Verslag plenaire vergadering
Actuele interpellatie over de uitstap uit kernenergie en de uitlatingen hierover van Vlaams minister van Energie Kris Peeters
Verslag
De heer Glorieux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik interpelleer u niet over uitspraken van een minister uit de Brusselse regering maar wel over uitspraken van een topminister uit uw eigen regering. Na het catalogeren van windenergie als een hype die wel snel over zal waaien, heeft minister Peeters onlangs weer een aantal uitspraken gedaan die eens te meer het investeringsklimaat in duurzame hernieuwbare energie catastrofaal onderuit halen. Minister Peeters stelt dat kerncentrales eigenlijk best tien jaar langer zouden open blijven en we de superwinsten die daardoor gemaakt worden, dan een beetje kunnen afromen en investeren in hernieuwbare energie. Mijnheer de minister-president, dergelijke uitspraken zijn decadent om de volgende redenen. (Rumoer)
Waarom wachten tot 2015 om die superwinsten af te romen? Jarenlang heeft Electrabel SUEZ monsterwinsten gemaakt dankzij de monopoliepositie. De burgers en de bedrijven in dit land hebben steevast de tweede hoogste energieprijs betaald van alle OESO-landen, zelfs na de vrijmaking van de energiemarkt. In de leveranciersvergelijkingen vanaf 2003 zien we dat net die producent en leverancier die het hoogste aandeel kernenergie in zijn pakket heeft zitten, met name Electrabel SUEZ, de hoogste stroomtarieven aanrekent aan de klanten. We moeten dus niet wachten tot 2015 maar uitspraken doen aan de federale regering om nu reeds de monsterwinsten van Electrabel SUEZ af te romen.
Dit is ook een decadente uitspraak omdat u daarmee de vrije energiemarkt op zich ondergraaft. Electrabel heeft jarenlang kunnen profiteren van monopoliewinsten en heeft nog altijd quasi een monopolie als elektriciteitsproducent in België. Door dergelijke uitspraken kan ik me voorstellen dat concurrenten niet geneigd zullen zijn om langer te investeren in nieuwe productiecapaciteit in ons land. Dergelijke uitspraken hebben als gevolg dat de vrije energiemarkt onderuit zal worden gehaald en zorgen ervoor dat er geen concurrentie is en de energieprijzen hoog zullen blijven.
Dan is er nog een reden waarom ik die uitspraak decadent noem. Samen met professor D'haeseleer, die zoals we weten de Electrabel-leerstoel aan de K.U.Leuven bekleedt, gelooft u op zich niet echt in hernieuwbare energie. Tenzij de kerncentrales langer mogen openblijven, dan mag er wel in worden geïnvesteerd.
Minister Peeters heeft het woord.
Uw woordgebruik is volledig uw verantwoordelijkheid. Ik weet niet of u weet wat 'decadent' precies inhoudt. We hebben het hierover al gehad in de commissie. Het Vlaamse Gewest investeert 200 miljoen euro in energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Het besteedt 120 miljoen euro aan groenestroomcertificaten, 20 miljoen euro aan warmtekrachtcertificaten, meer dan 20 miljoen euro aan premies voor netbeheerders en meer dan 20 miljoen euro aan onderzoek. Ik weet niet waar u het haalt dat er onvoldoende zou worden geïnvesteerd in alternatieve energie en dat de overheid die onvoldoende zou stimuleren. Als u dat decadent noemt, dan is ofwel uw woordgebruik fout ofwel uw informatie niet volledig. (Applaus bij het Vlaams Belang en CD&V)
Misschien hebt u opnieuw een vonnis van de Europese Commissie nodig om te geloven wat hier wordt gezegd. (Opmerkingen van minister Kris Peeters)
U zegt dat we op koers zitten om onze doelstelling van 6 percent hernieuwbare energie tegen 2010 te halen. Dat is ook niet moeilijk: op Luxemburg na hebben we de laagste doelstelling van de hele Europese Unie.
De VREG, een neutrale instelling, heeft de diverse verplichtingen over de jaren heen in een mooie tabel gegoten. In 2002 moesten we 0,8 percent hernieuwbare energie halen. Volgens deze tabel was het resultaat van de inleveringsronde 37 percent. In 2003 moesten we verplicht 1,2 percent halen. Daarvan was volgens de VREG 49 percent gerealiseerd. In 2004 moesten we 2 percent halen. Daarvan werd 76 percent gerealiseerd. In 2005 moesten we 2,5 percent halen, en we hebben 97 percent gerealiseerd. Ik verzeker u dat we voor 2006 3 percent zullen hebben gehaald. Nu, na een half jaar, bedraagt het totale aantal uitgereikte groenstroomcertificaten 541.659. Vermenigvuldigen we dat met 2, dan komen we uit op 1.083.318. Dan halen we de 3 percent, zoals voorzien, en de geplande 6 percent in 2010. (Applaus bij CD&V)
En dan? Zoals ik zeg, u zit op koers om een doelstelling te halen die ons helemaal niet in staat zal stellen om datgene realiseren waartoe de grote uitdagingen waarvoor we staan ons dwingen. U moet niet vergelijken met 2000 en 2001. Nu is het 2007. Dit is nu veel dringender dan toen. Als u nu iets verwezenlijkt, dan is dat omdat het toen in gang is gezet, en niet dankzij uw bijkomende inspanningen of uw bijkomend beleid van de voorbije 2,5 jaar. U verwijst steeds naar de vorige regering. Dat is goed, want die heeft inderdaad enorm veel gedaan. Maar wanneer komt u eens met verwezenlijkingen van die 2,5 jaar waarin u minister was? U hebt inderdaad dingen aangekondigd.
Sinds het begin van deze nieuwe regering hebben we een echte boost gegeven aan de doelstellingen die we moesten halen qua alternatieve energie. We hebben de 3 percent voor 2006 gehaald. Zoals in het regeerakkoord is bepaald, zullen we in 2010 de norm van 6 percent halen. Ik wil niet altijd verwijzen naar de vorige regering, maar voor 2004 was dat niet het geval. Ik heb u de percentages gegeven.
U stelt dat de kerncentrales eerst langer open moeten blijven. Een deel van dat geld zal worden afgeroomd en dan zullen we eens wat zien, dan zal er in hernieuwbare energie worden geïnvesteerd. Dat is vergelijkbaar met aan een alcoholist zeggen dat hij meer moet drinken, waarna met de opbrengst van de consumpties een project zal worden opgestart om hem een ontwenningskuur te geven. (Rumoer)
U wilt meer investeren in kernenergie om daarmee geld binnen te halen voor investeringen in hernieuwbare energie. Dat is hetzelfde als drinken tegen alcoholisme. (Rumoer)
Na gebruik van het woord 'decadent' die vergelijking maken, valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de heer Glorieux.
Ik heb zopas gezegd dat we 200 miljoen euro op jaarbasis investeren in de promotie van alternatieve energie en groene stroom. Ik heb alles overlopen. De vergelijking die u maakt, is volledig misplaatst.
Mijnheer de minister-president, ik heb mijn interpellatie natuurlijk tot u gericht. Ik zal aan de hand van een aantal concrete voorbeelden aantonen hoe uw minister van Kernenergie het investeringsklimaat voor hernieuwbare energie en WKK ondergraaft.
Minister Peeters, nog niet zo lang geleden hebt u amnestie verleend aan Electrabel SUEZ, die de groenestroomdoelstellingen niet haalde. Het bedrijf had te weinig groenestroomcertificaten en had in feite een boete moeten betalen. U vond dat echter geen probleem en regelde dat Electrabel SUEZ geen boete diende te betalen, maar dat er een regeling kon worden getroffen. Vrijblijvend kon het bedrijf, bij wijze van dank, een beetje geld storten of investeren in hernieuwbare energie. Dat zou meegenomen zijn. Ik merk echter niets van extra investeringen van Electrabel in hernieuwbare energie.
Wat ik wel merk, is dat het bedrijf werd vrijgesteld van de boete en daardoor werden degenen die wel inspanningen leverden om de groenestroomdoelstellingen te halen, gepenaliseerd.
Mevrouw de voorzitter, dit is flagrant onjuist. Er was een rechtsgeding aanhangig dat jaren kon aanslepen.
Mijnheer Glorieux, ik wou niet opnieuw verwijzen naar het verleden, maar u dwingt me ertoe, want het rechtsgeding werd in gang gezet omdat er een wettelijk kader bestond waarin zo'n geding kans op slagen had. Ik heb een dading gesloten om er zeker van te zijn dat we er geld uit zouden kunnen halen en dat we dat geld op een goede manier opnieuw zouden kunnen investeren in alternatieve energie.
Mijnheer de minister, u zou beter stimulerende uitspraken doen tegenover Electrabel en SUEZ opdat ze hun verplichtingen nakomen in plaats van het bedje te spreiden voor de kernenergie.
Ik geef een ander voorbeeld. Het geld van het energiefonds, dat bedoeld is om te investeren in hernieuwbare energie en in rationeel energiegebruik in Vlaanderen, geeft u uit aan buitenlandse uitstootkredieten. Recent werd 32 miljoen euro uitgegeven aan twee internationale fondsen: één van de Wereldbank en een van de European Bank for Reconstruction and Development. Met dat geld hadden in Vlaanderen heel wat duurzame jobs gecreëerd kunnen worden. U hebt dat niet gedaan omdat u een andere agenda hebt: het onderuithalen van de kernuitstap.
Om dezelfde reden wees u ook ons voorstel van de hand om naar Duits voorbeeld een alliantie voor werk en milieu aan te gaan met de werkgevers, de industrie, de vakbonden en de milieubewegingen. In Duitsland heeft dit veel jobs en een CO2-besparing opgeleverd.
Collega's, kerncentrales sluiten is geen fetisj, zoals de heer Schouppe een paar dagen geleden op tv zei. Het is een zeer gefundeerde, weloverwogen beslissing geweest, die werd genomen na een lang debat in Kamer en Senaat - in tegenstelling trouwens tot het invoeren van de kernenergie waarover nooit een debat werd gevoerd, noch een maatschappelijk noch een parlementair.
Vooraleer ik mijn vragen stel, wil ik nog even beargumenteren dat de strijd tegen kernenergie geen fetisj is. Kernenergie is duur, niet duurzaam, gevaarlijk en - gelukkig maar - ook overbodig.
Kernenergie is duur. Het is slechts een type van industriële activiteit waarvan de winst volledig wordt geprivatiseerd en de kosten worden gesocialiseerd. Als we merken dat zelfs stroomleveranciers en -producenten zoals Ecopower, die zich op geen enkele manier ooit met kernenergie hebben ingelaten, in hun stroomprijs een taks moeten doorrekenen voor de behandeling en de berging van radioactief afval, dan is het duidelijk dat de kosten van kernenergie worden gespreid over heel de samenleving, terwijl de winsten allemaal in de richting van Parijs, van SUEZ, gaan.
De burger en de overheid betalen de factuur, Electrabel en SUEZ maken grote sier met de winsten.
Kernenergie is ook niet duurzaam. In alle stappen van de nucleaire keten vinden constant radioactieve lozingen plaats, die op termijn de genetische integriteit van alle leven aantasten. Dit ligt ons, ecologisten, heel nauw aan het hart.
Men doet alsof dat een inheemse energiebron is, die aan de bomen groeit in het Hageland of de Kempen. Niets is minder waar. Het uranium van onze zogezegd propere kerncentrales halen we uit Kazachstan, Namibië en Siberië, waar de internationale stralingsnormen niet worden nageleefd.
Binnenkort worden die voorraden schaarser en zal er meer activiteit en verrijking nodig zijn om ze uit de grond te halen. De licht voordelige CO2-balans die kernenergie nu heeft tegenover bijvoorbeeld gasgestookte centrales, zal spoedig teniet worden gedaan.
De heer Schouppe heeft het woord.
Mijnheer Glorieux, als u een voordeel van 1 tot 60 van kernenergie tegenover gasgestookte centrales licht noemt, dan vraag ik me af wat een groot voordeel is.
De verhouding is 1 tot 3, en over tien jaar, als er armere uraniumertsen zijn die veel moeilijker uit de grond te halen zijn en veel meer moeten worden verrijkt, zal het voordeel nihil zijn.
De heer Dedecker heeft het woord.
Ik heb hier voor mij het rode boekje van Synatom liggen. Daarin verklaart de directeur van de bevoorrading, de heer Pauluis, dat er nog voor 675 jaar uranium is.
Er zijn nog voor 30 tot 40 jaar aan gekende rendabele voorraden aan de huidige marktcondities.
U zult die 675 jaar misschien overleven, maar uw groene beweging niet. Ik zal u dit boekje straks overhandigen.
U kunt veel bronnen raadplegen. U kunt ook Synatom als bron aanhalen, maar daar kan ik 20 andere bronnen van onafhankelijke instellingen tegenover zetten, die net het tegenovergestelde beweren.
Waarom benadrukt het IPCC in elk nieuw rapport dat kernenergie geen realistische bijdrage kan leveren aan de strijd tegen het broeikaseffect, maar als gevolg van het wegdraineren van middelen, effectieve maatregelen veeleer tegenwerkt?
Er is ook nog het afvalprobleem. Nergens ter wereld is daar een oplossing voor. Ik richt me nu tot de heer Van Dijck, die de eer heeft in een gemeente te wonen die dankzij een beslissing van de VLD en sp.a in de federale regering, binnenkort laagradioactief afval definitief mag bergen. Een maand geleden heb ik met de heer Daems het kernafvalcentrum in Soulaine bezocht. Dessel wil net hetzelfde centrum bouwen.
We hebben de officiële rondleiding gekregen in Soulaine, we hebben met de pr-dienst gepraat, maar we hebben ook met lokale beleidsmensen gepraat, die zeiden: "Men beloofde ons in het begin dat er geen radioactieve lekken zouden zijn. Op dit ogenblik, terwijl het centrum wordt volgestouwd met laagradioactief afval, wordt er al radioactiviteit in de lucht en het grondwater gemeten."
Iemand anders zei: "We hoopten, zoals men ons had voorgespiegeld, dat heel wat toeristen naar het bezoekerscentrum zouden komen. Wij hebben hier een recreatiecentrum. We proberen in alle talen te zwijgen over het feit dat er vlakbij een kernafvalcentrum is, want we merken dat de toeristen wegblijven." Denk hieraan als men pretendeert dat er voor laagradioactief afval al een oplossing zou zijn. Als dat voor laagradioactief afval niet het geval is, dan zeker niet hoogradioactief afval.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mijnheer Glorieux, ik wil u geruststellen: het concept is niet hetzelfde is als dat van Soulaine. Wij zijn ons er ook zeer goed van bewust dat de berging van nucleair afval geen toeristische attractie is. Zo stellen we dat ook niet voor.
Ik ben wel blij dat in dat land een beslissing dienaangaande genomen is, met een grootschalige bevraging van de lokale bevolking. Zo is er een systeem gegroeid met een draagvlak om aan een gemeenschappelijk probleem een oplossing te geven. Ik ben blij dat er bij ons weinig mensen zijn die tekeergaan zoals u, want dan zou er geen oplossing zijn. Een tijdelijke berging is immers ook geen oplossing.
Ik heb de indruk dat u hier een sfeer creëert alsof er in Soulaine een zware besmetting is. Ten eerste is het systeem niet hetzelfde, en ten tweede wordt er constant gewerkt met een breed draagvalk, zodat de mensen goed weten waarover het gaat.
Er zijn heel wat afvalvormen en afvalstromen die veel minder opgevolgd en gecontroleerd worden dan deze. Ik ben ervan overtuigd dat de behandeling van het nucleaire afval in ons land op een correcte, doorzichtige en efficiënte manier gebeurt.
Het zou er nog aan ontbreken dat het niet op een efficiënte manier gebeurt. En dat betekent bovendien niet dat er ook maar enige garantie is, dat het effectief zal worden afgeschermd zolang dat nodig is.
We hebben het dan nog alleen maar over laagradioactief afval. Vorige week verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Nature de resultaten van een nieuw onderzoeksrapport. Die resultaten brachten aan het licht dat de materialen die ontwikkeld waren om het hoogradioactieve afval in in te pakken, niet voldeden. Op basis van simulaties stelde men vast dat die materialen al na 200 jaar gedegradeerd zouden zijn, in plaats van de honderdduizenden jaren die nodig zijn. Daardoor zou de radioactiviteit van de eeuwig levende en zeer hoog radiotoxische isotopen in de omgeving terechtkomen.
Kernenergie is duur. Het is niet duurzaam en evenmin veilig. De risico's nemen toe met de leeftijd. Materialen degraderen, dat geldt voor alle technologieën. Reactorvaten worden broos en dergelijke meer. Bovendien is het een gok om ze langer dan 40 jaar open te houden. Nergens ter wereld heeft men ervaring met zulke grote kernreactoren - commerciële kernreactoren van 1.000 megawatt - die langer dan 40 jaar open zijn.
Als die kernreactoren veilig genoeg zouden zijn om naast te wonen, hoe komt het dan dat verzekeringsmaatschappijen weigeren om het risico te dekken? Hoe komt het dat vrijstelling van aansprakelijkheid gegeven wordt aan de uitbaters van kerninstallaties?
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mijnheer Glorieux, ik heb respect voor ieders mening. Het debat wijst uit dat de verschillende instellingen inderdaad verschillende stellingen poneren. De discussie is niet zwart-wit.
Het is niet correct dat u met dergelijke voorbeelden komt, ook omtrent de veiligheid. Onlangs is er in de Kamer een vergelijkbaar incident geweest, waarbij men zei dat er geen controle is op de veiligheid.
Kerncentrales hebben een economische levensduur. De technische levensduur kan perfect verlengd worden. Het is niet, zoals u het voorstelt, dat er na 40 jaar al dan niet verlengd kan worden. Bepaalde stukken worden al na een aantal jaren vernieuwd, andere stukken wat later.
Mijn stelling is dat een verlenging van de levensduur de veiligheid verhoogt. Wereldwijd hebben 47 kerncentrales een gunstig advies gekregen voor de verlenging van hun levensduur. Geen enkel aanzoek tot verlenging van de levensduur is geweigerd. Al die landen gaan op een correcte manier om met de veiligheid. Het verlengen van de levensduur betekent dus niet dat de veiligheid in het gedrang komt.
Mijnheer Decaluwe, hoe ouder een apparaat of een technologie wordt, hoe meer de materialen beginnen te degraderen. Het is inderdaad zo dat in een kerncentrale een aantal onderdelen vervangen kunnen worden. Sommige onderdelen zoals het reactorvat kunnen echter niet worden vervangen. Het reactorvat is nu net dat onderdeel van een kerncentrale dat de meeste risico's inhoudt. Het reactorvat is het meest gevaarlijke en wordt ook broos. Het SCK doet onder meer onderzoek naar het embrittlement van het reactorvat. Dat fenomeen wordt nog versterkt door het gebruik van MOX-kernbrandstof in plaats van traditionele uraniumkernbrandstof zoals dat in onze kerncentrales gebeurt.
Mijnheer Glorieux, het is inderdaad zo dat wereldwijd een 40-tal kerncentrales een gunstig advies hebben gekregen voor de verlenging van hun levensduur van 40 naar 60 jaar. Er zijn nog 8 reactoren on the review voor de verlenging, 27 hebben een letter of intent gekregen voor een verlenging.
Het spreekt voor zich dat die verlenging moet gebeuren in zo veilig mogelijke omstandigheden. Dat is een zorg die ik met u deel. De verschillende hernieuwbare componenten kunnen de veiligheid nog verhogen. Wanneer de reactor zelf versleten is, is een verlenging natuurlijk niet mogelijk. Daar hebt u wel een punt. Experten verklaren echter dat een verlenging mogelijk is met de nodige garanties inzake veiligheid. In dat opzicht plaatsen de cijfers die ik heb meegegeven uw betoog in een ander daglicht.
Mijnheer de minister, ik zei daarnet dat het een gok is en u bevestigt dat. De levensduurverlenging van ruim 40 van de bijna 500 kerncentrales vormt geen enkel bewijs voor de veiligheid. Dat bewijst enkel dat bij sommige de tendens bestaat om de levensduur van kerncentrales te verlengen. Er zijn geen reactoren in de wereld die ouder zijn dan 40 jaar en waarvan kan worden bewezen dat een levensduurverlenging zonder gevaar is.
Er zijn 13 reactoren die ouder zijn dan 35 jaar. In Nederland is de levensduur van de kerncentrale in Borsele verlengd. Borsele is gebouwd in 1973. Indien zo'n verlenging niet in veilige omstandigheden zou kunnen gebeuren, zouden we onmiddellijk alle kerncentrales moeten sluiten en Nederland het signaal moeten geven dat we ons grote zorgen maken.
U zou dat beter doen in plaats van ervoor te pleiten de kerncentrales 10 jaar langer open te houden.
Er is nog een andere bedreiging, niet enkel van een ongeval maar ook jammer genoeg van terrorisme. Kernenergie maakt een samenleving bijzonder kwetsbaar, zeker wanneer 55 percent van de elektriciteit van een kerncentrale afkomstig is. Zelfs wanneer de reactor zelf niet wordt getroffen maar enkel de omliggende infrastructuur, valt heel het land plots zonder elektriciteit. Ik hoop van harte dat het niet gebeurt, maar ik verkies toch een aanslag op een windmolenpark boven die op een kerncentrale.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mijnheer Glorieux, er zijn grenzen aan het populisme. Indien het risico op een kernramp zou bestaan wanneer de centrales meer dan 40 jaar oud zijn, dan moeten de centrales onmiddellijk worden gesloten.
Ik veronderstel dat mensen, ook op internationaal vlak, de verantwoordelijkheid hebben om dat te controleren. Dan afkomen met de insinuatie dat er een aanslag gebeurt. Ja, hier kan óók een aanslag gebeuren. Dat is demagogie van Groen!, enkel om stemmen te halen, enkel om electorale redenen, enkel om uzelf een profiel te geven. Ik vind dat totaal onverantwoord. (Applaus bij CD&V)
Waarom werd na de aanslagen in New York luchtafweergeschut geplaatst rond een aantal kerncentrales in Europa? En zeg nu niet: in België niet. Inderdaad, in België niet. Het risico zal in België minder groot zijn dan in andere landen zoals Engeland of Frankrijk. Maar het is effectief gebeurd. En er zijn effectief verdachte bronnen gevonden die stelden dat dergelijke aanslagen werden voorbereid. Het is niet door te stellen dat we daaraan even voorbijgaan dat het probleem zich nooit zál voordoen.
Wat nu dat populisme betreft: tien jaar geleden heb ik als verantwoordelijke voor de energiecampagne bij Greenpeace bij een Engelse universiteit een rapport laten maken over de mogelijke gevolgen van een militaire aanval op een nucleaire installatie. De werktitel van die studie was 'Effects of War and Terrorism on Nuclear Power Plants'. Uiteindelijk beslisten we om het woord 'terrorisme' te schrappen om niemand op ideeën te brengen. Op dit ogenblik, nu er absoluut geen enkele morele grens meer is aan terrorisme, zit niemand nog te wachten op deze toespraak of op een rapport van Greenpeace om kerncentrales effectief als een reëel doelwit te beschouwen.
De heer Dewinter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dat uitgerekend Groen!, de kampioenen van het politiek correcte denken, nog zou uitpakken met de islamdreiging of de islamitische terreurdreiging of de fundamentalistische islamitische terreurdreiging ten aanzien van kerncentrales, dat had ik nooit durven denken. Dat is het cynisme ten top. Maar het is ook de hypocrisie ten top. Ik heb Groen! decennialang tegen ons weten fulmineren, toen wij nog maar durfden te evoceren dat zoiets misschien mogelijk was. Vandaag, om toch maar de kernenergie te bestrijden en de kerncentrales te laten sluiten, gaat men zo ver om deze argumentatie schaamteloos over te nemen en hier ten tonele te voeren: het toppunt van hypocrisie, het toppunt van cynisme. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mag ik erop wijzen, mijnheer Dewinter, dat de aanslag in de Verenigde Staten op het overheidsgebouw - ik ben de staat waar dat gebeurde even vergeten - werd uitgevoerd door een rechtse extremist, niet door iemand van de islam of in naam van de islam. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang, CD&V en de N-VA)
Maar er is ook goed nieuws. Kernenergie is overbodig. Wereldwijd is kernenergie marginale energie. Nu al wordt er meer energie opgewekt door middel van hernieuwbare energiebronnen dan door middel van kernenergie. De wereldwijde doorbraak die al vijftig jaar wordt voorspeld, is er ondanks de enorme steun van Euratom, van het Internationaal Atoomagentschap, van een heleboel nationale staten uit de westerse wereld, niet gekomen. In de Europese Unie zijn er meer landen zonder dan met kernenergie. Die evolutie zet zich door. Dit jaar werden in de Europese Unie al zeven reactoren gesloten - terwijl er slechts één in aanbouw is, in Finland, en er ook een concreet plan is om een tweede te bouwen, in Frankrijk. Die zogenaamde 'boom' van kerncentrales waarnaar al dertig jaar wordt verwezen, komt er niet. Tenzij dan de 'boom' Tsjernobyl. Sinds de jaren negentig worden er meer reactoren stopgezet dan er nieuwe worden opgestart.
In de VS, de bakermat van de kernenergie, dateert het laatste reactororder dat niet is afbesteld en daadwerkelijk is uitgevoerd, van 1973. Daar was kernenergie al op de terugweg nog voor men er bij ons goed en wel aan begonnen is. De kernuitstap is wereldwijd bezig. In België zijn de drie reactoren die in 2015 moeten gesloten worden de facto al overbodig.
De heer Glorieux moet zijn huiswerk maken in plaats van de terroristen achterna te lopen. De Chinese minister van Milieu is hier geweest. Hij is in de Kamer door de heer De Croo ontvangen. In China zijn er 48 kerncentrales gepland; 11 zijn er in aanbouw. Maak uw huiswerk.
Ik had het over Europa. Kuis uw oren uit.
U hebt last van een selectief geheugen. Als u uw huiswerk maakt, dan moet u het volledig maken.
U bent ervan overtuigd dat het overbodig is om die centrales in dienst te houden. U moet er evenwel rekening mee houden dat we vandaag al bijna 10 percent van onze elektriciteitsbehoeften moeten importeren. Die import komt bijna helemaal uit Frankrijk, en daarvan is 78 percent van kerncentrales afkomstig. Als u verder wilt afbouwen, dan moet u de mensen duidelijk uitleggen dat in Tihange een centrale wordt gesloten om 100 kilometer stroomopwaarts van de Maas, in Chooz, elektriciteit te halen die aan identiek dezelfde voorwaarden wordt geproduceerd. Laten we de mensen geen rad voor de ogen draaien en de energievoorziening van dit land ernstiger nemen dan u doet. (Applaus bij CD&V en het VB)
Mijnheer Schouppe, u kunt gelijk hebben als u enkel rekening houdt met de elektriciteitswinning uit grote kern-, steenkool of gascentrales. U kunt evenwel niet de tendens ontkennen die zich aftekent: Tessenderlo Chemie, Exxon en andere bederijven werken aan alternatieve productiecapaciteit. Als die trend zich doorzet, worden kerncentrales effectief overbodig zonder dat we elektriciteit uit buitenlandse kerncentrales moeten importeren. Het is niet juist dat we elektriciteit uit buitenlandse kerncentrales moeten importeren als we onze kerncentrales sluiten. Dat is een dogma.
Als we hier kerncentrales sluiten, dan moeten we tezelfdertijd nieuwe productiecapaciteit ontwikkelen, via hernieuwbare, duurzame warmtekrachtkoppeling en met de efficiëntste STEG-centrales. De bedrijven zijn er trouwens mee bezig.
De heer Huybrechts heeft het woord.
Finland en Frankrijk hebben beslist een reactor van de derde generatie te bouwen. In Nederland wordt de kernuitstap verdaagd. In Zwitserland heeft de bevolking in een referendum beslist om de kerncentrales niet vroegtijdig te sluiten en geen moratorium voor nieuwe kerncentrales in te voeren. Vandaag uit kernenergie stappen, zou een gigantische blunder zijn. Het zou ons ontzaglijk veel kosten: een verlies aan expertise en de verplichting om in het buitenland duurdere elektriciteit gewonnen uit kernsplijting aan te kopen. En als ecofundamentalist zou u gevoelig moeten zijn voor het bijkomende feit dat uw voorstel neerkomt op een toegenomen CO2-uitstoot. Kerncentrales zijn en blijven nodig. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw De Lobel heeft het woord.
U hebt in een antwoord op een vraag van de heer De Decker toegegeven dat er over de prognoses honderden studies bestaan die mekaar tegenspreken. Hoe kunt u dan weten dat de cijfers waarmee u ons om de oren slaat juist zijn? U pikt er de studie uit die het best in uw kraam past, en vanuit uw extreemlinkse visie beschouwt u ze als de bijbel. Vertel ons geen sprookje waarvan u niet weet of het wel zal uitkomen.
Ik heb het over de realiteit: wereldwijd is kernenergie een marginale energiebron. Zelfs in de EU zijn de landen die elektriciteit uit kernenergie winnen een minderheid.
Doe niet alsof kernenergie het summum is van energieopwekking dat overal naar voren wordt geschoven. Dat is niet zo, wie vandaag met kernenergie bezig is, is marginaal bezig.
Ik had graag verduidelijking gekregen over het volgende punt. Sprak minister Peeters effectief namens CD&V of sprak hij namens de Vlaamse Regering? Is dat intussen al rechtgezet in de media? Uw partijvoorzitter heeft laten weten dat dit het standpunt van CD&V is. Als minister Anciaux als minister van Jeugd en Sport dergelijke uitspraken zou doen - maar ik verdenk hem er niet van zulke domme uitspraken te doen - dan zou ik er niet zwaar aan hebben getild. Ik zou het hebben afgedaan als zijn persoonlijke mening. Maar als minister Peeters, als topminister van deze regering, gedoodverfde nieuwe minister-president en minister van Energie, dergelijke uitspraken doet, gaat dat veel verder dan louter een uitspraak in naam van CD&V. Ik veronderstel dan dat het in naam van de hele regering is. Ik had daar graag een duidelijk antwoord op gekregen.
Hoor ik u zeggen dat de ene minister wel iets in eigen naam mag zeggen en de andere niet?
Neen. Als de minister van Jeugd en Sport over deze materie een uitspraak doet, ga ik daar overheen, maar als de minister van Energie, de gedoodverfde nieuwe minister-president, zo'n uitspraak doet, is dat veel zwaarwichtiger. Hoe verantwoordt u het dat een minister uitspraken doet die de doelstellingen van de eigen regering ondergraven? Kan een minister die niet langer loyaal is aan zijn regering nog langer functioneren? Is dit het goede bestuur van CD&V? Is dit de eenduidigheid en de coherentie die er zouden komen als CD&V aan de macht was? Ik hoor CD&V dit zeggen, sp.a iets anders en spirit nog iets anders. We merken dat deze regering hierover geen eensgezind standpunt inneemt. Daarom vraag ik aan de minister-president. Is dat zo? Of is het niet zo? Worden de uitspraken van uw minister door de regering gedekt? Staan ze symbool voor wat de hele regering hierover denkt? Of is het enkel een diepe gedachte van één enkele minister? Heeft hij hier misschien 'voor zijn tijd' gesproken? (Applaus bij Groen!)
De heer Martens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, mijnheer de minister, collega's, mijn interpellatie gaar over hetzelfde onderwerp, het voorstel van minister Peeters vorige week in TerZake om de kerncentrales in ons land tien jaar langer open te houden. Hij stelde voor om de extra opgewekte stroom te belasten met 20 euro per megawatt/uur. Dat zou 10 miljard euro opleveren die in Vlaanderen kunnen geïnvesteerd worden in alternatieve energie. Uiteraard verheugen wij ons erover dat de minister erkent dat investeringen in hernieuwbare en duurzame vormen van elektriciteitsopwekking een massieve bijkomende ondersteuning verdienen, maar wij hebben wel problemen met het feit dat minister Peeters deze ondersteuning afhankelijk maakt van een federale financiering, die slechts mogelijk wordt door terug te komen op de wet op de kernenergie-uitstap.
In feite chanteert hij de coalitiepartners die tegelijk in de Vlaamse en de federale regering zitten door te stellen dat als men federaal blijft vasthouden aan de kernuitstap, dit de noodzakelijke boost voor investeringen in duurzame vormen van energievoorziening in Vlaanderen zal tegenwerken.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik heb daarstraks al gezegd, en hoop dat u dat toejuicht, dat we nu in Vlaanderen al meer dan 200 miljoen euro investeren ter aanmoediging van groenestroomopwekking en de daarmee verbonden problematiek. Ik heb de verschillende bedragen al vermeld. Het is niet zo dat we dat afhankelijk zouden maken van beslissingen door andere bevoegdheden. We leveren vandaag al de nodige inspanningen en maken de nodige budgetten daarvoor vrij.
Ik erken dat er de laatste jaren een serieuze inhaalbeweging geweest is. Er is het Vlaams Energieplan voor hernieuwbare energie, waarin een aantal maatregelen uit ons Windkracht 10-plan werden opgenomen. De omzendbrief over de ruimtelijke inplanting van windmolens is aangepast en versoepeld. Er komt een nieuw hoofdstuk in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen over de ruimtelijke inplanting van windmolens. De minimumwaarden die men krijgt voor groenestroomcertificaten, subsidies voor hernieuwbare energieprojecten, worden contractueel vastgelegd, zodat er effectief meer rechtszekerheid is over die subsidies. En inderdaad, 200 miljoen euro per jaar, wordt geïnvesteerd in duurzame vormen van energie, in hernieuwbare energie, in warmtekrachtkoppeling enzovoort.
Maar de uitdaging waar we voor staan, is zo groot, dat wellicht die 200 miljoen euro per jaar niet zullen volstaan. Het Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek, verbonden aan dit Vlaams Parlement, heeft een paar jaar geleden een rapport uitgebracht over het maatschappelijk debat over kernenergie in Vlaanderen. Ze hebben een lijst gemaakt van de subsidies voor het onderzoek en de ontwikkeling van kernenergie in ons land. Ze kwamen tot de conclusie dat er, gecumuleerd over de voorbije decennia, 250 miljard Belgische frank geïnvesteerd is in kernenergie. Als we de 200 miljoen euro waarnaar u verwijst, effectief zouden aanhouden, betekent dit dat we meer dan 30 jaar lang die inspanning moeten volhouden om tot eenzelfde steun te komen voor de ontwikkeling van duurzame energiebronnen. We hebben een eerste stap gezet met die 200 miljoen euro, maar die stap is onvoldoende. Ik zou het betreuren mocht dat de laatste stap zijn.
Minister Peeters is Vlaams minister van Energie, en in die hoedanigheid niet bevoegd voor het federale beleid inzake kernenergie. Als hij daar dan toch uitspraken over doet, vinden we dat het duidelijk moet zijn of hij die al dan niet namens de Vlaamse Regering doet. We willen klaar en duidelijk van de minister-president horen dat minister Peeters zijn uitspraken deed als CD&V-politicus en niet als een vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering en dat hij geen standpunt van de Vlaamse Regering heeft vertolkt. Bovendien kunnen we niet aanvaarden dat de minister de realisatie van zijn eigen beleid inzake energie-efficiëntie en hernieuwbare energie afhankelijk zou maken van bijkomende federale financiering. Ik heb de voorbije weken vele staatsmannen horen zeggen dat de volgende staatshervorming er een moet zijn waar er vooral bevoegdheden overgedragen worden en de financiering wordt gelaten zoals ze is. Wat blijkt? Dat vooral de federale overheid met een structureel financieringstekort kampt en dat de gewesten eerder ruimere budgettaire mogelijkheden hebben. Dan gaat het niet op om de financiering van bevoegdheden die al overgedragen zijn, afhankelijk te maken van een bijkomende federale financiering. Als de Vlaamse Regering echt een investeringsregering is - waar u prat op gaat - dan moet Vlaanderen voor de financiering van zijn eigen bevoegdheidsdomein zelf kunnen instaan.
De heer Schouppe heeft het woord.
Ik wil aan de heer Martens zeggen dat minister Peeters bevoegd is voor milieu en energie, en het dus logisch is dat hij zoekt naar duurzame oplossingen voor de energiebevoorrading van dit land. Ook al heeft hij voor energie niet de totale bevoegdheid, hij heeft welbepaalde verantwoordelijkheden en ideeën voor de distributie en de sociale aspecten van de energielevering aan de bevolking. Dat hij daarover een opinie heeft en die uitspreekt, dat lijkt me de logica zelve.
Ook al heeft hij het niet voor 100 percent voor het zeggen, voor die aspecten waarvoor hij wat Vlaanderen betreft bevoegd is, is hij volkomen in zijn rol wanneer hij klaar en duidelijk zegt wat hij beoogt. Hij beoogt iets wat u normalerwijze erg zou moeten bevallen, namelijk veel meer groene energie. Hij zegt ook klaar en duidelijk op welke manier de doelstellingen die hij wil bereiken, kunnen worden bereikt zonder erg te moeten snoeien op andere vlakken. Verbied minister Peeters dus niet om dingen te zeggen over zaken waarvoor hij uitdrukkelijk bevoegd is binnen Vlaanderen. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer Schouppe, u bevestigt wat ik zeg, namelijk dat minister Peeters op een bijkomende federale financiering rekent voor de uitvoering van Vlaamse bevoegdheden, dat hij op een extra federale financiering rekent voor extra steun in hernieuwbare energie en energiebesparing.
Er is hier al veel gesproken over 'minister Peeters', die hier echter nog steeds aanwezig is. Mijnheer Martens, we hebben in het regeerakkoord 10 percent ingeschreven voor 2010. We zitten nu op schema. Wat de 6 percent en de 25 percent betreft die in het regeerakkoord zijn ingeschreven inzake alternatieve energie, zal ik alles doen om dat te realiseren. We zitten daar - gelukkig maar - op schema. De vraag is natuurlijk wat er moet gebeuren als we meer moeten doen. Ik heb begrepen dat uw tussenkomst daarover gaat. Stel u voor dat we, zoals Europa zegt, 20 percent moeten halen in 2020. Zelf pleit ik ervoor om verder te gaan dan het regeerakkoord en voorzie ik in 2015 een verdubbeling van 6 naar 12 percent, maar er zijn binnen de regering nog discussies aan de gang over welke doelstelling we uiteindelijk zullen weerhouden. Ik wil u echter nogmaals verzekeren dat ik ervan uitga dat we dat wat in het regeerakkoord staat en wat mij uitdrukkelijk is toevertrouwd als minister van Energie, volgens de cijfers die ik nu heb, perfect zullen halen.
Des te beter, zou ik zeggen, mijnheer de minister. Laat ons hopen dat we inderdaad die doelstellingen van het Vlaamse regeerakkoord halen en dat we de doelstelling van 6 percent groene stroom tegen 2010, iets wat enkele jaren geleden als een zeer ambitieuze doelstelling werd vooropgesteld, effectief waarmaken. Zoals het er nu naar uitziet, zullen we dat ook waarmaken. Het regeerakkoord kijkt echter ook verder dan 2010, het regeerakkoord spreekt ook over het vastleggen van groenestroomdoelstellingen in de periode van 2010 tot 2018. U hebt hier op deze plaats, naar aanleiding van het debat dat we hier hebben gevoerd over de energievoorziening in Vlaanderen en naar aanleiding van de hoorzittingen die we daarover hebben georganiseerd in de commissie, inderdaad gesteld dat de Vlaamse Regering de doelstelling voor groene stroom zou optrekken tot 12 percent tegen 2015, iets waarmee we ons inderdaad op de juiste koers zouden zetten naar de doelstellingen die de Europese Unie voor heel de Unie vooropstelt, namelijk een aandeel van 20 percent aan hernieuwbare energie in de Europese energievoorziening tegen 2020. Juist daarom denk ik, mijnheer de minister, dat we nu bijkomende investeringen nodig hebben en dat we niet kunnen wachten tot na 2015, tot wanneer volgens uw voorstel de eerste kerncentrale extra geld in het laatje zou brengen om die bijkomende investeringen effectief te financieren. We hebben vandaag centen nodig om die 25 percent duurzame energie te realiseren die we in het regeerakkoord voor 2010 hebben vooropgesteld en om die bijkomende inspanningen te kunnen leveren op het vlak van energiebesparing en ons op de lijn te kunnen zetten van de Europese strategie, die vorige week door de Europese Commissie bekend is gemaakt.
De heer Peumans heeft het woord.
Mijnheer Martens, u houdt dus een pleidooi voor meer financiële middelen. Er is nu een meerjarenbegroting goedgekeurd. Waar moeten die bijkomende middelen vandaan komen? Als u uw vraag stelt aan de minister, dan denk ik dat op een of andere manier ook duidelijk moet zijn dat er ergens bijkomende financiële middelen moeten komen. Ik ken dat rapport van de VITO ook. Dat gaat ervan uit dat men 5 tot 7 miljard euro zou moeten investeren om die doelstelling te halen in 2020. Natuurlijk, aan dat ritme van 200 miljoen, dat de minister nu heeft, zal hij er niet komen. Dan is de vraag waar dat geld dan wel vandaan komt.
Wel, ik dacht dat de Vlaamse Regering een Toekomstfonds had opgericht waarin middelen opzij werden gezet. Het is nog een resolutie van de heer Sannen geweest, die heeft gepleit om ervoor te zorgen dat een deel van dat Toekomstfonds ook duurzaam werd belegd. De federale overheid is daarmee begonnen met de oprichting van een federaal energiebesparingsfonds, dat ook zal worden gestimuleerd via een gunstige fiscale aftrek voor mensen die daarin participeren en van waaruit zo goed als renteloze leningen zullen worden verstrekt aan investeringen in energiebesparing.
Waarom zouden we zoiets ook niet op Vlaams niveau kunnen doen? Waarom zouden we geen substantieel aandeel van de middelen die de Vlaamse Regering voorlopig toch overheeft, gebruiken voor dergelijke duurzame investeringen?
Wat ons betreft, kan niet worden gewacht tot na 2015 om een extra stimulans te geven aan de investeringen in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Wij rekenen erop dat de doelstellingen van het regeerakkoord worden nageleefd en dat we ook nagaan in hoeverre we ons kunnen inschrijven in de Europese energiestrategie, zoals door de Europese Commissie vorige week werd bekendgemaakt. Die doelstellingen zijn niet min. Ze spreken over een aandeel van 20 percent hernieuwbare energie, dus het gaat niet enkel over stroom, tegen 2020 en ook de energievraag moet tegen 2020 dalen met 20 percent.
Als wij ons eerlijk aandeel in de realisatie van de Europese doelstellingen willen nakomen, betekent dat inderdaad dat we op Vlaams vlak moeten verder gaan met investeringen in een energietransitie die de energievoorziening in Vlaanderen op een andere leest schoeit.
Mijnheer de minister-president, u bent ook bevoegd voor duurzame ontwikkeling. Ik wil u vragen in hoeverre u bereid bent om van die noodzakelijke energietransitie, die toch een wezenlijk onderdeel is van het beleid inzake duurzame ontwikkeling, werk te maken. In hoeverre wilt u zich inschrijven in de Europese strategie en werk maken van een koolstofarme samenleving, waarbij onze broeikasgasuitstoot en onze afhankelijkheid van eindige fossiele brand- en splijtstoffen wordt afgebouwd? Als we ons in de Europese strategie willen inschrijven, betekent dat dat we er nu aan moeten beginnen en niet kunnen wachten tot na 2015 om de noodzakelijke transities vorm te geven.
Wat ons betreft, is het langer openhouden van de kerncentrale geen noodzakelijke voorwaarde om die energietransitie vorm te geven. Het staat veeleer een investering in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in de weg. Door de centrales langer open te houden, vallen er geen gaten in de markt. Welke nieuwe speler gaat in Vlaanderen investeren in een nieuwe centrale als hij geen enkele zekerheid heeft dat hij zijn stroom ook zal kwijtraken? Wie kan trouwens op tegen een monopolist, die in een - op papier vrijgemaakte - markt kan concurreren door middel van centrales die door de consument, met veel te hoge tarieven, al lang zijn afgeschreven?
De monopolist van vandaag produceert zijn stroom veel goedkoper dan de marktprijs waaraan hij verkoopt. Op die manier genereert SUEZ op onze markt een woekerwinst van enkele miljarden euro per jaar, die volledig naar Parijs wordt doorgesluisd en daar wordt aangewend voor de financiering van de veroveringstocht van SUEZ elders in de wereld.
Het Vlaamse verankeringsdebat is wat weggedeemsterd. We hebben blijkbaar met lede ogen aangezien hoe SUEZ Electrabel volledig heeft overgenomen en hoe straks, na de fusie met Gaz de France, de Franse staat zowat eigenaar wordt van onze kerncentrales. Ik denk dat dat een unicum is op wereldvlak.
Mijnheer Martens, als er dan toch bijkomende financiële middelen nodig zijn om snel te investeren in groene energie, waarom wordt dan geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in de Senaat - en u bent ook gemeenschapssenator - het akkoord van 6 oktober 2006 in vraag te stellen. Daardoor zou SUEZ, dat volgens u schandalige winsten maakt met de elektriciteit van de afgeschreven centrales, wel degelijk de mottenballentaks betalen en niet, zoals nu, vrijgesteld zijn tot 31 december 2009.
Dan zou het probleem van de financiële middelen - dat ongetwijfeld reëel is en door de minister wordt gezien - om de investeringen te doen, meteen worden opgelost. Mijnheer Martens, ik nodig u uit om morgen of volgende week dezelfde vragen te stellen op de tribune van de Senaat. Ik zal een aandachtig toehoorder zijn van wat u daar te vragen hebt. (Applaus bij CD&V)
Ik denk dat we bondgenoten zijn, want we hebben ons voorstel voor een mottenballentaks niet teruggetrokken, dat ligt nog altijd neer in de Senaat. Het zit vervat in een wetsvoorstel van mijn hand en dat van mijn fractieleider in de Senaat. Ik reken op uw steun om dat desnoods via een wisselmeerderheid mee goed te keuren. (Opmerkingen van de heer Etienne Schouppe)
De pax electrica waar u naar verwijst, is niet vastgelegd door de federale regering, mijnheer Schouppe. U zult dat nergens in de notulen van de federale regering terugvinden. Wij nemen genoegen met de uitleg van minister Verwilghen dat dit eenzijdige engagementen van SUEZ zijn aan de federale regering met het oog op de fusieoperatie die in de steigers staat of stond. Wij voelen ons door die afspraak niet gebonden.
De belangrijke vraag is: zal de opbrengst van de mottenballentaks die u hebt voorgesteld, naar minister Peeters gaan zodat hij meer kan investeren in hernieuwbare energiebronnen. Dat is fundamenteel.
Wij willen dat die opbrengst teruggaat naar de consument die destijds met veel te hoge tarieven gezorgd heeft voor de versnelde afschrijving en nog eens dubbelop betaalt en niet kan genieten van het feit dat de productiekosten zo verlaagd zijn. De consument betaalt nog altijd de marktprijs die bepaald wordt door de duurste centrales die op de markt actief zijn.
In het wetsvoorstel dat ik in de Senaat heb neergelegd, wordt die opbrengst onder meer gebruikt om de Eliaheffing te compenseren. Wij hebben nu al een haalbaar voorstel neergelegd om de Eliaheffing te compenseren zonder dat we een nieuw gat moeten slaan in de begroting of zonder dat we uitgaven van de overheid moeten verminderen of nieuwe belastingen moeten uitvinden ter compensatie.
Een ander deel van die opbrengst wordt volgens ons wetsvoorstel gebruikt om de federale bijdrage op energie op het hoogspanningsnet te verminderen. De bijdrage voor de denuclearisatie waar de heer Glorieux op heeft gewezen, die ook groenestroomgebruikers en ‑producenten moeten betalen, wordt daarmee weggehaald. Wij hebben ten slotte voorgesteld om een deel van de opbrengsten te gebruiken voor het federale energiebesparingsfonds, zodat daarmee nog meer investeringen in energiebesparing kunnen worden gefinancierd.
Wij hebben er geen enkel probleem mee om iets te doen aan de woekerwinsten die momenteel via de kerncentrales worden geboekt, maar is het verkeerd om nu die woekerwinsten te laten bestaan en pas vanaf 2015, als we terugkomen op de kernuitstap, er iets aan te doen. In ons voorstel moet die mottenballentaks vandaag of morgen reeds worden geïnd. Ik stel vast dat ook de gebruikersorganisatie Test-Aankoop daar vragende partij voor is. Ik heb ook in het ACW-blad Visie gelezen dat Tom Willems van het ACW daar voorstander van is, alsook de milieuverenigingen, de academische wereld en professor De Keuleneer van de ULB, de architect van de liberalisering van onze energiemarkt. Laat ons nu eindelijk eens de cash drain die uit onze economie wordt gehaald, afromen.
Mijnheer Martens, een voorstel indienen is één, een voorstel goedgekeurd krijgen is twee. U behoort tot de federale meerderheid en bent lid van de Senaat. U bent er waarschijnlijk van op de hoogte dat vanuit de federale regering een schrijven is gericht aan de topmannen de heren Hansen en Mestrallet om als tegenprestatie voor de zogenaamde pax electrica II hun een fiscaal stabiel reglementair kader te garanderen tot 31 december 2009. Dat heeft de federale regering, waar ook uw partij toe behoort, blijkbaar ondertussen al bevestigd. Van die mottenballentaks komt er tot dan dus niets in huis, want de regering heeft de garantie gegeven tot eind 2009 van niets te doen.
De regering heeft die garantie niet gegeven, dat is op geen enkele vergadering van de federale regering genotuleerd. Op de vooravond van de pax electrica heeft de Europese Commissie laten blijken dat ze er zware problemen mee heeft en dat België, de federale regering dus, interfereert in de discussie over de fusie SUEZ en Gaz de France. Toen heeft premier Verhofstadt, nadien bevestigd door minister Verwilghen in de Kamer gezegd dat dit geen contract is met wederzijdse verbintenissen, dit zijn eenzijdige engagementen van SUEZ in het kader van de fusieoperatie met Gaz de France.
Zo zien wij die pax electrica. Wij voelen ons allerminst gebonden aan een tegenprestatie van een fiscaal stabiel klimaat die daar zou zijn overeengekomen.
U doet hier enorm sterke uitspraken. U kondigt een wisselmeerderheid aan. U stelt dat wat de federale premier stelt, niet telt. U zit hier maar op een eilandje allerlei dingen te debiteren, maar in feite moet u wat u hier zegt, aan de overkant gewoon doen, in plaats van hier grote theorieën te verkopen. Zo eenvoudig is dat.
Mijnheer Decaluwe, ik zal u bijtreden. Er is geen probleem van een wisselmeerderheid, mijnheer Martens. Uw wetsvoorstel is immers ingediend samen met de VLD. De VLD heeft toch mee ondertekend? Of heb ik het bij het verkeerde einde?
U hebt het bij het verkeerde einde. Uw collega, de heer Willems, heeft één wetsvoorstel van mij mee ondertekend, dat inderdaad inhoudt dat er een investeringsstop komt voor dominante partijen op onze markt. Daarmee willen we meer marktwerking mogelijk maken, die een echte neerwaartse druk kan zetten op de prijzen.
U kunt dat volgende week dan al goedkeuren.
Wat mij betreft wel. Wij zijn vragende partij om dat zo snel mogelijk op de agenda van de Commissie Financiën en Economische Zaken te zetten.
Ik heb alleszins begrepen dat er hier ruime steun is voor het idee van een mottenballentaks, die ervoor zou zorgen dat we morgen al die ´cash drain´ uit onze economie naar Parijs, ter waarde van 2 miljard euro per jaar, zullen kunnen afromen en aanwenden om te investeren. Wij hebben alle stukken ter zake ingediend in de Senaat.
Alleen door een mottenballentaks op afgeschreven centrales kunnen immers de concurrentievoordelen worden afgebouwd die de monopolist vandaag heeft, en kunnen nu reeds middelen worden vergaard voor investeringen in de revolutie van de energie-efficiëntie. In plaats van dat één speler, de dominante speler, kleine investeringen gaat doen in de kunstmatige levensduurverlenging van een vuil, aftands en onveilig park, zullen we zo vele investeringen uitlokken van nieuwe spelers in veilige en meer performante elektriciteitscentrales. Zo zullen we ook de dominantie op de markt kunnen doorbreken en zullen we een echte concurrentie krijgen, met uiteindelijk een neerwaartse druk op de prijzen.
Samengevat kunnen we stellen dat terugkomen op de kernuitstap, veeleer dan een noodzakelijke voorwaarde te zijn voor de ontwikkeling van duurzame energie in Vlaanderen, een dergelijke ontwikkeling precies in de weg staat. Dat staat dan nog los van de argumenten die destijds federaal aan de basis lagen van de kernuitstap. De heer Glorieux is hier uitgebreid ingegaan op de veiligheidsaspecten. We kunnen er wat lacherig over doen, maar het is een feit dat met het ouder worden van reactoren de materialen veel meer onvoorspelbaar worden. Men kan trachten dat op tijd op te sporen via revisies. Men kan bepaalde materialen vervangen. Sommige materialen, zoals die van de kernmantel, zijn echter onvervangbaar. Defecten zijn ook vaak zeer moeilijk op te sporen omdat ze microscopisch klein beginnen.
Ook vandaag worden er problemen vastgesteld in bestaande kerncentrales. Een voorbeeld is de kerncentrale van Davis-Besse in de VS. Daar heeft men nog in 2002 in het reactordeksel een corrosie vastgesteld die tot op enkele millimeters dikte is doorgegaan. Men bevond zich daar op maanden van een meltdown. Dat zegt niet de milieubeweging. Dat zeggen de VS-autoriteiten bevoegd voor de veiligheid van de kerncentrales. Het probleem van de veiligheid bestaat wel degelijk. Uiteraard blijft er ook het probleem van het kernafval. Zeker voor het hoogradioactief afval is er nog geen enkele oplossing in het verschiet.
De vraag rijst dan of we de verantwoordelijkheid voor de berging en het beheer van een steeds grotere hoop nucleair afval voor de rekening kunnen laten van generaties die nooit van kernenergie gebruik zullen hebben gemaakt.
Voor onze fractie zijn dit alvast voldoende redenen om vast te houden aan de kernuitstap en om nu reeds werk te maken van een transitie naar duurzame energievoorziening. Als de steun voor duurzame energie even groot wordt als de steun voor nucleaire energie in het verleden was en er wordt gezorgd voor een gepast investeringsklimaat, dan kunnen duurzame investeringen worden uitgelokt die onze kern- en steenkoolcentrales kunnen vervangen en dan worden wij de thuisbasis voor bedrijven die producten en diensten zullen ontwikkelen waarvoor immense exportmarkten zullen opengaan.
De investeringen in hernieuwbare energie bedragen nu al wereldwijd 40 miljard euro per jaar en zullen blijven stijgen tot 250 miljard euro per jaar in 2020. Duitsland, dat net als ons land besliste om uit de kernenergie te stappen, stelt nu al 170.000 mensen te werk in de sector van de hernieuwbare energie. Dat aantal zal toenemen tot 300.000 tegen 2020. Wij vinden dat Vlaanderen deze boot niet mag missen. We hebben de boot al eens gemist, want in de jaren tachtig was Vlaanderen koploper op het vlak van de hernieuwbare energie en windenergie. Spijtig genoeg hebben we onze positie gelost toen werd beslist om de onderzoeksbudgetten voor hernieuwbare energie stop te zetten en om ze over te hevelen naar een participatie in de kweekreactor van Kalkar. Die participatie heeft de Belgische belastingbetaler 24 miljard Belgische frank gekost. Als we nu dezelfde fout maken door de steun aan onderzoek en ontwikkeling van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie af te leiden naar de steun voor bijvoorbeeld de vierdegeneratiekernreactor, die ten vroegste in 2040 commercieel beschikbaar zal zijn, dreigen we opnieuw de boot van de hernieuwbare energie te missen. Nochtans worden juist in die sector groeicijfers van 30 percent of meer per jaar opgetekend.
Mijnheer de minister-president, vertolkte minister Peeters met zijn voorstel tot een levensduurverlenging van onze kerncentrales een regeringsstandpunt?
Bent u van oordeel dat de noodzakelijke investeringen in duurzame energie en energiebesparing, gezien het gaat om gewestelijke bevoegdheden, niet mogen afhangen van een nieuwe federale heffing, maar desnoods ook door het Vlaamse Gewest zelf moeten worden gefinancierd? Zo ja, hoe wilt u hiervoor de nodige fondsen vrijmaken?
Bent u van oordeel dat steun voor het onderzoek en de ontwikkeling van alternatieve energie op zijn minst even hoog moet zijn als die voor kernenergie in het verleden? Minister Peeters verwees naar de injectie van 200 miljoen euro per jaar, maar dat bedrag staat tegenover de 250 miljard frank of meer dan 6 miljard euro, die de voorbije decennia werd besteed aan kernenergie.
Houdt de regering nog steeds vast aan de doelstellingen in het regeerakkoord met betrekking tot warmtekrachtkoppeling en hernieuwbare energie? Waar staan we met de realisatie ervan? Die vraag werd al gedeeltelijk beantwoord.
Wanneer worden de doelstellingen voor het minimumaandeel groene stroom na 2010 opgetrokken? Minister Peeters kondigde dit in het Vlaams Parlement aan tijdens het debat over de energievoorziening in Vlaanderen en zoals ook in het regeerakkoord wordt vooropgesteld tegen 2006.
Hoe ver staat het met de opvolging van de aanbevelingen uit de resolutie die naar aanleiding van het debat hier werd goedgekeurd?
Onderschrijft u de vorige week door de Europese Commissie bekendgemaakte Europese energiestrategie? Wil de Vlaamse Regering een eerlijk aandeel in de realisatie van de daarin voorgestelde Europese doelstellingen voor haar rekening nemen? (Applaus bij s.pa-spirit)
De heer Bex heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, mijnheer de minister, collega's, we zullen vandaag, morgen of overmorgen niet zonder licht vallen, maar daarover gaat de eigenlijke vraag niet. Centraal in dit debat staat de vraag wat deze generatie zich permitteert ten nadele van de komende, de volgende, de nieuwe generaties.
Vele kostprijselementen van kernenergie zijn verdoken kosten. De kosten van gezondheidsrisico's, de eindigheid van de uraniumvoorraad, de veiligheidsrisico's, de aansprakelijkheidsbeperking en het ontmantelen van oude centrales schuiven we met enig gemak door naar de volgende generaties. Het sluiten van de kerncentrales in vraag stellen, is de vraag naar alternatieven op de lange baan schuiven. Alternatieven uitstellen, is de lasten doorschuiven naar volgende generaties in plaats van hen duurzame perspectieven te geven.
We geloven sterk in de wetenschappen en de vooruitgang ervan, en dat er massaal moet worden geïnvesteerd in onderzoek naar nieuwe energievormen. De vierdegeneratiekernreactoren zijn voor ons geen oplossing. Spirit heeft recentelijk een voorstel gedaan in de pers.
Mijnheer Bex, u sluit vooruitgang in de kernenergie uit. Ik ben het met u eens dat we moeten investeren in het zoeken naar nieuwe energiebronnen, maar sluit u ook een betere exploitatie van de technologie zoals die nu bekend is in de kernwetenschappen, uit?
Wat de vierde generatie betreft, in ieder geval wel. Een van de voordelen van de vierde generatie zou zijn dat er minder afval wordt geproduceerd. Maar meer kerncentrales die minder afval produceren, geven op het einde dezelfde massa afval. Dat is dus geen verbetering. Als er morgen een technologie is die de gebreken van kernenergie wegneemt, dan wil ik opnieuw discussiëren. Maar die is er op dit ogenblik niet.
Een tekort aan traditionele energiebronnen in de jaren vijftig heeft Duitsland, België, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland ertoe aangezet kernenergie te ontwikkelen als middel om op energiegebied onafhankelijk te worden. Daar de investeringskosten voor kernenergie te hoog lagen voor elk land afzonderlijk, hebben deze zes landen zich verenigd om in 1957 Euratom op te richten. Het Euratomverdrag is oorspronkelijk gesloten om de onderzoeksprogramma's van de lidstaten voor vreedzaam gebruik van kernenergie te coördineren. Tegenwoordig draagt het bij tot het bijeenbrengen van de nodige kennis, infrastructuur en financiering van die energie. Het waarborgt de veiligheid van de kernenergievoorziening maximaal door middel van een gecentraliseerde controle.
Naast een tekort aan fossiele energiebronnen werden de jaren vijftig ook gekenmerkt door geopolitieke instabiliteit en een onzekere toekomst. Exact vijftig jaar later staat Europa voor gelijkaardige uitdagingen. De stijgende energievraag, de zorg voor het milieu, de eindigheid van fossiele grondstoffen en de energieafhankelijkheid van niet-EU-landen nopen ons ertoe alle aandacht te vestigen op hernieuwbare energie.
Vlaanderen wil een topregio zijn, maar we kunnen niet alles alleen. Laat Vlaanderen op Europees niveau proberen een trekker te zijn, ingaand op de plannen die Europa onlangs heeft gepubliceerd. Europa biedt een uniek platform om samen de krachten te bundelen in onderzoek en ontwikkeling van hernieuwbare energie. De ontwikkeling van technologieën voor hernieuwbare energie is duur en door de verscheidenheid aan technologieën is het onmogelijk voor elke lidstaat afzonderlijk om voldoende onderzoek te doen.
In navolging van Euratom is het tijd voor Eurenew, een Europees Verdrag voor Hernieuwbare Energie. Via het Eurenewverdrag kunnen Europese lidstaten samenwerken op het vlak van onderzoek en ontwikkeling en het uitwisselen van informatie. Een sterk Europees verdrag laat bovendien toe gebruik te maken van geografische en technologische voordelen van verschillende lidstaten.
Zo hebben de Europese kuststreken grote mogelijkheden op het gebied van windenergie, terwijl in het zuiden van Europa kan worden ingezet op het grootschalige gebruik van zonne-energie. In andere streken van Europa kan dan weer geïnvesteerd worden in waterkracht, biomassa en andere vormen van hernieuwbare energie.
Het afsluiten van een Eurenewverdrag creëert bovendien een werkelijke langetermijnvisie en verlost ons van de soms kortzichtige benaderingen door politici en de kortzichtige belangen die spelen in dit debat.
Twijfel blijven zaaien over de uitstap uit kernenergie is nefast voor de noodzakelijke zekerheid die investeerders nodig hebben. Een gevoelige versnelling van investeringen, zowel in onderzoek als in toepassing van bestaande technologieën voor hernieuwbare energie, zal enkel gebeuren indien men door de uitstap uit de kernenergie hiertoe verplicht zal worden. Een stabiele investeringsomgeving is cruciaal voor het welslagen van nieuwe technologieën. Indien nu van de uitstap uit kernenergie wordt afgezien, of wanneer die opnieuw in vraag wordt gesteld, wordt een groot gebrek aan een langetermijnvisie die nodig is voor duurzame ontwikkeling, tentoongespreid.
Eurenew moet de volgende doelstellingen hebben: het ondersteunen en aanwakkeren van onderzoek en ontwikkeling en de verspreiding van kennis; het aanmoedigen van investeringen en het creëren van een duurzaam kader, nodig voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie in de EU; het promoten van vooruitgang in het gebruik van duurzame energie, samen met andere landen en internationale organisaties; het opzetten van een Europese aanbesteding voor de bouw van bijvoorbeeld grootschalige zonneparken in Zuid-Europa of de constructie van windmolenparken; het creëren van een aanzienlijk fonds voor het onderzoek en ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen.
Spirit pleit, in het belang van de nieuwe generatie, voor meer geld en middelen voor het onderzoek naar hernieuwbare energie. Kernenergie is geen duurzame oplossing. Door in te zetten op een lagere vraag naar energie, energiebesparing te bevorderen en de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen, kunnen we de kernuitstap opvangen zonder er economisch onder te lijden.
Fors investeren in hernieuwbare stroom creëert bovendien netto 28.000 jobs voor ons land. Uiteraard zullen andere studies andere cijfers opleveren, maar dit is het gemiddelde van de vele studies die we daarover gezien hebben.
Daartoe is samenwerking op Europees niveau evenwel noodzakelijk. Vijftig jaar na Euratom pleit spirit in het belang van de nieuwe generatie voor Eurenew, het Europees Verdrag voor Hernieuwbare Energie.
Ten slotte wil ik de heer Glorieux gerust stellen: minister Anciaux is heel duidelijk voor de sluiting van kerncentrales. Hij is voor de investering in alternatieven en is vooral bekommerd om de volgende generaties. (Applaus bij sp.a-spirit en de N-VA)
De heer Van Gaever heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, leden van de regering, beste collega's, toen ik een paar dagen geleden op het VRT-nieuws minister Peeters zijn mening hoorde vertellen over de toekomst van de kernencentrales, was ik heel blij. Voor mij was het evenwel niet nieuw, want hij had er al over gesproken in de commissie.
Ik was wel bijzonder verwonderd over de reactie van sommige collega's die vertelden dat minister Peeters voor zijn beurt had gesproken. Andere collega's zeiden dat hij veel te weinig in groene stroom investeert. Een derde meende dat het zijn zaken niet waren, omdat het een federale materie is. Ik was verwonderd, omdat ik naar die laatste tientallen uren geluisterd heb in de commissie voor Energie, wanneer die het had over groenestroomcertificaten, windmolens en nucleaire energie.
Als dat dan toch een federale materie is, stel ik me de vraag waarom we daar in de commissie zoveel tijd aan hebben besteed.
Ik ben geen expert in energie maar wie iets wil weten, moet dat leren. Ik heb de laatste twee jaar geprobeerd om iets meer te weten te komen over energie. Zo heb ik een hydro-elektrische centrale bezocht op de Coloradorivier in Amerika, een van de grootste ter wereld. Ik heb ook de nucleaire centrale van Doel bezocht. Ik ben in Mol geweest en heb met verschillende bedrijven en ingenieurs gesproken. Ik ben in windmolens geklauterd. Ik ben gaan praten met het boerensyndicaat dat onze boeren nu allerlei vergassingsinstallaties wil verkopen en hen grote winsten voorspiegelt. Uit maïskolven, varkensmest en andere zouden ze energie kunnen winnen.
Wat al die ervaringen me hebben geleerd, is dat elektriciteit heel belangrijk is. Wanneer we 's ochtends opstaan, steken we het licht aan, zetten we radio aan, trekken we de koelkast open enzovoort. Zonder elektriciteit kunnen we niet meer leven. Zonder elektriciteit kunnen onze bedrijven niet functioneren en ligt het grootste deel van het openbaar vervoer stil. Mijn eerste vaststelling is dan ook dat we nog gedurende tientallen jaren heel veel elektriciteit zullen nodig hebben. Daarbij komt dat die elektriciteit zo goedkoop mogelijk moet worden geproduceerd. Wanneer onze elektriciteit veel duurder is dan in andere landen, dan kunnen we niet meer concurreren.
Dit parlement draagt de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat onze kinderen en kleinkinderen en de bedrijven nog vele jaren worden voorzien van de nodige elektriciteit. Die elektriciteit moet worden geproduceerd, en dat kan op twee manieren. Ofwel produceert men elektriciteit door de omzetting van de ene energievorm in de andere, dus door grondstoffen te gebruiken die eindig zijn zoals steenkool, gas, kernenergie, petroleum en olie. Ofwel maken we gebruik van de eeuwige bronnen zoals waterkracht, zonne-energie en wind.
Wat die eerste reeks betreft, zijn er grote problemen met de CO2-uitstoot. Wie realistisch is, beseft dat we de natuur om zeep aan het helpen zijn. Vanmorgen hoorde ik op de radio dat er tientallen doden zijn gevallen in de Verenigde Staten en dat er pakken sneeuw vallen op plaatsen waar men nog nooit sneeuw heeft gezien. In Michigan waar het nu normaal gezien ijskoud is en er een halve meter sneeuw zou moeten liggen, kunnen de mensen nu in hun badpak in de tuin gaan zitten. Wij zijn allemaal verantwoordelijk voor wat er met de natuur gebeurt. Ik vrees dat de CO2-uitstoot voor nog heel wat calamiteiten zal zorgen. Het is dan ook vijf na twaalf in plaats van vijf voor twaalf. De enige oplossing vandaag is dan ook de nucleaire energie. Nucleaire energie is zeer performant en heeft het grote voordeel het hele jaar beschikbaar te zijn.
De tweede reeks bestaat uit waterkracht, zon en wind. Waterkracht is de beste optie op dit ogenblik. De mens die nogal vernuftig is, heeft de waterkracht enigszins naar zijn hand gezet. Het nadeel was immers dat men slechts een aantal maanden van het jaar een beroep kan doen op de waterkracht. Het smeltwater komt uit de bergen maar in de late zomer staan veel van die rivieren droog en kan er dus geen elektriciteit meer geproduceerd worden.
Dat is nu juist een van de kenmerken van elektriciteit. De elektriciteit voor de lamp die hier boven mij brandt, wordt op dit ogenblik geproduceerd. Elektriciteit kan niet worden opgeslagen. U kunt niet zeggen: "Haal eens 50.000 kilowatt uit het magazijn." Elektriciteit wordt op het ogenblik van het verbruik geproduceerd en bijgevolg moet elektriciteit om nuttig te zijn permanent zijn. Nucleaire centrales draaien een heel jaar. Het water komt niet het hele jaar uit de bergen. Als de zon niet schijnt, is er geen zon. Als er geen wind is, draaien de molens niet. Dat is het probleem van duurzame energie.
Laat ons nu terugkomen tot de waterkracht. De mens is slim. Door in de wereld honderden stuwdammen te bouwen, hebben we miljarden tonnen water verzameld en kunnen we permanent, het hele jaar door, die energie gebruiken. Dat is een heel veilige, propere, goede vorm van elektriciteitswinning. Maar waterkracht kan ons, ongelukkig genoeg, in Vlaanderen niet veel helpen. Wij hebben geen grote bergen en het is niet de Waterval van Coo die onze fabrieken aan de praat zal houden. Misschien bestaat de mogelijkheid - men is daarop aan het studeren - dat de miljoenen tonnen water die elke dag permanent aan onze Vlaamse kust ebbe en vloed vormen, voor energie kunnen zorgen. Men zal daar over enkele jaren wel iets op vinden.
Wat zonne-energie betreft, overschat die zonnepanelen niet. Ik heb jaren geleden in Amerika, in Arizona, een paar van die farms van zonnepanelen gezien. Indien dit echt een performante vorm van energiewinning was, dan zou een land als Amerika, dat zo snel kan produceren, al honderden vierkante kilometers zonnepanelen geplaatst hebben. Er zijn echter nog problemen. Het is te duur en wij moeten nog veel studeren.
Hetzelfde met de windmolens. Het grote probleem van die molens is: als er geen wind is, draaien ze niet. Als er te veel wind is, of ijsvorming, ook niet. We kunnen met de energie van die windmolens dus heel weinig doen omdat we altijd een alternatieve oplossing moeten hebben.
Laten we dus met onze voeten op de grond staan. Ik ben voor groene energie. Ik wil minister Peeters vragen om zoveel mogelijk geld aan onze hogescholen, vakscholen en universiteiten te geven om te studeren, om van België een voortrekker te maken op het gebied van winning van groene energie. Maar het moet rendabel zijn, anders heeft het geen zin. Ik ben tegen het geven van subsidies. Zeker als het voor twintig jaar is. Subsidies, dat was zo bij Sabena indertijd, lossen niets op.
Ik vind het pleidooi van de heer Van Gaever verrassend. Blijkbaar onderkennen er toch een paar mensen in het Vlaams Belang het broeikaseffect. Ik had begrepen dat uw collega in de Kamer, de heer De Man, daar ernstige vragen bij stelde. Ik hoorde u zeggen dat wie eens naar buiten zou gaan en de temperatuur voelen, een idioot moet zijn om te denken dat er niets aan de hand is. In Amerika wordt men geconfronteerd met een toename van het aantal orkanen.
Ik ben verheugd dat er ook mensen bij het Vlaams Belang het licht hebben gezien en beseffen dat we hier wel degelijk worden geconfronteerd met een opwarming van het klimaat. Maar in wat u schetst over de twee alternatieven - energieopwekking op basis van enerzijds fossiele, eindige brandstoffen en splijtstoffen en anderzijds van hernieuwbare energiebronnen - bent u wel een belangrijke bron vergeten: de biomassa. U hebt het over wind, zon en water als vormen van hernieuwbare energie.
Er is ook nog energie-opwekking uit biomassa. En die kan een oplossing bieden voor het opslagprobleem waarover u het hebt. U zegt dat windmolens allemaal goed en wel zijn, maar dat het nooit permanent waait en men stroom niet kan opslaan. Wel, biomassa kan men uiteraard wél opslaan. Uw plaatje zou vollediger zijn als u ook die vorm van hernieuwbare energie zou belichten.
Twee: het is inderdaad een natuurwet dat het niet continu waait. Maar het is ook een natuurwet dat het wel altijd ergens waait. Als de windmolens in Noord-Duitsland stilvallen, dan kan je er zeker van zijn dat er elders in Europa windmolens staan die stroom kunnen opwekken. Een verdere integratie van het Europese hoogspanningsnet kan die tekortkoming in belangrijke mate wegwerken.
Drie: u zegt dat zonne-energie nog niet rendabel is, want anders was heel de VS al volgebouwd. Uiteraard speelt hier de leercurve. Bij elke verdubbeling van geïnstalleerd vermogen van fotovoltaïsche energiewinning daalt de productieprijs met 20 percent. We moeten dus nog ongeveer 10 jaar doorwerken vooraleer stroom uit zonne-energie even duur of goedkoop wordt als stroom uit klassieke centrales. We moeten oog hebben voor die leercurve. Het is gewoon een kwestie van tijd vooraleer die hernieuwbare energiebronnen concurrentieel worden ten opzichte van klassieke energiebronnen. Op dat ogenblik kunnen we in de markt ook zonder subsidies een omwenteling veroorzaken.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mijnheer Martens, wat onze collega in de Kamer heeft gezegd, is zijn persoonlijke mening. De Morgen heeft zijn woorden natuurlijk uitvergroot. Wij zijn echter meer gewoon van uw ministers in de Brusselse regering, zoals ook vandaag nog is gebleken. Het standpunt van het Vlaams Belang over het klimaatbeleid is duidelijk. De heer Van Gaever en ikzelf hebben het daar al over gehad. Zou u niet beter naar onze woorden luisteren?
De heer Martens heeft gelijk. Ik heb hier de tijd niet om mijn uiteenzetting over de windmolens af te ronden, en ook over biomassa zou ik het een en het ander kunnen zeggen. Samengevat: laat ons maximaal investeren in studie en zo weinig mogelijk uitgeven aan subsidies, want dat zal de belastingbetaler de volgende decennia fortuinen kosten.
Overigens, wat zal er gebeuren als binnen pakweg vijf jaar een uitvinding wordt gedaan die ervoor zorgt dat de Thorntonbank overbodig wordt? Zullen we dan nog vijftien of twintig jaar miljarden uitgeven voor overbodige elektriciteit? Ik zeg nog even iets over die de Thorntonbank. Er heeft nog geen enkel lampje gebrand dankzij al die plannen en die molens. Ik verneem dat men vandaag vaststelt dat de daar gewonnen elektriciteit niet kan worden vervoerd. Men heeft kabels nodig om die aan wal te brengen, maar die kan men niet boven de zeespiegel leggen. Onder water is moeilijk, want elektriciteit en water gaan niet samen. De elektriciteitstransporteur is niet dezelfde als de elektriciteitsproducent. Wat zal er gebeuren als er iets met de kabels misloopt? Hangen er ons miljardenprocessen boven het hoofd als de producent minister Peeters voor het gebrekkige vervoer verantwoordelijk stelt? Men mag dat niet onderschatten.
Het gaat over miljardeninvesteringen. De beste weg lijkt me te werken aan een doorgedreven studie over methoden om te trachten groene energie rendabel te maken. Als dat lukt, en als men voldoende groene stroom veilig kan produceren, dan zal ik de eerste zijn om te ijveren voor de uitstap uit kernenergie en de sluiting van kolencentrales en dergelijke. Vandaag echter moeten we realistisch zijn. Er is geen alternatief voor het voorstel van minister Peeters om die kerncentrales nog minstens tien jaar langer open te houden.
Ik eindig hier niet met een vraag voor de minister, maar met een kleine suggestie. De minister zou een heel klein gedeelte van zijn budget kunnen gebruiken om een paar kleine windmolens te kopen en ze aan de linkerzijde van dit halfrond neer te plaatsen, want daar wordt altijd voldoende wind gemaakt. (Gelach en applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, mijnheer de minister, collega's, het voordeel van digitale televisie is dat men kan kijken wanneer men wil. De minister van Energie deed zijn uitspraken op donderdagavond. De CD&V-fractie was toen verzameld op het nieuwjaarssouper. Minister Peeters zou er zijn, hij ging zelfs naast mijn vrouw zitten maar hij moest naar TerZake, de oorzaak van dit debat.
De eigenlijke aanleiding voor dit debat is de stelling van de Europese Commissie waarin staat dat men tegen 2020 verwacht dat 20 percent van de energie uit hernieuwbare energiebronnen wordt gehaald. Ik heb de reportage aandachtig bekeken en goed geluisterd toen de interviewer naar zijn persoonlijke mening vroeg. Aandachtige luisteraars weten dan onmiddellijk dat de minister in eigen naam spreekt en niet namens de regering. In feite zijn alle vragen hier bij manier van spreken zonder voorwerp. Het is merkwaardig. Ik vergelijk even met het moment toen de eerste minister zijn burgermanifest voorstelde en een opening maakte naar de vierdegeneratiekerncentrales. Hij sprak toen waarschijnlijk ook ten persoonlijke titel en niet namens de federale regering, maar er is een verschil. Als een CD&V-minister ten persoonlijke titel uitspraken doet, vliegt men er als hyena's op en vraagt men onmiddellijk een debat.
U bent ook gemeenschapssenator, mijnheer Martens. Ik had vier weken geleden al een debat verwacht over de vierdegeneratiekerncentrales met vragen of het om een kernuitstap ging en zo meer. Ik heb de heren interpellanten die ook in de Senaat zetelen, er niets over horen zeggen. Ze hebben wel een punt. Kernenergie is een federale materie. Daarover moet worden gedebatteerd aan de overkant, in Kamer en Senaat. Over hernieuwbare energie moet echter hier worden gedebatteerd. Dat is in het verleden al een paar keren gebeurd. Collega Martens heeft al verwezen naar de bewuste resolutie.
Een globaal energiebeleid is een complex gegeven, het kan niet worden benaderd los van kernenergie. Het maakt alleen maar duidelijk dat in de volgende staatshervorming stappen moeten worden ondernomen inzake de regionalisering van het energiebeleid.
Over de standpunten van de partij betreffende de kernuitstap zeg ik hier niets, zij zijn voldoende bekend. Ik houd het bij de hernieuwbare energie. Het enige wat onze fractie interesseert is of het regeerakkoord wordt uitgevoerd. Er wordt 6 percent hernieuwbare energie in 2010 vooropgesteld. We zitten vandaag op 3 percent. Uit de VITO-studie blijkt dat tegen 2015 een verdubbeling haalbaar is wat ook tijdens een debat een tiental maanden geleden door de minister - niet ten persoonlijke titel maar namens de Vlaamse Regering - werd bevestigd.
Uiteindelijk spreekt de Europese Commissie nu van 20 percent. Uit berekeningen blijkt dat de groei van 3 percent vandaag, naar 20 percent in 2020 een investering van 1 miljard euro per jaar vergt. Dat is een ongelooflijke financiële inspanning, namelijk 7 miljard euro.
De vraag is waar we dat geld moeten vandaan halen. Ik ga ervan uit dat u daarover ten persoonlijke titel hebt nagedacht en een idee hebt bedacht, niet meer maar ook niet minder. Dat heeft niets te maken met chantage, het is alleen maar een persoonlijk idee. De vraag naar een mogelijke financiering blijft open. In het fonds waarnaar daarstraks is verwezen, zit 159 miljoen euro.
Dat is nog een eind verwijderd van de middelen die we nodig hebben om de doelstellingen te bereiken.
Zij die de debatten al een tijdje volgen, weten dat deze regering de laatste tijd enorme inspanningen heeft gedaan voor hernieuwbare energie: 200 miljoen euro per jaar, waarvan 120 miljoen euro voor groenestroomcertificaten. Nog nooit heeft een regering dergelijke financiële inspanningen gedaan voor hernieuwbare energie. Ik hoor dat men palmolie aanvoert van de andere kant van de wereld. Dit kost enorm veel, is milieuvervuilend, maar die palmolie wordt hier geclassificeerd als hernieuwbare energie. De vraag is of we daarmee goed bezig zijn. Het kabinet van de minister heeft zelf aandacht voor rationeel energieverbruik. Dat bespaart euro's maar reduceert ook de broeikasgassen. Er zijn de energieprestatiebestekken, er is de energieaudit, men doet dus inspanningen.
Belangrijk voor onze fractie is dat er geen twijfel over mag bestaan dat we een maximaal maar verantwoord potentieel moeten halen uit hernieuwbare energiebronnen. Verantwoord, want het sociale en het economische mag niet ten koste gaan van het ecologische en omgekeerd. Vandaar, zit de Vlaamse Regering op schema om de ambitieuze doelstellingen inzake hernieuwbare energie te halen? (Applaus bij CD&V)
De heer van den Abeelen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, leden van de regering, na zoveel deskundigheid voel ik mij eigenlijk een beetje klein om hier veel over te zeggen. Ik ben me bewust van de uitermate ingewikkeldheid van de problematiek, mijnheer Peumans. Het verzekeren van de bevoorrading gekoppeld aan de milieuzorg, de concurrentiepositie, een redelijke prijs voor de economie, het stimuleren van hernieuwbare energiebronnen, het is allemaal zo moeilijk. Daarom werd er een jaar geleden ook een commissie samengesteld. Ik vond de uitspraak van de minister wat voorbarig, bovendien hoort het debat niet thuis in dit parlement want het gaat over een federale bevoegdheid. Ik heb ondertussen vernomen dat het een persoonlijk standpunt van de minister was en dat de regering zich beraadt.
Ook de VLD-fractie heeft al wat studiewerk verricht, ikzelf heb een hoorzitting geleid. We hebben bijna iedereen gehoord, behalve de kernenergiesector zelf. We wachten op het rapport van de deskundigen en we wachten op het rapport van die commissie. We zullen vandaag geen pleidooi houden voor of tegen kernenergie. Maar kernenergie mag niet a priori, om emotionele redenen, worden uitgesloten. We moeten rekening houden met de technologische vooruitgang, ik dacht dat het de heer Decaluwe was die sprak over de vierde generatie. We moeten rekening houden met de werkelijkheid en de kennis die in Vlaanderen aanwezig is, mag niet verloren gaan. Kernenergie dient ook voor de geneeskunde want laagradioactief afval wordt geproduceerd in ziekenhuizen. Men kan dat toch allemaal zomaar niet overboord gooien. Maar er zijn voor- en nadelen. Het is inderdaad zo dat, om de uitstoot te beperken, kernenergie een groot voordeel is. Het vergemakkelijkt het behalen van de Kyotonorm. Vandaar dat er door de federale regering nog maar voorwaardelijk een uitstap bedongen is. En daardoor is er een boost gekomen in het onderzoek naar hernieuwbare energie.
Ik denk dat we daarop moeten inzetten, dat we daar alles op alles moeten zetten, dat we er misschien zelfs wat meer geld in moeten stoppen, want hernieuwbare energie is volgens mij in de toekomst sowieso een asset. We moeten ook inzetten op energiebesparing. Misschien spreekt men daar ook te weinig over, over energiebesparing, maar ik denk dat dat mogelijk moet zijn, want er ligt hier een open veld voor onze onderzoekers en voor onze industrie. We hebben inderdaad de boot misschien gemist in 1980, maar we mogen nu de boot niet missen, dit is een opportuniteit. We spreken altijd over innovatie, over creativiteit, over wetenschappelijk onderzoek. Welnu, op het vlak van hernieuwbare energie kunnen we ons helemaal botvieren. De enige grondstof van Vlaanderen bevindt zich namelijk boven het strottenhoofd, want met wat in de grond zit, kunnen we niet zoveel meer aanvangen. Boven het strottenhoofd, daar zitten onze mogelijkheden, en die moeten we aanwenden voor onze energiebevoorrading in de toekomst.
Er zijn ook wat nadelen, zoals het afval. Het is onmiskenbaar dat het afval een probleem is, maar het langer openhouden van die centrales zal niet zoveel bijkomende problemen creëren. Het afval is er, dat wisten we ook op voorhand. Het is er nu en we zullen in de toekomst goed moeten nadenken over hoe we dat allemaal in evenwicht houden.
Ik denk dat we dit debat moeten proberen te objectiveren, en niet de fundi's van de ene kant tegenover de fundi's van de andere kant zetten. Neen, we moeten het debat overlaten aan de wetenschappers en aan de wetenschap, om zo via een sereen debat te komen tot een oplossing die iedereen kan bevredigen, zonder taboes en zonder fetisjen. Emotionaliteit moet achterwege blijven. Beide zijden moeten zich daarover verzoenen en over de kwestie laten beslissen door diegenen die het kennen en niet door al diegenen die denken dat ze het kennen. Ik dank u. (Applaus bij het Vlaams Belang, CD&V en VLD-Vivant)
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, heren ministers, collega's, de commissievoorzitter sprak zonet zeer wijze woorden. Ik vind het ook goed dat de voorzitter verwijst naar het zeer interessante debat dat we hebben gehad in de commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Energie. Daar is trouwens een resolutie ingediend over de energievoorziening in Vlaanderen.
Ik moet eerlijk gezegd wel toegeven dat ik het, na hier vandaag de talrijke collega's te horen, eigenlijk ook niet zo goed meer weet. Enerzijds is kernenergie namelijk inderdaad een federale bevoegdheid en wordt hier eigenlijk een debat gevoerd over een aantal dingen die niet tot de bevoegdheid van dit parlement en niet tot de bevoegdheid van deze regering behoren. Anderzijds zijn er wel een aantal duidelijke keuzes gemaakt. Het Vlaamse regeerakkoord kiest voor hernieuwbare energiebronnen en is daar zeer ambitieus in. Er is ook de - democratisch goedgekeurde - federale wet van 31 januari 2003, die de geleidelijke uitstap voorschrijft uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie.
We hebben allemaal de uiteenzetting gehoord van de heer Van Gaever. Ik denk dat het een realiteit is dat Vlaanderen, wat kernenergie betreft, na Frankrijk, Zwitserland en Zweden, zeker in Europa, toch wel een van de koplopers is. Men kan zich afvragen of dat eigenlijk wel een goede energiemix is, die we op dit moment hebben.
Voor de duidelijkheid wil ik stellen dat de N-VA als partij omwille van de evidente problemen van het nucleaire afval - en daarover wordt soms nogal gemakkelijk gedaan - steeds een voorstander is geweest van de afbouw van kernenergie. Tegelijkertijd moeten we echter ook realistisch zijn: die afbouw mag niet zorgen voor problemen inzake de energievoorziening in Vlaanderen, voor stijgende elektriciteitsprijzen noch voor het niet halen van de Kyoto-engagementen.
De stappen in 2015 en 2025 om respectievelijk Tihange en Doel af te bouwen, mogen volgens mij slechts worden gezet vanaf het ogenblik dat aan deze garanties wordt voldaan. Anderzijds moeten we ook durven stellen dat we hier een eigen instelling hebben, het viWTA, die trouwens een vergelijkend onderzoek heeft gedaan naar het potentieel voor hernieuwbare energie. Hier wordt met een - vind ik toch - gemakkelijke stelligheid beweerd dat we die 20 percent moeten halen. Ook dat heb ik geleerd van de hoorzittingen die we in de commissie hebben gehad. Welnu, ik moet zeggen dat het viWTA-rapport - en ik raad u aan om dat te lezen - zegt dat dat niet zo eenduidig is.
Wat we hier vandaag in het debat eigenlijk ook relatief weinig hebben gehoord, is dat het minstens zo belangrijk is om aan de vraagbeperking te werken, want inzake vraagbeperking en energie-efficiëntie heeft de Vlaamse Regering reeds een en ander gerealiseerd.
Er is echter nog veel mogelijk en dat was ook een conclusie van de hoorzitting. Wolfgang Eichhammer van het Fraunhofer-Institut kwam in onze commissie verklaren dat de ongecoördineerde opsplitsing van bevoegdheden over de verschillende actoren en de ingewikkelde staatsstructuur niet echt bijdragen tot een goede energiepolitiek in dit land.
Vooral inzake hernieuwbare energie kan en moet meer gebeuren. We moeten komen tot de door de minister aangekondigde 12 percent groene stroom in 2015.
Wat de effectieve beslissing betreft in 2015, is het beter dat we mensen die er iets van kennen aan het woord laten. Mijnheer van den Abeelen, u hebt daar terecht op gewezen. Laten we het definitieve rapport van de federaal opgerichte Commissie Energie 2030 afwachten, want deze studiegroep beweert ook de alternatieve energiebronnen te onderzoeken. Op dat vlak moet men niet op de boodschapper schieten, denk ik.
Kerncentrales hebben nu eenmaal ook een bepaalde licentieduur. Sp.a wil zich blijkbaar niet permitteren om het taboe te begraven, het debat te openen en zo mogelijk groene kiezers voor het hoofd te stoten. Wij pleiten ook voor een doordachte afbouw, maar niet om groene kiezers aan te trekken, al zijn ze ook bij ons welkom. Mijnheer Sannen, we staan tegenover kernenergie zoals tegenover België: zonder als het kan, met als het moet.
Het is echter duidelijk dat de energiemarkt een probleem is. De liberalisering van de elektriciteitsmarkt is heel slecht voorbereid. We hebben voorgaande energieministers gehad die de hemel op aarde hebben beloofd. Ik stel nu vast dat de huidige voorzitter van sp.a zegt dat de liberalisering in België mislukt is. Ik verwijs naar het interview van de heer Vande Lanotte van maart vorig jaar in De Tijd.
De heer Bossuyt heeft het woord.
Ik denk dat we op energievlak een tamelijk continue politiek hebben gevoerd. De liberalisering komt er hoe dan ook, in heel Europa. De keuze van de datum is iets anders, maar op dat moment is de federale overheid misschien in gebreke gebleven en heeft niet de nodige maatregelen genomen, onder andere wat betreft de energievoorziening en de afbouw van het monopolie. Mijnheer Peumans, dat moet u de energieministers van Vlaanderen niet verwijten.
Dat verwijt ik de energieministers van Vlaanderen niet. Ik zeg wel dat voormalige ministers gezegd hebben dat de liberalisering van de energiemarkt, te beginnen met elektriciteit, de hemel op aarde zou betekenen. Mijnheer Bossuyt, ik wil u graag alle artikels bezorgen, maar ik stel vast dat uw partijvoorzitter nu zegt dat de liberalisering eigenlijk mislukt is en dat we een nieuwe liberalisering moeten beginnen.
Momenteel produceert Electrabel 75 percent van de in België verbruikte elektriciteit. Ik denk dat Electrabel op dat vlak bijzonder goed boert. Ik zal hier niet het verhaal over de kerncentrales doen, maar het is een systeem waardoor we onze energie op dit moment nog te duur betalen. Het feit dat men een monopolie heeft, geeft weinig aanleiding om naar alternatieven te zoeken. De verhalen over de rol die Electrabel speelt bij de windenergieparken in zee, in vergelijking met C-Power, spreken boekdelen.
Het is wel opmerkelijk dat de partij die zogezegd opkomt voor de kleine man, graag af en toe een links-moraliserend vingertje opsteekt, maar er als partij wel altijd aan meegeholpen heeft. Dat is ook een politieke realiteit die men onder ogen moet durven zien. Het is niet door mevrouw Guidone met het vliegtuig mee te nemen naar Nairobi dat alle complexe problemen opgelost geraken.
Mijnheer Peumans, ik denk dat velen schuld treft, als u verwijst naar de huidige dominante positie van Electrabel op onze stroommarkt.
Daar hebt u een punt.
Onze partij heeft op federaal vlak wel stappen gezet om daarmee komaf te maken. Ik heb, samen met een VLD-collega, in de Senaat een wetsvoorstel ingediend voor een investeringsstop voor dominante partijen, met de verplichte desaffectatie van verouderde installaties vanaf het moment dat er milieuvergunningen op gewestelijk vlak moeten worden hernieuwd. Het ligt niet aan ons dat er federaal geen meerderheid voor gevonden kan worden.
Wij zijn er absoluut voorstander van om de markt open te breken. Als de liberalisering gefaald heeft, wat onze voorzitter blijkbaar in een interview in maart heeft gezegd, dan heeft dat in de eerste plaats veel minder te maken met het wettelijke kader dan met de bewegingen op de markt. De markt heeft ervoor gezorgd dat er oligopolies tot stand zijn gekomen omdat tal van lidstaten alle steun hebben gegeven aan de oude nationale kampioenen om die per se overeind te houden en de eigen nationale markt te laten domineren. Uiteraard, vanaf het ogenblik dat die oligopolies tot stand komen, krijg je niet het beoogde effect van een liberalisering met verschillende spelers en vrije leverancierskeuze die door de concurrentie een neerwaartse druk moeten kunnen zetten op de prijzen. Ook blijkt uit prijzenanalyses van de Vlaamse regulator van onze energiemarkt dat de versnelde liberalisering in Vlaanderen de consument althans geen windeieren heeft gelegd. In Vlaanderen betaalt het gemiddelde gezin veel minder voor de stroom dan in Wallonië waar de markt pas sinds 1 januari van dit jaar is vrijgemaakt. Wat dat betreft, is er wel een voordeel geweest voor de consument, maar u zult mij niet horen tegenspreken dat het voordeel eigenlijk veel groter had moeten zijn en dat we er alles aan moeten doen om die dominante positie van Electrabel en SUEZ op onze markt af te bouwen.
Men praat over een monopolie telkens als het over Electrabel gaat, maar wat betreft de groene energie is men in hetzelfde bedje ziek aan het worden. Je kunt maar de constructie hebben voor de Thorntonbank. We gaan praten over de politisering van het C-Powerconsortium met de openbare investeringsmaatschappij SOCOFE, de Waalse milieuholding Ecotec Finance - ik moet niet zeggen in wiens bezit dat is, mijnheer Peumans - en de Limburgse intercommunale Interelectra. We moeten niet praten over de tijd van de heer Schiltz, want de verzieking en de politisering van de groene energie gaat dezelfde weg op als de elektriciteit indertijd. Als die koe in Frankrijk heel veel melk heeft, is dat omdat ze hier heel veel weiden afgraast. Het is een politiek beleid geweest van na de tweede Wereldoorlog om alle macht te geven aan dezelfde elektriciteitsproducent. Daar betalen we vandaag de prijs voor.
In geen enkele deelmarkt van de energiemarkt heerst zoveel concurrentie dan in de groenestroomsector. We hebben daar coöperatieven zoals Ecopower, Wase Wind en Beauvent die perfect onafhankelijk van elk overheidsinitiatief hernieuwbare-energieprojecten uitbouwen. De grootste groenestroomproducent Electrawinds is bij mijn weten nog altijd een private firma, namelijk een nv waar de overheid niet in participeert en die trouwens een massale kapitaalsinjectie heeft gekregen van de grootste durfkapitalist van de wereld. In de markt van de groene stroom kan men niet spreken van dominante posities van een of ander bedrijf en zeker niet van een dominantie van overheidsbedrijven of overheidsgelieerde bedrijven.
Mijnheer Martens, wat dat betreft ben ik het grotendeels met u eens.
Een ander aspect in dit verhaal is het subsidiëren. De overheid moet haar rol spelen wat dat betreft door kortstondig financieel bij te springen waar nodig om een bedrijf zijn intrede te laten maken op de markt. Het huidige monopolie van Electrabel geeft daar veel te weinig aanleiding toe. Propere energiebronnen die nauwelijks externe kosten veroorzaken, verdienen wel een steuntje in de rug. Aan de andere kant is het niet aan de overheid om vervuilende technologieën te steunen, zoals onder meer is aangehaald. Kernenergie is een vervuilende technologie, zeker op het vlak van het afval. De overheid heeft daar in het verleden ontzettend veel geld in gestopt.
Steun is er nu wel omdat de staat bijdraagt in de verzekering van de grote risico's. Enkele jaren geleden ging veel meer geld naar onderzoek in de nucleaire sector dan naar de hernieuwbare energie. Dat is weer een gevolg van de bevoegdheidsverdeling in dit land. Dit soort subsidies aan de sector mag in vraag worden gesteld.
Een aantal sprekers hebben het al benadrukt: de energie- en milieusector is een groeisector. In dat licht is het belangrijk geld te reserveren voor onderzoek en ontwikkeling, en zo de commercialisering en de intrede op de energiemarkt van privébedrijven grondig mee te steunen. Die voortrekkersrol zal op termijn ook economisch renderen. Daar is men dus wel van overtuigd. Ik verwijs naar de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, afgekort VITO, en het Milieu- en Energietechnologieplatform, dat onder meer als doel heeft kennis te commercialiseren en dus niet enkel ecologisch, maar ook economisch winstgevend te maken. We denken veel te veel dat als iets ecologisch is, het niet winstgevend kan zijn. Ecologie mag uiteraard een zekere economische rendabiliteit hebben. Wat dat betreft, zitten we hier op de goede weg. Mijnheer de minister, wel zou ik graag van u weten hoe het staat met dit platform en welke projecten al levensvatbaar zijn. Vlaanderen kent op het gebied van alternatieve energie een aantal voortrekkers.
Het energiebeleid in België is erg onduidelijk. Dat hebben we ook gemerkt tijdens de commissiebesprekingen. Bepaalde elementen zijn geregionaliseerd. Mijnheer de minister, u weet dat. We worden daar voortdurend mee geconfronteerd. Het nachttarief en de Eliaheffing waren daar heel mooie voorbeelden van. Andere deelaspecten zijn niet geregionaliseerd. In het verlengde van het Vlaamse regeerakkoord pleiten we voor meer transparantie, maar vooral ook voor meer homogene bevoegdheden en - waarom niet - voor een volledige overheveling van het energiebeleid naar Vlaanderen. Dan gaat het niet alleen over de distributie, maar over het hele proces, vanaf de productie tot de consument.
Ik heb er reeds eerder op gewezen. Het SCK, dat momenteel nog steeds een federale instelling is, kan perfect een fusie aangaan en deskundigheid bundelen met de VITO. Voor dit engagement, ondertekend door alle meerderheidspartijen, verwijs ik zowel naar het regeerakkoord als naar de resolutie van 2005 naar aanleiding van het debat over de energievoorziening in Vlaanderen.
De heer Dedecker heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik moet u om te beginnen bedanken voor het feit dat u hebt gedacht aan mijn eenzame situatie daarboven en ik een multiculturele partner heb gekregen. (Gelach)
Ik heb het geluk om de debatten aan beide kanten van deze straat te kunnen voeren. Het verbaast me dat dit een debat is geworden tussen believers en non-believers inzake kernenergie. Voor mij is het geen keuze tussen het ene en het andere; het is een keuze voor zowel het ene als het andere.
We kunnen weliswaar al die rapporten van enkele jaren geleden bekijken. Elk rapport heeft wel zijn eigen gelijk en heeft ook genoeg gekost. Laten we de zaken echter even op een rijtje zetten, met gezond verstand. Het Planbureau zegt dat de sluiting van onze kerncentrales de productiekosten van elektriciteit met 60 percent zal opdrijven, en de CO2-uitstoot met 20 percent. Mijnheer de minister, in plaats van dat eeuwige doemdenken hier en het werpen met bakstenen naar elkaar, moet toch ook eens worden gezegd dat onze CO2-emissies bij de laagste van Europa zijn, namelijk 270 gram per kilowattuur, vergeleken met het Europese gemiddelde van 400 gram.
Bovendien stelt het rapport van McKinsey dat de Kyotonormen halen met kerncentrales ongeveer 1,5 miljard euro zou kosten, en zonder 7,9 miljard euro. Dit is dus niet alleen een kwestie van ecologie, maar ook van economie. We moeten ook eens nadenken over de politieke situatie. Niemand hier heeft het bijvoorbeeld al gehad over aardgas. De groothandelsprijs van aardgas is de jongste twee jaar met 400 percent gestegen. Het is een politiek wapen geworden in de handen van Rusland. De prijs voor elk kilowattuur geproduceerd met aardgas ligt tot negenmaal hoger dan een kilowattuur geproduceerd met kernenergie. Dat moet tot nadenken stemmen.
Aan alles zijn er voor- en nadelen. In heel de wereld komen er per jaar meer mensen om bij het graven naar steenkool dan er mensen zijn omgekomen tijdens vijftig jaar kernenergie.
Mevrouw de voorzitter, ik zal nog een klein, interessant verhaaltje vertellen, ook al heb ik maar vijf minuten. Vorige week hielden we hier een koningsdebat en toen was CD&V het met me eens en straks zal dat opnieuw het geval zijn. Het kan dus verkeren in deze wereld.
Wij kregen de kernenergie cadeau van de Amerikanen, van Westinghouse, kort na de Tweede Wereldoorlog omdat onze kolonie, Congo, het uranium had geleverd waarmee de bommen werden gemaakt die boven Nagasaki en Hiroshima werden gedropt. Sedertdien, mijnheer Glorieux, is er nagenoeg geen mens meer omgekomen door kernenergie.
Het is natuurlijk altijd plezant om kernenergie voor te stellen als de meest gevaarlijke vorm van energie, maar het is de minst gevaarlijke. (Opmerkingen van de heer Jos Stassen)
Mijnheer Stassen, Tsjernobyl is een heel andere zaak. (Rumoer)
Tsjernobyl is iets anders. Uw vergelijking loopt mank en komt op hetzelfde neer als zeggen dat Boeing of Airbus verantwoordelijk is voor de Twin Towers, maar het waren de mannen die aan het stuur zaten die verantwoordelijk zijn. (Rumoer)
Weet u wat er in Tsjernobyl gebeurd is? We moeten kijken naar het communistische regime en het Russische leger. De leider van Tsjernobyl was een generaal die zich steeds opnieuw amuseerde met simulaties. (Rumoer)
Als er niet wordt geluisterd naar wat ik te vertellen heb, heeft het niet veel zin om mijn verhaal af te maken.
Ik stel vast dat hier een aantal Tsjernobyl-ontkenners aanwezig zijn. Ik vind dat een ongelofelijke vaststelling. (Rumoer)
Voor mij is het niveau van dit debat vergelijkbaar met dat van een debat bij de Getuigen van Jehova.
Mijnheer Stassen, ik vind het groene geloof echt mooi, maar er zijn mensen uit uw beweging die er een andere mening op na houden. U had het over Greenpeace, maar ik vergis me toch niet dat Patrick Moore de stichter van Greenpeace was? U zou dat beter moeten weten dan ik, want u kent beter de bisschoppen van uw eigen kerk. Wat heeft Patrick Moore gezegd? Hij zei dat de wereld niet zonder kernenergie kan.
Ik geef u nog een voorbeeld. David Rand, de wedstrijdleider van de World Solar Challenge, zegt zelfs dat kernenergie de enige oplossing is.
Mijnheer Dedecker, Greenpeace werd 35 jaar geleden opgericht door dertig personen. Eén persoon heeft een jaar later afstand genomen van de beweging - en dat is zijn goed recht - en is voor de industrie gaan werken. (Opmerkingen van de heer Jean-Marie Dedecker)
Die persoon vandaag laten opdraven als een woordvoerder van Greenpeace, is niet ernstig. U zegt zelf dat we een ernstig debat moeten voeren. Ik raad u aan om eens voor de spiegel te gaan staan.
Mijnheer Glorieux, we zullen eens opnemen en laten afspelen wat u zegt.
Ik geef nog een voorbeeld. James Lovelock is toch de Michel Vandenbosch van de groene beweging? Of ben ik ook nu verkeerd? Die man zegt dat hij ecologist is, maar dat hij zijn vrienden binnen de groene beweging oproept om hun verzet tegen atoomenergie op te geven. Maar natuurlijk kan iemand altijd een beetje verbleken van kleur.
Ik stel een oplossing voor omdat ik het prediken van de groene kerk een beetje moe ben.
Ik geef nog een voorbeeld van hoe iets soms kan ontsporen. Zo moet er nu houtverbranding gebeuren, want bij hout komt er minder CO2 vrij dan bij steenkool. Om de geplande houtverbranding in ons land van 303 megawatt te doen, is 1.880.000 ton aan bomen nodig. Onze spaanderplatenindustrie - u weet wel: Quick-Step en Tom Boonen - heeft jaarlijks 1.440.000 ton hout nodig om spaanderplaten te maken. Wij gooien onze grondstof dus in de oven, terwijl we een veel groter rendement zouden kunnen halen en we doen dat omwille van de groene mode!
Ik heb een oplossing voor minister Peeters. Ik was heel content dat hij uit het rapport van PricewaterhouseCoopers-Lawfort citeerde. Het werd op 6 april van vorig jaar aan de minster overhandigd.
Het rapport zegt dat als we kerncentrales openhouden, we tussen 10 en 55 miljard euro gecumuleerde cashflow opnemen. De politici waren beter niet zo kortzichtig geweest, en waren beter niet tevreden geweest met de 100 miljoen euro van Electrabel om de stookoliefactuur te betalen. Als we de markt zouden kunnen liberaliseren, dan zouden we tegen Electrabel kunnen zeggen dat het 30 percent voor zichzelf mag houden, en dat het 70 percent tegen de kostprijs op de markt moet gooien. Dan kan de overheid zeggen dat dit moet verdeeld worden over de vreemde spelers. Dan krijgen we een echte liberalisering van de markt. De kerncentrales kunnen openblijven als onze bevolking ervan profiteert.
In plaats van de belastingbetaler aan te spreken, kunnen we de vetpot van SUEZ en Electrabel afromen. Groene energie wordt betaald met belastinggeld. Met de Thorntonbank was men vergeten de kabels mee in rekening te brengen. Onmiddellijk moest de Belgische belastingbetaler 25 miljoen euro ophoesten. We zouden aan politiek doen als we tegen Electrabel zeggen dat ze hun fabriek mogen openhouden, als de winsten naar ons komen.
Het is maar een hint. Volgende week komt er misschien een nieuw voorstel van decreet. De VLD heeft wel een standpunt over kernenergie, maar mag het niet zeggen.
Mijnheer Dedecker, ik wil niet overkomen als een groene pastoor, maar u hebt niet gepraat over de gevolgen van kernenergie, het afval. Dat moet op de een of andere manier op een gegarandeerd veilige wijze worden bewaard, niet alleen nu of over tien jaar, maar over tientallen jaren. We moeten er altijd van uitgaan dat we het voor onze kinderen beter moeten maken dan voor ons. U teert op hun kosten, om het voor ons beter te maken.
Mijnheer Sannen, ik ben blij dat u die opmerking maakt. Ik ben vergeten om het hierover te hebben. Ik heb het centrum van Dessel bezocht en met ingenieurs gepraat. Volgens hen wordt 90 tot 97 percent van het afval gerecycleerd. In Dessel bestaat de MOX-methode. In 1993 hebben we de zaak verkocht aan Frankrijk. Door onze kortzichtigheid is de techniek die in Dessel werd ontwikkeld, naar Frankrijk gegaan, en onlangs ook naar Moskou en Amerika.
Er is nu 5000 ton radioactief afval. Als we nog 20 jaar doorgaan met kernenergie, wordt dat 8000 ton. Zal dat het verschil maken? (Opmerkingen van de heer Ludo Sannen)
Wie moet het betalen? Ik heb zopas de methode uitgelegd hoe SUEZ en Electrabel dit kunnen betalen. De opslag van kernafval is wetenschappelijk onder controle. Ik geloof in de wetenschap. De mens is uit het stenen tijdperk gekomen, niet omdat de stenen op waren, maar omdat ze creatief waren. In de groene beweging moet dat nog doordringen. Daar moet u eens over nadenken.
Mijnheer Dedecker, los van het feit of men dat op een gecontroleerde manier veilig kan stockeren, moet men niet gedurende 10, 50 of 100 jaar maar veel langer dit afval gecontroleerd bewaren. Zelfs als het op de meest wetenschappelijke en meest verantwoorde manier gebeurt, brengt het een kost met zich mee die wij afwentelen op een andere generatie.
Mijnheer Sannen, ik heb vertrouwen in de wetenschap.
Ik wil één evidentie naar voren brengen voor de heer Sannen: dat kernafval is er en we kunnen het niet meer wegtoveren. We zullen dat de komende generaties moeten bewaren. Of dat afval aangroeit in omvang, maakt in wezen geen verschil.
Wetenschappelijk onderzoek moet ervoor zorgen dat we die opdracht zo goed mogelijk uitvoeren en dat we die afbreektijd nog verder kunnen beperken. Maar we kunnen het afval niet wegtoveren.
Is dit het rentmeesterschap van CD&V? Ik heb het rentmeesterschap altijd anders geïnterpreteerd.
Volgens de heer Dedecker maakt het niet veel uit of er 5.000 of 8.000 ton kernafval is. Ik vind dat wel een wezenlijk verschil, temeer omdat het afval is waarvoor men al decennialang tevergeefs een oplossingsmethode zoekt.
Vorige week is in het tijdschrift Nature wetenschappelijk onderzoek van de universiteit van Cambridge gepubliceerd, waaruit blijkt dat ook verglazingstechnieken veel minder duurzaam zijn dan aanvankelijk gedacht. Het is dus niet mogelijk om dat kernafval met de huidige technologie voor duizenden jaren gecontroleerd te bergen.
Ik heb destijds ook van de heer André Jurres de studie gekregen van Essent. U citeert die studie correct: als men een stuk van de winsten die gegenereerd worden na levensduurverlenging afroomt, kan men - gecumuleerd - tussen de 10 en de 55 miljard euro opstrijken.
Maar waarom moeten wij wachten tot 2015? De kerncentrales blijven nog acht tot achttien jaar draaien, mét de wet op de kernuitstap. Als we daar nu al een deel van afromen, zoals in het voorstel met de mottenballentaks dat is ingediend in de Senaat, levert dat nu al een half miljard euro per jaar op, los van een kernuitstap die middelen gaat vergaren die u blijkbaar pas vanaf 2015 wilt binnenrijven.
U zegt dat u in de wetenschap gelooft, maar het zijn wij die in de wetenschap geloven. U gelooft niet dat het gat tussen vraag en aanbod op een duurzame manier dichtgereden kan worden als we uit de kernenergie stappen. Wij geloven in de mogelijkheden van warmtekrachtkoppeling, energie-efficiëntie, hernieuwbare energiebronnen en dergelijke meer.
Wij willen niet wachten tot 2015 om die mogelijkheden ten volle te ontplooien. Wij vinden dat de markt al veel vroeger moet worden opengebroken, dat de concurrentie veel vroeger tot stand moet komen en dat veel vroeger geïnvesteerd moet worden in innovatieve technieken.
Wij zijn de partij van vrijheid en vooruitgang. Wij hechten geloof aan nieuwe technologische mogelijkheden en willen niet afgescheept worden met een technologie, de kernfusie, die ten vroegste vanaf 2040 of 2050 resultaten gaat opleveren.
Mijnheer Martens, ik wil het licht niet uitdoen in 2014. Als brave West-Vlaming heb ik altijd geleerd dat je je oude schoenen niet mag weggooien vooraleer je nieuwe hebt.
In dit debat lijkt het alsof men geen geld meer kan stoppen in de ontwikkeling van andere zaken, omdat er geld wordt gestopt in kernenergie. Dat vind ik zielig. De minister heeft de bedragen al verschillende keren genoemd. Als men geld geeft aan de ontwikkeling van Formule 1-wagens, betekent dat niet dat men geen geld geeft aan de ontwikkeling van de fiets. En er zijn tegenwoordig al prachtige fietsen op de markt.
Het een verhindert het andere niet. Het is een en-enverhaal maar u wilt er absoluut een of-ofverhaal van maken.
Mijnheer Dedecker, u zegt dat u het licht niet wil uitdoen in 2014. Niemand wil dat. Wij geloven echter in de wetenschap en zijn ervan overtuigd dat alternatieve energie een antwoord kan bieden. U zegt dat u dit eerst zwart op wit bewezen wil zien. Wat het veilig en definitief bergen van kernafval betreft, heeft de wetenschap ook nog geen antwoord gevonden, maar daar hebt u geen problemen mee. Uw geloof in de wetenschap is wel erg selectief.
Wat die alternatieven betreft, wil ik even een stukje voorlezen:: " (…) de zonne-energie benutten voor België, alleen niet voor het industrieel verbruik, zouden we de oppervlakte van heel de provincie Limburg vol met panelen moeten zetten. Waterkracht is momenteel goed voor 0,4 percent van onze energiebehoefte en daar kan maximaal 0,1 percent aan gebreid worden. Energie uit biomassa zoals afval en mest kan hoogstens opgetrokken worden van 1,2 naar 4,8 percent van onze totale behoefte." Nochtans is er in West-Vlaanderen aan koeien en varkens geen gebrek. Wat de windmolens betreft, kan de Thorntonbank maximum 300 megawatt leveren. Als we aan 10 percent komen, is het al veel. We moeten dan ook realistisch zijn. 58 percent van onze elektriciteit halen we nu uit kernenergie. Frankrijk haalt 70 percent van zijn energie uit kerncentrales en bouwt nog een bijkomende centrale. Als de kernfusie er komt, zal iedereen wel zwijgen. Zelfs de race naar de maan waarmee de Chinezen bezig zijn, gaat over het exploiteren van helium-3.
In heel dit debat is een zaak heel bedroevend, namelijk dat de kostprijs en de prijs die uiteindelijk aan de burgers en aan de bedrijven zal worden aangerekend niet of zeker onvoldoende aan bod is geweest. Wanneer we onze industrie willen laten overleven, zullen we de kostprijs in overweging moeten nemen. Eigenlijk geven de tegenstanders van kernenergie toe dat kernenergie vandaag de goedkoopste energie levert in België wanneer ze het hebben over de superwinsten van SUEZ. Laat ook de burgers van dit land en de bedrijven eens mee profiteren van de huidige situatie.
Legt u me dan eens uit hoe het komt dat de elektriciteitsproducent en stroomleverancier die in ons land het hoogste aandeel kernenergie in zijn pakket aanbiedt, bij elk vergelijking van de VREG en Test Aankoop steevast als de duurste leverancier uit de bus komt.
Omdat ze een monopolie hebben.
Mijnheer Sannen, uw partij is daar mee schuldig aan. Maar u verandert natuurlijk regelmatig van partij.
Mijnheer Glorieux, u moet de tarieven van de verschillende intercommunales eens met elkaar vergelijken.
Ik denk dat alle meningen voldoende aan bod zijn gekomen. Minister-president Leterme heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik heb met aandacht geluisterd naar het debat. Het is natuurlijk een paradox, in die zin dat de aanleiding tot het debat zit in enerzijds een inschatting van een verklaring van minister Peeters en in het feit dat er wordt gewezen op de bevoegdheidsverdeling tussen het federale en het gewestelijke bestuursniveau, terwijl anderzijds het debat van deze namiddag gaat over datgene waarvan men zegt dat het alleen op federaal niveau kan worden uitgediscussieerd.
Het is evident, en ik wil het nog eens bevestigen, dat de beslissing tot eventuele verlenging van de levensduur van de kerncentrales in dit land, gezien de huidige bevoegdheidsverdeling, de bevoegdheid is van het federale niveau. Dat geldt heel in het bijzonder, wat deze problematiek betreft, voor het artikel 8 en het artikel 9. Daarover wordt op federaal vlak een debat gevoerd dat niet zonder gevolgen is voor Vlaanderen, zowel voor de consumenten als voor de economie. Dat debat wordt gevoerd op initiatief van de federale premier, met standpunten vanuit de verschillende geledingen van de federale meerderheid.
Gegeven het feit dat het om een federale bevoegdheid gaat, moet de Vlaamse regering geen standpunt innemen. Dus heeft de Vlaamse regering in deze geen standpunt. De Vlaamse regering heeft geen standpunt voor verlenging, en ook geen standpunt tegen. En dus - juridische logica, eerste kandidatuur rechten - kan, als er geen standpunt is, de minister natuurlijk geen standpunt van de Vlaamse regering vertolken. Ik bevestig uitdrukkelijk dat minister Peeters vorige week geen standpunt heeft vertolkt namens de Vlaamse regering.
Wat de inhoudelijke aspecten van de discussie betreft, zowel de hernieuwbare energie als de problematiek van de levensduur van de kerncentrales en de bevoorradingszekerheid - denk aan artikel 9 van de federale wet - stel ik voor, mevrouw de voorzitter, dat deze discussie wordt voortgezet in aanwezigheid en met deelname van minister Peeters, ofwel in plenaire zitting ofwel in commissie.
Ik wil toch nog antwoorden op enkele elementen die rechtstreeks tot mij waren gericht, onder meer door de heer Martens.
Eén, wat de financiering van de overheidstussenkomst lastens de Vlaamse begroting ter financiering van de promotie van het aanmoedigen van hernieuwbare energie betreft: het is evident, mijnheer Martens, dat wij daar het regeerakkoord uitvoeren en correct de meerjarenbegroting zullen toepassen. Deze is trouwens tot stand gekomen op basis van besluitvorming in de schoot van de regering waar ook vertegenwoordigers van uw partij bij betrokken waren. Het gaat om een meerjarenbegroting op grond waarvan of met kennis waarvan in dit parlement de begroting 2007 ook is goedgekeurd, inclusief de beleidsdocumenten die ermee samenhangen
Twee, uiteraard wil ik ook meer inspanningen leveren om te komen tot een zo groot mogelijke reductie van koolstofmonoxide. Dit is geen debat tussen mensen die de CO2-uitstoot niet zouden willen beperken aan de ene kant en de anderen, die dat wel zouden willen. Het gaat om de manier waarop we daartoe komen en de Kyotonormen halen en dies meer.
Ik wil trouwens doen opmerken dat ik niet alleen als minister van Duurzame Ontwikkeling zo veel mogelijk inspanningen wil leveren om die doelstellingen te realiseren, ik kan u ook zeggen dat ik als bescheiden vakminister ervoor heb gezorgd dat de steunverleningen in de sector waarvoor ik verantwoordelijk ben, veel uitdrukkelijker dan vroeger worden gericht op het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot een verduurzamen van activiteiten in die sector. En die sector is niet onbelangrijk voor het boeken van resultaat. Er wordt veel wind verkocht over de resultaten van energiebesparing en van hernieuwbare energie, maar ik sta voor een sector waar resultaten worden geboekt door middel van warmtekrachtkoppeling en een aantal andere technieken.
Tot daar, mevrouw de voorzitter, mijn reactie: bevestigen dat minister Peeters geen standpunt namens de Vlaamse regering heeft vertolkt, maar toch ook een beetje wijzen op de paradox tussen de hardnekkigheid waarmee men dat wil onderstrepen en de gretigheid waarmee het debat hier dan toch ten gronde wordt gevoerd. Dank u wel. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer de minister-president, uit uw antwoord maak ik op dat minister Peeters geen standpunt van de regering heeft verkondigd.
Het is natuurlijk wel zo dat zijn uitspraken wel het investeringsbeleid in hernieuwbare energie en nieuwe gedecentraliseerde productie-eenheden hypothekeren. Dat laatste is wél een bevoegdheid van deze regering. Zijn uitspraken zijn bijgevolg niet neutraal of onschuldig.
Ik stel vast dat de meeste sprekers vandaag kernenergie als een economisch verhaal voorstellen. Dat is de reden waarom we het niet eens worden. Voor ecologisten is dit niet in de eerste plaats een economisch vraagstuk, maar een welzijnsprobleem voor de huidige en toekomstige generaties. Dat laatste is helemaal niet opgelost. Ik maak me nog meer dan voordien zorgen. Want de mededeling dat kernenergie risico's inhoudt, wordt hier weggelachen. Tsjernobyl wordt weggewuifd, terwijl de verzekeringssector, die als geen ander bedreven is in het inschatten van risico's, kerncentrales niet wil verzekeren.
Hoe rijmt men het dat kernenergie veilig genoeg wordt geacht om ermee te leven en men kerncentrales in woongebieden inplant, maar tezelfdertijd ze te gevaarlijk acht om ze te kunnen verzekeren? Uitbaters van kerncentrales zijn grotendeels vrijgesteld van de aansprakelijkheid in geval van een ongeval. Als men dat niet zou doen, zou geen enkele privé-investeerder geïnteresseerd zijn. Ook dat is een economische realiteit.
De heer Penris heeft het woord.
Ik heb het debat als toehoorder gevolgd. Ik heb ook veel geleerd. Niet iedereen hier heeft zijn dossier even goed ingestudeerd als anderen, maar ik ben iemand die graag bijleert. De afgelopen dagen is hier gediscussieerd over thema's die beleidsdomeinen zijn die tot de bevoegdheden van minister Peeters behoren. De Vlaamse Regering zei dat ze daarover geen standpunt had of dat het ging om domeinen waarover ze geen standpunt moet innemen omdat dit grondwettelijk niet kan. Gisteren is over het wegenvignet een interessant, uitputtend en leerrijk debat gevoerd, hoewel minister Van Brempt moest toegeven dat de Vlaamse Regering daarover nog geen definitief standpunt heeft ingenomen.
Vandaag hebben we ook een interessant, uitputtend en leerrijk debat gevoerd over een bevoegdheidsdomein, waarvan we op het einde leren dat we er uiteindelijk niet bevoegd voor zijn en dat we eigenlijk debatteren over uitspraken die een minister louter in persoonlijke naam heeft uitgesproken. Dat maakt van hem een groot staatsman, want hij heeft een erg interessant debat uitgelokt met uitspraken over een thema waarvoor hij eigenlijk niet bevoegd is. Zo'n man mag wellicht ooit minister-president van de Vlaamse Regering worden.
Ik dank de minister-president voor zijn antwoord. Het is goed dat de minister-president heeft benadrukt dat de voorstellen van minister Peeters geen standpunt van de Vlaamse Regering zijn en dat de Vlaamse Regering hierover ook geen standpunt hoeft in te nemen.
Wat de financiering van het beleid hernieuwbare energie betreft, merk ik op dat de minister-president zegt dat hij de doelstellingen van het Regeerakkoord op dat punt respecteert en de meerjarenbegroting consequent zal naleven. Die meerjarenbegroting loopt tot 2009. In die periode moeten een aantal doelstellingen in het regeerakkoord worden gerealiseerd, zoals het aandeel van 25 percent stroom uit duurzame bronnen en 6 percent groene stroom. De maatregelen in de meerjarenbegroting kunnen daarvoor volstaan. Maar zoals in het regeerakkoord staat, moeten we nu al doelstellingen voor de jaren na 2010 bepalen.
We moeten dus ook aandacht besteden aan het budgettaire plaatje voor de periode na 2010. In dat verband heeft de minister-president geen antwoord gegeven op mijn vraag of de Vlaamse Regering van oordeel is dat de steun voor hernieuwbare energiebronnen en voor energie-efficiëntie minstens zo groot moet zijn als de steun die in het verleden aan kernenergie is besteed.
Ten slotte, mevrouw de voorzitter, heb ik mijn interpellatie niet alleen willen ophangen aan de uitspraken van minister Peeters met betrekking tot de kernuitstap, maar ook aan de Europese energiestrategie die de Europese Commissie vorige week heeft bekendgemaakt met zeer ambitieuze doelstellingen voor 2020.
Ik heb ook geen antwoord gekregen van de minister-president, in welke mate de Vlaamse Regering zich in deze strategie wil inschrijven of een eerlijk aandeel in het realiseren van deze doelstellingen voor haar rekening wil nemen. Ik had nog graag een antwoord gekregen op deze onderdelen van mijn interpellatie.
Ik wil nog even het volgende beklemtonen. Volgens de heer Glorieux zou het investeringsklimaat voor alternatieve energie in Vlaanderen door mijn uitspraken aan het wankelen zijn gebracht. Ik kan u echter verzekeren dat ik maatregelen heb genomen - en collega Martens heeft ernaar verwezen - om de rechtzekerheid maximaal te garanderen zodat investeerders in alternatieve energie ook in Vlaanderen zullen investeren. Ik kan u verzekeren, mijnheer Glorieux, dat er tal van dossiers klaarliggen en dat uw zware twijfel volstrekt ongegrond is. Dat zal de volgende weken en maanden worden geconcretiseerd.
Ik ga ervan uit dat als men op het federale niveau op bevoegdheden stuit die ons zijn toevertrouwd, zoals alternatieve energie, ervoor gepleit zal worden dat eenieders bevoegdheden worden gerespecteerd en men niet aan onze bevoegdheidsterreinen raakt. Ik kan voorbeelden geven van ministers op het federale niveau die beslissingen hebben genomen op bevoegdheidsterreinen waarover ik mijn tijfels heb. Ik wil echter het debat niet heropenen.
Wat de Europese strategie betreft, heeft men 14 mededelingen bekendgemaakt. Daarvan zijn er een aantal hier aan bod gekomen, zoals 20 percent alternatieve energie, 20 percent minder uitstoot van broeikasgassen of 20 percent energiebesparing. Eindelijk is er een duidelijk Europees klimaat- en energiebeleid geschetst met duidelijke doelstellingen. In maart is er een lentetop gepland waar over deze thematiek zal worden gediscussieerd. Onze premier zal er aanwezig zijn en ik ga ervan uit dat we er daar en nadien op de Europese raad van Leefmilieuministers over kunnen discussiëren.
Dat de minister tot waakzaamheid oproept aan de overkant van de straat als men aan onze bevoegdheden wil raken, is een goede zaak. Maar ook de Grondwet staat ons toe om aan de alarmbel te trekken en de nodige procedures vanuit dit parlement in gang te zetten. Uzelf beschikt over een kamerbrede meerderheid om telkens dat gebeurt, van hieruit de nodige signalen te geven. Wij proberen deze signalen af en toe te hanteren, maar ik stel vast dat uw fracties zelden volgen.
Mijnheer de minister-president, toen u pas begon stelde u geen ronkende verklaringen te zullen afleggen, maar hard te zullen werken, de zaken goed voor te bereiden en dan pas te communiceren. We hebben vandaag een staaltje fantastisch bestuur meegemaakt. De minister heeft een uitspraak gedaan waarover hij eigenlijk niets te zeggen heeft. Intussen is hij niet bezig met het oplossen van problemen over klimaat en energie waarvoor we staan. U hebt aangetoond wat goed bestuur is, namelijk gewoon niet naar de toekomst kijken.
Ik wil aankondigen dat ik een met redenen omklede motie wil neerleggen.
Het incident is gesloten.
Met redenen omklede moties
De voorzitter: Door de heren Penris, Huybrechts en Van Gaever, mevrouw de Lobel en de heer Dewinter, door de heer Glorieux en door de heer Martens werden met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten uiterlijk vrijdag 19 januari 2007 om 17 uur zijn ingediend.
Het Parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering moeten uitspreken.
Het incident is gesloten.