Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet tot wijziging van het provinciedecreet van 9 december 2005
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend. We zullen een gezamenlijke bespreking houden van de wijzigingsdecreten van het gemeentedecreet en van het provinciedecreet.
De heer Brouns, verslaggever, heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, we hebben op 9 en 16 mei 2006 het ontwerp van decreet tot wijziging van het gemeentedecreet besproken. In zijn inleiding gaf minister Keulen een toelichting bij dit ontwerp van decreet. Hij stelde dat er een aantal beperkte verfijningen en aanpassingen werden voorgesteld met het oog op een ordentelijke opstart van de raden en de colleges na de verkiezingen van 8 oktober 2006.
Waar gaan de wijzigingen over? Een eerste gaat over de installatie van de gemeenteraad na een ongeldigverklaring en een nieuwe verkiezing. De tweede wijziging betreft de akte van voordracht: sanctie bij ondertekening van meerdere voordrachten. De derde wijziging gaat over de mogelijke fractievorming bij kartels. De vierde wijziging betreft de vervanging van een lid van het college bij een inbreuk op de aanwezigheid van beide geslachten. De vijfde wijziging betreft de voordracht van de burgemeester: het wegwerken van een ongewild effect. De laatste wijziging gaat over het instrument van de burgerparticipatie: voorstellen van burgers in de raad.
Tijdens de algemene bespreking stelt de heer Van Hauthem dat hij nog altijd niet begrijpt dat, nadat de hele vorige legislatuur voorbereidend werk voor die decreten werd geleverd, de huidige regering met decreten is gekomen waarvan ze vooraf wist dat ze tekorten en technische fouten bevatten. Bovendien zullen voorliggende reparatiedecreten op het gemeente- en het provinciedecreet niet alle anomalieën wegwerken. De spreker geeft een aantal voorbeelden. Volgens de heer Van Hauthem is het politieke ingrijpen zeer duidelijk in de artikelen over de kartelvorming. Hij heeft er geen probleem mee dat burgers punten op de agenda van de gemeente- of provincieraad kunnen laten zetten, maar vreest dat dit tot een enorme administratieve last zal leiden.
Tijdens mijn eigen uiteenzetting heb ik erop gewezen dat iedereen ernaar streeft om de eerste gemeente- en provincieraadsverkiezingen die Vlaanderen zelf organiseert, zo goed mogelijk te laten verlopen. Ik vind het daarom goed dat er nu nog een aantal noodzakelijke aanpassingen worden doorgevoerd. Diegenen die het toch aandurven om voor meerdere voordrachten te tekenen, zullen bestraft worden. Inzake fractievorming is er gekozen voor de meest pragmatische aanpak. De CD&V-fractie vindt ook het burgerinitiatief zeer belangrijk.
De heer Jef Tavernier noemt de door de minister gehanteerde termen zoals 'verfijningsdecreet' en 'reparatiedecreet' eufemismen. Het gaat hooguit om een voorlopig, gedeeltelijk reparatiedecreet. De spreker noemt het rommelig haastwerk en een onvoldragen werkstuk. Hij heeft er geen probleem mee dat de minister het overlopen wil bestraffen, maar dit wordt hier ten onrechte gereduceerd tot het tekenen van meerdere voordrachten. De spreker verwijst naar de kartelvorming, geregeld in artikel 5. Dat artikel houdt voor hem een enorme betutteling in. Bovendien kan een kartel enkel met twee partijen en dat zal een probleem vormen voor bepaalde partijen. Hij verwijst hier naar een realiteit die voor hem goed is gekend. De heer Tavernier gaat vervolgens in op het probleem van de districten in het kader van de provincieraadsverkiezingen. De minister heeft de mogelijkheden voor een meer democratische invulling, zeker op provinciaal niveau, niet aangegrepen. Hij besluit dat hij met veel vragen blijft zitten en dat het ontwerp van decreet hem een zeer onvolkomen gevoel geeft.
De heer Maes verwondert zich erover dat verschillende personen eenzelfde tekst op dergelijke verschillende manieren kunnen lezen. Voor wat de sancties voor de dubbele handtekeningen betreft, betreurt de spreker dat er geen hardere sancties kunnen worden genomen. De heer Maes vindt het positief dat de fractievorming goed is omschreven. Wat de voorstellen vanwege de burgers betreft, rijst wel de vraag of er veel gebruik van zal worden gemaakt. Hij onderstreept dat zijn fractie het ontwerp van decreet met overtuiging zal goedkeuren.
De heer De Meulemeester is van oordeel dat het ontwerp van decreet een aantal anomalieën uit de wereld helpt en zorgt voor aanvulling en verfijning. De spreker vindt de invoering van het burgerinitiatief erg belangrijk. Een ander belangrijk element is de verfijning van de regeling inzake de vervanging van rechtswege van een lid van het college van burgemeester en schepenen, indien niet voldaan wordt aan de vereiste aanwezigheid van beide geslachten in het college.
De minister merkt op dat de geleverde kritiek voorspelbaar was. Hij meent ook dat de kritiek van de heer Tavernier ingegeven is door opportuniteitsoverwegingen.
De heer Tavernier redeneert volgens de minister op basis van partijpolitieke overwegingen. De minister wijst erop dat het nodig was om een aantal verfijningen en reparaties door te voeren.
Wat de kritiek van de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur betreft, wijst de minister erop dat de Hoge Raad, de VVSG en de VVP van bij het begin mee rond de tafel hebben gezeten om de wijzigingen voor te bereiden. Volgens de minister kan hem ook inzake de timing niets worden verweten. De minister wijst erop dat nog voor het zomerreces een nieuw ontwerp van OCMW-decreet zal worden ingediend.
Wat de kartelvorming betreft, is gekozen voor een maximum van twee fracties. Zo wil men de versnippering tegengaan. Dat is een politiek compromis, zo stelt de minister. Het burgerinitiatief impliceert een bijkomende mogelijkheid voor de burger om aangelegenheden van gemeentelijk belang op de agenda van de gemeenteraad te laten agenderen. De minister gaat vervolgens in op de vraag wat er gebeurt als een kartel tijdens de installatievergadering 'breekt'. In dat geval zal de oude procedure van stemming staande de vergadering worden gevolgd.
Na de artikelsgewijze bespreking en de artikelsgewijze stemming volgt de eindstemming. Het ontwerp van decreet tot wijziging van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 wordt aangenomen met 8 stemmen voor en 4 tegen.
Naast het gemeentedecreet wordt ook het provinciedecreet gewijzigd. De wijzigingen hebben betrekking op de indeling van de kiesdistricten, de installatie van de provincieraad na een ongeldigverklaring en de organisatie van nieuwe verkiezingen, de akte van voordracht, de sanctie voor het ondertekenen van meerdere voordrachten, de kartelvorming en de vervanging van een lid bij niet-aanwezigheid van beide geslachten. De opmerkingen over het gemeentedecreet en het provinciedecreet zijn gelijklopend. De eindstemming is ook dezelfde: het provinciedecreet wordt aangenomen met 8 stemmen voor en 4 tegen. (Applaus)
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, ik zal kort zijn en niet herhalen wat in de commissie al is gezegd. Bij de bespreking tijdens de totstandkoming van het provincie- en gemeentedecreet dat nu wordt gewijzigd, was al gebleken dat beide decreten ernstige tekortkomingen vertonen. Vandaag ligt hier wat we eufemistisch een reparatiedecreet noemen ter bespreking. Dat gebeurt nauwelijks zes maanden voor de installatie van de nieuwe gemeente- en provincieraden. Dat getuigt toch niet van goed bestuur. Ik wil daarover niet uitweiden. Toch verbaas ik me nog steeds over het feit dat men daarmee al tijdens de vorige legislatuur bezig was, en men er na bijna zeven jaar nog steeds niet in is geslaagd om een legistiek beter werkstuk af te leveren.
Het is juist dat er anomalieën worden weggewerkt. Dat gebeurt voor de installatie van de gemeenteraad na nieuwe verkiezingen. Verder is een legale basis gecreëerd om de districten te organiseren. In het oude decreet is men vergeten om dat te doen, hoewel men de verkiezing van de provincieraden volgens districten zou organiseren.
Ik herhaal mijn opmerking. Ik vind het niet kunnen dat men dezelfde districten behoudt als degenen die golden tijdens de vorige legislatuur. Toen golden districten waar twee personen verkozen konden worden en andere districten met 22 tot 24 kandidaten. Dat is niet logisch.
Er zijn inderdaad wel wat anomalieën weggewerkt, maar een aantal zijn ook blijven staan. Ik heb in de commissie verwezen naar het feit dat bijvoorbeeld echtgenoten wel samen verkozen kunnen worden maar niet samen kunnen zetelen. Er zijn nu twee bepalingen die uitmaken wie wel en wie niet mag zetelen. Zo is er een bepaling in het provinciedecreet die stelt dat wie de meeste stemmen heeft, ook zetelt. Tegelijkertijd is nog altijd de bestaande bepaling van de provinciekieswet van kracht die het heeft over de quotiënten van de lijst waarop men is verkozen. Men zit daar met twee tegengestelde, tegenstrijdige wettelijke en decretale bepalingen. Het enige wat de minister daarop zegt is dat hij met een reparatiedecreet zal komen. Dat wordt dan de reparatie van de reparatie van de reparatie.
Mijnheer de minister, er worden niet alleen een aantal verfijningen aangebracht, er komen ook nieuwe initiatieven. Het gaat niet alleen om een reparatiedecreet, het verfijnen van een en ander of het op punt stellen van wat niet klopte. Er wordt ook opnieuw politiek ingegrepen. Zo is er het nieuwe burgerinitiatief: goed, daar hebben we geen probleem mee. Wel stel ik de vraag waarom dat wel geldt voor het op de agenda plaatsen van punten voor de gemeenteraad en niet voor de districtsraden. Daar heeft men geen afdoende verklaring voor gegeven.
De grootste politieke ingreep behelst de vorming van de fracties. In het oorspronkelijke decreet stond een vrij logisch artikel van een zestal regels. Daarin werd gesteld dat men na de verkiezingen een of meerdere fracties kan vormen. Men kon dus bij de installatievergadering in een of meerdere fracties splitsen. De omgekeerde beweging kon ook: verschillende lijsten die apart waren opgekomen, konden zich bij de installatie van de gemeenteraad verenigen in een fractie. Ook dat was geregeld. Het was een zeer logisch artikel.
Nu heeft men plots in een heel andere regeling voorzien. Het is een zuiver politieke ingreep. Men kan slechts splitsen in twee fracties. Dat moet bovendien voor de verkiezingen worden bekendgemaakt. Zo komt men van een artikel van zes regels tot een artikel van bijna een hele bladzijde. Wanneer behoort men tot welke fractie? Men ondertekent dat op voorhand in een aparte voordrachtsakte. Wie niet tekent en zich niet bekent tot een fractie, wordt geacht tot de grootste te behoren. Als de fracties even groot zijn, wordt hij geacht te behoren tot de fractie waar de lijstaanvoerder deel van uitmaakt. Maar wat als die zich niet heeft bekendgemaakt als behorende tot een bepaalde fractie? Zo zjin we met dit decreet dus verder aan het knoeien en aan het broddelen. Ik kan het niet anders formuleren.
Bovendien: wat is een kartel? Dat staat niet in het decreet. Er staat alleen dat men slechts kan splitsen na de verkiezingen in twee fracties als de namen van de fracties al in de lijstnaam staan. De lijst Gemeentebelangen kan politiek gesproken evengoed een kartellijst zijn van bijvoorbeeld CD&V, NVA, Groen! en spirit. Dat wordt volgens het decreet niet beschouwd als een kartellijst. Want als de twee fractienamen er niet in staan, kan de lijst nadien niet uiteenvallen in twee fracties.
Ik vind dit, eerlijk gezegd, onzin. Hier is geen logische verklaring voor. Tenzij het om een louter partijpolitiek berekende logica zou gaan. Die zit er ongetwijfeld wel achter. Volgens de minister bevordert dit de transparantie. De kiezer zal op voorhand weten wat de lijst na de verkiezingen op het vlak van de fractievorming zal doen. Op de omgekeerde beweging staat echter geen limiet. Drie of vier lijsten kunnen zich achteraf in één fractie verenigen. Dat is blijkbaar geen probleem en hoeft niet op voorhand te worden meegedeeld. Daar heeft de kiezer op voorhand geen zaken mee. Tot daar de transparantie. Er is geen enkele logische verklaring voor deze maatregel. De politieke zelfbediening vormt de enige verklaring.
Tijdens de vorige legislatuur heeft de toenmalige paars-groene federale coalitie het verwijt gekregen de kieswetgeving te manipuleren. Er is toen gezegd dat dit vanuit democratisch oogpunt bijzonder gevaarlijk is. Als meerderheden kieswetten of -decreten naar hun hand zetten omdat dit hun goed uitkomt, bevinden we ons in een bijzonder gevaarlijke evolutie. Mijn fractie zal het voorliggende ontwerp van decreet dan ook niet goedkeuren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Tavernier heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil het eerst nog even hebben over de bekommernis die mevrouw Berx daarnet heeft geuit. Mevrouw Berx vindt dat wij, als parlement en als decreetgever, goed werk moeten leveren. Twee of drie jaar geleden heeft het Vlaams Parlement een flexibiliseringsdecreet goedgekeurd. Nu moeten we dit decreet jammer genoeg al aanpassen. Dat is volgens haar geen teken dat we destijds goed werk hebben geleverd.
Mevrouw Berx, prijs u gelukkig dat u in de Commissie voor Onderwijs, Wetenschapsbeleid en Vorming zit. In de Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Bestuurszaken, Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Decreetsevaluatie is het veel erger. Op 15 juli 2005, nog geen jaar geleden, hebben we het gemeentedecreet goedgekeurd. Op 9 december 2005, nog geen half jaar geleden, hebben we het provinciedecreet goedgekeurd. In februari 2006 hebben we de kiesdecreten goedgekeurd. Vandaag moeten jullie al een aantal wijzigingen goedkeuren. Die wijzigingen komen er niet omdat de meerderheid toen niet wist dat de decreten fouten bevatten. Hoewel de meerderheid wist dat er tekortkomingen waren, zijn die decreten goedgekeurd. De meerderheid heeft toen verklaard dat die decreten later zouden worden verfijnd.
De minister heeft zich in dat verband een beetje kwaad gemaakt. Wij hadden het over reparatiedecreten. Die term gaf de indruk dat fouten waren gemaakt en moesten worden gerepareerd. Volgens hem gaat het om verfijningsdecreten, bedoeld om de decreten te verfijnen.
Ik stel evenwel vast dat een aantal van de vroegere fouten nog steeds niet worden gerepareerd. De VVSG heeft vastgesteld dat een aantal bepalingen in de decreten nog steeds niet kloppen en nog steeds niet zijn gerepareerd. Daarbuiten worden bovendien toch een aantal wijzigingen doorgevoerd.
Vlaamse volksvertegenwoordigers die ooit aan een missie hebben deelgenomen om de verkiezingen in een ander land, bijvoorbeeld in het voormalige Oostblok, te controleren, weten dat de OVSE een aantal criteria heeft opgesteld. Indien de verkiezingen aan die criteria voldoen, kunnen ze goed georganiseerd worden genoemd. Een ervan houdt in dat de kieswetgeving minstens een jaar op voorhand in orde moet zijn. Wij zijn onze kieswetgeving voor de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen van oktober 2006 vandaag nog aan het wijzigen. Het is bijna juni 2006. We bevinden ons op iets meer dan vier maanden van de verkiezingen. Op het ogenblik dat deze wijzigingen zullen worden gepubliceerd, zullen we ons nog iets verder in de tijd bevinden.
Dat is dus alles behalve behoorlijk bestuur.
Er worden ook echt een aantal dingen gewijzigd, onder andere in verband met kartels. Er stond een vrij algemene bepaling in artikel 38 van het gemeentedecreet en ook het provinciedecreet bleef algemeen over de mogelijkheid om na de verkiezingen op te splitsen in verschillende fracties. Nu, eind mei - en de regel zal worden gepubliceerd in juni, dus vier maanden voor de verkiezingen -, zegt men dat een opsplitsing in verschillende fracties maar mogelijk is als er verschillende woorden in de naam staan.
Lijsten met de naam Gemeentebelangen, Volksbelangen, Samen, Sprong en alle mogelijke andere namen mogen niet opsplitsen, ook al zijn het zuivere kartels. Men kijkt enkel naar de verschillende woorden in de naam. Kan de lijst 'Samen sterk' opsplitsen in samen en sterk? Of moet er een koppelteken tussen staan? Wat dan met N-VA? Kan N-VA opsplitsen in twee fracties? Uiteraard kan er evengoed een ampersand tussen staan: 'Samen & sterk'. Als dat wordt aanvaard, wat dan met CD&V?
Uiteraard gaat men zich niet beperken tot het koppelteken of de ampersand. Er kunnen ook puntjes tussen de woorden staan. Wat betekent dat voor s.p.a? Is dat een kartel dat eventueel kan opsplitsen? Kunnen de klassieke oude socialisten en degenen die anders zijn eventueel een aparte fractie vormen in de gemeenteraad, dankzij het puntje tussen de p en de a? Het wordt allemaal een beetje absurd. S.p.a. mag opsplitsen in twee delen, maar niet in drie, ook al zijn er drie woorden. Hoe de delen worden samengevoegd, s en pa of sp en a, doet er niet toe.
Mijnheer de minister, ik ben ervan overtuigd dat u, geconfronteerd met de diversiteit op het terrein, in het kader van de niet-betutteling nog wel rondzendbrieven zult sturen. Op basis van het formulier dat wordt opgemaakt, zal meer duidelijkheid ontstaan. Wanneer zullen we meer duidelijkheid hebben? Volgende maand of misschien binnen twee maanden.
Ik denk dat we echt met iets bezig zijn dat niet kan. Minister Vandenbroucke zei daarnet dat ik - omdat ik kritiek had op het feit dat de regering en de meerderheid een aantal zaken die de decreetgever had opgelegd niet meer uitvoeren - de neiging had om nogal regelneverig te zijn. Als de voorstellen van de minister, die de meerderheid straks blijkbaar zal goedkeuren, geen regelneverij zijn, weet ik het niet.
In een decreet wordt nu plots gesteld dat men in fracties kan werken. Voor de andere bestuurlijke niveaus wordt in de algemene kieswetgeving niet over fracties gesproken. In het reglement van de verschillende raden en parlementen, zoals het Vlaams Parlement en de Kamer, spreekt men wel over fracties.
In hetzelfde document op hetzelfde niveau waar we spreken over fracties, zeggen we ook wat de gevolgen zijn van het feit dat er al dan niet een fractie wordt gevormd. Dat betekent dat het in de ene assemblee een voordeel kan zijn om allerlei redenen, soms ook materiële, om op te splitsen, en in een andere assemblee, op basis van dat reglement, een voordeel kan zijn om samen te voegen en tot een grote fractie te komen. Dat zit wel degelijk in hetzelfde reglement. Zo kan men kiezen. In het Gemeentedecreet bepalen we wat een fractie is, maar wat het gevolg is van een fractie kan in elke gemeente anders zijn. In Antwerpen zal dat anders zijn dan in Gent of Aalter bijvoorbeeld op basis van het reglement van die gemeente. We bepalen hier iets zonder dat we de gevolgen ervan meenemen op hetzelfde niveau. Dat is onlogisch.
In het Reglement van het Vlaams Parlement of dat van de Kamer wordt de fractievorming niet verbonden aan de lijst waarop iemand is verkozen, maar laten we dat zeer vrij. De bepalingen van het Vlaams Parlement en de Kamer zijn nagenoeg gelijklopend. Volksvertegenwoordigers kunnen politieke fracties vormen, en een politieke fractie bestaat uit ten minste drie volksvertegenwoordigers. Men kan slechts deel uitmaken van één fractie. Dat moet worden meegedeeld aan de voorzitter. Dat is wat het Vlaams Parlement bepaalt over fracties. We nemen voor onszelf een zeer grote vrijheid, maar voor de gemeenten gaan de minister van Binnenlandse Aangelegenheden en de meerderheid wel bepalen hoe dat in de gemeenten moet gebeuren, gaande van Spiere-Helkijn tot in Antwerpen - van regelneverij en niet-logische zaken gesproken. Maar goed, volhard maar in de boosheid. Dat is het geval zowel voor de gemeenten als voor de provincies.
Ik heb nog een technische opmerking, mijnheer de minister. U hebt eindelijk toegegeven dat er bij het Provinciedecreet een lijst moest worden gevoegd. Eerst was men het niet vergeten en zei men dat de federale wet bleef gelden, namelijk de bijlage met de indeling in districten. Ik betreur dat er geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om dat eindelijk eens wat democratischer, doorzichtiger en vooral gelijker te maken. Ik zie een fout in het district Lennik. (Opmerking van minister Marino Keulen)
Waar is dat gecorrigeerd? In uw document geeft u een lijst van districten en daar staat een fout in. Die fout is in de commissie niet opgemerkt. U zegt nu dat u dat hebt gecorrigeerd. Wie heeft dat gecorrigeerd? In de commissie is dat niet gebeurd, want het is zelfs niet eens opgemerkt. Wij hebben documenten gekregen. De meerderheid heeft de documenten die ze gekregen heeft, goedgekeurd. Lennik stond in de lijst bij Leuven, maar moet bij Halle staan.
Minister Keulen heeft het woord.
Op de teksten die de Vlaamse Regering heeft goedgekeurd, stond het correct. Het is fout gelopen in de drukkerij. Het zou in de teksten die in de plenaire vergadering zouden worden goedgekeurd, opnieuw rechtgezet worden. Het zetduiveltje is hier aan het werk geweest.
Mijnheer de minister, alle teksten worden teruggestuurd naar uw diensten voor correctie. Het is niet de drukkerij die daar verantwoordelijk voor is.
Het zal worden rechtgezet in de teksten die hier worden goedgekeurd.
Mijnheer de minister, ik wil aanvaarden dat het hier gaat over een materiële vergissing, maar die moet dan wel op een correcte wijze worden rechtgezet.
Ik krijg net van een medewerker te horen dat het in de drukproef die van het kabinet naar het parlement is teruggekomen, wel correct stond. Ik heb er geen belang bij om daarover te liegen.
Ik zal dit meteen laten nagaan, maar normaliter is elke tekst die naar hier komt, zowel van een lid als van een minister, voorzien van de vermelding 'persklaar'. Dan pas gaat die weg.
Dat zou ook zo gebeurd zijn. Het zou correct vermeld zijn. Men bevestigt me dat nogmaals.
Het is me om het even waar de fout is gebeurd, en of ze al dan niet materieel is. Als de fout echter wordt rechtgezet, dan moet dat op de correct wijze gebeuren. Als ik me niet vergis, moet dat gebeuren met een technisch amendement. Ik heb daar geen enkel probleem mee, maar dat moet dan ook gebeuren.
Ik heb de indruk dat de meerderheid bij deze ontwerpen van decreet volhardt in de boosheid. Vorige week, in de tijd tussen de commissiebesprekingen en het plaatsvinden van deze bespreking in de plenaire vergadering, heeft het Arbitragehof geoordeeld dat een aantal artikelen van het kiesdecreet moeten worden geschorst. Het is niet aangenaam voor de meerderheid dat dit gebeurt. Wat me echter bijzonder ergert, mijnheer de minister, dames en heren van de meerderheid, is dat dit arrest niet zomaar uit de lucht komt gevallen. Er was het advies van de Raad van State en dat van de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur. Ook heeft dit parlement speciaal nog een advies gevraagd. Die adviezen waren eensluidend: sommige elementen gaan in tegen het gelijkheidsbeginsel, zodat ze het risico lopen te worden geschorst of vernietigd. Desondanks heeft de regering geen bijkomende motivering gegeven met betrekking tot de behandeling van de lijststem en is ze doorgegaan.
Mevrouw Berx, dit is opnieuw een voorbeeld van onbehoorlijk bestuur. Daarnet haalde ik al het - weliswaar technische - voorbeeld van Lennik aan. De meerderheid vindt het mooi adviezen van de Raad van State en van de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur te krijgen, net als het door de voorzitter aan een eminent jurist gevraagde advies, maar ze houdt er geen rekening mee. Op 4 tot 5 maanden voor de verkiezingen is er dus sprake van een schorsing. Wat gaat u nu doen met die schorsing? (Opmerkingen van minister Marino Keulen)
Ik hoef daar geen actuele vraag over te stellen. We bespreken hier een ontwerp van decreet dat er toch wel wat mee samenhangt. Normaliter zal er binnen de drie maanden al dan niet een vernietigingsarrest zijn. Als de meerderheid dus niets doet, zullen we tot eind augustus in de onzekerheid zitten. Dan pas zullen we weten of er iets werd vernietigd. We zouden onbehoorlijk werk verrichten indien er nu geen beslissing wordt genomen. We kunnen de zaken niet op hun beloop laten en afwachten. Er moet een beslissing komen. De motivering voor de schorsing, die niet noodzakelijk wordt overgenomen bij een vernietiging, is duidelijk. Ik wil ertoe oproepen dat er behoorlijk parlementair werk zou worden verricht. De huidige regeling is misleidend voor de kiezer, zoals het Arbitragehof opmerkt. Er moet een duidelijke regeling komen. Ik betreur dat, bij het opstellen van die decreetsteksten, bij het provinciedecreet, het gemeentedecreet en zeker wanneer het gaat over de kieswetgeving en de aspecten die daarmee samenhangen, zoals de indeling in districten, om welke reden dan ook, die duidelijkheid er niet is gekomen. Dat zal dan wel partijpolitiek worden genoemd.
Het is trouwens geen schande iets partijpolitiek te benaderen. Alleen moet het voor de kiezers duidelijk zijn dat er van de gelegenheid geen gebruik is gemaakt om tot een meer gelijke behandeling en een democratischer vertegenwoordiging van alle kiezers te komen. Blijkbaar moesten bepaalde modellen doorgedrukt worden. Dat heeft geleid tot krakkemikkige compromissen en teksten, zoals bijvoorbeeld over de fracties. Dat is slecht werk en het is betuttelend. Het zal bovendien de veelkleurigheid op lokaal niveau zeker niet bevorderen. Integendeel, er wordt geprobeerd de greep van de politieke partijen, de hoofdkwartieren en de kartels te versterken. Dat is een slechte zaak, en we zullen dan ook zeker tegen deze ontwerpen stemmen.
Minister Keulen heeft het woord.
Het geval van Lennik is in de commissie ter sprake gekomen bij het verlaten van het lokaal. Er is me nogmaals bevestigd dat Lennik correct vermeld stond op de drukproef met de vermelding 'persklaar' die door het kabinet aan het parlement werd bezorgd. Ik meen uit de lichaamstaal van de heer Van Hauthem ook te begrijpen dat het nu wel in orde zou zijn. We kunnen dit misverstand dus meteen uit de wereld helpen zonder iemands reputatie helemaal te kraken, en het als geklasseerd beschouwen.
Over de kieswetgeving worden deze namiddag twee actuele vragen gesteld. Ik wil op alles antwoorden, maar het gaat hier om wijzigingsdecreten die betrekking hebben op het gemeentedecreet en het provinciedecreet. Voor mij niet gelaten dat ik nu moet antwoorden op vragen over de kieswetgeving, maar dan zijn de heren Brouns en Van Hauthem, die een actuele vraag hebben ingediend, er wel aan voor de moeite.
Hoe u het ook draait of keert, de wijzigingsdecreten zijn er om een aantal dingen te expliciteren waarvan het principe al was opgenomen in hetzij het gemeentedecreet hetzij het provinciedecreet, of dingen te verduidelijken die waarschijnlijk veeleer theoretisch zijn maar toch geregeld moeten worden. Een voorbeeld is dat iemand verkozen wordt op een eenmanslijst en toetreedt tot de meerderheid. Als dan blijkt dat de betrokkene een man is en dat er ook in de rest van het college geen vrouw zit, dan moet er een bepaling zijn hoe de vrouwelijke aanwezigheid in het college toch kan worden gerealiseerd. Zoiets zal zich in de praktijk waarschijnlijk niet voordoen, maar de leden van de meerderheid achtten het toch opportuun dit te regelen, voor als het zich ooit zou voordoen.
Het gaat ook om de installatie van de gemeenteraad bij herverkiezing ingevolge een aanvaarde klacht, hetzij bij de raad voor verkiezingsbetwistingen, hetzij bij de Raad van State. Verder gaat het er ook om de financiële beloning voor het overlopen onmogelijk te maken, zodat die deur wordt dichtgetrokken. Daar kan iedereen alleen maar blij om zijn, want overlopen wordt vaak ook gestimuleerd doordat het lucratief is. Ter wille van het smeer likt de kat de kandeleer.
Ook fractievorming hebben we geregeld. Alle punten zijn uitvoerig in de commissiebespreking aan bod gekomen. We willen hiermee versnippering tegengaan. In de praktijk zal het meestal voorkomen dat kartels die aan verkiezingen deelnemen, ook voor de rest van de legislatuur gezamenlijk zullen opereren. Het zou echter ook kunnen dat dat niet gebeurt, en dat moet dan van meet af aan duidelijk zijn in de benaming. Dit wordt gesteund door de meerderheidsfracties, en er is dus een breed draagvlak voor.
Van het burgerinitiatief werd al melding gemaakt in de memorie van toelichting bij het decreet. We hebben dat nu geregeld. De drempel is een stuk lager dan voor een volksraadpleging, met een verhouding van één op tien. Het moet gaan om zaken van algemeen belang. Zelfs voor een meerderheid is dat een goede zaak. Als bijvoorbeeld in een gemeente met 20.000 inwoners een vraag wordt ingediend om een punt in de gemeenteraad te bespreken, ondertekend met driehonderd handtekeningen, dan moet de meerderheid wel gek zijn om dat niet te willen horen. Het is een teken dat er een probleem is, en dan is het in het belang van het bestuur om naar dat probleem te luisteren en te proberen er een oplossing voor te bieden.
Voor de benoeming van de burgemeesters was inderdaad een correctie nodig, want anders hadden we alleen maar kunnen benoemen na 2 januari: de eedaflegging. Nu wordt dat vooraf mogelijk.
Mijnheer Tavernier, u had het ook over de kiesdistricten en de tabel. U kunt over de omschrijving van de districten een polemiek voeren, maar binnen de meerderheid werd beslist om een status quo te handhaven.
In verband met het 'nu toevoegen' is er inderdaad een verduidelijking gekomen. Zolang dat niet was gebeurd, gold de oude bepaling, namelijk artikel 2 van de Provinciewet. Die bepaling kan nu worden opgeheven door middel van een uitvoeringsbesluit.
U ridiculiseert de kartelvorming. Dat is natuurlijk uw goed recht, maar ik hoef u niet te volgen. Het gaat trouwens niet om mijn eigen uitvindsel. Op een zeker ogenblik werd binnen de meerderheid gezegd dat we versnippering wilden tegengaan. Daarover werd uitvoerig gediscussieerd in de commissie. Daarnaast is er het fenomeen van de kartels. De wetenschap dat mensen samen een kiesstrijd ingaan en achteraf als groep zetelen, versterkt het groepsgevoel alleen maar. Als er dan toch voor wordt gekozen om apart te gaan, is het een goede zaak dat dat op voorhand is geweten. De fracties moeten tijdens de installatievergadering beslissen om samen of apart te zetelen. De kiezers weten dat inderdaad niet op voorhand, de keuze kan slechts op één moment worden gemaakt: bij de start van de legislatuur. De keuze geldt voor de zes volgende jaren. Dit zal veeleer een theoretische casus blijven, in de praktijk zal dit niet massaal gebeuren. De mogelijkheid bestaat, en dus is het goed om die op te nemen. U kunt daar een heel ridicuul spel rond opvoeren, dat is uw goed recht, maar de meerderheid wenst dit zo te regelen om eventualiteiten op te vangen en om te vermijden dat in de loop van de legislatuur over allerlei zaken wordt gechicaneerd. Het moet van meet af aan duidelijk zijn waaraan men begint.
Het probleem van Lennik werd al uitgeklaard. De kwestie van de kieswetgeving zal straks worden behandeld bij de actuele vragen.
Mijnheer de minister, u kunt natuurlijk om het even welke benadering hebben van het kartelsysteem. Het is nodig om een aantal voorbeelden ex absurdo te geven om de absurditeit van de kwestie aan te tonen. De veelkleurigheid van onze 308 Vlaamse gemeenten is heel groot. Vier maanden voor de verkiezingen wordt plots een nieuwe regeling ingevoerd waarvan enkele maanden geleden nog geen sprake was. Dat is een voorbeeld van onbehoorlijk bestuur.
Het voorstel wordt gedragen door een brede meerderheid. Het gaat om mensen die aanwezig zijn in de 308 gemeenten. De fracties van de meerderheid kunnen inderdaad zeggen dat ze in die 308 gemeenten verkozenen hebben en dus weten hoe de polsslag er klopt en wat er leeft. Met de glimlach op de lippen hebt u al aangegeven dat ook een persoonlijke situatie een rol speelt. Dat is goed, maar de casus Aalter mag niet worden gebruikt om de rekening voor heel Vlaanderen te maken.
Mijnheer de minister, u komt altijd met hetzelfde argument aandraven: er is een politieke meerderheid voor. Natuurlijk is dat zo, anders zou het ontwerp van decreet niet worden goedgekeurd. U kunt de decreten blijven wijzigen tot 7 oktober, want er zal steeds een politieke meerderheid zijn.
Dat is het punt niet. Het punt is dat er vier maanden geleden nog geen sprake was van deze regeling. Tot vier maanden geleden gold precies het omgekeerde, en ook dat werd gedragen door een politieke meerderheid. We hebben het bewuste artikel nog moeten amenderen om het in orde te krijgen: men kan in fracties uiteenvallen zoveel als men wil.
Men kan natuurlijk in fracties uiteenvallen, zoveel als men wil. De praktijk zal wel uitwijzen dat het niet zo'n vaart zal lopen, dat is het punt niet. Vier maanden geleden was er van dat verhaal geen sprake. Ik zal het anders zeggen: vier maanden geleden was er niet alleen geen sprake van dat verhaal, het verhaal was zelfs omgekeerd. Dat de meerderheid nu met een heel ander verhaal afkomt, heeft niets te maken met verfijning, maar - vier maanden voor de verkiezingen - met partijpolitieke berekeningen. De heer Tavernier heeft gelijk, dat is geen blijk van goed bestuur.
Artikel 38 van het gemeentedecreet verwijst al naar het principe. Nu wordt het geëxpliciteerd. Als we dat doen, weten we wat er leeft in Vlaanderen en in onze veelkleurige 308 gemeenten. Onze hoofdbekommernis is versnippering tegen te gaan, en als het zich toch voordoet, zorgen dat het niet ontspoort.
Ik vind dit erg merkwaardig. Ik heb net vernomen dat op de elektronische versie van het ontwerp van decreet op de website, Lennik op de correcte plaats staat, namelijk bij Halle. Op de gedrukte versie staat Lennik onder Leuven. Dat is een gevaarlijk spelletje.
Ik stel voor dat we voor de tabel bij artikel 2 van het provinciedecreet een erratum drukken en vanmiddag ronddelen. Dan stemmen de gegevens van de site en het gedrukte stuk overeen. Dan is er geen discussie meer.
Dat klopt wel technisch gezien en voor de interne organisatie, maar er mag geen verschil bestaan tussen een elektronische en een gedrukte versie. Of iemand heeft een aanpassing gedaan, en dat is gevaarlijk.
Ik neem aan dat er een aanpassing gebeurd is op de elektronische versie, terwijl men bij de officiële versie moest blijven.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.