Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, collega's, ik had na het laatste debat over de positie van de gedelegeerd bestuurder van de VRT niet gedacht om voor het reces nog een vraag te moeten stellen over verklaringen van de persoon in kwestie.
Mijnheer de minister, er is een derde nieuw feit dat voor mij het zwaarste is. Het eerste feit was dat de gedelegeerd bestuurder duidelijk weerwerk heeft geboden bij de totstandkoming van het decreet. Ondertussen is het decreet van toepassing. Ten tweede waren er de zware verklaringen van de gedelegeerd bestuurder dat hij niet akkoord kon gaan met de budgettaire ruimte die door de Vlaamse Regering werd gegeven met betrekking tot de onderhandelingen over een nieuwe beheersovereenkomst.
Het derde en nieuwe feit vormt de aanleiding van deze actuele vraag. Mijnheer de minister, ik weet dat er al meer dan een jaar correspondentie is tussen u, de aandeelhouder, en de gedelegeerd bestuurder van de VRT via aangetekende brieven. Ik vind dat een bijzonder rare manier van communiceren. Vreemd is dat hij sinds kort ook via aangetekende brieven met de pers communiceert. Ik vind dat een bijzonder zwaar feit. De gedelegeerd bestuurder van de VRT is de CEO is van het grootste mediabedrijf van Vlaanderen en gaat nu ook bepaalde persmensen op een intimiderende manier te lijf. Die bewuste brief is vandaag in Knack verschenen en ik wil er graag een aantal paragrafen uit citeren.
De brief komt van advocaten en is gericht aan Knack: 'Wij richten u dit schrijven in onze hoedanigheid van raadslieden van de VRT, NV van publiek recht, en zijn gedelegeerd bestuurder Tony Mary.' In die eerste zin staat al iets merkwaardigs. De brief wordt verstuurd namens de NV van publiek recht, dus ook namens de raad van bestuur. Uit contacten blijkt echter dat de raad van bestuur hier niet van op de hoogte is. Dat de hele NV van publiek recht hier bij wordt gesleurd, vind ik niet kunnen.
Verder staat te lezen: 'Rekening houdend met de talrijke bijdragen die uw tijdschrift reeds wijdde aan de VRT en aan de gedelegeerd bestuurder, waarin aan onjuiste, negatieve en lasterlijke berichtgeving wordt gedaan, vrezen onze cliënten terecht dat het thans voorbereide artikel niet anders zal zijn en slechts een voortzetting zal vormen van de reeds enige tijd tegen de VRT en de gedelegeerd bestuurder gevoerde lastercampagne.' Het gaat dus over een artikel dat nog moet verschijnen.
Ik citeer verder: 'Daar waar onze cliënten, in de veronderstelling dat dergelijke berichtgeving niet zou blijven duren, in het verleden niet openlijk hebben gereageerd om geen polemiek te voeren' - wie voert er vaak de polemiek - 'wensen zij thans uitdrukkelijk te protesteren tegen de schadelijke berichtgeving die alsmaar scherper wordt en een ware lastercampagne geworden is. Hierbij maken zij ook alle voorbehoud omtrent het vorderen van schadevergoeding.' Dit is blijkbaar een tweede denkkader dat wordt geopend in het kader van de pak-de-poenshow.
Ik lees verder: 'Teneinde verdere schade te vermijden, vragen onze cliënten dat zij van het artikel dat thans in voorbereiding is, vooraf kennis zouden krijgen en aldus in de gelegenheid zouden worden gesteld om er op voorhand hun standpunt over mee te delen en om tijdig de verspreiding van onjuiste informatie te vermijden. Voor zover als nodig stellen onze cliënten u, de betrokken auteurs en uw tijdschrift in gebreke om hieraan te voldoen.'
Dit gebeurt in een land dat de persvrijheid, de vrije meningsuiting en de vrije nieuwsgaring bijzonder hoog acht. De gedelegeerd bestuurder van het grootste mediabedrijf van het land bedreigt evenwel een ander persorgaan met het opeisen van schadevergoedingen voor een artikel dat nog moet verschijnen en blijkbaar zelfs nog niet in de maak is. Dat zijn Berlusconi-achtige trekjes.
De brief is op 7 juli bij de redactie beland. Heeft dat te maken met het bezoek van het Rekenhof aan de VRT, dat dezelfde dag heeft plaatsgevonden? Dat is mijn vraag. Afgelopen vrijdag is het Rekenhof afgestapt bij de VRT. Volgens de enen ging het om een inval, volgens de anderen een bezoek. Hoe de vork in de steel zit, weet ik ook niet. In elk geval is het zo dat het Rekenhof bij de VRT, zoals bij veel andere grote openbare instellingen, een bureau heeft waar een of meerdere mensen van de dienst de werking van de instelling permanent opvolgen. Dat is de normale gang van zaken.
Wellicht is een bezoek ook normaal. De vraag is evenwel of er een verband is tussen beide zaken. Waarom is het Rekenhof afgelopen vrijdag afgestapt? Volgens sommigen hebben de mensen van het Rekenhof die er permanent werken, bepaalde informatie niet gekregen en hebben ze daarom hulp van buitenaf ingeroepen. Heeft het bezoek van het Rekenhof iets te maken met het structurele tekort van de VRT, dat ongeveer 12 miljoen euro zou bedragen? Of is er iets anders aan de hand? Of ging het om een routinebezoek? In elk geval heeft het Rekenhof een onderzoek gestart, alleen weten we niet over wat.
Gezien de verklaringen van de gedelegeerd bestuurder en zijn verwijzingen naar onkostenvergoedingen in zijn brief, vraag ik me af of het onderzoek van het Rekenhof daarmee te maken heeft. En in elk geval is het ongehoord dat de gedelegeerd bestuurder een ander persorgaan op die manier aanpakt, wetende dat het decreet bepaalt dat de gedelegeerd bestuurder moet waken over het redactiestatuut en de deontologische code van journalisten in zijn bedrijf, in afspraak met de representatieve vakverenigingen.
Dat laatste is ook gebeurd. De journalisten van de VRT hebben een goed redactiestatuut. De daden van de gedelegeerd bestuurder roepen evenwel vragen op over de handhaving ervan. Dat doet vragen rijzen over de objectiviteit van de nieuwsgaring. Welke geloofwaardigheid heeft de gedelegeerd bestuurder nog? Mijn vragen luiden dus als volgt. Is de minister op de hoogte van bezoek van het Rekenhof aan de VRT van afgelopen vrijdag? Om wat voor een onderzoek gaat het? Wat is zijn mening als mediaminister over de recente briefwisseling in het licht van de persvrijheid en de mediadeontologie die in dit land hoog in het vaandel worden gevoerd?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, collega's, de VRT heeft mij een verklaring bezorgd waarin wordt ontkend dat het Rekenhof een inval in de VRT heeft gehouden. Daarin wordt ook ontkend dat er een vorm van controle wordt uigeoefend die afwijkt van de normale gang van zaken. Gezien het delicate karakter van deze zaak, zal ik de verklaring die de VRT me heeft bezorgd, letterlijk voorlezen.
'De bewering als zou het Rekenhof bij de VRT zijn binnengevallen in het kader van een onderzoek, is onjuist. Het Rekenhof heeft een bureau op de VRT om zijn werkzaamheden ten opzichte van de VRT permanent te kunnen uitvoeren, onder meer in het kader van de jaarlijkse controle van de rekeningen. Voor een grote instelling die grotendeels met overheidsmiddelen wordt betaald, is dat normaal.
In 2001 is een laatste operationele audit gebeurd door het Rekenhof bij de VRT. Het is normaal dat een grote instelling zoals de VRT periodiek onderworpen wordt aan een afzonderlijke audit in een bepaald bedrijfsdomein van het Rekenhof. Dat behoort immers tot de opdracht van het Rekenhof. Verwacht kan worden dat het Rekenhof zijn opdracht ter harte neemt. Ook de VRT neemt zijn opdracht ter harte. De VRT houdt zich aan alle wettelijke voorschriften. Wel is het zo dat de auditeur van het Rekenhof belast met het VRT-dossier begin juni een afspraak had aangevraagd met de gedelegeerd bestuurder en de directeur financiën.
De afspraak was niet dringend en is een paar maal verschoven. Op 3 juli 2006 ging de afspraak door. De afspraak was bedoeld om de VRT in te lichten over een mogelijk onderzoek van het Rekenhof. Bij die ontmoeting overhandigde de auditeur van het Rekenhof een vragenlijst aan de VRT. Deze vragenlijst heeft tot doel de scope vast te leggen voor een mogelijk onderzoek. De VRT heeft geen opmerkingen over deze scopebepaling en zal dit eerstdaags aan de auditeur meedelen. De auditeur zal dan het voorstel van onderzoek aan zijn directie ter goedkeuring voorleggen.
De VRT heeft mij gezegd dat zij, gelet op de confidentialiteit ervan, niet mogen meedelen waarop de vragen betrekking hebben. De VRT heeft mij aangeraden contact op te nemen met het Rekenhof om deze gang van zaken te laten bevestigen en om te informeren waarover dit mogelijke onderzoek zou gaan. Ik ben daar uiteraard niet op ingegaan.
Het Rekenhof is een grondwettelijk ingestelde parlementaire instelling. Er bestaat zoiets als de scheiding der machten. Ik vraag hier dus geen bevestiging van, noch vraag ik aan het Rekenhof waarover dit onderzoek gaat. Het is aan het parlement om vragen te stellen en het Rekenhof zal er zodra het onderzoek is afgerond, tekst en uitleg over geven. Het is wel de gewoonte dat het Rekenhof zorgt voor een tegensprekelijk debat. Als het rapport klaar is, bezorgt het dit aan de instelling of aan de bevoegde minister die zijn opmerkingen kan formuleren. Dit alles maakt dan deel uit van het rapport dat vervolgens wordt meegedeeld aan het parlement.
Ik heb geen enkele aanwijzing dat het onderzoek betrekking heeft op de feiten waarnaar u verwijst en die het voorwerp uitmaken van een polemiek tussen de gedelegeerd bestuurder en Knack. Het betreft een polemiek waar ik niet wens op in te gaan. U weet dat ik een groot voorstander ben van de persvrijheid en van het principe dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen daden.
Ik heb op de website van het Rekenhof nog eens gekeken naar de missie van het Rekenhof aangaande de onderzoeksopdrachten. Het Rekenhof zegt zulke onderzoeksopdrachten uit te voeren aan de hand van objectieve criteria. Bij die objectieve criteria laat het Rekenhof zich leiden door een aantal zaken, onder meer door risicoanalyses en interesses van de parlementaire vergaderingen.
Ik dank de minister voor het antwoord. Ik houd ook niet van geruchten die circuleren of persartikelen die verschijnen. Ik hoor er toch een bevestiging in van het feit dat er een bezoek is geweest van het Rekenhof aan de VRT en dat er een gesprek heeft plaatsgevonden.
Het Rekenhof werkt inderdaad voor het parlement. Ik zal morgen een brief schrijven naar de voorzitter van het Rekenhof om daadwerkelijk te weten wat het onderwerp van het onderzoek is. Betreft het een routineonderzoek of iets anders? Daarover zullen wij als parlementslid hopelijk inzage krijgen.
Ik begrijp dat u buiten iedere vorm van polemiek wenst te blijven. Veel collega's en vooral de personeelsleden van de VRT worden de polemiek die de gedelegeerd bestuurder ongeveer met iedereen aan het voeren is, stilaan moe. Zij zijn het beu dat de VRT die als instelling momenteel goed functioneert met goede programmamakers en een goede berichtgeving, door de polemiek van de gedelegeerd bestuurder in een steeds kwader daglicht wordt gesteld. Er moet zo snel mogelijk duidelijkheid komen. Dat zal immers in het voordeel spelen van een sterke openbare omroep.
Het incident is gesloten.