Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Stassen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, collega's, kinderopvang is in. Er worden zelfs partijcongressen georganiseerd waarbij wordt gesteld dat kinderopvang gratis moet worden aangeboden. Het thema beroert dus duidelijk veel mensen.
Mevrouw de minister, er is behoefte aan een flexibilisering van de kinderopvang. Ik veronderstel dat iedereen het erover eens is dat ons sociaal en economisch model dat tot op zekere hoogte ook vereist. Ik heb ook begrepen dat de voorzieningen voor collectieve kinderopvang een eigen voorstel hebben ingediend over de flexibilisering, rekening houdend met de kinderen en de kinderrechten.
Er zijn mensen die voorstellen hebben om de dienstencheques te gebruiken voor kinderopvang. Ik wil het hier niet hebben over de financierbaarheid van het systeem. Iedereen heeft vorige week de cijfers kunnen lezen. Elk jaar is er een verdubbeling van het gebruik van die cheques. Elk jaar verhoogt het bedrag dat daarvoor moet worden uitgetrokken. De schatting is dat er in 2006 meer dan 24 miljard Belgische frank aan zal worden besteed. Waarschijnlijk zal het bedrag nog veel hoger liggen.
Los daarvan is een dienstencheque voor mij een vrij asociaal middel. Een gezin waarvan de beide ouders gaan werken en waarvan de twee kinderen naar de kinderopvang gaan, zal meer betalen dan het bedrag dat zou gaan naar een dienstencheque voor 1 uur. Die cheque is trouwens nog eens fiscaal aftrekbaar. Ik weet dat dit ook geldt voor de kinderopvang. In elk geval zal het kiezen voor een dienstencheque voordeliger zijn dan de keuze voor een collectieve kinderopvang of een onthaalmoeder. U kent de cijfers ook. Het is niet moeilijk om de berekening te maken.
Ik begrijp dat deze regering vindt dat ze de regeling toch moet invoeren. Toch zet ik er vraagtekens bij. Mevrouw de minister, welk bedrag zult u uitrekken voor de dienstencheques? Ik verwijs naar het federale systeem. Als het worden opengesteld, zal het ontsporen. Tweeverdieners met kleine kinderen zullen er dan gebruik van maken. Wie mag er gebruik van maken? Uit allerlei persartikelen heb ik begrepen dat er nog wordt gediscussieerd over wie in aanmerking komt. Komt iedereen in aanmerking? Zijn het vooral de alleenstaande ouders of moeders? We weten dat het systeem voor hen veel duurder zal zijn dan het systeem van de collectieve kinderopvang of de keuze voor een onthaalmoeder. In verhouding moeten ze veel meer betalen. Daarenboven kunnen ze het bedrag niet fiscaal kunnen inbrengen omdat ze veel te weinig verdienen. Komen de werkzoekenden in aanmerking?
Voor wie zal het dienstenchequesysteem voor kinderopvang dienen?
Een derde zeer belangrijke vraag is de volgende. Als het systeem wordt ingevoerd, wie zal dan de mensen selecteren die de kinderen opvangen? Zal dat gebeuren via de interimbureaus of zal dat gebeuren via collectieve voorzieningen, zoals Kind & Gezin? Dat moet toch op een correcte manier gebeuren.
In een artikel heb ik gelezen dat er, zolang er geen akkoord is over alles, nog geen enkel akkoord is. Ik heb begrepen dat de volgende drie pertinente vragen op tafel liggen. Welk bedrag wordt er vrijgemaakt? Welke ouders mogen er gebruik van maken? Wie zal ervoor zorgen dat de mensen die de kinderopvang doen, op een correcte manier worden geselecteerd? Mevrouw de minister, kunt u op deze vragen antwoorden, liefst zo duidelijk mogelijk? Wanneer zal hierover een beslissing worden genomen?
Minister Vervotte heeft het woord.
Collega's, zoals u weet, besteedt deze Vlaamse Regering heel wat aandacht aan de combinatie arbeid en gezin. Dat is ook terecht, want veel gesprekken en ook studies van onder andere het Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie tonen aan dat de combinatie arbeid en gezin een van de topprioriteiten is voor de mensen. Ze vinden ook dat het beleid zich daarmee moet bezighouden. Dat was dan ook de reden waarom de Vlaamse Regering heeft beslist om met een actieplan Flexibele en Occasionele Kinderopvang voor de dag te komen. We weten namelijk ook waar de pijnpunten zitten: bij de flexibele opvang en de occasionele opvang voor bepaalde doelgroepen, bijvoorbeeld voor werkzoekenden.
Het is steeds onze bedoeling geweest om met het actieplan Flexibele en Occasionele Kinderopvang te komen tot een totaalaanpak. Ik denk dat het geen enkele zin heeft om het ene element van de discussie te voeren zonder het andere erbij te betrekken. Dat is ook de reden waarom de Vlaamse Regering heeft beslist over te gaan tot een totaalaanpak, waarbij uiteraard een aantal criteria bepaald zijn. Ik denk aan criteria als kwaliteitscontroles en het welzijn van het kind, dat moet blijven primeren.
Wat heeft de Vlaamse Regering ondertussen gedaan? We hebben heel veel gesprekken gevoerd en we hebben ook wat studies, zoals behoeftenstudies, doorgenomen. Er zijn ook heel wat ramingen gebeurd; ondertussen werd het een en het ander al becijferd. Het is natuurlijk onze bedoeling om met onze totaalaanpak zo veel mogelijk aan de verzuchtingen van zowel de ouders, als van verenigingen die kinderrechten controleren, als van de sector zelf tegemoet te komen. Vandaag is er nog geen formele besluitvorming over de uitvoering van het actieplan Flexibele en Occasionele Kinderopvang, maar het is in elk geval wel de bedoeling van de Vlaamse Regering om op korte termijn formele beslissingen te nemen. Als dat gebeurd is, zult u daar uiteraard van op de hoogte worden gebracht.
Ik dank de minister voor het zeer duidelijk antwoord. Mevrouw de minister, u hebt nogmaals heel kort het plan geschetst, dat iedereen hier al wel eens gelezen zal hebben. Voor de rest hebt u geantwoord dat u nog niet zult antwoorden omdat er nog geen akkoord is.
Mevrouw de minister, ik begrijp dat er nog altijd pijnpunten zijn binnen de regering, maar het wordt toch wel stilaan tijd dat u duidelijkheid schept over de middelen en over wie in aanmerking komt. Ik blijf ervoor pleiten dat de dienstencheque een sociale maatregel wordt en niet een maatregel die vooral de beter verdienende middenklasse bevoordeelt. Ook is nog steeds niet duidelijk wie die mensen op een correcte manier moet selecteren, want blijkbaar hebt u daar nog geen akkoord over.
Mijnheer de minister-president, het wordt toch stilaan tijd. Ik hoop dat we tegen Pasen eieren hebben en geen vijgen na Pasen.
Het incident is gesloten.