Verslag plenaire vergadering
Verslag
Collega's, bij dezen kondig ik officieel mijn ontslag aan als parlementsvoorzitter en als lid van dit Vlaams Parlement, met ingang van 13 juli.
Ik hoop dat sommigen goed de nijd en de jaloezie hebben kunnen aanwakkeren. Ik hoop dat ze hun eigen frustraties eens te meer negatief hebben kunnen omzetten. Ik dank echter de velen die mij, zelfs ook vandaag hier en over de verschillende fracties heen, komen zeggen dat het een solonummer is en zich afvragen wie hier wat bij te winnen heeft. Thuis de eigen frustraties kanaliseren via een weblog is vandaag blijkbaar belangrijker dan hier in het Vlaams Parlement keihard werken in commissies en in de plenaire vergadering.
Ik dank de velen, collega's van diverse fracties en vele gewone burgers, die hun steun betuigen en zich afzetten tegen deze overacting en tegen deze - ik citeer - 'laag bij de grondse actie in een verengd Vlaanderen'. In de media een reglement totaal verkeerd uitleggen, zeggen dat het over pensioen gaat, zeggen dat het over werkloosheid gaat, overschrijdt de grenzen van de welvoeglijkheid. Net zoals bij iedereen in het verleden, vraag ik enkel de toepassing van een reglement, dat ik niet heb gemaakt en dat hier unaniem is overgenomen.
Ik heb, voor alle duidelijkheid, enige weken geleden gevraagd − en mevrouw de secretaris-generaal kan dat getuigen − om vandaag geen speciale viering of receptie te organiseren. Ik ben immers al gevierd na 10 jaar voorzitterschap. Ik wou geen nieuwe uitgaven.
Ik wil hier vandaag ook geen afscheidsspeech houden. Ik was wie ik was en ben wie ik ben. Ik heb gewoon 25 jaar in het parlement mijn best gedaan, zowel als oppositielid, als minister vice-president, als minister van Economie, Energie en Middenstand, als minister van Leefmilieu en Huisvesting en nu meer dan 11 jaar als voorzitter van dit huis.
Ik dank vooreerst al mijn goede en uitstekende medewerkers die ik al die jaren heb gehad. Meer dan zij denken, hecht ik belang aan hun mening, hun nabijheid en hun vriendschap, inzonderheid van de laatste medewerkers Ann, Nele en Michel.
Ik heb het trouwens steeds gedaan met een beperkt kabinet van drie mensen in plaats van vijf, waar ik recht op had. Nooit heb ik daarover iets gehoord. Ik ben hoegenaamd niet die man van graniet die louter rationeel in elkaar zit of die louter op dossiers werkt. Degenen die me kennen, weten dat.
Dank ook aan alle ambtenaren van het Vlaams Parlement die meer dan ooit van uitstekende kwaliteit zijn. Met de vernieuwde top moet het enkel nog beter kunnen.
Dank ook aan het overgrote deel van de leden van dit halfrond. Over de partijgrenzen heen - dat is mijn merkteken - heb ik steeds met iedereen gediscussieerd, soms keihard: met Francis Vermeiren over Domus Flandria indertijd, met Gaston Geens over nieuwe technologieën of met Luc Van den Brande en Wivina Demeester over het mestactieplan. Nooit zijn we rancuneus geweest. Integendeel zelfs, degenen die het meest hebben gediscussieerd en die inhoudelijk het meeste argumenten leverden, heb ik steeds meer kunnen appreciëren. Alleen degenen die riepen met nietszeggende slogans, heb ik niet erg kunnen appreciëren. Met velen heb ik vriendschapsbanden opgebouwd. Nooit, mijnheer Van Rompuy, is iets blijven smeulen. Ik doe veertig jaar aan politiek. Met welgeteld een, maximum twee mensen, ben ik daarbij niet on speaking terms gebleven. Twee mensen op veertig jaar, en daarbij gaat het om twee strikt lokale en strikt persoonlijke zaken. Ik ben immers niet zo klein van inborst dat ik niet van mening kan verschillen.
Ik dank ook mijn vrouw en dochter Esther. Zij hebben niet dankzij de naam De Batselier iets bereikt, maar ondanks de naam. Ik ben blij dat ik omwille van die naam nu voor hen geen last meer zal betekenen.
Ik dank ook in het bijzonder mijn fractie en mijn partij waarin ik steeds in een goede verstandhouding maar ook met belangrijke discussies, een belangrijke rol heb mogen spelen.
Ik wens straks mijn opvolger van harte het beste, zowel voor haar - dat mag ik hopelijk zeggen - als voor de instelling en voor het democratisch Vlaanderen. Ik denk vele problemen te hebben opgeruimd, veel is gedaan, maar nog veel is te doen. U erft een prachtige instelling met prachtige mensen, met ongelooflijk veel kwaliteit. Ik hoop dat mijn opvolger dit huis eveneens koestert. Alleszins veel succes gewenst. (Applaus)