Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik weet niet of u zich nog herinnert dat we in oktober 2005 een met redenen omklede motie hebben goedgekeurd over de rol van de overheden in de kabelinfrastructuur. Een van de zaken die het parlement toen vroeg is dat de regering inspanningen zou doen om te zoeken naar een meer geïntegreerde kabelinfrastructuur. We gingen daarbij uit van de belangen van die consument.
Ik weet dat er in Limburg even paniek was omdat werd gedacht dat men een of andere fusie wilde opdringen tussen de zuivere intercommunales en Telenet. Dat was geenszins de bedoeling. Met de komst van de interactieve digitale televisie was het eigenlijk de bedoeling om op een of andere manier aandacht te hebben voor die belangen en om zo de consument te verdedigen.
Mijnheer de minister, bij ons en waarschijnlijk ook elders in Vlaanderen zijn de zuivere intercommunales onder de naam INDI gestart met een grote reclamecampagne met 20 vierkantemeterborden over de start van hun interactieve digitale televisie en de mogelijkheid om een digibox te huren. Op zich heb ik daar geen enkel probleem mee.
Dat is op zich geen enkel probleem. Maar we hebben ook al in de commissie Digitaal Vlaanderen een hoorzitting gehad over onder meer de hele kwestie DVB-T en DVB-H en, vooral, over de digiboxen. Ik weet niet of de collega's er zich van bewust zijn, maar in mijn streek kan men in Kortrijk via de kabel digitale televisie bekijken via Telenet, waarbij men zich dan ook de desbetreffende digibox moet aanschaffen, terwijl men zich in de aanpalende stad Harelbeke, en misschien ook wel in uw stad, tot de zuivere intercommunales moet wenden en een andere digibox moet kopen. Wie van Kortrijk naar Harelbeke verhuist en via de kabel interactieve digitale televisie wil blijven bekijken, moet dus zijn digibox wegwerpen en een nieuwe kopen.
We weten ook dat er in Brussel nog een ander systeem bestaat, en in Wallonië nog een ander. Moraal van het verhaal: in een klein land met 10,5 miljoen inwoners hebben we al vijf, zes verschillende digiboxen. De consument is daar enkel en alleen maar het slachtoffer van want de digiboxen zijn niet zomaar inwisselbaar.
De vraag is natuurlijk, mijnheer de minister, wat we daaraan kunnen doen. Ik kon dezelfde vraag hebben gesteld aan minister Moerman of aan de minister van Binnenlandse Zaken: kunnen we vanuit de politiek geen inspanning leveren? Technisch kan het, zoals werd bevestigd in de commissie Digitaal Vlaanderen, om op middellange termijn te komen tot één digibox.
Veronderstel dat je als voetballiefhebber bewust hebt gekozen voor Belgacom en dus ook de desbetreffende digibox hebt gekocht, maar na een jaar heeft Belgacom geen interesse meer voor voetbal: dan moet je als voetballiefhebber om het voetbal te kunnen blijven volgen een andere digibox kopen, bijvoorbeeld bij Telenet of bij de zuivere intercommunales. Ik heb in de Verenigde Staten gezien dat er digiboxen bestaan waarop je verschillende operatoren kunt aansluiten.
Daarom vraag ik u, mijnheer de minister - en ik vraag het u als minister van Media, maar ik had de vraag ook kunnen stellen aan de minister van Wetenschapsbeleid -, op welke manier u als politiek verantwoordelijke in het belang van de consumenten die oefening zult maken om ook in Vlaanderen tot één digibox te komen.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer Decaluwe, uw vraag is zeer belangrijk, maar het is een heel complexe kwestie. Ik zal haar proberen te duiden.
Uw vraag heeft betrekking op de distributie van televisie in Vlaanderen, voornamelijk via de coax- of glasvezelkabel, in 97 percent van de huishoudens. Daarnaast zijn er de koperkabel, Belgacomtelevisie, digitale televisie op satelliet, en recent ook digitale televisie op de ether - dat laatste wordt tot nu toe alleen gebracht door de VRT. Dat zijn de vier vormen. Binnen die 97 percent heb je twee grote blokken: de grootste spelers zijn Telenet en Interkabel. Telenet bedient twee derden van de huishoudens. Telenet is een triple player: het brengt televisie, telefonie en internet. En dan is er Interkabel, dat start onder de merknaam INDI en met digitale televisie ongeveer een derde van de huishoudens bedient. INDI levert alleen televisiedistributie en heeft zijn kabel voor telefonie en internet ter beschikking gesteld van Telenet.
Het grote probleem dat u schetst, gaat vooral tussen de twee kabelconsortia, maar evenzeer tussen Belgacom TV en TV Vlaanderen. Er zijn verschillen tussen Telenet en Interkabel. Telenet biedt interactiviteit, programma's op aanvraag en verrijkte inhoud. Dat is belangrijk voor het culturele programma dat we als opdracht aan de VRT hebben gegeven. Interkabel biedt dat niet. Het heeft wel hoge definitie, dus superieure beeldkwaliteit.
Het allerbelangrijkste punt is dat ze een verschillend technologisch systeem hanteren. Zoals het systeem van Belgacom verschilt van dat van Telenet, verschilt het systeem van Telenet van dat van INDI, van Interkabel. Om te komen tot één systeem volstaat het niet om één settopbox te maken. Dat kan technisch, maar in de huidige stand van zaken is dat zand strooien in de ogen van de consument. Dat betekent eigenlijk dat zo'n settopbox de twee systemen moet bevatten. Bij uitbreiding zelfs een derde systeem als Belgacom er ook bij wordt betrokken. Zolang de technologische systemen verschillen, zal er een andere settopbox nodig zijn die de digitale tekens omzet in beeld op televisie. Als we nu één settopbox zouden maken, dan betekent dit eigenlijk dat de twee systemen naast elkaar worden geschakeld, wat geen oplossing is als er niet tot één systeem wordt gekomen.
Tussen de twee loopt het moeilijk. Er zijn al drie jaar gesprekken tussen Telenet en Interkabel. Er zijn financiële disputen, maar vooral een juridisch dispuut. De inbrengakte bepaalt dat de punt-tot-punttoepassing voor Telenet is. Telenet zegt dat dit niet enkel voor telefonie geldt, maar ook voor televisie. Het gaat dan om verrijkte inhoud, interactiviteit en programma's op aanvraag. Interkabel zegt dat dit niet klopt en dat het gaat om nieuwe vormen van televisiedistributie en die vallen niet onder de punt-tot-punttoepassingen. Daar is al heel lang discussie over en ik heb daarin al heel wat initiatieven genomen. Ik ben met beide partijen gaan praten. Ze hebben allebei zeer grote belangen. Het ene bedrijf is beursgenoteerd en het andere is een groepering van zuivere intercommunales. Recentelijk hebben andere collega's in de regering nog initiatieven genomen. Er wordt dus gepraat.
Er zijn twee aspecten. Enerzijds is er het juridische aspect. Er is in de contracten opgenomen dat er een bemiddeling gebeurt als men er niet uitgeraakt. Deze juridische bemiddeling is nu bezig. Anderzijds is er het aspect van samenwerking. Komen we er technologisch toe om tot één settopbox en modem te komen? Het ene is onlosmakelijk met het andere verbonden. Ik ben het met uw analyse eens dat het voor Vlaanderen beter zou zijn als er één systeem komt. Ik denk zelfs dat het beter zou zijn dat er één digitale kabeldistributeur komt omdat er voldoende concurrentie is met daarnaast Belgacom, satelliettelevisie en de ether. Het punt is alleen dat we niet regulerend dwingend kunnen optreden. We hebben de bevoegdheid niet om één technisch systeem op te leggen. Als Europa dat niet doet, kunnen we dat niet doen.
We kunnen proberen om te bemiddelen en er wordt gepraat. Wat mij het meest bekommert, is dat momenteel een derde van de Vlamingen geen gebruik kan maken van interactiviteit, van verrijkte inhoud, van Net Gemist, van programma's op aanvraag. We leggen in onze beheersovereenkomst met de VRT nochtans net op om die technieken toe te passen. Ik hoop dat men er heel snel uit komt. Ik herhaal dat er enorm veel gepraat en bemiddeld is. Op politiek vlak zijn er contacten gelegd, maar we hebben geen zeggingskracht in enerzijds een zuivere intercommunale met bestuursorgaan en anderzijds een beursgenoteerd bedrijf. Het enige positieve is dat er tot op vandaag nog wordt gepraat en dat er juridische bemiddeling is in verband met de interpretatie van de inbrengbepaling.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het ligt in de lijn der verwachtingen. Volgend jaar of binnen twee jaar zal de Vlaming opnieuw worden geconfronteerd met een nieuwe digibox als de standard high definition er komt. Kan de Vlaamse Regering laten onderzoeken, wetenschappelijk ondersteund, of er tot één systeem kan worden gekomen?
In de VS werken verschillende operatoren met verschillende systemen, maar daar gebruikt men slechts één digibox die toestaat om probleemloos van de uitzendingen van de ene naar de andere operator over te schakelen. In de commissie hebben we vernomen dat de betrokken actoren bereid zijn om mee te onderzoeken hoe dat moet worden aangepakt.
Een ander punt is wel dat de consument goede, transparante informatie moet blijven krijgen. Mensen uit het Kortrijkse hebben me gemeld dat ze zo'n digibox van INDI TV willen kopen. Het is best mogelijk dat men in de winkel niet eens vraagt waar ze wonen. Sommige mensen zullen met dat apparaat thuiskomen, maar zonder dat ze het apparaat kunnen gebruiken. In het belang van de consument moeten we erover waken dat hij of zij de nodige informatie krijgt.
Dat laatste is juist. Telenet en INDI TV moeten goed aangeven in welke gebieden ze opereren. We kunnen daarop wijzen, maar de aandacht van de consumenten daarop permanent vestigen, is voor de overheid een veel te zware taak.
High definition is een andere zaak. De consument moet eerst een toestel kopen dat high definition aankan. Verder is het zo dat de meeste omroepen nog niet in high definition uitzenden. Vandaag doet alleen INDI dat. Telenet doet dat nog niet. Dat proces moet nog op gang worden getrokken. Uw voornaamste punt is wel de realisatie van één settopbox die de verschillende signalen aankan. Vlaanderen heeft daartoe noch de bevoegdheid, noch de middelen. Dat is een taak voor Europa.
Wij kunnen niet de distributeurs een bepaalde technologie opleggen. Eén settopbox waarmee men én Telenet én INDI kan ontvangen, kan niet, want de technologie van beide boxen verschilt. Er is nood aan de koppeling van beide aan elkaar. Wij hebben niet de economische bevoegdheid om distributeurs op te leggen om zo'n product te ontwikkelen en aan te bieden.
Het is een feit dat de huidige toestand voor de consumenten nadelig is. Dat is zeker zo als men verhuist. Er is evenwel nog een groter nadeel. De diverse omroepen gaan meer en meer de interactieve weg op. Er is een evolutie naar programma's op aanvraag, interactiviteit en verrijkte inhoud. Vandaag is dat er nog niet. Het ergste wat evenwel zou kunnen gebeuren, is dat de twee grote kabelmaatschappijen er in der minne niet uitgeraken en er een juridische gevecht van komt. Zo'n impasse zou voor de consumenten bijzonder slecht zijn.
Ik deel uw bezorgdheden, maar voeg eraan toe dat onze voogdijbevoegdheden niet volstaan om in te grijpen. Ik wil samen met mevrouw Moerman wel bekijken wat technologisch zou moeten gebeuren. Een initiatief moet evenwel van Europa komen.
Ik dank de minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.