Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
De heer Van Rompuy, verslaggever, heeft het woord.
Ik verwijs naar het schriftelijke verslag.
De heer Glorieux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, beste collega's, wij hebben een kleine fractie en kunnen daardoor niet in alle commissies bij elke bespreking aanwezig zijn. Desalniettemin hebben wij het voorstel van resolutie grondig doorgenomen en naar waarde geschat. Wij hebben een klein amendement voorbereid dat ik hier kort zal toelichten.
Wij vinden dit een zeer goed voorstel van resolutie. Steeds meer economen zijn het erover eens dat de manier waarop de gangbare modellen de gezondheid van de economie van een land trachten in te schatten, namelijk via de evolutie van het bruto nationaal product of het bruto binnenlands product, ontoereikend is. Het BNP telt in zekere zin alleen de formele activiteiten op zonder een waardering te geven voor en een onderscheid te maken tussen positieve en negatieve activiteiten vanuit sociaal, gezondheids- of milieuperspectief. Ik illustreer dit met een aantal voorbeelden.
Als ik de tuin van mijn buurman onderhoud en hij betaalt mij daarvoor en hij onderhoudt mijn tuin waarvoor ik hem betaal, dan is er economische groei. Dan is er een meerwaarde op financieel vlak en gaat het BNP vooruit, hoewel er geen wezenlijke meerwaarde is gecreëerd inzake prestaties. Wanneer er meer verkeersongevallen plaatsvinden en er dus meer verkeersdoden vallen, dan rijden er meer ambulances en hebben de begrafenisondernemers meer werk en is er dus meer economische activiteit. De vraag is echter of dat iets bijbrengt aan de samenleving in haar geheel.
Wanneer er een grote olieramp plaatsvindt op zee en er moeten grote opruimoperaties gebeuren, dan zal dat ook economische activiteit genereren en de economische groei bevorderen. Of we daar nu ook beter van worden, is natuurlijk een andere vraag.
Om de sociale staat te meten van een land of een regio, zijn de traditionele meetmethodes niet echt geschikt. Er is nu wel de Index of Sustainable Economic Welfare, de index voor duurzame economische welvaart die al deze verschillende activiteiten naar waarde schat. Het gaat dan om de bijdrage van deze activiteiten op sociaal, economisch en ecologisch vlak voor onze samenleving. We stellen vast dat de constant toenemende economische groei niet steeds leidt tot meer geluk en welzijn We hebben dan ook een andere meetlat nodig om onze welvaart en ons welzijn te meten. Vandaar dat onze fractie voorstelt een klein amendement op te nemen bij dit voorstel van resolutie. Daarbij zou onder de coördinatie van de studiedienst van de Vlaamse Regering, de evolutie van deze index voor duurzame economische welvaart als indicator worden opgenomen in het tweejaarlijkse rapport dat de indieners van het voorstel van resolutie hebben voorgesteld. (Applaus bij Groen!)
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De laatste jaren heeft Vlaanderen een inhaaloperatie gedaan inzake het ter beschikking stellen van statistisch materiaal. Niemand kan ontkennen dat de kwaliteit enorm is toegenomen. Ik denk dan aan de publicatie van de VRIND-indicatoren. Dat statistisch materiaal wordt ter beschikking gesteld zonder dat daar een diepgaande analyse over gebeurt.
Er zijn ook heel wat domeinspecifieke rapporten zoals het SERA-rapport over sociaal-economische thema's en het MIRA-rapport. Verder is er ook de duurzaamheidsmonitor die de volgende maanden wordt opgestart. Ik denk dat dit een antwoord is op de bemerking van de heer Glorieux.
Met dit voorstel van resolutie willen we de lat een beetje hoger leggen en statistisch materiaal ter beschikking stellen over een aantal sociale en maatschappelijke thema's. Bovendien willen we met dat statistisch materiaal iets degelijks doen. Vandaar het voorstel om tweejaarlijks een sociale staat van Vlaanderen op te maken over thema's als wonen, cultuur- en sportparticipatie, criminaliteit, demografische ontwikkeling. De studiedienst kan daarin een overkoepelende rol spelen en stimulansen geven aan de verschillende beleidssteunpunten.
Op die manier kunnen we ook hier af en toe een meer gestoffeerd parlementair debat voeren naar aanleiding van de publicatie van dergelijke rapporten.
De heer De Reuse heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik moet u zeggen dat, toen we dit voorstel voor de eerste keer hebben bekeken, we eigenlijk van oordeel waren dat het weinigzeggend was. In de tekst wordt gevraagd dat onder coördinatie van de Studiedienst van de Vlaamse Regering een tweejaarlijks rapport over 'de sociale staat van Vlaanderen' wordt bezorgd aan het Vlaams Parlement. We weten niet wat dat betekent.
Dat is ook enigszins tot uiting gekomen bij de bespreking in de commissie. We hebben toen een consensus bereikt. Minister-president Leterme, die hiervoor bevoegd is, zou hierover worden bevraagd. We zouden nagaan wat mogelijk was. We weten dat er op verschillende vlakken en over verschillende sectoren statistische gegevens voorhanden zijn. Het klopt dat er de afgelopen jaren beterschap is op dat gebied.
We vinden niet alleen dat er nog zwarte punten zijn betreffende de gegevens. Iedereen was het er bovendien over eens dat het grote probleem het ontbreken van enige analyse was om niet alleen op basis van de cijfers, maar ook van die analyse een beleid te ontwikkelen.
Minister-president Leterme heeft de zaken dan uiteen gezet in de commissie. Hij was vrij positief over dit op het eerste gezicht nogal troebele voorstel. Hij heeft toegezegd dat onder leiding van de studiedienst zouden worden overgegaan tot een soort sociale staat van Vlaanderen. Het rapport zou dit jaar nog niet worden voorgelegd. Het zou tweejaarlijks worden voorgesteld. Ook VRIND zou blijven bestaan. Er zou van start worden gegaan in 2008. Vanaf 2010 zou een en ander op kruissnelheid zijn en zou er ook een definitieve vorm aan worden gegeven.
We kunnen ons daar in vinden. Na de belofte van minister-president Leterme hebben we de zaak goed overwogen. Hij zei ook akkoord te gaan met het oprichten van een gemengde werkgroep, waarin het parlement eveneens vertegenwoordigd zou zijn. Die werkgroep zou verder over het concept discussiëren nog voor die 'sociale staat' wordt gepubliceerd. Het is natuurlijk mogelijk om daarover een debat te voeren in het Vlaams Parlement. Er zou ook voor worden gezorgd dat er voldoende middelen zijn.
In eerste instantie hadden we ons nog onthouden in de commissie. Nu hebben we besloten om dit voorstel van resolutie, dat op het eerste zicht nogal algemeen en vaag is, toch te steunen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de stemming over het amendement en de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.