Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de recente visietekst in het kader van het nieuwe mestdecreet MAP 3 en de reactie van de Europese Commissie
Verslag
De heer Wymeersch heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het is niet de eerste keer dat wij over dit onderwerp de degens kruisen en het zal hoogstwaarschijnlijk ook niet de laatste keer zijn. U bent vorige week bevallen van een zoveelste visietekst.
Mijnheer de minister, ongeveer een jaar na de eerste visietekst hebt u verkondigd dat er een nieuwe tekst is. Het nieuwe MAP zal op deze nieuwe tekst worden gestoeld. Tenminste, dit staat te lezen in een persmededeling die uw diensten hebben verspreid. In die nieuwe tekst zouden een aantal krachtlijnen voor het nieuwe MAP staan. Sinds de Europese Commissie haar definitieve houding heeft bepaald, liggen de kaarten op duidelijk op tafel. We weten waar we aan toe zijn en welke maatregelen moeten worden genomen. Ik wil niet ingaan op de techniciteit van de tekst. Deze tekst is niet naar het Vlaams Parlement of naar zijn individuele leden verstuurd. We hebben de tekst via andere kanalen in handen gekregen. Een aantal zaken valt me alleszins op.
Ik val misschien in herhaling door te stellen dat het MAP een milieudecreet is en moet blijven. Ik heb dit in verleden reeds duidelijk gezegd. Het MAP mag geen decreet met duidelijke sociaal-economische gevolgen zijn. Indien dit toch het geval zou zijn, moeten deze gevolgen worden opgevangen. Als ik de tekst waarover we beschikken goed begrijp, zal het nieuwe MAP duidelijk economische gevolgen voor de landbouwsector hebben.
Mijnheer de minister, aan het einde van de rit kiest u voor mestverwerking. U bent echter niet bereid de gevolgen hiervan te dragen. Indien u voor mestverwerking kiest, bevinden we ons op dezelfde golflengte. Op dit vlak hebt u gelijk. U houdt in uw nieuwe tekst echter geen rekening met de consequenties. Mestverwerking zal uiteindelijk de enige oplossing zijn. Ik vraag me echter af welke maatregelen u zult treffen om de mestverwerking te ondersteunen. Het gaat hier niet enkel om een aangepaste regelgeving voor de ruimtelijke ordening of voor het leefmilieu. Het gaat hier om het creëren van financiële mogelijkheden om de mestverwerking te ondersteunen. In welke mate hebt u hierover al met de Europese Commissie gepraat? Over die ondersteuning bestaat immers nog onduidelijkheid en die onduidelijkheid wil ik hier vandaag wegwerken.
Veertien dagen geleden hebt u in de commissie voor Leefmilieu verklaard dat u met een ontwerp van decreet naar de Vlaamse Regering zou stappen en dat het Vlaams Parlement in het najaar onmiddellijk met de discussies over dit ontwerp van decreet zou kunnen beginnen. Uit uw nieuwe tekst blijkt nu evenwel dat binnen het Vlaams Parlement een werkgroep zal worden opgericht. Die werkgroep zal dan een voorstel van decreet moeten voorbereiden. U mag me straks tegenspreken. Ik zou dat zelfs graag horen.
Indien het om een voorstel van decreet gaat, bent u niet verplicht de Raad van State, de SERV, de Minaraad en dergelijke om advies te vragen. U kaatst de bal terug naar het Vlaams Parlement. De fracties zullen in het najaar een werkgroep samenstellen om het MAP 3 voor te bereiden. Indien dit scenario klopt, zou ik graag vernemen wie verantwoordelijk voor de samenstelling van die werkgroep is. U ontloopt alvast de normale procedure. Het lijkt wel of de Vlaamse Regering niet in staat is om zelf een ontwerp van decreet op te stellen. Het lijkt zelfs of de minister van Leefmilieu niet in staat is om de andere leden van de Vlaamse Regering van zijn eigen grote gelijk te overtuigen.
Mijnheer de minister, ik stel vast dat u het tijdpad dat u bij de aanvang van de huidige legislatuur hebt vooropgesteld niet kunt volgen. U hebt een hopeloze achterstand opgelopen.
Het is natuurlijk evident dat u een aantal adviesstappen probeert uit te sluiten om tegen 1 januari 2007 met uw nieuw MAP klaar te zijn. Dat is echter niet de juiste weg. Ik vind dat u de procedureel correcte weg moet volgen. U moet zorgen voor een zuiver milieudecreet dat geen economische gevolgen heeft.
Zonder dat het met zoveel woorden wordt gezegd, blijft de afbouw van de veestapel inherent aan de teksten die vandaag op tafel liggen. Hij is echter niet nodig en wij kunnen hem dan ook niet accepteren.
Mijnheer de minister, in welke ondersteunende, begeleidende of versoepelende maatregelen op het vlak van ruimtelijke ordening en milieuregelgeving voorziet u en hebt u al voorzien in verband met de mestverwerking? Hoe reageert u op de kritiek van de sector dat de strengere norm voor reststikstof in de bodem niet haalbaar is? Ik verwacht in dat verband een reactie van u. In hoeverre bent u zeker dat de teksten die nu op tafel liggen, de zegen van Europa kunnen krijgen? (Applaus bij Vlaams Belang)
Mevrouw Dua heeft het woord.
Mijnheer de minister, de Vlaamse Regering heeft zich vrijdag inderdaad nogmaals gebogen over de mestproblematiek. Ik was verbaasd dat het geen ontwerp van decreet betrof, maar wel een visietekst waarin de grote lijnen zijn vastgelegd. Voorlopig heeft die tekst nog geen decreettekst opgeleverd. Dat maakt de discussie een beetje moeilijk.
Er staan een aantal zaken in de tekst die voor discussie vatbaar zijn. Een cruciale vraag is natuurlijk of de principes die in de tekst staan, het fiat van Europa zullen krijgen. Een vraag die ik nog crucialer vind, is of deze aanpak ervoor zal kunnen zorgen dat de nitraat- en de fosfaatvervuiling in Vlaanderen verminderen.
Ik vermoed dat we in het najaar eindelijk eens over decreetteksten zullen kunnen discussiëren. Dan zullen alle technische problemen en aspecten aan bod kunnen komen. Vandaag wil ik een positief en een negatief element uit de visietekst bespreken.
Ik vind het positief dat Vlaanderen voor 100 percent tot kwetsbaar gebied wordt uitgeroepen. Ik denk dat u niet anders kon na de veroordeling van Europa. Het is ook een goede zaak dat de krijtlijnen van het mestbeleid nu zeer duidelijk vastliggen. Europa zal trouwens zeer tevreden zijn met die beslissing om heel Vlaanderen als kwetsbaar gebied te bestempelen.
Wat ik negatief vind aan de tekst die de Vlaamse Regering heeft goedgekeurd, is dat u opnieuw de deur opent voor de uitbreiding van bedrijven, mits voorwaarden. Dit is een heel fundamentele wijziging ten aanzien van het beleid van de vorige regering en zelfs van die daarvoor. Het was immers minister Kelchtermans die via het mestdecreet de vergunningsstop heeft ingevoerd. U gaat die nu loslaten. Ik denk dat dat de prijs is die u hebt moeten betalen voor het invoeren van de 100-percent-kwetsbaarheid.
Die vergunningenstop stond niet toevallig in het oorspronkelijke decreet. Iedereen, ook de meerderheid waar uw partij toen deel van uitmaakte, realiseerde zich toen immers dat we in Vlaanderen een probleem hebben. Er is namelijk een veel te intensieve veeteelt in onze regio.
Ten tijde van het oorspronkelijke decreet leefden er in Vlaanderen meer varkens dan mensen. We hebben dat gelukkig kunnen keren. De vergunningenstop vloeide voort uit de gedachte dat er een grens is aan wat Vlaanderen kan verdragen aan intensieve veeteelt. Dat u daar nu een einde aan maakt, is een stap achteruit op de weg naar duurzame landbouw die we waren ingeslagen tijdens de vorige legislatuur.
Het zullen dus vooral, en dat weet u ook, de echt intensieve veehouders zijn die ingaan op die mogelijkheid. Met andere woorden: er komen meer legbatterijen en er komen meer varkensstallen. Ik wil binnen 1 tot 2 jaar samen met u de situatie in Vlaanderen nog wel eens bekijken, mijnheer de minister, om de balans op te maken van het loslaten van die vergunningenstop.
Dan kom ik tot mijn tweede punt. We hebben in de vorige regeringen, en ik kijk nu ook naar de andere coalitiepartners, een beleid gevoerd van warme sanering. U hoeft daar niet mee akkoord te zijn, maar we hebben het wel gedaan. We hebben daarvoor 100 miljoen euro uitgegeven, maar niet onder de vorm van prepensioenen of premies voor de boeren. Het ging zeer duidelijk om het opkopen van vergunningplaatsen, precies om die immense veestapel tot normale proporties terug te brengen. De belastingbetaler heeft daarvoor 100 miljoen euro betaald en u gaat nu zomaar opnieuw gratis vergunningsplaatsen uitdelen. Al dat geld is dus weggesmeten geld. Ik vind dat dus een zeer bedenkelijke filosofie, zeker ten aanzien van de partners die die warme sanering mee hebben goedgekeurd.
Een derde reden waarom dit een zeer spijtige zaak is, is het volgende. Zelfs indien men daar een sluitend systeem van mestverwerking voor zou vinden, wat te betwijfelen valt, dan nog weet u zeer goed dat de problematiek van de intensieve veeteelt niet alleen gaat over wat we aanvangen met de mest en dus over de vervuiling van het water met nitraten en fosfaten. Het gaat ook over andere milieuvervuilende componenten, bijvoorbeeld ammoniak. Wat ammoniak betreft, voldoen we nog altijd niet aan het reductieplan dat wordt opgelegd door Europa. Als u de veestapel doet toenemen, dan zal er natuurlijk opnieuw een toename zijn van de ammoniakbelasting. Mijnheer de minister, wat dit aspect betreft slaat u echt een fundamenteel andere richting in. U draait de klok helemaal terug en wilt terugkeren naar de echt intensieve veeteelt. De vraag is natuurlijk hoe Europa daarop zal reageren. Als het over andere aspecten ging, heb ik in uw tekst een paar keer kunnen lezen dat Europa akkoord ging. Wat dit aspect betreft, staat er in de tekst echter niets over Europa. Ik vermoed dus dat Europa zich daar nog niet over heeft uitgesproken. In elk geval vind ik, en ik denk alle mensen met een groen hart, dat dit niet de goede weg is. U wilt terugkeren naar de niet-duurzame landbouw en de intensieve veeteelt opnieuw stimuleren, en dat betreur ik. (Applaus bij Groen!)
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, het is inderdaad zo dat de regering vrijdag een wettekst heeft goedgekeurd met daarin de elementen die we in de visienota hadden opgenomen. Er is ook zeer intensief overleg geweest met de commissie, die heeft gezegd dat deze tekst beantwoordt aan de vragen die Europa ons heeft gesteld en voldoet inzake een aantal elementen die we zelf naar voren hebben geschoven, en dat met deze tekst de procedure dus kan worden voortgezet.
Ik heb vrijdagnamiddag zowel de landbouworganisaties als de milieuorganisaties ontvangen en was zelf zeer aangenaam verrast dat beide partijen met enige voorzichtigheid maar zeker niet negatief hebben gereageerd. Mijnheer Daems, u hebt daar misschien een probleem mee, maar het is wel zo dat men niet negatief heeft gereageerd. Men heeft gezegd dat dit een stap in de goede richting was.
Mijnheer Wymeersch, het is duidelijk dat ik met deze tekst mijn engagementen qua timing ben nagekomen. Nu gaat deze tekst naar het parlement, net zoals is gebeurd bij het bodemsaneringsdecreet en het voorstel van decreet dat vandaag nog verder werd besproken. De afspraak is namelijk dat we de commissie Leefmilieu en het parlement de nodige ruimte voor discussie laten om deze tekst uitvoerig te bespreken en waar nodig te verbeteren. Zo komen we dan tot een voorstel van decreet, wat niet wil zeggen dat we bepaalde procedures niet willen nakomen. Ik denk alleszins dat er in dit parlement heel wat kennis en heel wat knowhow aanwezig is om tot een goed en voldragen decreet te komen.
Ik begrijp dat bepaalde reacties voortkomen uit het feit dat men de tekst niet of onvoldoende heeft gelezen, want anders zou men weten dat een aantal vragen in de tekst ook beantwoord worden.
Mevrouw Dua, ik wil nogmaals onderstrepen dat we heel wat vragen hebben gekregen van Europa over het actieprogramma. Ook aan Europa werd deze tekst overgemaakt. Zoals u weet, neemt Europa pas een formeel standpunt in als de tekst hier formeel is goedgekeurd, maar we hebben een antwoord gegeven op alle geformuleerde vragen.
De problematiek van de mestverwerking is een heel belangrijk en delicaat facet in het landbouwbeleid. We hebben hierover een andere zienswijze naar voren geschoven, die, wat mij betreft, heel verstandig is. We gaan ervan uit dat er geen groei mogelijk is mits mestverwerking, maar dat groei enkel mogelijk is nadat is bewezen dat men mest kan verwerken. Ik denk dat dat een belangrijk element is.
Als er twijfels over bestaan dat de mest effectief wordt verwerkt, waardoor men op een bepaald moment met een nog groter mestoverschot geconfronteerd zou worden, gaat uitbreiding niet door. In het systeem dat we voorstellen, moet men eerst bewijzen dat men de mest kan verwerken, niet enkel wat nu verplicht is, maar ook de mest die men de volgende jaren extra zal produceren. Dat is een heel duidelijke garantie: een bedrijf kan maar groeien, nadat het heeft bewezen dat het de bijkomende mest − niet alleen van de uitbreiding, maar nog 25 procent extra − kan verwerken. Ik denk dat we op deze manier kunnen bewijzen dat de mestverwerking, zowel vanuit ecologische als economische invalshoeken, ook effectief kan zijn.
Mijnheer Wymeersch, u was aanwezig tijdens de rondetafel die we over de economische ondersteuning hebben georganiseerd. Ik heb aan de VITO een actualisatie gevraagd van de studie over de beste beschikbare technologie inzake mestverwerking. Ik zal met de minister van Landbouw nagaan in welke mate ondersteuning kan worden geboden, binnen de Europese krijtlijnen. Ook de werkgroep mestverwerking heeft een aantal opmerkingen gemaakt en suggesties gegeven. Aan al deze elementen zullen we de volgende weken en maanden verder werken.
Mevrouw Dua, de Europese Commissie heeft ons inzake mestverwerking laten weten dat we heel realistisch moeten zijn en heeft de zorg, dat we alleen maar stappen vooruit kunnen zetten nadat heel nadrukkelijk is bewezen dat mestverwerking werkt, aan ons overgemaakt. Ook heeft de EC het belang van een visie inzake mestverwerking op voldoende lange termijn benadrukt, maar het is niet zo dat mestverwerking niet zou kunnen voor de Commissie.
Mijnheer Wymeersch, u verwees naar het nitraatresidu. Daarover zegt de Europese Commissie: 'De Commissie heeft ermee ingestemd dat tot 31 december 2008 de grenswaarden van het nitraatresidu in de bodem is vastgesteld op 90 kilogram stikstof per hectare. Met het oog op de handhaving kan verder worden gewerkt met het opleggen van een geldboete en een audit van het bedrijf waar een overschrijding zou worden vastgesteld. Na evaluatie en wetenschappelijke toetsing van de monitoring na 2 jaar, zal worden overgegaan tot een definitieve vaststelling van de grenswaarden, waarbij onderscheid zal worden gemaakt tussen zandgrond en niet-zandgrond.'
Mijnheer de voorzitter, collega's, dit is een heel moeilijk, delicaat en technisch debat. Mevrouw Dua, het is evident dat de waterkwaliteit moet verbeteren. Dat is de alfa en de omega van wat we in de nieuwe regelgeving voorop moeten stellen en realiseren.
Met deze tekst hebben we een belangrijke stap vooruit gezet.
Ik kijk uit naar het debat dat in de commissie Leefmilieu zal plaatsgrijpen om, zoals de timing voorziet, tegen het einde van dit jaar een nieuw decreet te hebben dat door dit parlement zal zijn goedgekeurd.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Wat de mestverwerking betreft, reikt u mogelijkheden aan voor de toekomst, en u zegt dat een en ander moet bekeken worden met de minister-president, die bevoegd is voor Landbouw. Ik denk dat u ook uw huiswerk moet maken inzake ruimtelijke ordening want daar zitten ook nog een aantal knelpunten. Ik raad u aan die problematiek met minister Van Mechelen door te nemen. Het gaat niet op om al uw troeven in te zetten op de mestverwerking als sluitstuk van het MAP, maar deze mestverwerking blijvend op te zadelen met een aantal negatieve elementen inzake ruimtelijke ordening, milieuregelgeving en dergelijke. Wij gaan mee in uw intentie om daar iets aan te doen, ook inzake financiële en logistieke ondersteuning. Dat zullen we in de nabije toekomst zien, naar ik hoop. Maar als u wedt op de mestverwerking, moet u die alle kansen willen, durven en kunnen geven.
Wat betreft de procedure zegt u dat u vorige week een wettekst hebt laten goedkeuren door de Vlaamse regering. Dus neem ik aan dat we spreken over een ontwerp van decreet, anders is het geen wettekst. Als u een wettekst laat goedkeuren door de regering en u brengt die naar het parlement, is dat een ontwerp van decreet. U spreekt u zelf tegen als u zegt dat de tekst is goedgekeurd door de regering en dat het parlement er daarna over zal discussiëren om tot een voorstel van decreet te komen. U hebt niet gezegd wat de reden daarvan is. Met mijn slecht karakter suggereer ik dat u dat doet om een aantal adviezen te ontlopen. Ik wil hier duidelijkheid over. Is het een ontwerp van de regering of wordt het een voorstel van het parlement dat geschreven is op de kabinetten en door de administratie?
Mijnheer de voorzitter, het zou goed zijn dat de parlementsleden de tekst krijgen, zoals bij een normaal ontwerp van decreet. Als het werkelijk wetteksten zijn, zoals u hebt gezegd, dan is het de geplogenheid dat de parlementsleden die ontvangen. Ik dring erop aan dat het geregeld wordt dat het parlement inzage krijgt in de teksten.
Mijnheer de minister, het valt me op dat u weinig ingaat op de nieuwe golf van uitbreidingen die we zullen kennen. Ik heb de Aveve's van deze wereld ook aan mijn deur gehad, ook Danis en Vanden Avenne, die miljoenen varkens hebben staan bij loonboeren. Dat moet ik u niet vertellen, mijnheer de voorzitter. Ik heb altijd gezegd dat dat niet de juiste keuze is voor een duurzame landbouw. We moeten naar een andere soort van landbouw gaan. We moeten de vergunningenstop in stand houden. We hebben in de voorbije jaren een spectaculaire daling gekend van de intensieve veeteelt. Ik ben er nog altijd blij om dat we dat hebben gerealiseerd omdat dit het evenwicht in de landbouw deels heeft hersteld. De grote poenscheppers - ik zeg niet maffia, maar het scheelt niet veel - die in al die varkensstallen duizenden varkens hebben staan, zitten alleen maar te wachten op een minister die hen opnieuw vrij spel geeft en terug uitbreiding toestaat.
Ik zal een voorspelling doen. Ik denk dat u tegen het einde van deze legislatuur zult kunnen terugblikken op vijf jaar ministerschap en dat we opnieuw in een situatie zitten waar CD&V zich ontzettend goed in voelt, namelijk dat er in Vlaanderen opnieuw meer varkens zullen zijn dan mensen. Het milieuprobleem zal absoluut niet opgelost zijn. Het zal de doodsteek zijn van de familiale landbouw want de integratoren zullen uitbreiden ten koste van de kleine boeren. Daar zult u verantwoordelijk voor zijn! (Applaus bij Groen!)
Mevrouw Dua, uw felle reactie is onnodig. Wat u zonet hebt toegelicht, heeft geen oplossing gebracht. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat we met deze aanpak niet alleen het probleem van de waterkwaliteit oplossen, maar ook de sector toekomstkansen bieden, en dat binnen duidelijke krijtlijnen. Mevrouw Dua, ik daag u uit binnen twee jaar na te gaan of er effectief sprake is van verbetering. Zelf zal ik dat in elk geval doen. Ik zal er alles aan doen opdat ook de familiale landbouwbedrijven zich daar goed bij voelen, want ik geloof ook dat dat kan.
Mijnheer Wymeersch, in verband met de ruimtelijke ordening hebben we een omzendbrief goedgekeurd. Daarbij zijn duidelijke afspraken gemaakt over de inplanting van mestverwerkingsinstallaties. Dat huiswerk hebben we dus al gemaakt.
De overeengekomen procedure was dat ik na de onderhandelingen met de Europese Commissie op basis van de visienota, het actieprogramma en alle vragen van de Commissie een wettekst zou opmaken. Die wettekst is er nu, bevat een tachtigtal artikelen en gaat nu naar het parlement. Op basis daarvan kan het parlement een voorstel van decreet opmaken en goedkeuren. Het kan niet duidelijker zijn. De tekst die ik indien, biedt een antwoord op alle vragen van Europa. Ik ga er dan ook van uit dat Europa, na de goedkeuring van die tekst hier, geen problemen meer zal maken.
Mijnheer de minister, het is duidelijk dat in dit dossier zowel de kleine boeren als het milieu verloren hebben, en Aveve en de Boerenbond hun slag hebben thuisgehaald. Over een paar maanden zullen we daar het resultaat wel van zien.
Hoe komt het dan dat de milieuverenigingen niet negatief hebben gereageerd?
Mijnheer de minister, ik spreek hier namens de groene partij. In die positie zeg ik u dat u een totaal verkeerd beleid voert. Over een paar jaar zullen we dat aan den lijve ondervinden.
Het is een ander beleid dan vroeger; dat is wel duidelijk. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer de minister, als u dan toch een tekst met tachtig artikelen door de regering hebt laten goedkeuren, dan vraag ik me af waarom u die niet als ontwerp van decreet bij het parlement indient. Leg uw tekst hier voor, dan kunnen we in september onmiddellijk beginnen met de bespreking ervan. Het is volstrekt onduidelijk waarom u dat niet doet.
Het incident is gesloten.