Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, de gemengde intercommunales hebben vorige week aan de gemeentebesturen meegedeeld dat ze zich kunnen verwachten aan een forse terugval van de dividenden. Voor de elektriciteit zou het gaan over 75 percent minderinkomsten en voor gas 50 percent minderinkomsten. De afgelopen jaren waren die dividenden al serieus verminderd met 350 miljoen euro. Daar zou nog eens 100 miljoen euro bijkomen.
De beslissing van het controlecomité voor gas en elektriciteit om de distributienettarieven te drukken door een aantal kosten niet door te rekenen, maakt dat de marges van de distributienetbedrijven kleiner zijn. De dividenden voor de gemeenten liggen dan ook lager.
Minister van Staat en burgemeester van Leuven Tobback aanvaardt niet langer dat de gemeenten moeten boeten voor de politiek die wordt gevoerd door het controlecomité, dat tracht de algemene stijging van de elektriciteitsprijzen af te remmen. Daardoor oefent het druk uit op de distributietarieven.
Hij stelt dat de gemeenten daardoor in financiële moeilijkheden komen. Hij haalt zeer zwaar uit. Hij kan niet aanvaarden dat sommige regeringsleden aan de verbruiker niet durven zeggen dat, ondanks de liberalisering, de energieprijzen stijgen. Hij roept de Vlaamse Regering dan ook op om er voor te zorgen dat de gemeenten geen financieel verlies lijden. Ze moet er ook op toezien dat de liberalisering niet leidt tot een mislukte vrijmaking omdat men niet meer weet wat de juiste tarieven zijn.
Ik was in een vroeger leven, in de vorige eeuw, een van uw voorgangers. Op het eind van de jaren negentig werd ik opgevolgd door de heer Stevaert. Die kwam hier zeggen dat de tarieven door de liberalisering zouden dalen. Wij hebben in het Vlaams Parlement zelfs een decreet goedgekeurd voor honderd kilowattuur gratis stroom. Wij hebben dus een periode meegemaakt waarin men een perspectief creëerde van dalende elektriciteitsprijzen en een gratispolitiek. Vandaag moeten we vaststellen, als we de woorden van Louis Tobback horen, dat de elektriciteitsprijzen de jongste jaren helaas zeer zwaar zijn gestegen en dat ook de gemeenten daarvoor moeten bloeden. De gemeenten, dat zijn ook belastingbetalers. Wat Stevaert 'de mensen' noemde, dat zijn nu 'de verbruikers' en 'de gemeenten' en dus 'de belastingbetalers'. Zij betalen allen meer.
Ik had gehoopt dat de sp.a-fractie deze vraag zou stellen. Louis Tobback heeft de sp.a-fractie echt opgeroepen om de bezorgdheid voor de gestegen elektriciteitsprijzen hier te verwoorden. Omdat de federale politiek inzake liberalisering - en ik citeer hier Louis Tobback - 'totaal mislukt is', stel ik de vraag dan maar zelf, namens mijn fractie. De gemeenten mogen natuurlijk niet worden verplicht om hun belastingen te verhogen. Het kan niet zijn dat men op de een of andere manier een politiek moet voeren die de lasten zou verhogen. Men moet de waarheid zeggen. Tobback zegt dat de vrijmaking van de Belgische elektriciteitsmarkt een mislukking is.
Ik stel dus, mijnheer de minister, de vraag die Louis Tobback stelt: hij vindt het heel erg, zegt hij, dat niemand zich dit schijnt aan te trekken. Onze fractie trekt zich dit zeker aan. Ik ben ervan overtuigd dat de Vlaamse Regering het zich ook aantrekt. Wat denkt zij van die beslissing van de CREG en hoe kijkt zij aan tegen de tariefpolitiek die op dit ogenblik wordt gevoerd en die eigenlijk een soort camouflage is waardoor op de duur de lasten worden afgewenteld op de gemeenten en dus de belastingbetaler?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, het dossier is hier in al zijn facetten al verschillende keren aan bod gekomen. Artikel 6 van een bijzondere wet van 8 augustus 1980 heeft duidelijk de bevoegdheden vastgelegd inzake elektriciteit en gas tussen het federale en het regionale niveau. Het komt er, in het kort gezegd, op neer dat het federale niveau bevoegd is voor de tarieven en wij onder meer voor openbaredienstverplichtingen, rationeel energiegebruik en -verbruik. Ik stel vast dat ook federale collega's daar zeer actief in zijn. Dat kan ons alleen maar ten goede komen.
Er is, ten eerste, een probleem van bevoegdheden. Het is hier al vaak gezegd: daar zouden we in het regeerakkoord en in mijn beleidsnota zo snel mogelijk een serieuze verandering in moeten aanbrengen. U geeft een van de problemen waartoe dit leidt aan: de beslissing van de CREG op 19 januari over het al of niet aanvaarden van bepaalde openbaredienstverplichtingen.
Ten tweede: de Pax Electrica 1 en 2 hebben voor de tweede keer aangetoond dat het door de ongelukkige verdeling van de bevoegdheden heel moeilijk is om ter zake een coherent beleid te voeren.
Ten derde, en heel concreet: de distributienetbeheerders hebben met betrekking tot een aantal openbaredienstverplichtingen een voorstel geformuleerd. U verwijst zelf naar de gratis kilowattuur. Waar voor 2007 door de distributienetbeheerders voor een bedrag van 77 miljoen euro is ingediend - plaatsen budgetmeters: 24 miljoen; rechtsmaatregelen: 25 miljoen; openbare verlichting: 10 miljoen en WKK-installaties van 8,4 miljoen - kwamen we op een totaal bedrag van 145.685.000 euro.
Op het federale niveau is beslist dat een aantal daarvan niet wordt aanvaard en dat een aantal dus niet kan worden doorgerekend in de tarieven. Ik heb gevraagd wat de argumentatie daarvoor is. Het wordt nog complexer omdat zowel de zuivere als de gemengde intercommunales een aantal elementen hebben ingebracht. Ik hoop dat ik snel gegevens zal krijgen over de argumenten waarom bepaalde kosten niet worden aanvaard. Het gevolg is dat de kosten op het niveau van de distributienetbeheerders blijven, met als gevolg dat de dividenden die aan de gemeenten moeten worden betaald, verdwijnen als sneeuw voor de zon.
Er stelt zich een belangrijke discussie op het vlak van de openbaredienstverplichting. U vraagt of de gratis 100 kilowattuur zin heeft en kan worden aangehouden. Als dit niet wordt opgenomen in de tarieven, dan stelt er zich een probleem bij de gemeenten.
Mijnheer Van Rompuy, u zegt dat de liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkt een fiasco is en u verwijst daarvoor naar de heer Tobback. Volgens mij heeft de heer Termont dat ook gezegd in bepaalde krantenartikels. Dat is hier ook al verschillende keren aan bod gekomen. Wat is er gerealiseerd? De klant kan wel een leverancier kiezen, maar de productiezijde is allesbehalve geliberaliseerd, met alle gevolgen van dien. We komen elke keer terug bij de kern van het debat. U verwijst naar dingen die voormalige ministers hebben aangekondigd, maar niet hebben gerealiseerd. De gemeenten worden nu met een nieuw feit geconfronteerd: de dividenden die ze menen te mogen ontvangen, verdwijnen als sneeuw voor de zon.
U vraagt naar het standpunt van de Vlaamse Regering. We zijn daar erg bezorgd over. Ik heb gegevens opgevraagd, maar de tarieven vallen onder de federale bevoegdheid. Met de gegevens in de hand zullen we bepalen welke acties we bij het federale niveau kunnen nemen.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Er wordt een bepaalde politiek gevoerd, maar die is niet consequent. De heer Tobback zegt: "Als socialist vind ik het schitterende maatregelen, maar de kosten moeten wel doorgerekend worden in de elektriciteitsprijs". Dat is het omgekeerde van wat de heer Stevaert ons hier vroeger steeds heeft gezegd. Hij stelde dat gratis echt gratis was en dat niemand daarvoor betaalde. We staan achter de openbaredienstverplichting, maar die heeft een kostprijs. Iemand betaalt het gelag. Als er geen consequente politiek wordt gevoerd door het federale niveau en de regio's, dan ontstaan er contradicties. Ik ben blij dat de Vlaamse Regering bekommerd is om dit probleem. De heer Tobback spreekt zelfs van "het koninkrijk Absurdië". Het is absurd dat op Vlaams vlak wordt geprobeerd om een sociale politiek te voeren, terwijl het federale niveau dit probeert af te schuiven op de belastingbetaler.
Dit is een enorm ingewikkelde problematiek. De tijd van de slogans die we hier hebben meegemaakt, is voorbij. Mevrouw Vogels, de heer Stevaert heeft hier gezegd dat de elektriciteitsprijzen zouden dalen en dat het gratis zou zijn. Dat is niet het geval. In de economie heeft alles een kostprijs.
Vroeg of laat komt dat naar boven, en vandaag gebeurt dat opnieuw. Het is echter pijnlijk dat de gemeenten en de belastingbetalers in dit geval twee keer zullen betalen: de gemeenten zullen middelen ontberen voor hun beleid, en op termijn zal men meer betalen voor elektriciteit. In elk geval ben ik blij dat de minister en de regering antwoorden geven op de bekommernissen van onze fractie.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, heren ministers, collega's, ik heb met veel aandacht geluisterd naar de uiteenzettingen, die samen nog geen debat kunnen worden genoemd. Namens mijn fractie wil ik enkele beschouwingen formuleren en de minister enkele vragen voorleggen.
Mijnheer Van Rompuy, laten we even ernstig blijven. U zei het al: koken kost geld. De afgelopen jaren zijn veel maatregelen genomen om de burger milieubewuster te laten leven. Die maatregelen hebben soms succes, soms niet. Het succes van de spaarlampen viel eerder tegen, maar het optrekken van de minimale ampèrelevering was goed. Dat kost geld. De CREG moet de prijzenevolutie op het federale niveau in het oog houden. De CREG heeft bepaald dat de prijs voor de consument dit jaar niet mag stijgen. Dat heeft zijn weerslag op de dividendenopbrengsten van de gemeenten. Dat is een onvermijdelijk gevolg. Men vindt het jammer dat de dividendenopbrengst daalt. Welke gevolgen verbindt de minister daaraan? Zegt u hier in de plenaire vergadering dat de burger voor deze hogere kost moet opdraaien?
In de beginselverklaring die is opgesteld naar aanleiding van het opstarten van Eandis staat de doelstelling om een schaalvergroting te realiseren via het bundelen van de krachten van de verschillende intercommunales. Dat moet de eindgebruiker ten goede komen, want lagere tarieven opleveren. Hier verneem ik dat Eandis bij de CREG aandringt op een sterke stijging van de tarieven. De minister was aanwezig toen de oorspronkelijke doelstelling is afgekondigd. Die lagere tarieven zijn er niet gekomen. Integendeel: Eandis dringt aan op hogere tarieven. Wat zult u daaraan doen? Dat behoort tot uw bevoegdheid.
De heer Martens heeft het woord.
Ik wil enkele kanttekeningen maken bij het tendentieuze verhaal van de heer Van Rompuy. Het is juist dat minister Stevaert destijds heeft gezorgd voor een versnelde liberalisering van de markt. De markt is vier jaar vlugger vrijgemaakt dan van Europa moest. Dat heeft niet geleid tot een stijging van de prijzen, maar volgens de VREG, de Vlaamse regulator, wel tot een stabilisering van de prijzen op het niveau van juli 2003. Verder is duidelijk dat diegenen die kiezen voor een nieuwe speler op de markt minder betalen dan voor de liberalisering, hoewel de grondstofprijzen voor de stroomproductie - de wereldmarktprijzen van aardgas en aardolie - zijn gestegen.
Zonder liberalisering zouden we nog steeds in de toestand zitten waarin Wallonië zich vandaag bevindt. Daar worden de prijzen nog altijd vastgelegd; pas dit jaar begint men er met een vrije leverancierskeuze. De prijzen zijn er gevoelig hoger dan in Vlaanderen. De versnelde liberalisering heeft Vlaanderen dus zeker geen windeieren gelegd.
Het is juist dat de CREG vragen stelt over een aantal kosten die de netbeheerders maken om te voldoen aan hun verplichtingen als openbare dienstverleners. Die verplichtingen zijn nodig om de vrijgemaakte markt ecologisch en sociaal te corrigeren.
Maar wat stelt de CREG daarbij vast? De CREG snoeit niet in de billijke winsten, wel in onredelijke kosten die worden gemaakt om de openbaredienstverplichtingen na te komen. Openbaredienstverplichtingen bij de gemengde sector kosten driemaal meer dan in de zuivere sector. Ik stel daarbij de vraag of de gemengde sector niet beter moet worden gecontroleerd op de wijze waarop deze sector de openbaredienstverplichtingen financiert. Het is maar goed dat wij een federale regulator hebben die er op toeziet dat de openbaredienstverplichtingen op een zo goedkoop mogelijke manier worden volbracht.
Wat bepleit u, mijnheer Van Rompuy? Straks gouden budgetmeters plaatsen, er ook nog een billijke vergoeding voor vragen om op die manier de dividenden van de gemeenten op te pompen? Neen, het is nodig om de openbaredienstverplichtingen tegen een correcte prijs te vervullen. De zuivere sector bewijst dat zij deze diensten tegen een kostprijs, die driemaal lager ligt dan de kostprijs van de gemengde sector, kunnen leveren.
De heer Stevaert is dus niet verkeerd geweest met zijn versnelde vrijmaking van de markt. Alleen is het werk van de heer Stevaert nog niet af. Hij heeft met het decreet op de intergemeentelijke samenwerking de toekomst van volledig zuivere intercommunales geschetst. Daar moeten we naartoe. Dat decreet is nog altijd onveranderd gebleven. We moeten ervoor zorgen dat de stroomproducenten en -leveranciers, die vandaag nog een belangrijk aandeel in het beheer van de netten innemen, verder worden uitgekocht. Dan kan het beheer van de netten op een meer faire manier verlopen zodat we een eerlijke toegang voor alle leveranciers op die netten kunnen garanderen.
De heer Glorieux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minsiter, ik heb u hierover op 16 januari 2007 in de commissie een vraag gesteld. Het is terecht, zoals ik toen ook heb gesteld, dat de CREG sommige kosten verwerpt. Ik kan het me voorstellen dat een burgemeester, samen met Electrabel, een of andere neef of vriend een plezier wil doen door te sponsoren, maar ik zie niet in waarom de CREG deze kosten dan naar de consument moet doorschuiven. Dat gebeurt jammer genoeg al eens.
Het is evenmin correct dat onkosten die worden gemaakt in het kader van de decretaal opgelegde dienstverplichtingen, niet zouden worden doorgerekend. Het is niet meer dan correct dat deze kosten wel worden doorgerekend. Het is belangrijk dat u, mijnheer de minister, er bij de CREG op aandringt dat dit effectief ook zou gebeuren.
Men heeft het er dikwijls over dat de socialedienstverplichtingen de kilowattuurprijs duur zouden maken. Een belangrijk deel van de kosten en de lasten - in feite de taksen, die verplicht worden opgelegd, met het beheer van het radioactief afval hebben te maken. Het is een heel belangrijke kostenfactor die als taks extra bij de facturen wordt bijgeleverd. Het gaat dikwijls om leveranciers die nooit iets met kernenergie te maken hebben gehad en die nu verplicht worden om de taksen in de kilwattuurprijs door te rekenen. Electrabel, dat nog altijd een monopolievoordeel heeft, rekent nog altijd de duurste factuur aan haar klanten aan. Het aanpakken van het monopolievoordeel is een veel belangrijkere en dringendere aangelegenheid dan het onderuithalen van de socialedienstverplichting.
De heer Peumans heeft het woord.
Niet alleen de heer Tobback maar zelfs de heer Vande Lanotte heeft vorig jaar in een interview in De Tijd duidelijk aangegeven dat de liberalisering zoals ze door de heer Stevaert is opgezet, slecht is en zou moeten worden herzien.
De inkomsten van de gemeenten worden serieus bedreigd. Dat aspect is nog niet aan bod gekomen. Hoe lager het dividend wordt, hoe minder de inkomsten van de gemeenten. Op tien jaar tijd is dat dividend op een vijfde van de vroegere waarde teruggevallen. De vraag is wat dat voor de burger betekent. Als men dat dividend niet via de elektriciteitsopbrengsten krijgt, wordt het vervangen door een lastenheffing, hoe het men ook draait of keert.
De bedreiging bestaat erin dat als de Eliaheffing in 2007 wegvalt, er voor de gemeenten in 2010 een heel belangrijke vorm van inkomsten verdwijnt. Hoe zal dat gecompenseerd worden?
Mevrouw de voorzitter, het debat toont nog maar eens aan dat we maar verder kunnen praten wanneer we, zowel van de zuivere als de gemengde intercommunales, weten waarom men een aantal 'onredelijke' kosten heeft verworpen. Ik denk dat de heer Glorieux gelijk heeft als hij het heeft over het feit dat, wanneer wij beslissen om een aantal openbaredienstverplichtingen in te voeren waar een aantal kosten aan verbonden zijn, dat het nogal sterk overkomt - ik druk mij voorzichtig uit - dat het federale niveau zegt dat het niet kan. De vraag is waarop men zich baseert. De heer Van Rompuy heeft dan ook gelijk wanneer hij zegt dat we eens moeten bekijken welke openbaredienstverplichting we effectief invoeren. Er is hier verwezen naar die 100 kilowattuur die zogezegd gratis is. Die is niet gratis, omdat we bepaalde organisatiekosten hebben die mogelijk door de GREG als onredelijk zijn weerhouden.
Ik denk dat het heel belangrijk is dat we openbaredienstverplichtingen invoeren vanuit sociale en andere overwegingen. Het zou dan ook logisch zijn dat de federale regering die aanvaardt en ze niet afwijst waardoor de kosten doorgeschoven worden naar de gemeenten. Maar ik ga ervan uit, dat wanneer we de gegevens krijgen, we met meer kennis van zaken dit dossier verder kunnen bespreken.
Ik vind dat de heer Martens dringend contact moet opnemen met de heer Louis Tobback. De heer Tobback zegt dat hij "wanhoopt bij de absurde beslissingen die genomen zijn op het federale vlak bij het berekenen van die distributienettarieven." Absurde beslissingen noemt hij dat.
U mag aan de burger en de mensen veel wijsmaken, maar dat men de jongste jaren minder betaalt voor elektriciteit, is een brug te ver. Er is geen Stevaert meer om dit aan de mensen wijs te maken. Ik denk dat de heer Vande Lanotte vorig jaar gezegd heeft dat de liberalisering een totale mislukking is. Men verwijt CD&V dat ze het woord 'paars wanbeleid' misbruikt, maar in dit dossier zegt de heer Tobback letterlijk dat het een totale mislukking geweest is en dat de burger en nu ook de gemeenten hiervoor de rekening zullen betalen.
Het is natuurlijk makkelijker, mijnheer Martens, om over kernenergie een groot ideologisch debat te houden, maar over de concrete elektriciteitsprijs debatteren is erg ontnuchterend. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Het incident is gesloten.