Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Hoebeke, verslaggever, verwijst naar het schriftelijke verslag.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, in de commissie heeft mijn fractie als enige niet voor dit ontwerp van decreet gestemd. Het lijkt me dan ook nuttig onze argumenten nog even naar voren te brengen.
Ons stemgedrag heeft niets met enige sympathie of antipathie voor Roemenië of Bulgarije te maken. Het heeft zelfs niets te maken met de vraag of Roemenië en Bulgarije de roeping voelen uiteindelijk lid van de Europese Unie te worden. Volgens is dit inderdaad het geval. De vraag is of Roemenië en Bulgarije klaar zijn om op 1 januari 2007, binnen vijf en een halve maand, volwaardig lid van de EU te worden.
In 2004, ten tijde van de vorige uitbreidingsronde, was het oorspronkelijk de bedoeling twaalf in plaats van tien lidstaten te verwelkomen. Al snel bleek evenwel dat Roemenië en Bulgarije niet klaar waren. Deze landen konden het hervormingstempo van de overige kandidaat-lidstaten absoluut niet bijhouden.
Dit heeft misschien iets met de specifieke geschiedenis van deze landen te maken. Het heeft ongetwijfeld veel te maken met het feit dat na de val van het communisme in Roemenië en in Bulgarije geen echte revolutie zoals in de DDR, in Polen of in Hongarije heeft plaatsgevonden. Er is veeleer sprake van een wisseling aan de top. Een aantal mensen van de communistische nomenclatuur zijn opgeofferd, maar de meeste kopstukken zijn gewoon blijven zitten.
De problemen waarmee Bulgarije en Roemenië op hun pad naar de toetreding te kampen hebben, zijn bekend. Ze staan overigens te lezen in de verslagen van de Europese Commissie. Wat Bulgarije betreft, gaat het om de bedrijfswetgeving, om de vrije dienstverlening, om de toepassing van de witwaswetgeving en om de strijd tegen corruptie. Wat Roemenië betreft, is de lijst nog veel langer en vormen de werking van de gerechtelijke macht, de werking van het politieapparaat, de grensbewaking, de strijd tegen de criminaliteit, de toekenning van staatssteun, het toezicht op de mededinging en dergelijke de grootste problemen. Vorige maand stond Roemenië nog in de top vijf van landen van oorsprong van de niet-begeleide minderjarige asielzoekers die in ons land aankomen. Vorige maand stond Roemenië in die top vijf en binnen zes maanden zal het land een volwaardige lidstaat van de EU zijn. In de recentste lijst van Transparency International staan Bulgarije en Roemenië bij de corruptste landen ter wereld.
Het mag dan ook niemand verwonderen dat beide landen van de groep van twaalf kandidaat-lidstaten zijn losgekoppeld en dat de streefdatum voor hun toetreding van 2004 naar 2006 en vervolgens naar 2007 is verschoven. Er komt misschien zelfs een uitstel tot 1 januari 2008. Naast de algemene en specifieke vrijwaringsclausules die ook tijdens andere uitbreidingsrondes in de toetredingsverdragen zijn opgenomen, is voor deze landen een specifieke uitstelclausule ingeschreven. Dit is nog nooit eerder gebeurd. Het bestaan van deze clausule onderstreept wat iedereen uiteindelijk weet. Het hervormingsproces in deze landen is uiterst wankel en fragiel. Eigenlijk zijn ze niet klaar voor de toetreding.
Indien dat uitstel tot 1 januari 2008 er komt, is de vraag wat er dan moet gebeuren als blijkt dat de situatie op dat ogenblik nog altijd niet bevredigend is?
Met al deze vragen en stellingen staan we niet alleen. Ze werden ook al opgeworpen door het Christen-Democratisch Appèl in Nederland. Ze waren voor die fractie voldoende om tegen het verdrag te stemmen.
Het is een beetje hallucinant dat we nu moeten stemmen en dat de commissie pas in oktober een voorstel zal doen in verband met de toetreding op 1 januari 2007 of op 1 januari 2008. Uiteindelijk blijft de bal dan nog liggen in het kamp van de lidstaten, die voor Roemenië bij gekwalificeerde meerderheid en voor Bulgarije bij unanimiteit voor het uitstel moeten kiezen. We leveren hier dus in grote mate een blanco cheque af.
De tegenargumenten zijn bekend en zijn dezelfde als die in het dossier over Turkije. Ze hebben te maken met de betrouwbaarheid van de Europese Unie. De EU heeft namelijk haar woord gegeven aan de landen in kwestie. Dat woord mag niet worden ingetrokken.
Collega's, u hebt uw woord gegeven aan de eigen bevolking. U hebt namelijk beloofd dat er niet zou worden gesjoemeld met de toetredingscriteria. Een land zou maar lid kunnen worden indien het voldoet aan alle criteria. Indien er 2 landen worden opgenomen in de EU die eigenlijk nog niet aan die criteria voldoen, vraag ik me af of dat de goede manier is om het euroscepticisme te bestrijden dat aan het licht kwam na het referendum in Frankrijk en de volksraadpleging in Nederland.
De les van vandaag is duidelijk. Vroeger was het zo dat een land moest voldoen aan de criteria. Vandaag is het eigenlijk voldoende dat een land op de goede weg is. Een aantal problemen kunnen later wel worden opgelost. In het verslag lees ik dat mevrouw Hoebeke heeft gezegd dat eventuele resterende problemen een nog voorspoediger oplossing zullen kennen van zodra deze landen zijn toegetreden tot de EU. Dat betekent zoveel als zeggen dat landen eerst lid mogen worden en dat vervolgens zal worden nagegaan of ze wel aan de criteria voldoen. Mevrouw Smet, die hier vandaag helaas niet kan zijn, heeft hetzelfde gezegd. Ze heeft er alle vertrouwen in dat de problemen die er nog zijn, uiteindelijk zullen worden opgelost.
Collega's, dat is niet ons standpunt. We vinden dat kandidaat-leden op het ogenblik van de toetreding aan alle eisen moeten voldoen.
Is dit voorlopig de laatste uitbreiding? Ik denk dat het interessant is om die vraag te stellen. De collega's van de commissie voor Buitenlandse Aangelegenheden weten dat we een interessante gedachtewisseling hebben gehad met de collega's van het Bulgaarse parlement. Deze laatsten hadden als boodschap: 'Neem ons er nog bij en dan is het gedaan, dan mag er niemand meer bijkomen.' U kunt er vergif op innemen dat we dan binnenkort een Kroatische delegatie ontvangen die hetzelfde zegt. Na de Kroaten komen ongetwijfeld de Macedoniërs of de Turken met nog eens dezelfde boodschap. Een land moet eerst aan de voorwaarden voldoen en kan dan pas lid worden van de EU.
We hebben in de commissie al opgemerkt dat we, net als bij de uitbreidingsronde van 2004, niet over elk land apart kunnen beslissen. Dat is te betreuren. In 2004 moesten we beslissen over 10 kandidaat-lidstaten in één stemming. Ook nu hebben we een soort van Siamees verdrag waarbij we ons in een enkele stemming moeten uitspreken over de toetreding van Roemenië en Bulgarije. Dat is geen nette manier van werken. Elk land zou op zijn merites worden beoordeeld, maar uiteindelijk blijkt dat niet te kunnen op het ogenblik dat we parlementaire instemming moeten verlenen. We moeten dus tegelijkertijd 'ja' of 'neen' zeggen tegen 2 landen.
De vraag is niet of Roemenië en Bulgarije op termijn lid kunnen worden. De vraag is of ze op 1 januari 2007 al lid kunnen worden.
Volgens ons is dat nog niet het geval. Ik denk dat het goed is dat er dan toch ook een signaal wordt gegeven, zowel naar de betrokken landen, om te zeggen dat het lidmaatschap toch geen evidentie is, als naar onze eigen bevolking, waar ongetwijfeld heel veel vragen leven en waar heel veel voorbehoud is tegenover nog maar eens een uitbreiding, een uitbreiding met twee landen die uiteindelijk niet klaar zijn voor dat lidmaatschap. Ons standpunt is duidelijk. Wie kan lid worden van de Europese Unie? Dat zijn Europese landen die voldoen aan alle voorwaarden. Aan die tweede voorwaarde, aan het voldoen aan de criteria van Kopenhagen, is hier niet voldaan, collega's. Daarom zullen wij dat verdrag niet goedkeuren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Hoebeke heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, de heer Van Overmeire heeft blijkbaar heel selectief het verslag gelezen en bepaalde zaken gehoord. Het zal hem bekend zijn dat er ook een delegatie is geweest, die de vooruitgang op juridisch vlak heeft voorgesteld. Zeker Bulgarije, waar corruptie, witwassing en dergelijk schering en inslag waren, kent positieve resultaten. Bovendien verwijs ik naar de tussenkomst van de minister in de commissie. 'Met de uitbreiding wordt een politieke daad gesteld die de vrede en de veiligheid moet garanderen in een Europa dat na decennia van oorlogen en crisissen opnieuw verenigd is.' Die premisse, het handhaven van de vrede in Europa, moet voor elke democraat hier aanwezig boven alle verdachte andere zaken staan.
In tweede instantie heeft minister Bourgeois ons na zijn bezoek aan die landen meegedeeld dat zowel Bulgarije als Roemenië sinds de val van de muur verstrekkende hervormingen hebben doorgevoerd, die leidden tot de vestiging van een democratisch staatsbestel en markteconomie. De maatregelen - en nu komt het - waarmee de toetreding van beide landen omgeven wordt, dragen ertoe bij dat het hervormingsproces in de komende jaren zal worden voortgezet zodat de rechtstaat en de markteconomie nog steviger verankerd worden in beide samenlevingen. Dat is hetgeen ik in de commissie heb willen verduidelijken.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, daar wil ik toch even op reageren. Ik heb de woorden van mevrouw Hoebeke wel degelijk goed gelezen. Ze herhaalt ze nog eens. Ze zegt dat er vooruitgang is en dat die landen op de goede weg zijn. Dat is natuurlijk net de kern van de zaak. Het komt er niet op aan van op de goede weg te zijn. Het komt erop aan om per 1 januari 2007 aan alle voorwaarden te voldoen. Dat is de kern van de zaak natuurlijk.
Wie kan daarover oordelen? Dat is de Europese Commissie, die geregeld rapporten naar voren schuift. Het laatste rapport was geen rapport met grote onderscheiding, noch voor Roemenië, noch voor Bulgarije. Het laatste rapport was van aard om te zeggen dat er nu nog niet zal worden beslist maar pas in oktober. Ik vind dit een onvoldoende basis om nu dit verdrag goed te keuren.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, eigenlijk maken we hier een herhaling mee van het debat in de commissie. De discussie ging inderdaad over de vraag of beide landen momenteel voldoen aan de toetredingsvoorwaarden.
Dat zijn de argumenten die toen door de Vlaams Belangfractie zijn ontwikkeld. Het zijn legitieme argumenten, alleen vind ik dat ze op een verkeerde, op een negatieve manier worden beantwoord door het Vlaams Belang. Het is zo - laat daar geen twijfel over bestaan - dat de lidstaten moeten voldoen aan de criteria. Trouwens, de heer Van Overmeire verwijst zelf naar het rapport van de Europese Commissie, die een en ander monitort en die inderdaad nog een vooruitgangsrapport heeft gemaakt. Het laatste rapport is trouwens positiever voor Roemenië dan voor Bulgarije. Ik begrijp zijn houding dus niet goed, want hij zegde in commissie dat het Vlaams Belang zich eerder zal onthouden wat de toetreding van Bulgarije betreft en tegenstemmen wat die van Roemenië betreft. Daar zit een zekere inconsequentie in.
De heer Van Overmeire is eigenlijk ook inconsequent want hij verwijst naar en erkent de autoriteit van de commissie inzake de monitoring van de toetredingsvoorwaarden. Er zal in oktober nog een monitoring zijn. De houding van het Vlaams Belang is: neen, op dit ogenblik kunnen we geen akkoord geven, terwijl het weet dat de voorwaarden ingebouwd zijn dat de lidstaten zowel moeten voldoen aan de politieke als de economische en de juridische criteria. Op dat vlak is onmiskenbaar vooruitgang geboekt. Die landen staan nog niet op het punt waar ze moeten staan, maar het is ontegensprekelijk zo dat het vooruitzicht op het lidmaatschap in die landen heel wat effect heeft gehad.
Dat heeft ertoe geleid dat zij in versneld tempo, op die drie terreinen, werk hebben gemaakt van het vervullen van de criteria.
Men kan daar, zoals het Vlaams Belang doet, negatief op reageren en zeggen dat ze nog niet helemaal voldoen en dus niet kunnen toetreden. Maar men kan ook een vertrouwensstem uitbrengen: ze moeten voldoen, er is monitoring door de Europese Commissie en er is vooruitgang. De toetreding bevat, wat uitzonderlijk is, bijzondere clausules. Het kan zijn dat, als de landen niet voldoen aan de voorwaarden, de toetreding pas intreedt op 1 januari 2008 en niet op 1 januari 2007. Er kunnen ook, voor beide landen, vrijwaringsclausules ingeroepen worden op de drie terreinen.
Ik geloof dat de aanpak van de Europese Commissie voldoende waarborgen biedt en dat voldoende werk zal worden gemaakt van het vervullen van de voorwaarden.
Uit mijn bezoek en uit de contacten met de ambassades weet ik dat in beide landen keihard werk wordt gemaakt van de hervormingen. De instellingen en het wetgevend arsenaal worden in snel tempo hervormd en er worden de nodige maatregelen genomen om er op justitieel en economisch vlak en op het vlak van het acquis communautaire bij te zijn. De Bulgaarse ambtenaren krijgen zelfs geen vakantie. Ze moeten verder werken aan het vervullen van de voorwaarden van de Commissie.
Ik denk dat het een heel slecht signaal is als wij in Europa de enige partner zouden zijn die zegt dat we hen niet toelaten. Ik denk dat dat vanwege Vlaanderen een bijzonder slecht signaal zou zijn en een teken dat we ons afsluiten van de rest van Europa. Europa is een vredesproces en een proces van het creëren van een vrije markt, waar Vlaanderen − als we het dan toch bekijken vanuit ons eigen belang − groot belang bij heeft.
Voor de toetreders, in dit geval Roemenië en Bulgarije, vormt de toetreding een hefboom voor de verbetering van hun welvaart. Europa is er klaar voor en houdt binnen de financiële vooruitzichten rekening met de toetreding. We kunnen ervan uitgaan dat de financiële provisies genomen zijn.
Vlaanderen moet een positieve houding aannemen ten aanzien van de volkeren waar we een uitstekende relatie mee hebben. Er zijn 150 Vlaamse gemeenten die stedenbanden onderhouden met Roemenië. Laten we vertrouwen hebben in de monitoring door de Europese Commissie, die toekijkt op de naleving van de criteria.
Laten we de hand reiken aan beide landen, die positief uitkijken naar het lidmaatschap van de Europese Unie en op die manier een heel moderne invulling willen geven aan hun natieschap: een eigen natie, maar deel uitmakend van een groter geheel.
Ik vraag − en ik weet dat de meerderheid daar achter staat − dat we in dit halfrond een ja-stem zouden uitbrengen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter: Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2005-2006, nr. 854/1).
De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.