Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het door de NMBS aangekondigde tijdschema voor de heringebruikname van de IJzeren Rijn
Verslag
De heer De Wever heeft het woord.
Mijnheer de minister, de federale overheid gaat het land en zijn bevolking verblijden met tien zogeheten werven. Werf 8 gaat over mobiliteit. Ik heb de tekst meegebracht, en ik moet zeggen dat er op deze bouwwerf weinig in de steigers staat. Er staat iets in over een werkgroep omtrent vrachtvervoer en over een aanpassing van het verkeersreglement op het water. Dat zijn ongetwijfeld belangrijke pijnpunten die moeten worden aangepakt, maar er zijn wel dringender zaken.
Gelukkig zijn de meeste bevoegdheden al naar de Vlaamse overheid overgeheveld, maar er is nog één belangrijk domein dat nog federaal is, en waarover op deze bouwwerf met geen woord wordt gerept. Ik heb het over de NMBS, en het is precies de NMBS waarover in Vlaanderen de meeste vragen en pijnpunten leven.
Er zijn kleine pijnpunten, zoals de rijtijd van Hasselt naar Brussel die anderhalf uur bedraagt. Er wordt namelijk al lang gevraagd dat de Limburgers meer snelheid zouden krijgen bij hun verplaatsingen naar Brussel. Er zijn echter ook grote pijnpunten, zoals de vertegenwoordiging van de gewesten in de beheerraad van de NMBS. Verder is er natuurlijk de IJzeren Rijn, het onderwerp van deze vraag.
Pas vorige week klaagde de minister-president zijn nood over de werking van de NMBS, B-Cargo, het vrachtvervoer en in het bijzonder de afscherming van de markt enzovoort. Nauwelijks een week later krijgen we van de federale overheid het signaal dat ze niet bereid is op korte termijn te investeren in de IJzeren Rijn.
De IJzeren Rijn is een federaal dossier, maar toch is het de Vlaamse overheid, en in het bijzonder het Vlaams Parlement, die het dossier heeft getrokken. Het is een moeilijke kruisweg geworden met vele staties, en het einde is eindelijk in zicht. We komen in de fase waarin we met Nederland kunnen onderhandelen over de verdeling van de kosten van de plannen die het arbitrageverdrag heeft opgeleverd, en met de Duitse bondsregering over het Duitse deel van het tracé. In Duitsland is dit immers een federale bevoegdheid, al heeft men daar ook regionale spoorlijnen.
Net op dit moment geeft de federale overheid het signaal dat er geen geld is om op korte termijn te investeren. Het zou godbetert nog tot 2022 duren vooraleer dit mogelijk zou zijn. De Tijd schreef: 'Dit moet een Belgenmop zijn, dat we na al die jaren aan het einde de horizon zien, en er dan geen geld zou zijn.'
Vandaag krijgen we dan weer een signaal van de bevoegde staatssecretaris van Overheidsbedrijven van de federale regering dat het een kwakkel is en dat het geld er zou zijn na 2010. Ik vraag me daar wel nog bij af of het om de middelen gaat die nodig zijn om het Belgische deel op Vlaams grondgebied te realiseren, dan wel over alle middelen die nodig zullen zijn om de IJzeren Rijn op te kalefateren. We kennen trouwens de totale som daarvoor nog niet.
Er is dus nog grote onduidelijkheid over dit dossier en dus moet ik me, zoals in het verleden, weer tot u wenden. In uw antwoorden op vorige vragen hebt u altijd gezegd dat u overleg pleegde met de federale overheid. Is dat werkelijk zo? Wordt er met u overlegd vooraleer tot zulke uitspraken te komen? Kent u de draagwijdte van wat we vorige week en vandaag hebben gehoord? Wordt u gekend in dit soort dossiers? Zo niet, hoe is dat in godsnaam mogelijk? Zo ja, hoe is het dan mogelijk dat er zulke uitspraken worden gedaan?
Hebt u weet van de werkelijke stand van het dossier en van de draagwijdte van verschillende uitspraken deze en vorige week? Welke stappen hebt u als Vlaams minister ondernomen om dit dossier op de sporen te houden?
De heer Penris heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, Limburg heeft vele mooie volksliederen. Eén daarvan werd geschreven door Jo Eerens. Ik zal het niet zingen, want dan sta ik hier morgen nog. Het luidt: 'Limburg allein'. In Antwerpen parafraseren wij het lied soms een beetje oneerbiedig met: 'D'er raait gienen otto, d'er raait gienen traain'.
Ik weet echter wel dat er in Limburg veel auto's rijden, want ik heb al stilgestaan op het kruispunt van Lummen. Ik ben ook al met de trein naar Lommel gereden en ik stelde vast dat de trein nog verder reed. Er rijdt in Limburg dus wel degelijk een auto en er rijdt ook een trein, maar in Limburg is er tot nader order nog altijd geen IJzeren Rijn.
We betreuren dat. Als we de persberichten mogen geloven, zal het zelfs nog tot 2022 duren voor de IJzeren Rijn effectief in gebruik genomen kan worden. Mijnheer De Wever, als ik mensen uit uw politieke omgeving mag geloven, zal het zelfs nog tot 2040 duren voor die sporen gerealiseerd zijn.
Mijnheer de minister, in de plechtige Septemberverklaringen wordt er telkens weer op gewezen dat Vlaanderen de ambitie heeft om van ons land - voorlopig nog onze deelstaat - een transportnatie bij uitstek te maken. Als we dat willen doen, moeten we ervoor zorgen dat de aan- en afvoer van de goederen vlot verlopen. We kunnen dat slechts voor een stuk over de weg realiseren, dat hebben de debatten tussen de VLD en sp.a over mobiliteit ondertussen wel duidelijk gemaakt. We moeten dus op zoek gaan naar transportvriendelijke alternatieve verkeersmodi via het spoor en de binnenvaart.
Op het spoor dient zich een mooi alternatief aan ter ontsluiting van onder meer mijn havenstad Antwerpen: de IJzeren Rijn. We hebben daartoe hemel en aarde bewogen. We hebben zelfs via een internationale arbitragecommissie onze Nederlandse broeders zover gekregen dat ze het internationaalrechterlijke belang van deze spoorlijn niet alleen erkennen, maar ook respecteren en dat ze bereid zijn om er de nodige diplomatieke consequenties aan te verbinden. Ze zijn met andere woorden bereid om de gesloten spoorlijn terug open te stellen.
Nu we echter over de beslissing van de internationale arbitragecommissie beschikken, zegt een van de federale instellingen echter dat het geld er niet is voor de effectieve realisatie.
Een van de politieke commentatoren schreef deze week dat het een Belgenmop is. Dat klopt, want boven de Moerdijk zal men nu wel lachen. Boven de Moerdijk wordt over een paar jaar immers de Betuwelijn gerealiseerd met Europese steun. De Betuwelijn moet Rotterdam ontsluiten en loopt door natuurgebieden waar geen stiltemaatregelen gelden - die had men eerst wel willen opleggen aan de IJzeren Rijn. De Betuwelijn wordt gerealiseerd onder auspiciën van een trans-Europees netwerk. Wij zijn zover nog niet geraakt. De IJzeren Rijn heeft zelfs dat statuut niet verworven, alhoewel Duitse werkgevers duidelijk en bij herhaling aangeven dat zij voorstander zijn en blijven van de realisatie van dit bij uitstek Europese spoorwegproject.
Ik kan alleen maar de vraag van de vorige spreker herhalen: 'Wat doen wij nu?'. We beschikken over principebeslissingen, maar we stellen vast dat de federale overheden niet meer mee willen doen. Wij hebben de ambitie om van onze staat een distributieland bij uitstek te maken. Wat zult u doen als minister van Openbare Werken en van Rijkswaterstaat hier in Vlaanderen? Wat zult u daar tegenover plaatsen? Zult u overleggen met uw federale broodheren?
U hebt reeds verteld dat u ter ontsluiting van een aantal spoorwegfaciliteiten bereid bent om voorschotten te geven. Zo bent u bereid om de Liefkenshoekspoortunnel voor de ontsluiting van de Antwerpse Linkeroever, waar we nu het Deurganckdok en binnenkort ook een Saeftingedok hebben, te prefinancieren. Inzake de IJzeren Rijn zegt u echter: 'Neen, ik zal in dit dossier niets prefinancieren: federale overheid, doe het zelf'.
Hebt u de zekerheid dat de federale overheid het zelf zal doen? Zo niet, welke bestuurlijke consequenties trekt u daaruit? Voor ons zijn ze al lang getrokken: de NMBS moet, zoals de rest van België, gesplitst worden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, het klopt dat wij de ambitie hebben om van Vlaanderen de Europese gateway te maken en uit te bouwen. We willen al die zendingen naar het buitenland hardmaken. Vlaanderen moet de toegangspoort tot Europa en zijn 450 miljoen Europeanen worden. (Applaus)
Ik wil onderstrepen dat dit investeringen vraagt, niet alleen in de missing links, maar ook in de binnenvaart en de havens. Het is zonneklaar dat het spoor ook een cruciaal element vormt en investeringen vraagt. Zo niet zullen onze Nederlandse of Noord-Franse collega's met meer recht en reden kunnen zeggen dat zij de 'gateway to Europe' zijn. We moeten te allen prijze die positie zelf bemachtigen en handhaven.
De bouwwerven van premier Verhofstadt vallen volledig onder zijn verantwoordelijkheid, maar zowel Vlaanderen als België moeten er de nodige aandacht en middelen aan spenderen. Vlaanderen moet als distributieland de nodige initiatieven nemen.
U hebt gelijk, mijnheer De Wever, de realisatie van de IJzeren Rijn is een ellenlange kruisweg geweest. We hebben het geduld gehad om het dispuut voor te leggen aan een arbitragehof. Dat hof heeft na heel lang nadenken een beslissing genomen. Het is een goede beslissing geweest: het historisch tracé moet opnieuw worden geactiveerd.
Voor de Vlaamse Regering zijn er twee hoofdstukken in dit verhaal. Het eerste hoofdstuk is natuurlijk de versnelde heringebruikname. Het tweede is de volledige heringebruikname van de IJzeren Rijn. De Vlaamse Regering vraagt met aandrang dat de versnelde ingebruikname zo snel mogelijk wordt gerealiseerd. Er moeten op korte termijn vijftien treinen per dag gaan rijden. Infrabel heeft nog eens bevestigd dat het daar de nodige middelen voor zal uittrekken. Dat vraagt een budget van 39,93 miljoen euro.
Het tweede is de volledige heringebruikname, dus meer dan vijftien treinen. Ik heb nog eens contact opgenomen met Infrabel om te vragen of 2022 de correcte datum is voor de heringebruikname. Men heeft mij dit nog eens formeel ontkend. Nog sterker, er is briefwisseling tussen minister Peijs van Waterstaat en staatssecretaris Tuybens waarin sprake is van reactivering tegen 2015. Deze problematiek is aan bod gekomen tijdens het bezoek van de Vlaamse minister-president aan Duitsland. Er zal opnieuw over gesproken worden wanneer de minister-president van Nederland in de tweede helft van maart een bezoek brengt aan Vlaanderen. Minister-president Leterme zal dit opnieuw aankaarten met de Nederlandse minister-president.
Ik wil duidelijk onderstrepen dat voor de haven van Antwerpen de Liefkenshoekspoortunnel de topprioriteit is. Die moet klaar zijn in 2011. Een andere prioriteit is de tweede spoortoegang op de Rechterscheldeoever, die klaar moet zijn in 2016. De haven van Antwerpen zegt dat de IJzeren Rijn heel belangrijk is, maar dat de prioriteiten in die volgorde liggen.
Ik zal erop toezien dat Infrabel de ontwikkeling van de Antwerpse haven als een van de topprioriteiten bestempelt, en niet alleen het budget van 39,93 miljoen euro zal vrijmaken als het nodig is, maar ook verder de nodige inspanningen doet.
Met de bevoegde federale staatssecretaris is er overleg op technisch niveau. Volgende week dinsdag is er een nieuw overleg om de verdere strategie met de federale administratie in dit dossier te specificeren.
Er zijn gemeenten in Limburg die willen dat er bijkomende milieumaatregelen worden genomen. Sommigen willen zelfs een ander tracé. Het is belangrijk dat we aan Nederland laten weten dat de uitspraak van het Arbitragehof duidelijk is, dat we dit gerealiseerd willen zien en dat we bijkomende berekeningen moeten maken, niet alleen op vraag van Vlaamse gemeenten, maar ook van Nederland inzake milieu.
Mijnheer De Wever, u zegt terecht dat dit er moet komen en dat de Vlaamse regering de nodige stappen moet zetten, zowel bij buitenlandse collega's als bij de federale overheid. Mijnheer Penris, we zijn gehandicapt inzake bevoegdheden in deze zaak, maar het is essentieel dat we druk uitoefenen om dit belangrijk tracé tot een goed einde te brengen voor Antwerpen en voor heel Vlaanderen.(Applaus bij CD&V)
De heer De Wever heeft het woord.
Ik begrijp dat het allemaal op een kwakkel zou berusten. Toch moet het me van het hart dat de federale regering in deze zaak nooit een bondgenoot is geweest van Vlaanderen. Op het ogenblik dat Nederland zelf de reactivering van de IJzeren Rijn overwoog, hebben we die kans laten liggen. Toen er kansen waren om een koppeling te maken met andere Nederlandse vragen over spoorinfrastructuur, hebben we die laten liggen. Meer dan eens hebben de federale overheid en de NMBS als een stoorzender opgetreden in de Vlaamse ambities om de IJzeren Rijn, naast vele andere spoorambities, te realiseren.
Ik stel me daar vele vragen bij, zeker op een moment dat de federale overheid uitpakt met 10 werven die bijna allemaal een Vlaamse coöperatie vragen - zeker de achtste werf, die bijna niets om het lijf heeft en die een pure Vlaamse aangelegenheid is. Dan vraag ik me toch af hoe dit soort kwakkels kunnen ontstaan.
De heer Penris heeft het woord.
Ik begrijp dat er stappen worden ondernomen naar Nederland. Het zou er nog maar aan ontbreken. Op dit moment is Nederland al lang het probleem niet meer. De Nederlanders hadden zich neergelegd bij de arbitragebeslissing en waren bereid om de conclusies van die beslissing uit te voeren. Dat dat aan Vlaanderen misschien meer zou kosten dan aanvankelijk geraamd, wisten we, maar we hadden er rekening mee kunnen houden.
Daarnaast is het nu ook een Belgisch binnenlands probleem. Het is de NMBS die nu dwarsligt, en niet Nederland of zelfs Duitsland. Als we goede onderhandelingen voeren met de Duitsers, dan moeten we met hen een akkoord kunnen afsluiten. De Duitse publieke opinie is de IJzeren Rijn zeer genegen.
Het probleem ligt bij de NMBS en bij de federale overheid. Die is wel bereid om een klein bedrag vrij te maken voor een deeltijdse, voorlopige oplossing. U hebt er zelf naar verwezen. Het gaat om 39,93 miljoen voor een tijdelijke oplossing, voor 15 treinen per dag. Dat is natuurlijk geen IJzeren Rijn. Dat is natuurlijk niet de lijn die Vlaanderen als distributieland en Antwerpen met zijn nieuwe grote getijdendokken nodig hebben. We hebben meer nodig. We hebben de IJzeren Rijn nodig, zoals we die geconcipieerd hebben en waarmee de Nederlanders in het arbitrageverdrag impliciet hadden ingestemd. Dat is het probleem.
Mijnheer de voorzitter, ik zit hier al een tijdje. Van bij het begin heb ik dit dossier aangekaart. Vanmiddag hadden we een vergadering met de mensen van het pensioenfonds. Ik heb er sympathieke oud-leden van de parlementaire instellingen mogen ontmoeten. Ik hoop dat ik me niet in hun stadium bevind als de IJzeren Rijn gerealiseerd is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Penris, u hebt hun zeker al kunnen meedelen dat nog niet zo lang geleden de vier Scheldeverdragen werden ondertekend en dat u dat als actief parlementslid hebt mogen meemaken.
Nederland heeft de uitspraak van het Arbitragehof aanvaard. Er zijn echter nog altijd vragen. Stellen dat alles zonder problemen kan worden uitgevoerd, klopt niet.
Mijnheer De Wever, ik ben niet verantwoordelijk voor kwakkels die mogelijk door federale of andere instanties de wereld worden ingestuurd. Ik tracht heel duidelijk te communiceren en er voor te zorgen dat er geen kwakkels de wereld worden ingestuurd. Net zoals u hoop ik dat ik me in de toekomst minder moet bezig houden met discussies over en het rechtzetten van kwakkels van anderen.
Het incident is gesloten.