Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de uitspraken van de minister inzake een uitdoofscenario voor Doel
Actuele vraag over de uitspraken van de minister inzake een uitdoofscenario voor Doel
Verslag
De heer Wymeersch heeft het woord.
Mijnheer de minister, u bent erin geslaagd om een thema dat niet actueel is en waarover geen discussie bestond, aan bod te laten komen. U hebt een steen in de kikkerpoel gegooid. En wat voor een steen!
Tijdens een informatievergadering in Beveren van eind vorige week hebt u een toelichting gegeven over het plan-MER bij de strategische afbakening van het havengebied Antwerpen. U hebt daar zonder blikken of blozen verteld dat de gemeente Doel volgens u en volgens het voorliggende plan-MER moet verdwijnen, ook in het geval van het nulscenario. Het nulscenario, dat in het plan-MER vermeld staat, houdt in 'dat er na de bouw van het Deurganckdok geen enkel groot havenproject meer plaatsvindt. De verdere havenontwikkeling vindt plaats door interne herstructureringen en door de optimalisering van de bestaande bedrijventerreinen'.
Verder staat er: 'Het nulscenario houdt ook het verdwijnen van Doel in als direct gevolg van de uitvoering' - en nu komt het - 'van beslist beleid.'
Mijnheer de minister, van een integer en slim man als u had ik iets anders verwacht. Als u zich beroept op 'beslist beleid', dan dwaalt u. Of dat terecht of onterecht is, laat ik in het midden. Ik neem wel aan dat u perfect weet wat de regeringsbeslissing van 19 mei 2000 inhoudt. Voor zover u en collega's in het parlement dat niet zouden weten, zal ik er even de regeringsbeslissing bij nemen. De regeringsbeslissing van 19 mei 2000 stelt dat 'in de woonkern Doel de woonkwaliteit en woonzekerheid via het tijdelijk bewoningsrecht bestendigd wordt tot de datum van aflevering van een bouwvergunning voor een tweede getijdendok in het kader van de gefaseerde ontwikkeling van het havengebied in het linker-Scheldeoevergebied'. Dat betekent dat men er volgens de regeringsbeslissing van 19 mei 2000 kan blijven wonen zolang er geen bouwvergunning is afgeleverd.
Het woordje 'bestendigen' is ook niet onbelangrijk. In gelijk welk Nederlands verklarend woordenboek staat bij bestendigen 'duurzaam onderhouden' en 'voortdurend behouden'. Dat betekent met andere woorden dat het tijdelijk bewoningsrecht blijft bestaan als er geen bouwvergunning wordt afgeleverd.
Ook daar hebben we in het verleden al onze bedenkingen bij gehad. Het zijn uitgerekend deze en, vooral, vorige regeringen die, met medewerking van mensen op het terrein zoals die van de intercommunale belast met de uitvoering van een en ander, die er voor gezorgd hebben dat het bewoningsrecht is uitgehold, dat het retrocessierecht is uitgehold en dat heel wat gebouwen, woningen, huizen, hoeves staan te verloederen en te verkommeren.
Moest de regeringsbeslissing nog enige duiding vragen, dan verwijs ik naar de persmededeling van de Vlaamse Regering van dezelfde datum. Daarin staat: 'De beslissing gaat uit van twee principes. Aan de inwoners van Doel wordt woonrecht gegarandeerd tot op het ogenblik dat de bouwvergunning voor een tweede dok wordt afgeleverd. Het sociale begeleidingsplan Doel wordt uitgebreid met een bewoningsrecht, en hierdoor kunnen de bewoners die onteigend worden, in Doel blijven wonen tot het ogenblik dat op basis van de principes van het strategische plan Antwerpse Haven het havenbedrijf aantoont dat een tweede containerdok nodig is en de Vlaamse Regering de bouwvergunning aflevert.'
Wat lees ik dan in de pers dit weekend? Mijnheer de minister, u hebt in een interview gezegd dat het tijdelijke bewoningsrecht in 2008 sowieso ophoudt te bestaan. Dat is tegenstrijdig met de regeringsbeslissing van 2000 en met de persmededeling van een van uw eminente voorgangers, de heer Stevaert. Ik vraag me af of ik meer geloof moet hechten aan voormalig minister Stevaert dan aan minister Peeters. Ik laat dat in het midden.
Ik weet niet of ik meer geloof moet hechten aan uw woord of aan dat van de collega's van uw fractie op de rechteroever. Bent u voor of tegen de uitbreiding van de haven?
Dit is een actuele vraag. Als u op de tribune had willen staan, dan had u een zelf een actuele vraag moeten indienen. Het enige wat ik doe, is citeren uit de notulen van de Vlaamse Regering waar uw partij mee verantwoordelijkheid voor is. Als u dat niet kunt horen, dan is dat uw probleem en niet het mijne. Als u niet wil blijven zitten, dan kunt u wat mij betreft beschikken.
Mijnheer Wymeersch, we blijven beleefd. Mevrouw De Ridder, volgens het Reglement hebt u niet het recht om tussen te komen. Na de uiteenzetting van de heer Wymeersch, kunt u wel een persoonlijk feit inroepen.
Mijnheer de voorzitter, ik durf mij ook al eens te laten gaan, dus heb ik er alle begrip voor.
Mijnheer de minister, u zwengelt de discussie aan. Het Antwerpse havenbedrijf kijkt momenteel de kat uit de boom. Er is nog geen aanvraag voor een bouwvergunning voor een bijkomend dok. Blijkbaar geeft u - en ik neem aan geruggensteund door de hele Vlaamse Regering - een voorzet aan het Antwerps Havenbedrijf. Als minister van Openbare Werken weet u echter perfect dat er heel wat problemen zijn op het vlak van mobiliteit en ook heel wat infrastructurele problemen. Zonder dat het Deurganckdok de capaciteit volledig benut, zijn er toch al heel wat problemen op het gebied van de verkeersafwikkeling. U weet dat. Mijn vraag is dan ook wat u daaraan doet. Wat hebt u al gedaan aan de mobiliteits- en infrastructurele problemen en wat zult u nog doen?
Ik ga een heel onverdachte bron aanhalen als die uit mijn mond komt, namelijk ik zal socialistisch burgemeester Willockx van Sint-Niklaas citeren. Dat is niet meteen een van mijn meest intieme vrienden.
De heer Willockx zegt: 'De problematiek overstijgt de mogelijkheden van het Waasland op het vlak van mobiliteit. Zolang er geen werk gemaakt is van een betere mobiliteit is verdere ontwikkeling van het gebied onbespreekbaar.' Wie ben ik om hem in dit dossier tegen te spreken? Als de minister zich beroept op al genomen beslissingen, dan zit hij fout. Of zal hij me tegenspreken en zeggen dat de regeringsbeslissing van 19 mei 2000 niet meer geldt, en er een nieuwe regeringsbeslissing is? Zal hij zeggen dat het plan-MER in feite steunt op een bijkomende regeringsbeslissing die we niet kennen? Ik wil dus weten of hij zich aan de regeringsbeslissing van 19 mei 2000 zal houden.
Mijnheer de minister, waarop beroept u zich om zelfs in het nulscenario van het plan-MER Doel op te geven en te laten verdwijnen? Kunt u ons aantonen of andere mogelijkheden dan het nulscenario worden nagestreefd? Is er al een bouwvergunning aangevraagd? En zo ja, kunt u me zeggen wanneer die zal worden afgeleverd, zodat de mensen weten tot wanneer het recht op tijdelijke bewoning in Doel geldt? Welke infrastructurele beslissingen hebt u al genomen om de mobiliteitsproblemen in de regio te helpen oplossen? Wanneer worden die uitgevoerd? Wat is uw globale visie inzake mobiliteit in het Waasland en vanuit die regio naar Gent? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer De Meyer heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw en mijnheer de minister, collega's, vorige donderdag was er een volksvergadering in Beveren om het plan-MER voor de haven van Antwerpen voor te stellen. Dit is een cruciale eerste stap voor het opstellen van een strategisch plan, een toekomstvisie over 25 jaar havenontwikkeling. Ook over het lot van het dorp Doel is er gesproken. De vorige regering besliste dat het woonrecht minstens tot 1 januari 2007 geldt.
De strijd om het dorp Doel duurt al meer dan dertig jaar, sinds de opmaak van de eerste gewestplannen. Historicus Karel Van Isacker verwoordde zijn analyse reeds in 1970, in zijn boek 'Het land der dwazen'. Ik vermeld dat even, om aan te tonen dat er altijd verschillende visies leefden over de transformatie van de Linkerscheldeoever van vruchtbaar en uniek polderland naar wereldhavengebied.
Uiteraard leverde dit proces tewerkstelling op: bijna 12.000 mensen zijn in Beveren en Zwijndrecht op de Linkerscheldeoever tewerkgesteld. De komende 25 jaar wordt dat een veelvoud van dat cijfer. De offers die de regio daarvoor bracht zijn bijzonder zwaar: onteigeningen van Vlaanderens beste polders, de leefbaarheid van het dorp Doel en een leefgemeenschap. Daarbovenop komen nog de natuurcompensaties en de geplande Sigma-ontpolderingen die beide een aanslag vormen op het historische landschap.
Vanuit louter economisch standpunt en de tewerkstelling is veel verdedigbaar, maar niemand zal het mij kwalijk nemen dat ik ook aandacht vraag voor de andere kant van de medaille. Heeft de Vlaamse Regering beslist om het woonrecht dat tot 1 januari 2007 geldt, effectief te beëindigen? Of acht de regering het opportuun om dit woonrecht tijdelijk te verlengen, eventueel voor de gezinnen die in Doel al woonden op het moment van de goedkeuring van het sociaal begeleidingsplan? Dat is mijn eerste vraag.
Mijn tweede vraag is de volgende. Is er wel voldoende aandacht voor de grote offers die de Doelenaars en de hele streek hebben gebracht voor de havenuitbreiding? Hoe wordt dat dan beleidsmatig vertaald?
De heer Stassen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, er komt geen tweede dok in Doel. Iedereen die er woont en werkt, weet dat. Er komen dankzij het Deurganckdok waarschijnlijk 6 tot 8 miljoen containers bij, boven op het aantal dat vandaag al wordt behandeld. Iedereen kent ook de mobiliteitsproblemen in en rond Antwerpen.
Als die containers op een menselijke manier worden afgehandeld via de infrastructuur die er vandaag bestaat, eventueel met het sluiten van de kleine ring, mag u al heel blij zijn. Door de bouw van het Saeftinghedok komen er nog eens 15 miljoen containers bovenop. Iedereen weet dat dit fysiek onmogelijk is. Men kan geen containers via pijpleidingen of via e-mail vervoeren. Er komt dus geen tweede dok in Doel.
Die basisstelling hebben we altijd al verdedigd en daarom hebben we gesteld dat Doel moet blijven. Daarom hebben we na 13 juni 1999 het dossier Doel opnieuw op tafel gelegd. De regering-Van den Brande-Stevaert had een maand voordien beslist dat Doel weg moest. We hebben het opnieuw op tafel gelegd en gezegd dat Doel perfect kan blijven bestaan. Er is toen een akkoord over tot stand gekomen.
Als er vandaag kan worden gediscussieerd over Doel, is het dankzij Groen! in de vorige Vlaamse Regering. Anders kon er al lang niet meer over Doel worden gediscussieerd. Dat is zeer duidelijk.
Er kan geen tweede dok komen omdat het fysiek onmogelijk is om nog eens 15 tot 16 miljoen containers extra te vervoeren en daarom zijn we akkoord gegaan met de beslissing van 19 mei 2000. Nu zwaait iedereen ermee dat het een goede beslissing was. Die beslissing bevatte een viertal aspecten.
Ten eerste werd toen voor het eerst duidelijk aanvaard dat Doel en het Deurganckdok samen kunnen bestaan. De regering Van den Brande-Stevaert had gezegd dat Doel en het Deurganckdok niet samen konden bestaan. Iedereen die vandaag Doel bezoekt, ziet dat het dok al gedeeltelijk werkt en het dorp leefbaar is.
Ten tweede zou een strategisch plan worden opgemaakt waarin de ontwikkeling van de haven in het Waasland en Antwerpen in kaart wordt gebracht. Daarvoor zouden een aantal scenario's worden onderzocht.
Ten derde zou het behoud van Doel slechts tijdelijk zijn. Tezelfdertijd werden een aantal maatregelen rond bijvoorbeeld het Woonplan gestipuleerd, geldig tot 2007.
Ten vierde zou Doel blijven bestaan, en de tekst was zeer duidelijk op het vlak van woonzekerheid en het woonrecht. Het woonrecht zou blijven gelden tot de datum van de aflevering van de bouwvergunning voor een tweede dok bekend was. Dit om te beletten dat de aankondiging van een nieuw dossier gevolgen zou hebben, terwijl het dok misschien nooit zou worden gebouwd. Vandaar dat de vorige Vlaamse Regering heeft beslist dat het woonrecht zou blijven bestaan tot en met de aflevering van een bouwvergunning. Dat waren de vier punten.
Doel en het Deurganckdok kunnen samen blijven bestaan. Toen kwam het strategisch plan, en een tijdelijk woonrecht tot aan de bouwvergunning van een tweede dok.
Nu gaat u naar Beveren en zegt daar dat het strategisch plan allemaal zever is want dat u de uitslag al kent, namelijk dat Doel weg moet. Dat staat ook letterlijk zo in een krant. Voort hebt u gezegd dat u het beleid van de vorige regeringen uitvoert.
U hebt de waarheid niet gesproken, u hebt gelogen, mijnheer de minister. U weet zeer goed dat het akkoord van 19 mei 2000 inhield - we hebben er immers dagen over gediscussieerd om het er letterlijk in te krijgen, omdat we het zo belangrijk vonden - dat het woonrecht geldt tot er een bouwvergunning wordt afgeleverd voor het tweede dok.
Dat staat in de tekst. U wist dat zeer goed. Wat u in Beveren hebt verteld, klopt totaal niet. Dit dossier is zeer delicaat. (Rumoer)
Ik weet heel goed waarover ik spreek. Dit dossier moet correct worden aangepakt. U mag geen leugens verspreiden.
Mijnheer de minister, hoe komt u erbij dergelijke uitspraken te doen? Worden deze uitspraken door de hele Vlaamse Regering gedekt? (Applaus bij Groen!)
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik vraag me af waar bepaalde Vlaamse volksvertegenwoordigers op 29 maart 2006 waren. Op die dag heeft de heer Loones minister Keulen een actuele vraag over het tijdelijk woonrecht in Doel gesteld. Minister Keulen heeft toen een duidelijk antwoord gegeven. Dit onderwerp is nadien in de bevoegde commissie van het Vlaams Parlement nog uitvoerig aan bod gekomen.
Ik citeer het antwoord van minister Keulen: 'Wij mogen geen ander beeld ophangen. Tot op vandaag is er een formele beslissing die geldt voor Doel. Ik heb dat vorige week ook gezegd in de commissie. De beslissing dateert van april 2001 en komt erop neer dat er in Doel nog een tijdelijk woonrecht is tot eind 2006.'
Tijdens de door minister Keulen aangehaalde commissievergadering heeft de heer Wymeersch hierover het volgende verklaard: 'De regeringsbeslissing van 27 april 2001 inzake het tijdelijk bewoningsrecht blijft ongewijzigd van kracht. Dat betekent dat er in principe een woonrecht is tot 1 januari 2007. Als we daaraan wijzigingen willen aanbrengen, zullen we dat moeten bekijken, maar de huidige toestand is zoals ik heb weergegeven. Onze vorige coalitiepartner Groen! was erbij toen die beslissing werd genomen.' (Opmerkingen)
Mijnheer de minister, het is onmogelijk dat ik Groen! onze coalitiepartner heb genoemd. (Rumoer)
Mijnheer Wymeersch, het staat zo in het verslag. Ik lees enkel voor.
Ik zal even de huidige toestand in Doel schetsen. Eind 1998 waren er 645 Doelenaars. (Opmerkingen)
Mijnheer Stassen, ik zal dadelijk op uw vragen terugkomen.
Eind 2005 waren er nog 97 oorspronkelijke Doelenaars. Er staan 229 woningen in Doel. 216 woningen zijn reeds door de maatschappij verworven.
Ik zet de beslissingen van de Vlaamse Regering over Doel even op een rijtje. Hier is tenslotte meer dan één Vlaamse Regering bij betrokken. Het gaat om het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 1998, het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1998, het besluit van de Vlaamse Regering van 25 mei 1999, het Vlaams regeerakkoord 1999-2004, waarin expliciet de woorden 'Doel en de afbakening van het havengebied, tweede gewestplanwijziging' te lezen staan, het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2000, het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2001, waarin het tijdelijk karakter van het woonrecht in Doel wordt bevestigd, en het Vlaams regeerakkoord van 2004. De Vlaamse Regering heeft twee duidelijke stellingen ingenomen.
De eerste stelling betreft de leefbaarheid van Doel. De Vlaamse overheid heeft een sociaal begeleidingsplan opgesteld en heeft mensen aangespoord om vrijwillig te vertrekken. De Vlaamse overheid heeft duidelijke signalen gegeven. Na de gewestplanwijziging gaat het hier om industriegebied of om havengebied van het type 3. De vorige Vlaamse Regering heeft besloten een tijdelijk woonrecht toe te kennen.
De heer Stassen heeft zelf aan de discussie in de commissie deelgenomen. Ik citeer zijn woorden: 'Ik vraag me af of het eind 2006 is of eind 2007.' Minister Keulen heeft de situatie duidelijk uiteengezet. Het is zonneklaar dat Doel als woonkern geen toekomst meer heeft.
De tweede stelling betreft het tijdelijk woonrecht.
Als u de beslissingen bekijkt, duurt dat tot eind 2006. Ik denk persoonlijk dat we, samen met de burgemeester en de Maatschappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied, een plan moeten maken over hoe we het tijdelijk woonrecht zullen beëindigen, want we zijn ervan uitgegaan dat Doel op termijn onleefbaar is.
Ik ben naar Beveren en Stabroek gegaan om te zeggen dat we een plan-MER gaan opmaken tot 2030, waarbij we linker- en rechteroever samenvoegen en duidelijke uitspraken doen over de ontwikkeling van de haven. Er zijn drie scenario's: een nulscenario, een beperkt scenario en een maximalistisch scenario. Nu wordt onderzocht wat de milieu- en mobiliteitseffecten zijn en welke maatregelen we moeten nemen.
Ik ben zelf naar de bevolking gegaan in Beveren en Stabroek, om te zeggen dat door de vorige regeringen is beslist dat Doel op termijn onleefbaar is en dat we een oplossing moeten vinden om het tijdelijke woonrecht te laten uitdoven. Dat is langs alle kanten bekeken en het is een standpunt van heel de Vlaamse Regering. Ik ga ervan uit dat we verder werken om dat te concretiseren. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer de minister, als u de verslagen van de commissie erop naleest, zult u zeer goed merken dat ik, maar ook de heer Stassen, absoluut niet akkoord waren met de interpretatie van minister Keulen van een aantal beslissingen van vorige regeringen en van de huidige regering. Dat ging niet enkel over de exacte datum van het beëindigen van het woonrecht.
Mijnheer de minister, u, en blijkbaar ook de vorige Vlaamse Regering, koppelt twee zaken aan elkaar, die niet gekoppeld kunnen worden, omdat één element nog onbestaande is. In een regeringsbeslissing van mei 2000 staat dat het bewoningsrecht bestendigd wordt tot de aflevering van een bouwvergunning en drie regels verder staat dat men verwacht dat het ten vroegste noodzakelijk is in 2007. U en heel deze Vlaamse Regering koppelen die twee zaken. Er is nog geen bouwvergunning afgeleverd en er is zelfs nog geen aanvraag ingediend. Wat is dan de redelijke reden om het tijdelijke bewoningsrecht niet aan te houden, terwijl dat duidelijk in de regeringsbeslissing van mei 2000 staat?
Mijnheer de minister, ik vraag me af of u soms weet of een aanvraag voor een bouwvergunning op komst is. Of is het uw bedoeling om door uw uitspraken Beveren en het plan-MER een voorzet te geven, zodat zo snel mogelijk een aanvraag voor een bouwvergunning wordt ingediend?
U hebt ook niet geantwoord op de vraag welke objectieve redenen u hebt om, zelfs bij een nulscenario zonder bijkomend dok, te beslissen dat Doel moet verdwijnen? Als Doel vandaag, ondanks alle moeilijkheden die de mensen hebben en die mede werden uitgelokt door de overheid, leefbaar is, waarom beslist u dan nu dat Doel onleefbaar is, zelfs bij een nulscenario? (Opmerkingen van CD&V)
Mijnheer de voorzitter, als ik alles beluister, kan ik enkel stellen dat de opmerking van mevrouw De Ridder meer dan terecht was.
Mijnheer Stassen, ik wil u eraan herinneren dat de vorige Vlaamse Regering het sociale begeleidingsplan heeft uitgevoerd en er mee voor gezorgd heeft dat de oorspronkelijke Doelenaars Doel verlaten hebben. Ik denk dat uw geheugen soms een klein beetje selectief is.
Mijnheer de minister, u hebt gezegd dat over de toekomst overlegd moet worden met de gemeente Beveren. Ik denk dat het uitermate belangrijk is dat geen beslissingen worden genomen zonder overleg met Beveren.
Ik wil nogmaals herhalen dat een regio die zo zwaar werd getroffen, het inderdaad verdient dat daarmee voldoende rekening wordt gehouden door het beleid, ook op het vlak van de mobiliteit.
Mijnheer de voorzitter, ik heb de minister zelden zo selectief weten teruggrijpen naar verschillende beslissingen die zijn genomen. Als hij die beslissingen toch aanhaalt, moet hij ze allemaal aanhalen, met alle consequenties die erbij horen.
Ik wil er ook op wijzen dat het woonrecht, waarnaar iedereen nu verwijst, er is gekomen dankzij het instappen van Groen! - toen nog Agalev - in de vorige Vlaamse Regering. Er bestond een sociaal begeleidingsplan voor de mensen die wilden vertrekken. Voor de mensen die wilden blijven, hebben wij het tijdelijk woonrecht ingevoerd, dat gekoppeld is aan de bouwvergunning van een tweede dok, dat er echter nooit zal komen. Dat staat in de beslissing van de Vlaamse Regering. Ik stel nu vast dat een regering zonder Groen! de bulldozers laat aanrukken. De regering-Van den Brande-Stevaert had in mei 1999 beslist dat Doel moest verdwijnen. Ik stel vast dat een regering zonder Groen!, een Vlaamse tripartite, de bulldozers laat aanrukken, want u beslist vandaag dat Doel weg moet, wat er ook moge gebeuren. Ik vind dat een pure schande! (Applaus bij Groen!)
Mijnheer de voorzitter, dit is natuurlijk een zeer delicaat gegeven. Ik denk dat iedereen het daarmee eens kan zijn. Het blijft echter zeer eigenaardig dat de heer Stassen zegt: 'Wij hebben de mensen aangemoedigd om te vertrekken, en aan diegenen die gebleven zijn, hebben we een tijdelijk woonrecht gegeven.' De heer Stassen zegt ook: 'Voor ons is de leefbaarheid van Doel gekoppeld aan een Saeftinghedok.' Dat is niet helemaal juist, omdat, als daar een industriegebied type 3 van wordt gemaakt, dat ook te maken heeft met de industrie in de omgeving en dergelijke meer. U kunt echter toch niet zeggen: 'We geven de mensen geld om Doel te verlaten, en diegenen die nog blijven, blijven slechts tijdelijk.' Ik kan er niet bij dat men dan eigenlijk niet beslist om Doel op termijn, zeker na 2030, op te geven als woonzone. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer de minister, u moet de beslissingen die de Vlaamse Regering moet uitvoeren, maar eens goed bekijken. Die beslissing is zeer duidelijk: Doel zal blijven bestaan tot er een bouwvergunning komt voor een tweede dok. Dat tweede dok zal er nooit komen, aangezien dat op die plaats fysiek onmogelijk is.
Mijnheer de minister, men moet eens leren beseffen dat er slechts één categorie mensen is die kan weten of Doel al dan niet leefbaar is, namelijk de huidige inwoners van Doel en niet de overheid.
De huidige inwoners? Ik heb het daarstraks al gezegd: in 1998 waren er 645 Doelenaars, daar blijven er nu nog 97 van over.
U hebt ze zelf weggepest!
Het incident is gesloten.