Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de verhoging van de billijke vergoeding en eventuele compensaties voor jeugdverenigingen
Verslag
De heer Stassen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, minister Anciaux, onze fractie is een voorstander van auteursrechten en vergoedingen voor uitvoerende artiesten. We vinden het normaal dat kunstenaars die iets maken, vergoed worden voor het werk dat ze gemaakt hebben en bij het kopiëren van dat werk een vergoeding krijgen. Hetzelfde geldt voor muzikanten, daar is geen discussie over.
Waar er wel discussie over is, is hoe de auteursrechten en de naburige rechten correct geïnd kunnen worden en hoe ze correct gegeven worden aan diegene aan wie het toekomt. Daar blijkt er wel een probleem te zijn.
Het is ook zo, ondanks alle berichten daarover in de pers, dat het grootste deel van de rechten wordt betaald door de grote sectoren, zoals de distributiesector en een aantal producenten. In dat verhaal zijn de sociaal-culturele sector en de jeugdsector eigenlijk vrij klein.
Het probleem is dat de auteurs- en naburige rechten beheerd worden op federaal niveau. Voor federaal paars - dat stellen we nu al een aantal jaren vast - is dat totaal bijzaak. In het verleden de minister van Justitie en nu de minister van Economie, is daar absoluut niet mee bezig. Het enige dat de minister van Economie doet, is een beetje luisteren naar de grote sectoren, de distributiesector en Agoria, maar er wordt niet geluisterd naar de sectoren sociaal-cultureel werk en jeugd, want blijkbaar zijn die economisch te weinig belangrijk.
Mijnheer de minister, dan intervenieert u als gemeenschapsminister, om na te gaan hoe de rechten op een correcte manier worden geïnd bij de jeugdsector en bij de verschillende verenigingen die activiteiten organiseren.
Mijnheer de minister, in het Vlaams regeerakkoord staan daarover een aantal uitspraken en u herhaalt die in de beleidsbrief die eind vorig jaar werd ingediend. U zegt dat het regeerakkoord concrete engagementen vermeldt vanwege de Vlaamse overheid met betrekking tot de billijke vergoeding en SABAM. Eigenlijk had er meer moeten staan, want in het regeerakkoord staat dat de Vlaamse Regering de billijke vergoeding wil overnemen voor de sectoren jeugd en sociaal-cultureel werk en dat men over de auteursrechten zou gaan praten met die sectoren.
Mijnheer de minister, ik herhaal de vraag die ik al verschillende keren heb gesteld, maar die steeds aan de oppervlakte komt bij elke onderhandeling tussen de sector die de billijke vergoeding moet innen via Uradex en degenen die ze moeten betalen. Maar blijkbaar trekken de grote sectoren en zeker niet de voor de gemeenschap belangrijke sectoren cultuur en jeugd, aan het langste eind. Het is een oud verhaal, maar de verhoging van de billijke vergoeding gaat ten koste van de kleine organisatoren van jeugdfuiven en van verenigingen die activiteiten organiseren.
Mijnheer de minister, wanneer zal, zoals in juli 2004 werd goedgekeurd, de Vlaamse Regering de billijke vergoeding overnemen van de sectoren jeugd en cultuur? Wanneer zult u dat regelen? We hebben daarover een amendement ingediend tijdens de bespreking van de begroting 2007, maar dat werd toen weggestemd. Eigenlijk had u dat moeten goedkeuren, want met dat geld had u waarschijnlijk wel kunnen voorkomen - zoals verscheen in bepaalde kranten - dat het probleem van de billijke vergoeding alleen maar groter wordt.
Mevrouw Temsamani heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, de inning van de billijke vergoeding heeft de voorbije jaren heel wat ongerustheid veroorzaakt, vooral bij degenen die de vergoeding moeten betalen.
In de commissie voor Cultuur - waar ik geen deel van uitmaak, want ik ben geen expert in deze materie - werden al heel wat vragen gesteld, onder andere door de heer Vandenbossche en tijdens de begrotingsbespreking werd ook door de heer Stassen een opmerking gemaakt.
De reacties vandaag van de jeugdverenigingen en de sociaal-culturele sector, naar aanleiding van de verhoging, wakkeren de ongerustheid aan, want men weet eigenlijk niet goed waar men aan toe is.
Ik denk dat de verhoging op zich niet onredelijk is, want ze komt ten goede aan muzikanten, waarvan het gros geen grote inkomsten heeft. Gaan de kosten nu ook gedragen worden door de jeugdverenigingen?
Ook op lokaal niveau zoeken gemeenten ondertussen naar een globale regeling.
Ook u, mijnheer de minister, bent een totale regeling aan het uitwerken. Dergelijke regelingen hebben twee voordelen. Ten eerste krijg je duidelijkheid en haal je drempels weg voor kleine verenigingen die een fuif organiseren en vandaag niet goed weten wat ze moeten doen. Ten tweede komt het ook ten goede aan de muzikanten als het geld goed geïnd wordt.
Ik ben geen expert, maar we mogen ook niet vragen van de mensen die fuiven organiseren, dat ze experten zijn. Ik heb ook gelezen dat u boos reageerde op de verhoging die is doorgevoerd, omdat er vandaag nog onderhandelingen aan de gang zijn op het Vlaamse niveau. Wanneer komt er een regeling? Wat is de vooropgestelde timing?
Minister Anciaux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, de verantwoordelijkheid over de billijke vergoeding ligt vandaag spijtig genoeg nog steeds bij de federale overheid. Ik hoop dat we in dit parlement een grote eensgezindheid kunnen ontwikkelen om de volgende maanden een Vlaams front te vormen om dit probleem in verband met de staatshervorming en de bevoegdheidsverdeling in de toekomst op te lossen. Het is absurd dat dit onderdeel van het culturele beleid vandaag nog altijd een federale bevoegdheid is. Ik hoop dat we daar met zijn allen verandering in kunnen brengen. Ondertussen zitten we er wel mee.
Het is juist dat de federale minister van Economie heeft aanvaard om een tariefverhoging van 10 percent door te voeren. Ik ben daar inderdaad bijzonder boos om omdat dat is gebeurd zonder enig overleg met de gemeenschappen en bovendien op het moment dat er verregaande onderhandelingen bezig zijn. Mijnheer Stassen, u weet dat ik vanaf het begin van deze legislatuur ernstige onderhandelingen aan het voeren ben met de twee beheersvennootschappen. Ik geef toe dat dit al een tijdje duurt. Er zijn problemen geweest binnen de beheersvennootschappen. We hebben vandaag nog steeds geen akkoord omdat de belangen tegengesteld zijn en omdat de doelstelling van die beheersvennootschappen niet noodzakelijk mijn doelstelling is.
Mijn doelstelling is tweeërlei. Ik vind dat deze rechten juiste rechten zijn, alleen mogen deze vergoedingen en deze administratieve last het verenigingsleven binnen alle mogelijke sociale geledingen, of het nu gaat over milieuorganisaties, noord-zuidorganisaties of jeugdverenigingen, niet zwaar belasten. Ik wil een correcte betaling en een correct recht voor de uitvoerders of componisten maar een dat niet te zwaar weegt op het verenigingsleven. Dit allemaal verzoenen is niet vanzelfsprekend omdat de beheersvennootschappen zich moeten houden aan een aantal wettelijke regelingen die federaal blijkbaar niet zo gemakkelijk kunnen worden aangepast. Zo kan men niet automatisch vrijstellingen verlenen en wordt er in bepaalde regelingen op aangedrongen dat iedereen verder blijft inzien hoeveel rechten er voor bepaalde activiteiten moeten worden betaald. We zitten omtrent deze zaak op dit ogenblik aan tafel. In de timing van de uitvoering van het regeerakkoord, voorzie ik dat het probleem in het jaar 2007 opgelost moet worden. Een regeerakkoord handelt over vijf jaar, we zitten in het midden van de legislatuur en dat lijkt me een goed moment om dat probleem op te lossen.
Ik denk dit probleem op te lossen door geld vrij te maken en door een soort derdebetalerssysteem uit te werken. Details zouden ons te ver leiden. Ik zit ver in de onderhandelingen. We moeten natuurlijk ook de sectoren meekrijgen.
Er zijn een aantal uitzonderingen, laat dat duidelijk zijn. Het gaat niet over massafuiven, die een heel duidelijk commercieel belang hebben. Daarvoor hoef ik geen tegemoetkoming te geven. Ik stel gelukkig vast dat steeds meer gemeenten hun verantwoordelijkheid opnemen, niet alleen voor de gemeentelijke infrastructuur, maar ook voor parochiezalen die frequent worden gebruikt voor fuiven en feesten. Daar worden jaartarieven betaald voor de billijke vergoeding. De financiële last is er niet erg groot. Bovendien is er geen administratieve last meer verbonden aan elke activiteit. Dat was immers soms het ergste.
Die zaken zijn dus opgelost. Het gaat over de organisaties zoals vrijetijdsorganisaties, sociaal-culturele organisaties, jeugdverenigingen, buurtcomités, oudercomités en dergelijke, die occasioneel activiteiten, feesten en fuiven organiseren. Ik wil de verantwoordelijkheid nemen dat de Vlaamse Gemeenschap dit vergoedt. Daartoe hebben we geld gereserveerd binnen de begroting. Gelet op de tariefverhogingen van de jongste weken, zal dit budget wellicht niet volstaan, maar binnen de regering hebben we daar al afspraken over gemaakt. Ik zal ter zake binnen de veertien dagen uitsluitsel krijgen van de regering. Het is mijn doel dit probleem voor de zomer van de baan te hebben. Dan moet er een overeenkomst zijn met de twee beheersvennootschappen. Dan zullen er ook de middelen en mogelijkheden zijn om de financiële en administratieve verplichtingen van die occasionele kleinschalige activiteiten op ons te nemen. We zullen dat doen volgens de regels van de federale wetgeving, in afwachting van het ogenblik dat we die regels zelf in dit parlement zullen kunnen aanpassen, in functie van een goed cultuurbeleid.
Mijnheer de minister, ik ben niet tegen een staatshervorming waarin dat soort dingen is opgenomen. Op zich lost dat echter het huidige probleem niet op. Het politieke probleem is dat niemand in dit land zich politiek wil bezighouden met die auteursrechten en de naburige rechten. Als u eerlijk bent, zult u moeten toegeven dat, indien u alles overhevelt, u de tegenstellingen die vandaag federaal de zaak blokkeren naar de gemeenschappen zult brengen.
Het culturele belang zal dan primeren.
Een aantal grotere sectoren zullen dan een vinger in de pap willen hebben bij die discussie. Het gaat dan over de grote commerciële initiatieven in de cultuursector, maar ook over de distributiesector, over Agoria en andere grote sectoren. Als u eerlijk bent, moet u toegeven dat u dan minder de kaart van de cultuur zult kunnen trekken dan vandaag. U moet dat aan de mensen niet proberen wijs te maken. Die staatshervorming zal zeker niet alles oplossen.
U kunt niet blijven zeggen dat we ons in de helft van de zittingsperiode bevinden. Ik heb al twee- of driemaal een betoog gehouden hierover, en u hebt telkens geantwoord dat u dit zou oplossen, dat de zittingsperiode vijf jaar duurt en we ons pas in de helft bevinden. Ondertussen bevinden we ons al bijna één jaar in de helft van de zittingsperiode. U hebt al driemaal geantwoord in een periode van een half jaar dat dit heel snel zou worden opgelost. U zult daar geld voor moeten vrijmaken, en u hebt in te weinig geld voorzien. Dat heb ik hier gezegd in december van vorig jaar. U hebt te weinig geld voor de billijke vergoeding. U hebt toen gezegd dat dit niet waar was. Een maand later sta ik hier terug, met dezelfde vaststelling. We willen dat samen oplossen, maar voor die oplossing is er te weinig geld.
U zult ook nog eens moeten gaan praten met SABAM over eerlijke tarieven ter zake. Die discussie zullen we nog eens voeren op een ander ogenblik.
Ik ken het dossier niet zo goed als de heer Stassen, maar op dit ogenblik lijkt het me nodeloos ingewikkeld. Mijnheer de minister, ik ben blij te vernemen dat u tegen juni gaat proberen een overeenkomst af te sluiten.
De heer Marginet heeft het woord.
Mijnheer de minister, het Vlaams front dat u voorstelt, zal ook onze steun krijgen, ongeacht of u dat graag hebt of niet. We delen een aantal bekommernissen en in het verleden hebben we al een aantal initiatieven ter zake genomen.
De beslissing-Verwilghen komt niet zomaar uit de lucht gevallen: het is een discussie die al veel te lang aansleept. De gedachte dat u bepaalde groepen en verenigingen wilt ontlasten is prima, maar komt iedereen in aanmerking in uw doelstellingen? Zullen er met andere woorden geen groepen uit de boot vallen? U noemt gelegenheidsfuiven, organisaties en buurtcomités. Voor die mensen ziet het er goed uit als er voldoende centen zijn, maar wat met bijvoorbeeld de jeugdhuizen?
Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, we hebben de details nog niet vernomen over het derdebetalerssysteem dat u voorstelt, maar ik heb het vermoeden dat het nog altijd niet beantwoordt aan de nood aan een globale oplossing voor alle sociaal-culturele verenigingen. Ik zou u willen vragen om er tijdens de onderhandelingen over een oplossing voor te zorgen dat het, ten eerste, geen systeem wordt dat nog meer administratieve overlast bezorgt aan de verenigingen en, ten tweede, dat alle vrijetijdssectoren erbij betrokken worden. Ik wil u ook stimuleren om verder te overleggen met uw federale collega's over vereenvoudiging, zodat de billijke vergoeding en SABAM in één factuur worden opgenomen en de aanmeldingplicht van de verenigingen kan worden geschrapt.
De heer Gatz heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, we zitten met een Europese regelgeving en we kunnen dus niet doen alsof de billijke vergoeding er niet is. De vergoeding is op een bepaald ogenblik onderwerp van debat geweest, maar we kunnen niet zomaar buiten het auteursrechtelijke aspect.
Uw contactlijn met minister Verwilghen ligt op dit ogenblik moeilijk. Dat is uw beider verantwoordelijkheid. Ik roep op om de communicatie vlot te trekken. Ik wil de verdediging van de federale minister toch een beetje op mij nemen. We hebben in dit land een traditie van sociaal overleg en het is een beslissing van het paritair comité om de tariefverhoging door te voeren. De sociale partners, met aan de ene kant de muzikanten, de producenten en de rechthebbenden, vroegen zelfs een verhoging met 30 tot 60 percent. Het was de federale minister die dit te veel vond en zo is men tot een tariefverhoging met 10 percent gekomen. Elke verhoging is er een te veel, maar ik wou toch even de achtergrond ervan schetsen.
Het is duidelijk dat we hoe dan ook een oplossing voor de jeugd moeten vinden. Misschien kan de administratieve vereenvoudiging al een klein beetje bijdragen. Ik weet dat het enkel een beetje balsem in de wonde is en dat de wonde zelf niet verdwijnt. Het is in elk geval zo dat de staatssecretaris voor administratieve vereenvoudiging aan een uniek inningsformulier werkt waarbij SABAM en de billijke vergoeding worden samengebracht.
Mijnheer de minister, u lijkt heel dicht bij een oplossing te zitten. Ik hoop dat dat het geval is. Ik maak even abstractie van uw verhaal over een staatshervorming, want dat brengt ons vandaag niet veel verder. We zullen wel zien. Is er juridisch vooral een probleem inzake het gelijkheidsbeginsel? Iedereen is het er in dit parlement wellicht over eens dat we de grote jongens niet moeten ontslaan van het betalen van de billijke vergoeding, maar wat met de kleine jeugdhuizen en fuifzalen? Is het zo moeilijk om op basis van een gemotiveerde argumentatie het doorbreken van het gelijkheidsbeginsel toe te staan? Of zijn er andere juridische knopen waardoor het dossier vastzit?
De heer Schueremans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, als ervaringsdeskundige die in deze niets vraagt, maar die gewoon is om te geven en om belasting te betalen, heb ik alle vertrouwen in beide ministers: in minister Anciaux om over de kwestie te onderhandelen en tot een goed einde te brengen en in minister Verwilghen die dringend op de rem moet staan inzake de billijke vergoeding zodat iedereen krijgt waar hij recht op heeft. Laten we allemaal de kalmte bewaren, zeker op het spreekgestoelte. Laten we vertrouwen hebben in beide ministers, dan komt het wel goed.
Ik sluit mij uiteraard aan bij de laatste spreker en ik dank hem voor zijn tussenkomst. Ik wil ook nog even ingaan op een aantal vragen. Volgens de federale wetgeving moet elke aanvraag individueel blijven en moet altijd zichtbaar zijn wat de normale vergoeding moet zijn. We werken aan een oplossing, maar die zaken maken het niet eenvoudig om een gewone overeenkomst te sluiten.
Ik wil de dialoog met de federale minister Verwilghen graag op veel terreinen intensifiëren. Ik ben daar al lang vragende partij voor. Het is wel frustrerend dat er van het federale niveau geen reactie komt op onze vragen om samen te zitten.
Het gaat heus wel over veel dossiers. Veel klachten over federale beslissingen die zonder enige betrokkenheid van de gemeenschappen genomen zijn, komen bij mij terecht. Dat is geen leuk verhaal, maar het is de realiteit. Dat neemt niet weg dat we moeten blijven proberen om samen te zitten, daarover ben ik het met u eens.
Jeugdhuizen, parochiezalen en een aantal gemeentelijke infrastructuren zijn organisaties die nu bijna allemaal met jaartarieven werken. Daar is de problematiek op dit ogenblik minimaal. De administratieve last is daar ook tot een minimum beperkt. Het gaat over alle andere occasionele, kleinschalige activiteiten waarvoor we een oplossing moeten vinden.
Ik ben nooit het engagement aangegaan om heel de billijke vergoeding op mij te nemen. Wij hebben van bij het begin duidelijk gesteld dat we dat willen doen waar het echt nodig is als een verlichting van de administratieve en financiële lasten van al die verenigingen, maar niet waar er al goede regelingen zijn. Wanneer een gemeente goede afspraken maakt voor jaartarieven, voel ik mij niet geroepen om alles op mij te nemen.
Wij proberen nu de echte problematiek op te lossen. Ik heb mij er nooit toe verbonden om oplossingen te vinden voor commerciële activiteiten van wie dan ook. Ik neem mijn verantwoordelijkheid voor de kleinschalige activiteiten en organisaties. Daarmee hebben we het grootste deel van de problematiek van de billijke vergoeding opgelost.
Mijnheer Stassen, het is uw rol om oppositie te voeren. Ik heb daar geen probleem mee. Wees gerust, we zullen de problematiek heus wel oplossen. Ik heb het toverstokje weliswaar nog altijd niet gevonden en het is soms moeilijk om zulke dossiers in orde te brengen, maar ze zullen opgelost worden. Dat geef ik u op een blaadje.
Ik hoop dat u op dat moment niet alleen even verbaasd, maar ook gelukkig zult zijn. Ik hoop dat u dan niet chagrijnig zult zijn omdat er een probleem opgelost is.
Mijnheer de minister, ik ben een gelukkig mens en ik ben blij dat u mij nog gelukkiger wilt maken.
Maar ik wil u ook gelukkiger maken. Ik wil u namelijk een voorstel doen. Aangezien de Vlaamse VLD-ministers en mevrouw Ceysens geen belangrijke rol zullen spelen bij de federale verkiezingen, hebben zij misschien tijd om samen met u en met de heren Gatz en Schueremans naar minister Verwilghen te gaan. Misschien kunt u daar het probleem eindelijk eens oplossen. Dan zult u wellicht ook gelukkiger zijn.
Mijnheer de minister, ik wil met u een weddenschap aangaan dat ik hier voor het zomerreces opnieuw dezelfde vraag zal stellen. We zullen zien wie gelijk krijgt.
Het incident is gesloten.