Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, de feiten zijn bekend: de Moslimexecutieve heeft de vraag gesteld om met een eigen moslim-tv en -radio van start te kunnen gaan. Aan dit verhaal zijn drie aspecten verbonden: de praktische omstandigheden, met een element over de openbare omroep en een element over vrije zenders en privé-initiatieven allerhande, maar daarnaast is er ook het politieke gegeven.
Laten we beginnen met het praktische aspect. Mijnheer de minister, wat de openbare zender betreft, kennen we uw antwoord al. U schuift de problematiek voor zich uit. U zegt dat de vraag legitiem is, maar nu niet aan de orde. Pas in 2009 zal de Vlaamse Regering zich daarover moeten buigen, want pas in 2010 kan eventueel sprake zijn van een bijkomende filosofische omroep door derden. Dat antwoord hebt u gisteravond al via de media verspreid.
Het tweede aspect, en dat is misschien iets concreter en risicovoller, handelt over de privé-initiatieven allerhande. Bij radio Midi 1 in het Brusselse hebben naar verluidt al proefuitzendingen plaats in het Arabisch en het Turks. Er is een poging van de Moslimexecutieve om, onder andere via Radio Contact, een eigen zender op te starten of binnen het kader van een bestaande zender moslimtelevisie of -radio mogelijk te maken.
Mijnheer de minister, hoe staat u ten aanzien van dergelijke initiatieven, indien er een aparte moslimzender zou komen via een bestaande vergunning, wat niet uit te sluiten valt? U verleent de vergunningen voor dergelijke radio's. Zult u aan dergelijke radio een vergunning geven? Dat staat volkomen los van het verhaal van de openbare omroep. Misschien zal dit sneller aan de orde zijn dan sommigen denken en sommigen hopen.
Mijnheer de minister, waar het uiteindelijk over zou moeten gaan, is het principiële politieke debat over een aparte moslimtelevisie of -radio. Daarover zegt onze fractie heel duidelijk dat er geen sprake van kan zijn, want de islam is een rem op integratie en inburgering. De islam moeten we trouwens niet behandelen als een godsdienst zoals we die kennen in de westerse context en zoals we de katholieke of de protestantse of de joodse godsdienst benaderen.
De islam is een niet-westerse godsdienst, sommigen zeggen een antiwesterse godsdienst, die het blijkbaar moeilijk heeft met bepaalde principes zoals de scheiding van kerk en staat, de vrije meningsuiting, de democratie, de gelijkheid tussen man en vrouw etcetera. Het is geen goede zaak dat er een aparte moslimzuil uitgebouwd wordt in Vlaanderen. We hebben al de erkenning, de subsidiëring, de moskeeën en de koranscholen en we zouden daar bovenop ook nog een moslim-tv en een moslimradio moeten krijgen. Dat is een rem op de integratie en de inburgering. Het is een slechte zaak voor de initiatieven waar ook de Vlaamse Regering zegt mee bezig te zijn. Naast de louter praktische antwoorden die u reeds hebt gegeven omtrent de openbare omroep en vandaag ook zult willen geven omtrent een mogelijk initiatief via privéradiostations, met eigen vergunning of niet, zou ik graag vooral een antwoord willen krijgen op de principieel politieke vraag. In hoeverre denkt de Vlaamse Regering dat een aparte moslimradio en -televisie een meerwaarde bieden in het kader van de inburgering en de integratie van moslimallochtonen en -vreemdelingen hier bij ons?
Mijnheer de minister, ik wil erop wijzen dat we zeer goed moeten opletten waar we mee bezig zijn en dat we de islam niet op een naïeve manier mogen benaderen. We moeten bijzonder kritisch zijn ten aanzien van de islam. Ik stel vast dat bepaalde Brusselse zenders, ik denk aan Midi 1 maar ook aan andere die dat pad reeds bewandelen, nu al ongecensureerd boodschappen verspreiden, zonder enige controle, en ook extremistische en fundamentalistische boodschappen de ether insturen. U zult zeggen dat dat uw bevoegdheid niet is, want het gaat over Brussel. Helaas zenden die radio's niet uit tot aan de grens van Brussel maar tot diep in Vlaanderen, tot in Antwerpen, Mechelen, Vilvoorde en Gent. Ik ben blij dat ook minister Keulen aanwezig is om zijn licht daarover te laten schijnen. We mogen zeker niet naïef handelen ten aanzien van de vragen, verzuchtingen, eisen en claims die ondertussen door de Moslimexecutieve naar voren worden geschoven. Ik hoop dat uw antwoord verder zal gaan dan het opsommen van praktische modaliteiten die ter zake aan de orde zijn, maar dat u een principieel en politiek antwoord zult geven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik heb enkele papiertjes bij om eventueel straks te kunnen citeren. Mijnheer Dewinter, met het antwoord zelf heb ik helemaal geen moeite, ook niet om op principiële zaken in te gaan.
In uw voorafgaande vragen had u het uitsluitend over de openbare omroep. U doet alsof ik geadieerd word door vragen met betrekking tot landelijke commerciële, regionale of lokale radio's. Daar is geen sprake van. Dat is ook niet aan de orde. U verwijst naar een Franstalige omroep en daar hebben we helemaal niets mee te maken. Die is niet erkend door de Vlaamse Gemeenschap. U kent de criteria die nodig zijn om erkend te worden, hetzij als lokale radio, hetzij als regionale of als landelijke commerciële radio. Dat is niet aan de orde. De problematiek die u hier hebt aangekaart en die gisteren aan bod is gekomen, heeft betrekking op de uitzendingen door derden in het kader van levensbeschouwelijke erkende verenigingen. Dat is de vraag waar ik antwoord op heb verstrekt aan de pers.
Uw vragen gingen daarover. Zijn er contacten geweest? U hebt die vragen niet opnieuw gesteld. Er zijn alleen maar in 2004 informele contacten geweest met de Moslimexecutieve. Deze had toen contacten met de administratie, die een nieuwe erkenningsronde heeft aangekondigd. De erkenningsronde is gepubliceerd in het Staatsblad en op de website en is ook in de pers verschenen, maar er is geen aanvraag binnengekomen. De Vlaamse Regering heeft dus ook geen enkele beslissing genomen, dat is evident.
Op het moment dat een dergelijke vraag wordt gesteld, zullen we die onderzoeken. Ik heb het applaus van uw fractie gehoord, maar ik ga niet zo ver als uw mediaspecialist, die daarover het volgende zegt: "Eerlijk is eerlijk: ofwel schaf je die religieuze televisierommel" - excuseer me voor het taalgebruik, maar het zijn zijn woorden, ikzelf vind religie nog altijd geen rommel - "ofwel schaf je die religieuze televisierommel, dus ook de katholieke, de protestantse, de orthodoxe, enzovoort, af, ofwel hou je ze, maar dan moet iedereen die iets voorstelt toegang krijgen." Dat is de stelling van uw mediaspecialist. Ik ga niet zo ver, ik heb de pers ook niet gezegd dat we automatisch tot toekenning zullen overgaan. We hebben namelijk een administratie die de binnenkomende aanvragen onderzoekt en nagaat of ze overeenstemmen met de reglementering. Ik kan u wel zeggen dat de islam sinds de jaren zeventig een erkende godsdienst is in België en dat, als de representatieve organisatie voor de islam een aanvraag zou indienen, ze op basis van de reglementen daarvoor in aanmerking komt.
Mijnheer Dewinter, u vraagt zich af hoe het dan zit met de integratie. Ik moet u zeggen dat dit in eerste instantie niets met integratie te maken heeft. Het gaat hier om een pluraliteit van godsdiensten, van filosofische overtuigingen, waarover de decreetgever heeft gezegd dat hij daarvoor ruimte wil creëren. U kunt dat een goede formule vinden of u kunt dat een slechte formule vinden. U kunt zeggen dat we dat moeten afschaffen, dat we dat moeten behouden of dat we dat moeten uitbreiden, u kunt daarover allerlei pleidooien houden, maar dat is vandaag allemaal niet aan de orde. Dat is de zaak van de decreetgever, die dit gewild heeft. We kunnen dat debat ook voeren, alleen is het moeilijk vooraf, zonder een concrete aanvraag, te beoordelen welke aanvraag in aanmerking komt en welke niet. Dit is dus een zaak van religie en van levensbeschouwelijke overtuiging.
Ik noteer uw standpunt dat u a priori zegt dat dit soort van uitzendingen contraproductief - laat ik het zo uitdrukken - zou zijn en niet tot integratie zou leiden. Ik ben daarin geen specialist, maar gisterenavond heb ik wel diegene gehoord die verantwoordelijk is voor de uitzendingen op de Nederlandse omroep. U hebt hem wellicht ook gehoord. Die man heeft een heel boeiend beeld geschetst van welke soort programma's ze brengen. Op de vraag van onze Vlaamse journalist "Is het daarom ook dat mensen als Theo Van Gogh en Filip Dewinter in programma's bij jullie aan bod zijn gekomen?" antwoordt hij het volgende: "Dat is heel juist. We vinden juist dat mensen die een heleboel op- of aanmerkingen hebben op de islam of op moslims bij ons een podium moeten krijgen om daarover met elkaar in dialoog te gaan, met respect voor elkaars standpunten. Ik denk dat dat toch het doel is van de democratie in ons land: dat we elkaar de ruimte moeten geven om in discussie te gaan." Tot zover het citaat van de Nederlandse verantwoordelijke voor de islamprogramma's. Dat behoort tot de inhoudelijke vrijheid van diegene die de programma's brengt, wij bemoeien ons daar niet mee en de VRT bemoeit zich daar niet mee. Daarop is wel controle, laat dat heel duidelijk zijn: de Vlaamse regulator voor de media laat niet toe dat er op de omroepen haat wordt gespuid of dat er wordt aangezet tot discriminatie op grond van geslacht, ras, en dergelijke meer. Dat is evident. Er zijn een aantal fundamentele rechten en vrijheden die door iedereen moeten worden gerespecteerd.
In de hypothese dat de aanvraag er komt en zou worden erkend, laat ik in het midden of dat zou leiden tot programma's die op integratie gericht zijn of niet. Dat staat niet met zoveel woorden in de decreten. De decreetgever heeft gewild dat er programma's zijn voor derden in het kader van de pluraliteit van de levensbeschouwingen, van de overtuigingen. Dat is het kader waarin wij praten.
Mijnheer Dewinter, u zegt te spreken namens uw fractie. Ik constateer echter dat de heer Verstrepen, de mediaspecialist van het Vlaams Belang, iets anders zegt: zodra zo'n aanvraag er is, moet die zonder meer worden toegekend. Daar komt het in feite op neer. Ik vind nochtans dat zulke zaken altijd moeten worden onderzocht, maar binnen het kader van het decreet zoals dit door de decreetgever is gewild. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Mevrouw de voorzitter, ik merk dat de minister geen antwoord geeft op mijn vragen. Hij herhaalt wat we al weten, namelijk hoe de procedure verloopt bij de Vlaamse executieve. Daarmee schuift hij het debat natuurlijk op de lange baan ten aanzien van mogelijke privé-initiatieven waarvan ik via de kranten kennis heb genomen. Ik lees in De Standaard en ook in de Gazet van Antwerpen dat voor het Nederlandstalige grondgebied werd gedacht aan zendtijd bij Radio Contact, al dan niet via een eigen zender of via programma's binnen het kader van een bestaande zender met zendvergunning.
Mijn vraag luidt: wat doet u als u wordt geconfronteerd met een dergelijke zendvergunning voor een nieuwe zender, waarlangs de Moslimexecutieve haar programma's verspreid wil zien? Hoe gaat u daarop reageren? Wat is uw mening ten gronde: moet er nu ook een eigen islamzuil worden ontwikkeld in het radio- en televisielandschap? Is dat een rem op de integratie of niet? Dat alles gaat u blijkbaar niet aan. Daar gaat u aan voorbij.
U verwijst naar de Nederlandse islamomroep. Ik volg die nu en dan wel eens, omdat het me boeit wat daar zoal wel en niet wordt gezegd. Soms begrijp ik het niet altijd, zeker als de uitzendingen plaatsvinden in het Arabisch of het Turks. Dan moet ik afhaken, want dan weet ik niet wat daar wordt verteld. Als dat het model is waarnaar u verwijst, dan heb ik daar toch de grootste bedenkingen bij
U verwijst naar onze mediawoordvoerder, de heer Verstrepen. Die heeft terecht verwezen naar een voorstel van decreet dat het Vlaams Belang een jaar geleden heeft ingediend. In ons voorstel pleiten we voor de afschaffing van alle filosofische derden, zoals de politieke derden al zijn afgeschaft. Wij zijn geen vragende partij voor die filosofische derden. Daarover gaat het debat van vandaag echter helemaal niet.
De heer Verstrepen stelt in feite dat de Vlaamse Regering haar billen heeft gebrand en maar op de blaren moet zitten. Tijdens het debat over de filosofische derden heeft de regering geoordeeld dat ze moesten blijven bestaan. Wij waren en zijn nog steeds voorstanders van de afschaffing ervan. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Eerst heeft minister Keulen de islam erkend. Dan heeft de Vlaamse Regering de islam gefinancierd met subsidies. Nu moet de regering dus niet verbaasd zijn en wat verveeld stellen dat dit nu niet aan de orde is, dat het pas in 2010 aan de orde komt. Het moet u niet verbazen dat ze nu de volgende stap zetten, na erkenning en subsidies, en nu natuurlijk ook een eigen moslimzender, eigen radio en eigen televisie vragen. Daar verwijzen we naar. Daar verwijst de heer Verstrepen naar. Gelieve het niet anders voor te stellen dan het in werkelijkheid is. Dat is de essentie.
Lach maar, maar ik stel de vraag opnieuw aan u, mijnheer de minister. U draait rond de pot. Wat doet u als er op Radio Contact, zoals aangekondigd, dergelijke uitzendingen komen? Dan zal dat misschien in het Arabisch en het Turks zijn. De vrije zenders, de commerciële oproepen, moeten zich immers niet houden aan de vigerende taalwetgeving waaraan de openbare omroep zich moet houden. Mag ik u daarop wijzen? U antwoordt daar niet op.
Wat doet u verder ten aanzien van vrije zenders allerhande die niet vanuit Vlaanderen uitzenden, die dat bijvoorbeeld vanuit Brussel doen? Een voorbeeld is Midi 1, dat tot diep in Vlaanderen uitzendt en daar reeds inderdaad die boodschap brengt. Wat doet u daaraan? U draait nu rond de pot, u zegt niets, u zegt dat de Vlaamse Regering zich daar pas in 2010 over zal moeten buigen. Dat doet niets ter zake. Ik had van u, zeker als N-VA'er, iets meer moed en daadkracht verwacht. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, wat de heer Dewinter zegt, is al te goedkoop. Hij verwijt me dat ik niet antwoord op zijn vraag. Ik stel vast dat u het bent die rond de pot draait, mijnheer Dewinter. U diende een vraag in die betrekking heeft op de uitzendingen door levensbeschouwelijke derden. Vervolgens ontwijkt u dit onderwerp op een majestueuze wijze. U fietst daar omheen. U durft er niet op in te gaan. U wordt geconfronteerd met wat uw mediaspecialist heeft gezegd, namelijk dat dit met de ogen toe moet worden toegekend. U onderschrijft wat hij zegt. Ik neem er akte van dat voor het Vlaams Belang religie rommel is. U onderschrijft zijn uitspraken.
Ik zeg nogmaals: uitzendingen door derden op regionale en landelijke commerciële omroepen zijn niet aan de orde. Ik heb geen zeggenschap als het gaat over uitzendingen die vanuit het buitenland op Vlaanderen gericht zijn. Uw mediaspecialist heeft daar wel ervaring mee. Hij heeft dat geprobeerd. U moet het aan hem vragen.
Ook die zenders zijn gebonden door federale wetten en Europese rechtsregels. Zoals u weet, hebben echter ik noch de VRM, in het kader van de Europese regelgeving en het oorspronglandbeginsel, daar zeggenschap over.
Mijnheer de minister, als het erop aankomt om een radio te achtervolgen, te verbieden en om de initiatiefnemers zwaar te beboeten, dan kan dat onmiddellijk en zo streng mogelijk indien alleen nog maar het vermoeden bestaat dat die radio enige sympathie heeft voor mijn fractie. Als het erop aankomt om radio's die vanuit het buitenland uitzenden - u noemt Brussel, dat voor mij nog altijd de hoofdstad van Vlaanderen is, maar voor een N-VA-minister blijkbaar het buitenland is - dan kan er niets meer. In dat geval is het onmogelijk om op te treden en zegt u met de handen in de lucht: "We zijn niet bevoegd".
Ik stel enkel vast en ik noteer, mijnheer de minister van Media, dat u ter zake geen initiatieven zult ontplooien. Afgaande op wat we in de kranten lezen, wordt er op dit moment gedacht aan zendtijd bij Radio Contact of aan een eigen zender met een eigen zendvergunning. U zegt: "Ik ben niet gevat, ik weet van niets en ik antwoord niet voor mijn beurt." Ik stel vast dat u weigert om het inhoudelijke debat te voeren. U weigert om als mediaminister uw verantwoordelijkheid te nemen als zulke initiatieven eraan komen.
Ik blijf herhalen dat u weigert om initiatieven te nemen. U wilt dus alle inspanningen die uw regering doet ten aanzien van inburgering, tenietdoen met een moslimzender op radio en televisie, via vrije zenders of via de openbare omroep. U weigert om ten gronde een principieel antwoord te geven. Het is een rem op de integratie, het is de verdere uitbouw van een eigen moslimzuil en dat moeten we kost wat kost vermijden in Vlaanderen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.