Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Peumans heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, ik wil beginnen met een citaat uit een vrije tribune van mijn partijvoorzitter, die deze week verscheen over wat Vlaanderen van Mittal mag verwachten. De inleiding van de vrije tribune is: 'De Vlaamse Regering hoeft zich niet te spiegelen aan de eng chauvinistische benadering van Frankrijk en Luxemburg bij de overnamepoging van Arcelor door Mittal. Voor het Vlaamse Sidmar biedt een mogelijke overname immers kansen, meent Bart De Wever.'
Mijnheer de voorzitter, ik moet dit niet verplicht komen voorlezen, maar ik wil de vraag wat breder stellen. Mijnheer de minister-president, mijn vraag sluit aan bij de vraag van de heer Roegiers van 1 februari 2006. U hebt toen een heel verstandig antwoord gegeven en gezegd dat u geen uitspraken wilt doen voor de galerij.
Ondertussen zijn we 6 weken verder. Mijnheer de minister-president, het gaat hier niet alleen over Sidmar, maar ook over ALZ. Uit solidariteit met de Waalse economie en het Marshallplan stel ik mijn vraag, want ik denk dat ook een aantal Waalse bedrijven in het geding zijn. Mijnheer de voorzitter, ik wil me natuurlijk wel beperken tot de Vlaamse invalshoek.
Wij zijn intussen meer dan een maand verder. We hebben vernomen dat Mittal een 100 pagina's dik dossier met een industrieel plan heeft voorgelegd aan premier Verhofstadt, uzelf en Waals minister-president Di Rupo. Nu dit plan voorligt, is eenieder in Vlaanderen natuurlijk benieuwd te weten wat de gevolgen zijn. Het gaat om meer dan 5.000 arbeidsplaatsen bij Sidmar en meer dan 1.500 arbeidsplaatsen bij ALZ in Genk. Voor onze partij is het overnamebod door de staalreus Mittal Steel op zich op het eerste zicht geen slechte keuze.
We hebben de jongste tijd in de krant gelezen dat Arcelor zelf er bijvoorbeeld aan denkt om de divisie ALZ af te stoten. De vraag is welke politiek Mittal zal volgen zowel ten opzichte van Sidmar als van ALZ. Wordt het een doodsimpele eenheid zoals er andere eenheden zijn binnen dat groot conglomeraat? De vraag is wat Mittal zal doen, gezien de intenties die bij Arcelor aanwezig zijn. Wat zijn de plannen daarmee?
Wat zijn de toekomstplannen van ALZ en Sidmar in het industrieel plan van Mittal Steel? Hoe staat de Vlaamse Regering hier tegenover? Welke garanties hebben we op korte en op lange termijn op het gebied van onderzoek, ontwikkeling, tewerkstelling enzovoort?
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Peumans, ik vraag begrip voor het feit dat mijn antwoord vrij voorzichtig zal zijn. Het gaat immers om twee beursgenoteerde bedrijven die verwikkeld zijn in een overnamestrijd waarover op dit moment een heel delicate fase van onderzoek loopt door de beursautoriteiten.
We hebben uitdrukkelijk gekozen voor een aanpak gebaseerd op een rationele benadering van het dossier. Onder verwijzing naar een geschrift dat ik niet ken van uw partijvoorzitter, kan ik heel duidelijk zeggen dat we in elk geval geprobeerd hebben geen chauvinistische reacties te hebben, zoals u het noemt en zoals die op een bepaald moment in Frankrijk werden genoteerd. Het was onze absolute keuze om in de gespreken met de twee industriële groepen vooral te strijden voor de werkgelegenheid en de verankering van toegevoegde waarde onder meer via wetenschappelijk onderzoek, met de beperkte hefbomen die we hebben. U weet wat de natuur is van het aandeelhouderschap van de Arcelorgroep.
We hebben in het kader van de rationele aanpak besloten aan beide groepen te vragen wat het industrieel plan is. Vanwege Arcelor is dit vrij duidelijk. We hebben gisteren van de directie en de eigenaars van Mittal een aantal bundels gekregen waarin, op basis van de kennis die zij nu hebben en die de algemeen toegankelijke kennis is, een visie is beschreven op hoe zij de toekomstige ontwikkeling van Sidmar en ALZ in Genk zien. Uiteraard bestaan gelijkaardige plannen voor de vestigingen van de groep in Wallonië.
Een eerste belangrijke vaststelling die we uit het gesprek kunnen opmaken is dat in elk geval de mensen van Mittal heel duidelijk onderstrepen dat Sidmar en ALZ twee zeer performante industriële bedrijven zijn. Ook het onderzoekscentrum in Gent wordt beschouwd als een van de toponderzoekscentra. Ze voorzien in het industrieel plan heel duidelijk in een plaats voor die bedrijven en het onderzoekscentrum. Ik ga niet uitweiden over de beschouwingen over de vestigingen in Wallonië, ik beperk me tot de bedrijven in Vlaanderen.
Zowel voor Sidmar en OCAS als voor ALZ is er dus heel duidelijk een plaats. Ze hebben een zicht op wat ze daarmee willen doen. Voor Sidmar en ALZ gaat het telkens over scenario's met een heel duidelijk toekomstperspectief over de verdere ontwikkeling van de tewerkstelling als alle mogelijke activiteiten, en onder meer ook de onderzoeksactiviteiten. Sidmar en ALZ worden als zeer performant beschouwd.
Wat Genk betreft, moeten we wel beseffen dat de inoxactiviteit niet tot de core business van Arcelor en in elk geval ook niet tot die van Mittal behoort. In elk scenario worden er dus wel wat vraagtekens geplaatst bij de toekomstige positionering van ALZ Genk. Die vraagtekens over de rendabiliteit van de activiteiten, die voortvloeien uit de benchmarking die is gedaan met vergelijkbare vestigingen wereldwijd, kwamen in het gesprek van gisteren tot uiting. Wel heeft de directie van Mittal onderstreept dat er, bij een succesvol afronden van het overnamebod, alleszins geen sprake zou zijn van een spin-offscenario met betrekking tot ALZ Genk. Met andere woorden: Mittal is zeker in een aanvangsfase van plan om het bedrijf in zijn portefeuille te houden en het voort te laten functioneren. Mittal heeft er weliswaar aan toegevoegd dat er, bij een toekomstige positionering en met het oog op de rendabiliteit van de activiteiten, een aantal ingrepen zouden moeten gebeuren. Wij hebben daarbij vooral de nadruk gelegd op het behoud van de tewerkstelling en van een aantal al dan niet geplande investeringen. Op mijn initiatief ging trouwens een groot deel van het gesprek daarover. Ik heb een aantal vragen gesteld specifiek met betrekking tot de toekomst van ALZ.
Ik zal niet in detail ingaan op het gevoerde gesprek. Mijnheer Peumans, ik kan u wel zeggen dat de investeringsbank Lazard door ons werd aangesproken om, vanuit zijn kennis van zaken, het bod en de implicaties ervan voor de Vlaamse economie te gaan bekijken. Lazard zal zich daarop toespitsen in een technische vergadering die de mensen van deze bank zullen hebben met de operationele directie van Mittal. Heel specifiek over de toekomst van ALZ Genk zullen er vragen worden gesteld. Daar zal dus het terrein voort worden verkend.
De drie betrokken regeringen hebben afgesproken de directie van Mittal zwart op wit garanties te vragen over de overname van de verbintenissen die zijn aangegaan door Arcelor ten aanzien van de werknemers van Sidmar, OCAS en ALZ Genk, en bij uitbreiding dus ook van de verbintenissen die zijn aangegaan ten aanzien van de vakbonden in de Waalse vestigingen. Het overmaken van die verbintenissen zal door ons gebeuren, maar zal ook mee worden gevoed door de vakbonden. Ik heb het initiatief genomen om contact te leggen met de vakbonden van ALZ Genk. Er is een soort inventaris opgemaakt van de verbintenissen die de vakbonden beschouwen als vastgelegd in het verleden. Via de investeringsbankier zal die inventaris ter bevestiging worden overgemaakt aan Mittal. Wij hebben gisteren gezegd dat we dit zwart op wit bevestigd willen zien.
We gaan bekijken hoe het dossier de komende dagen en weken voort evolueert. Na het technische overleg tussen Lazard en de operationele directie van Mittal zouden we eind maart opnieuw bijeenkomen. Dan zullen we ten gronde streven naar een duidelijke bevestiging van die verbintenissen, vanuit onze grote zorg voor de tewerkstelling bij Sidmar en ALZ Genk.
Ik heb gisteren een brief gericht, samen met premier Verhofstadt en minister-president Di Rupo, aan de directie en de bestuursorganen van Arcelor, om hen te vragen dat ze dezelfde vlotte medewerking zouden verlenen aan de activiteiten van Lazard, die als expert werd aangesteld door de Belgische, Vlaamse en Waalse regeringen. Vanwege Mittal hebben we op dat punt veel medewerking ervaren, en ook de bereidheid om voldoende informatie over te maken en de dialoog met Lazard gaande te houden. De directie van Arcelor heeft tot nu toe zeer weinig informatie overgemaakt. We hebben hen eraan willen herinneren dat we op een rationele wijze de twee of drie industriële scenario's die in het geding zijn willen beoordelen, en dat we dat belangrijk vinden.
We verwachten dat Arcelor ook wat dat betreft zijn volledige medewerking verleent aan het werk van Lazard.
Op 20 maart heb ik een afspraak met de Luxemburgse eerste minister Juncker. Bij die gelegenheid zal ik ook een bezoek brengen aan de Arcelordirectie voor een gesprek over zowel Sidmar als ALZ Genk. Een maximaal behoud van de tewerkstelling is een normale en aanvaardbare doelstelling.
Pessimistisch zou ik hierover niet zijn. Uit de stukken die ons door Mittal Steel zijn bezorgd, blijkt dat de vestigingen in Genk en Gent en het onderzoekscentrum volgens internationale benchmarking tot de absolute top behoren. Wel maak ik een licht voorbehoud met betrekking tot de positie van de inoxactiviteit bij de groep Mittal Steel, ook op termijn, wanneer de lopende overname slaagt. (Applaus bij de meerderheid)
Het incident is gesloten.