Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het moet voor u geen pretje zijn geweest vorige week. U hebt zich uitgesloofd om van de economische missie naar Zuid-Afrika een succes te maken. Het bedrijfsleven was heel enthousiast over uw inzet. Terwijl u nog ter plaatse was, is hier de kritiek losgebarsten op de aanwezigheid en de inbreng van de voorzitter van de missie, namelijk de kroonprins.
Onze fractie heeft daar in het verleden altijd bedenkingen bij gemaakt en stond sceptisch tegenover de deelname van de prins aan dergelijke zendingen. U en de Vlaamse Regering hebben dat altijd afgewimpeld. Terwijl u in Zuid-Afrika was, heb ik de minister-president geïnterpelleerd. Ik citeer zijn woorden uit de voorlopige versie van het verslag: 'De koninklijke familie opent een aantal deuren, of men dat nu graag hoort of niet. Het vergemakkelijkt een aantal contacten met potentiële investeerders of inzake export. U kunt daarover een waardeoordeel vellen, maar dat is de realiteit.'
Mevrouw de minister, het moet bepaald pijnlijk zijn geweest voor de minister-president om drie dagen later in de pers te moeten lezen dat de voorzitter van de economische missie blijk gaf van passiviteit, apathie en desinteresse ten aanzien van de Vlaamse bedrijven. De uitdrukking 'Ik ken u, wat doet u?' is ondertussen legendarisch geworden. Misschien zullen De Kreuners er ooit een liedje over maken. Er is sprake van antireclame. Het ultieme argument dat u altijd hebt gebruikt; 'De prins opent deuren', blijkt nu ook in de tegengestelde richting te werken. De deuren gaan niet alleen open, ze gaan ook dicht door zijn aanwezigheid.
Het is niet de eerste keer dat er kritiek wordt gespuid op de houding van de prins bij economische zendingen. Ook in 2004 was dat het geval met de economische missie naar China. Daar was sprake van te laat komen op afspraken - iets was in China 'not done' is -; de prins gebruikte dat forum om zijn appreciatie over interne Belgische politieke aangelegenheden te geven, er is een oproep geweest aan de regio's om zich Belgischer op te stellen in het buitenland, wat impliciet een afkeuring inhoudt van de regionalisering van de buitenlandse handel.
Mevrouw de minister, waarom blijft u vasthouden aan die prinselijke missies na al uw inspanningen en het contraproductieve effect door de aanwezigheid van de kroonprins? Ik neem tenminste aan dat u daaraan blijft vasthouden, tenzij u vandaag verklaart dat u hebt begrepen dat het niet langer nuttig is om met de prins op missie te gaan en dat u daar in de toekomst van wilt afzien.
De minister-president heeft nog een andere opgemerkte uitspraak gedaan in de bladen van de kamers van koophandel met betrekking tot die missies: 'We zijn slechte verkopers, alleszins minder goed dan Nederlanders en Fransen. Dat is ook niet verwonderlijk, want we zijn het intern niet altijd eens over onze corporate identity. Denk ook aan de bevoegdheidsverdeling van buitenlandse handel, export en het aantrekken van investeringen in het buitenland. Dat is gedeliberaliseerd.
Maar ondertussen zijn er nog wel prinselijke missies. We twijfelen dus zelf aan onze corporate identity. Hoe kunnen we dan in het buitenland sterk overtuigen?'
Mevrouw de minister, dat is inderdaad de vraag die we moeten stellen. Hoe kunnen we nog sterk overtuigen? De Vlaamse overheid kan twee dingen doen voor de Vlaamse exporteurs, namelijk enerzijds de opdracht en de taak die nu wordt behartigd door het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen - en daar is geen prins voor nodig - en anderzijds de uitbouw van die corporate identity. We moeten naar een eigen Vlaamse corporate identity. We zijn een sterke exportnatie, maar door te blijven vasthouden aan de aanwezigheid van de prins aan het hoofd van zulke economische zendingen, brengt u schade toe aan die Vlaamse corporate identity.
Gooi die ballast dus overboord. Toon uw vertrouwen in het eigen Vlaamse imago van exportnatie en in het Vlaamse bedrijfsleven. Bedank de prins voor zijn onbewezen diensten en doek het reisagentschap alstublieft op. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Moerman heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, de heer Van Nieuwenhuysen is mijn favoriete stalker. Hij stelt me zowat elke week een vraag over de buitenlandse handel.
Mijnheer Van Nieuwenhuysen, vooreerst moet ik ingaan op een aantal feiten. Het zijn lang niet alleen KMO's die deelnemen aan handelsmissies, of het nu Vlaamse missies, prinselijke of interregionale zijn. Tijdens de missie van vorige week in Zuid-Afrika, waarnaar u verwijst, waren er niet alleen Vlaamse KMO's mee, maar ook enkele grotere in Vlaanderen gevestigde bedrijven, waaronder bijvoorbeeld Barco.
Wat er precies in de kranten stond, heb ik pas achteraf gezien, maar u hebt het ook mis waar u zegt dat de kritiek algemeen was. De heer Van Eetvelt van UNIZO, toch een autoriteit op het gebied van KMO's, zei best tevreden te zijn.
Over de deelname aan zulke missies zeg ik altijd: the proof of the pudding is in the eating. We moeten zien hoe het er in de realiteit aan toe gaat. Vorige week bleek dat het op de 190 deelnemers aan die missie in meer dan drie vierde van de gevallen om Vlaamse bedrijven ging, of het nu grote, kleine of zelfs eenmans- of eenvrouwsondernemingen waren. Als de overgrote meerderheid van de deelnemers bestaat uit Vlaamse bedrijven of deelnemers, dan is het normaal dat ook de Vlaamse minister van Buitenlandse Handel eraan deelneemt.
Over stijl en subjectieve factoren valt natuurlijk altijd te redetwisten, maar ik houd het bij de resultaten van de missie. Welnu, voor de Vlaamse bedrijven kunnen die positief worden genoemd. Vorig jaar ben ik rond dezelfde tijd mee naar India geweest. Dit is de eerste prinselijke missie sindsdien. Ik beoordeel de deelnames altijd in functie van objectieve factoren, zoals het economisch belang voor Vlaanderen, het aantal Vlaamse bedrijven dat eraan deelneemt en de vraag of mijn aanwezigheid als minister van Buitenlandse Handel daarbij een meerwaarde biedt. Op grond daarvan wordt beslist.
De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
Mevrouw de minister, het spijt me dat ik u zo moet stalken. Ik beloof dat niet dagelijks te zullen doen, maar wel nog wekelijks.
Het zou maar erg zijn mochten alle bedrijven hier negatieve ervaringen mee hebben. Het programma wordt opgemaakt door de Vlaamse economische vertegenwoordigers. Het gaat vooral om contacten tussen de bedrijven onderling.
Natuurlijk zijn daar ook goede contacten bij. Ik bedoel enkel dat een economische zending met zoveel deelnemers en waarin zoveel wordt geïnvesteerd zo optimaal mogelijk moet verlopen. Men moet ook rekening houden met de corporate identity.
Men mag de corporate identity, het imago niet onderschatten. Het is nu eenmaal zo dat bepaalde landen een gunstig of een ongunstig vooroordeel hebben, dat afstraalt op de bedrijven. Bepaalde landen staan bekend om hun degelijkheid, om hun betrouwbaarheid, en wat weet ik nog allemaal meer. Andere landen staan - terecht of ten onrechte - bekend om de minder goede kwaliteit die ze afleveren of worden minder betrouwbaar geacht. De corporate identity is dus wel degelijk een element dat van belang is.
Ik blijf er bij dat Vlaanderen beter zijn eigen weg zou gaan en missies zou organiseren onder uw leiding, onder de leiding van de minister-president. Dat gebeurt in andere landen ook. Er zijn nog meer landen die geen monarchie hebben en die er wel degelijk in slagen om succesvolle economische zendingen naar het buitenland te organiseren.
Blijkbaar opteert u daar nog niet voor. Dat is spijtig. U zegt dat er gunstige reacties waren. U zegt ook dat er geen aanwijzingen zijn over negatieve ervaringen. In Het Nieuwsblad van 18 maart komt een bedrijfsleider uit Johannesburg aan het woord. Hij zegt: 'Blij dat je de problemen met de prins publiek gemaakt hebt. Maar wel weer anoniem. Want de officiële reacties op de prinselijke missie zijn alleen maar positief: de Vlaamse bedrijven zijn zogezegd in de wolken, zowel over hun contacten als hun contracten.'
Mevrouw de minister, dat hebben we hier opnieuw te horen gekregen. Maak u echter geen illusies: dat is niet het geval. U moet kiezen tussen uw loyauteit ten aanzien van de monarchie en de belangen van het Vlaamse bedrijfsleven. Doe in de toekomst wat u op een bepaald ogenblik in Zuid-Afrika hebt gedaan. Ga uw eigen weg! Laat Filip desnoods met een Waalse delegatie doen waar ze goed in zijn: lucht verkopen. Ons bedrijfsleven en de reputatie ervan zullen er alleen maar wel bij varen! (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Moerman heeft het woord.
Mijnheer Van Nieuwenhuysen, u hebt het over corporate identity. Van de items die op de agenda stonden, was er één waarvan ik denk dat ze u na aan het hart ligt, met name de diamantsector in Antwerpen. Een van de cruciale opdrachten tijdens de missie was te trachten de toekomst van Antwerpen in dat opzicht te bestendigen en te versterken. We hebben een goede vergadering gehouden met de mensen van De Beers, met de heer Oppenheimer, de grote baas van De Beers.
In bepaalde gevallen is het niet slecht om er met de kroonprins van een land naartoe te gaan en niet alleen met een minister. Die vergadering is prima verlopen. De Beers heeft een aantal toezeggingen gedaan die me optimistisch stemt over de toekomst van Antwerpen. In bepaalde gevallen biedt de aanwezigheid van de kroonprins een meerwaarde.
De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
Mevrouw de minister, over het ene voorbeeld dat u aanhaalt, staat er toevallig ook iets in De Tijd. In het artikel staat dat de voorvallen tijdens de handelsmissie geen geïsoleerde gebeurtenis waren. Op het bezoek bij diamantreus De Beers na kwam er tijdens de handelsmissie 'geen enkele echo dat de prins iets nu eens echt goed had gedaan.'
Het is blijkbaar geen toeval dat u dat ene voorbeeld eruit haalt.
Het incident is gesloten.