met Europa onderhandeld over het actieprogramma en de implementatie van de nitraatrichtlijn. Wat we eerst van Europa moesten doen, hebben we gedaan. Vervolgens moest er een decreet zijn. Aan dat voorstel van decreet is hier hard gewerkt. De voorzitter van de commissie voor Leefmilieu heeft schitterend werk geleverd.
En ook u, mijnheer Martens, liet heel positieve geluiden horen.
In die volgorde moet volgens de Europese Commissie een derogatieverzoek worden ingediend voor 170 kilo stikstof per hectare per jaar, dierlijke mest. Daarna gaat het verzoek naar het Nitraatcomité en het is mogelijk dat het in september wordt goedgekeurd. Ik benadruk: in september van dit jaar! Wat moeten de landbouwers doen tot september? In die periode wordt mest uitgereden.
Stelt u zich eens voor, mijnheer Martens, dat wij zouden zeggen dat het decreet er is, maar dat er nog geen beschikking inzake derogatie is en wij vragen niet wat in Duitsland werd voorgesteld, want wij zijn het kleine Vlaanderen. We vragen dus niet dat het derogatieverzoek met de nodige omzichtigheid wordt toegepast. Stelt u zich eens voor wat de landbouwers dan moeten doen. Nu kunstmest strooien en de andere mest in de kelders houden? En wat te doen in september wanneer we een afwijking van 230 of 250 kilo krijgen en al die mest in de kelders ligt? Hoe zouden de landbouwers dan reageren tegenover de Vlaamse Regering? Ze zouden ons vragen om een schadevergoeding te betalen. Dit is een heel pragmatische reactie op een reële situatie.
Wat hebben we gedaan? We hebben beslist om de landbouwers die ons al weken vroegen wat ze nu moeten doen, duidelijkheid te verschaffen. We zeggen duidelijk dat er een verzoek tot derogatie is ingediend. Een verzoek is nog geen beschikking en de uiteindelijke derogatie in september kan er anders uitzien. De derogatie werd opgesteld door wetenschappers en deskundigen. Het is een heel indrukwekkend document. Op 18 april zijn we voor de eerste keer naar het Nitraatcomité gestapt en we hebben er een toelichting bij het document gegeven.
Europa heeft in een aantal publicaties gezegd dat de derogatie nog niet goedgekeurd is. En dat is juist. Europa heeft gelijk. Ik hoop dat er in de loop van de volgende dagen duidelijkheid komt zodat we daarover ook kunnen communiceren. We zullen de landbouwers op de hoogte brengen van het derogatieverzoek en de elementen die het bevat. We wijzen de landbouwers er ook op dat als ze de derogatie al toepassen, ze voorzichtig moeten zijn, omdat er nog geen definitieve derogatie is. Toch zullen we via bepaalde procedures al toelaten om stappen te zetten. De situatie is dezelfde als in Duitsland. Er wordt wel gezegd dat het aantal anders was en dat het over een heel beperkte groep ging, maar het is het principe dat belangrijk is. We moeten ook weten hoe we een praktische aanpassing kunnen doen. Ik zit met een twilightzone van januari tot september. Gezien het actieprogramma op 1 januari 2007 in werking trad, zal ook de derogatie met terugwerkende kracht worden toegepast.
Ik handel dus met heel veel voorzichtigheid en met heel veel begrip voor Europa. Ik ben zelf ook jurist, ik kan heel gemakkelijk zeggen dat er juridisch gezien geen beschikking is. Nadat we hebben gediscussieerd, heeft Europa ons wel iets laten verstaan. Europa beschikte over alle documenten. Ik weet niet wie ze aan Europa heeft bezorgd. Misschien beschikt Europa over mensen die alles bijhouden - ik weet het niet. Europa heeft ons erop gewezen dat in de documenten kon worden gelezen dat de derogatie definitief is. En dat klopt niet, het gaat om een verzoek. Als minister van Leefmilieu probeer ik het beste resultaat neer te zetten. Dat houdt in dat ik met de nodige voorzichtigheid, door middel van de nodige communicatie en aan de hand van de stelling dat de derogatie niet definitief is, werk aan een oplossing voor de landbouwers op het terrein.
Ik ben ervan overtuigd, samen met de landbouworganisaties, waarmee ik ook heb gesproken, dat er nog altijd hard wordt gewerkt aan de verbetering van de levenskwaliteit en in het bijzonder van de waterkwaliteit. We vertrekken vanuit een grote dosis pragmatisme en we houden rekening, mijnheer Martens, met het decreet dat hier in het parlement werd goedgekeurd. Toch moeten we de periode overbruggen en ervoor zorgen dat alles klaar is tegen de tijd dat de beschikking er is.
We hebben heel intensief onderhandeld met de Commissie. De Commissie vroeg zich immers af hoe het komt dat bepaalde zaken zijn uitgelekt. Ik heb in de krant gelezen dat er in het Nitraatcomité ruzie is geweest. Ik weet niet wie dit aan de kranten heeft verteld. Ik stel alleen maar vast dat er in Vlaanderen mensen zijn die daar genoegen in scheppen. Op Europees niveau maakt dat de problematiek, die door vriend en vijand als zeer delicaat wordt beschouwd, voor ons alleen maar moeilijker.
Er is een nieuw decreet. Ik heb geen derogatie en er is nooit een derogatie geweest, want Europa heeft dat nooit als beschikking weerhouden. De derogatie is illegaal in het oude decreet ingevoerd. Dus ik heb niets meer, en de landbouwers ook niet. Dat is een probleem. Ik hoop dat dit parlement, dat belangrijke elementen heeft toevertrouwd aan de regering, en deze regering, dit heel voorzichtig en pragmatisch zullen proberen toe te passen voor de landbouwers. Ik zou niet graag hebben dat de landbouwers de mest in de kelders houden, kunststof op het veld gooien en in september aan de minister vragen wat ze moeten doen met de mestvoorraad. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer de minister, uw antwoord getuigt van gezond pragmatisme, en ik had bijna gezegd, ook van gezond boerenverstand.
Dat is voor mij een positieve beoordeling.
Het was niet ons decreet. We hebben er wel aan meegewerkt, maar we hebben het niet goedgekeurd. Er hadden beter andere en zwaardere accenten in gezeten. Onze stelling daarover is bekend.
Op het terrein wordt vrij omzichtig omgesprongen met een aantal richtlijnen en de toepassing van het nieuwe decreet, zoals het is gestemd. We moeten afwachten wat Europa zal beslissen. Mijnheer de minister, u hebt er stevig vertrouwen in. Ik hoop erop. Dit is niet het finale Mestdecreet. Waarschijnlijk zullen in de volgende jaren bijsturingen en aanpassingen nodig zijn.
Mijnheer de minister, ik geef u gelijk als u zegt dat er krachten zijn die er blijkbaar genoegen in scheppen de landbouwers in het algemeen, het Mestdecreet en de toepassing ervan in het bijzonder, in een slecht daglicht te stellen. Het choqueert me enorm dat degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn, vanop de tribune de verdediging van de Vlaamse landbouwer op zich nemen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de minister, u zegt dat, als u de derogatie voorlopig niet zou toestaan, de boeren aan het eind van het jaar met de mest in de kelder blijven zitten, terwijl nadien misschien blijkt dat ze die mest toch hadden mogen uitrijden. Waarom zouden we strenger zijn dan Duitsland? Waarom zouden we het Duitse voorbeeld niet volgen?
Het is wishful thinking dat de afwijkende normen die u voor de derogatie hebt aangevraagd, zullen worden toegestaan door Europa. In Duitsland is de derogatie toegepast voor 2,4 percent van de Duitse bedrijven. Deze week lees ik in Het Laatste Nieuws dat 60 percent van de Vlaamse boeren ze al heeft toegepast. Er wordt niet alleen meer toegestaan dan in het derogatieverzoek dat de vorige Vlaamse Regering heeft ingediend - toen mocht men op grasland 230 kilogram uitrijden - u stelt nu zelfs 250 kilogram voor. Bovendien mag het ook veel ruimer worden toegepast. Uw derogatie is van toepassing op het hele Vlaamse grondgebied.
In de vorige legislatuur heeft toenmalig minister Dua die derogatie niet toegestaan in waterwingebieden op nitraatgevoelige bodemformaties, omdat er meer nitraatuitspoeling van het grondwater is. U past de derogatie in veel ruimere mate toe, zowel in de toegestane hoeveelheden mest, als in oppervlakte landbouwgrond, waarop u ze van toepassing wilt maken.
Mijnheer de minister, u zult heel veel boeren, die te goeder trouw uw persbericht geloven en de derogatie toepassen, in de problemen brengen. Europa zal die boeren, als blijkt dat ze die derogatie niet krijgen zoals u ze hebt voorgespiegeld, hun deel van de subsidies afnemen. Dat is geen vorm van goed bestuur.
Ik betreur dat de constructieve sfeer, waarin het decreet is tot stand gekomen, en in het overleg dat aan het decreet is voorafgegaan, met landbouw- en milieuorganisaties, weg is.
De landbouw- en milieuorganisaties hebben ons in de commissie gesmeekt om door te gaan met het decreet, om het nog voor 1 januari van dit jaar goedgekeurd te krijgen. Ze vonden dit een belangrijke stap in de goede richting.
Ik betreur dat hetzelfde overleg niet gevoerd is bij het opmaken van het derogatieverzoek. U hebt geen overleg gepleegd met uw coalitiepartner, noch met de mensen die hier in het Vlaams Parlement hard gewerkt hebben aan het voorstel van decreet, noch met de natuur- en milieuverenigingen. U hebt uitsluitend overleg gepleegd met de Boerenbond en het ABS. Alle anderen hebt u voor voldongen feiten geplaatst. Ik betreur dat, want er was een groot politiek en maatschappelijk draagvlak voor het Mestdecreet.
Dat is er nog steeds.
De manier waarop heel het derogatieverzoek nu is afgehandeld, speelt in het nadeel van iedereen. Dit creëert alleen maar onzekerheid op het terrein en roept wrevel op bij de Europese Commissie, die straks haar zegen moet geven aan ons derogatieverzoek.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega's, net als de vorige keer begrijp ik de vraag van de heer Martens totaal niet. Bij de indiening van het nieuwe decreet is de afspraak gemaakt dat de derogatie onlosmakelijk verbonden is met dit decreet. Wij zouden dezelfde procedure volgen als in Duitsland, namelijk dat in het jaar van de aanvraag ook de derogatie toegepast zou worden, om zo geen jaar te verliezen.
We mogen niet vergeten dat de Europese Commissie akkoord gaat met deze werkwijze, maar dat de landbouwers rekening moeten houden met de randvoorwaarden die Europa oplegt. Daarom is het mij, net als de vorige keer, niet duidelijk wat de doelstelling is van de vraag van de heer Martens. Is het de bedoeling om onzekerheid te zaaien of politieke spelletjes te spelen? Leefmilieukundig zie ik in elk geval geen relevantie, integendeel. De tussenkomsten van de heer Martens kunnen het draagvlak en het slagen van het nieuwe Mestdecreet serieus onderuithalen. Wanneer we het vertrouwen van de landbouwers in het nieuwe Mestdecreet onderuithalen, staan we over een jaar nog steeds even ver.
Ik wil de minister danken omdat hij de juiste context heeft geschetst.
De heer Lachaert heeft het woord.
In de 96 uren dat we over het decreet vergaderd hebben, is wel degelijk de kwestie behandeld waarover derogatie zou worden aangevraagd. De waarheid heeft haar rechten. Men mag niet zeggen dat dat niet besproken is. De heer Martens heeft wel gelijk wanneer hij zegt dat we nadien niet meer samengekomen zijn om dat eens te bevestigen en te formaliseren. We hebben wel nominatim behandeld waarover een derogatie aangevraagd zou worden.
Natuurlijk moet die derogatie avant la lettre toegepast worden, wat nu de facto gebeurt, zonder de echte juridische onderbouw. Aan de andere kant moet rekening gehouden worden met de toestand op het veld. Rekening houdend met de onderhandelingen die er geweest zijn, mag verwacht worden dat op die derogatieaanvraag een positief antwoord zal komen.
Ik sluit mij aan bij de laatste interventies.
Mevrouw Rombouts was in haar korte analyse correct. Er mogen inderdaad geen spelletjes gespeeld worden. De problematiek van de derogatie - het hoe, het waar en het wanneer - is absoluut ter sprake gekomen tijdens de discussies in de commissie ter voorbereiding van de stemming over het voorstel van decreet.
Als collega's die deel uitmaken van de meerderheid het niet zo nauw nemen met de spelregels van de parlementaire democratie, is dat hun probleem, niet het onze. Mevrouw Rombouts, maak u geen zorgen over het draagvlak voor het voorliggende Mestdecreet. Het draagvlak voor de omzendbrief en de communicatie van de minister aan de landbouwers zal groter zijn met onze fractie dan met de fractie van de heer Martens.
Het klopt dat we het er allemaal over eens waren dat zo'n derogatieverzoek zou worden ingediend voor de gewassen en gebieden waar dat verantwoord is. Waar we het niet over eens waren, was om die afwijkende, soepeler bemestingsnormen reeds vooraf te gaan toepassen.
Ik ga nu even citeren uit het verslag, mijnheer Wymeersch, dat u hebt gemaakt van de besprekingen in de commissie.
U moet heel de Handelingen lezen. U staat daar te liegen als de pest. U bent een leugenaar. U bent de rechte lijn van de BBL naar de Europese Commissie. Ik heb daar maanden geleden voor gewaarschuwd.
In het verslag dat de heer Wymeersch heeft opgemaakt van de bespreking van het voorstel van decreet in de commissie, staat duidelijk te lezen dat mevrouw Rombouts toelicht dat de aanpassing van de tabel van de bemestingsnormen in vergelijking met het vorige decreet uitvoerig werd besproken met de Europese Commissie. Mevrouw Rombouts gaat nog verder in dat verslag. In artikel 13, paragraaf 5 krijgt de Vlaamse Regering de mogelijkheid om de derogatie effectief te verlenen van zodra de Europese Commissie die toestaat. Dat lijkt me zeer duidelijk. Ik lees nergens in dit verslag dat we die derogatie al zouden toepassen voor Europa daar groen licht voor gegeven heeft.
Het incident is gesloten.